Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcaptatio benevolentiaeEtym: Lat. het nemen, winnen (capere) van de welwillendheid. Begrip uit de retorica met betrekking tot de aanvang van een (juridische) redevoering (bij uitbreiding: van een tekst), waarin de advocaat van de beschuldigde partij (genus admirabile) tracht de vooringenomen stemming van het publiek in zijn voordeel om te buigen door het achtereenvolgens aandachtig (attentum parare), welwillend (benevolum parare) en volgzaam (docilem parare) te maken, de eigen zwakheid of beperktheid in het licht te stellen (bescheidenheidsformule) of de aangesprokenen te prijzen of heil toe te wensen. Een voorbeeld van dit laatste vindt men in de rede van Chryses tot de Grieken in Ilias, I van Homeros: ‘Atriden, gij allen, goed gewapende Grieken, mogen de goden …het U geven Troje te verwoesten en behouden naar huis terug te keren’. Deze techniek is ook terug te vinden in menige Middelnederlandse proloog, bijv. Nu hoert na mi, ic sal beghinnen Wie van de toehoorders na het horen van deze woorden zou weglopen, kwalificeert zich als dorper en dwaas, als bot en dom. Ook de lijkrede op Janus Dousa van Petrus Bertius (1604; ed. C.L. Heesakkers & W.G. Heesakkers-Kamerbeek, 2004) bevat direct na de inleiding zo'n captatio benevolentiae. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 121-123.
|
|