Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdinterpunctieEtym: Lat. inter-punctio = scheiding der woorden door punten. Interpunctie of punctuatie is het geheel van leestekens waarmee de auteur of tekstbezorger aangeeft hoe de tekst gelezen moet worden, welke zinsdelen bij elkaar horen, waar de pauzes liggen, waar er in de directe rede gesproken wordt, waar in de indirecte rede enz. In de Romeinse oudheid gebruikt men open ruimtes om pauzes te markeren. Al naar gelang de lengte van de pauzes varieert de breedte van de open ruimte van een half tot vijf lettertekens. Ook begint men wel op een nieuwe regel als een pauze gewenst is. De Romeinen gebruikten de punctus als woordscheiding. In de 8ste eeuw gaat men hier open ruimte voor gebruiken. Isidorus van Sevilla (ca. 560-636) geeft regels voor interpunctie: een diepe punt voor een korte pauze (onze huidige komma); een middelhoge punt (colon) voor een middellange pauze (ongeveer onze huidige puntkomma) en een hoge punt voor een lange pauze aan het einde van de volzin (periodus-2). In de Karolingische periode (Karolingische minuskel) betekenen een punt en een (omgekeerde) komma boven een punt een korte pauze, een lange pauze wordt aangegeven door een punt gevolgd door een komma, een puntkomma (semicolon) of twee punten met daaronder een komma. Ook hanteert men wel een vereenvoudigde versie van het systeem van Isidorus: een komma voor een korte, een punt voor een lange pauze. In de 12de eeuw vernieuwen de cisterciënzers het interpunctiesysteem: een op een 7 gelijkend teken boven een punt (punctus circumflexus) voor een korte pauze in een onvolledige zin; een omgekeerde komma boven een punt (punctus elevatus) voor een volledige zin die gevolgd wordt door een bijzin; een komma onder een punt (versus) aan het zinseinde. De gewone punt (punctus) vervangt soms de punctus elevatus of de versus. De beweging van de Moderne Devotie gebruikt dit systeem voor haar liturgische werken. Gedurende de middeleeuwen hanteert men voor de wereldlijke literaire werken in de volkstaal een betrekkelijk eenvoudig systeem met als voornaamste tekens de punctus, de virgula (/) en de puntkomma (;). De interpunctie is hierbij vooral gericht op de voordracht. In de renaissance komt meer en meer het huidige interpunctiesysteem in zwang, al wordt de puntkomma niet veel gebruikt in tegenstelling tot de komma, die ook vaak geplaatst wordt voor het voegwoord ‘en’. Aanhalingstekens bij een langer citaat staan aan het begin van alle regels die tot de aanhaling behoren. Indirecte en retorische vragen krijgen vaak een vraagteken ter afsluiting. De hedendaagse interpunctie is vooral gericht op de structurering van de zin. Er is een vast corpus leestekens dat als volgt is samengesteld: de punt (.), de komma (,), de puntkomma (;), de dubbele punt (:), de enkele en dubbele aanhalingstekens (‘...’ en “...”), het beletselteken (... of ---), het gedachtestreepje (–), het vraagteken (?) en het uitroepteken (!). Combinaties daarvan zijn soms mogelijk, zoals bij een luidop gestelde vraag (?!). De regels voor de interpunctie worden beschreven in P.J. van der Horsts Alles over leestekens. Praktische handleiding voor het gebruik van leestekens en andere tekens (20013). Lit: J. Greidanus, Beginselen en ontwikkeling van de interpunctie in 't biezonder in de Nederlanden (1926) A. Weijnen, Zeventiende-eeuwse taal (19654), p. 15-19 J.J. John, ‘Latin Paleography’ in J.M. Powell (red.), Medieval Studies. An Introduction (1976), p. 39-41 B. Bischoff, Paläographie des römischen Altertums und des abendländischen Mittelalters (19862; reprint 20094) p. 214-219 J. Renkema, Schrijfwijzer (20054) K. Houston, Shady characters: The secret life of punctuation, symbols, and other typographical marks (2013) L.C. Mitchell, Mark my words. Profiles of punctuation in modern literature (2020).
|