Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdethosEtym: Gr. èthos = karakter, zedelijke houding. Term uit de retorica waarmee de betrouwbaarheid, morele integriteit en competentie van de redenaar worden bedoeld. De term ethos wordt daarnaast ook gebruikt voor de gemoedsgesteldheid van de spreker, te weten een meer getemperde gevoelsuitdrukking dan pathos. Ethos bestaat er dan in, dat de spreker/schrijver bij zijn publiek gunstige gevoelens wil opwekken voor zijn zaak (delectare et placere, d.i. bekoren en behagen). Deze vorm van gevoelsuitdrukking vinden we o.m. terug in het genus medium (zie ook genera elocutionis) en wordt vooral in het exordium aangewend. Zie ook rede(voering), captatio benevolentiae. Lit: E. Schutrumpf, Die Bedeutung des Wortes ethos in der Poetik des Aristoteles (1970) M. Le Guern, ‘L’éthos’ dans la rhétorique française de l’âge classique’ in Stratégies discursives (1981) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 1516-1543 D. Maingueneau, 'Discussion critique sur l’ethos (en réponse à Ruth Amossy)' in Argumentation et analyse du discours (2023).
|