Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbenevolum parareEtym: Lat. welwillend stemmen. Term uit de retorica voor het welwillend stemmen van het publiek in het exordium, het eerste onderdeel binnen de dispositio (zie ook captatio benevolentiae). In dit verband kan de redenaar een beroep doen op loci (topos) waarin hij een bescheidenheidsformule opneemt, of zich als een integer man voorstelt met een aanroeping van God of de Muzen (locus a persona sua). Ook een locus ab auditorum persona kan de toehoorder gunstig stemmen, nl. door hem te prijzen. Tenslotte kan de redenaar ook de lofwaardigheid van het eigen standpunt of de verwerpelijkheid van dat van de opponent aan het publiek voorhouden, maar dat houdt het gevaar van arrogantie in. In de ‘Toe-schrijvingh aende eerbare en wel-sprekende M.P.D.’ van Bredero’s Griane (ed. Veenstra, 1973, p. 103) komt het volgende voorbeeld voor: Ghy sult my waarde Maria, ofte te veel vertrouwens, ofte te weynich oordeels toerekenen, vermits ick so vermetel ben geweest, van dat ick niet alleen U.L. hebbe darren anspreken, maar oock, om dat ick so stout ben, dat ick u dese myne Rijmeleryen toe-eyghenen darf, mitsgaders dat ick dit onvolmaackte werck voor de nijdighe, of de al te kiesche hebbe durven brenghen, die ongetwijffelt haar stinckende tanden daar mede stoken, en my eenige leelijcke kleicken en klacken toewerpen sullen. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 1439 B. Andeweg & J. de Jong, De eerste minuten: attentum, benevolum en docilem parare in de inleiding van toespraken (diss., 2004).
|