Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdethopoeiaEtym: Gr. èthos = karakter, gewoonte; poiein = vormen, maken. Term uit de retorica voor de oefening in het uitdrukken van de emoties van een personage uit de geschiedenis of mythologie op een beslissend moment van zijn loopbaan of leven. De uitbeelding van een verzonnen persoon heet prosopopoeia. Deze ethopoeia-techniek is tot op zekere hoogte aanwijsbaar in de laatmiddeleeuwse prozaromans als de Historie vander destrucyen van Troyen (ca. 1500), Buevijn van Austoen (1504) en Margaritha van Lymborch (1516), waarin emotionele passages in verzen geschreven zijn. Vooral in de klassieke tragedie gaat het erom de reacties van de hoofdpersonen te laten zien op de wisseling van het lot. Zo zien we bij Ariadne in P.C. Hoofts Theseus ende Ariadne (1614) achtereenvolgens hevige verwijten, besluit tot zelfmoord, wanhopige droefheid en blijdschap. Zie ook pathopoeia. Lit: W.M.H. Hummelen, Versdialogen in prozaromans (1971) R.J. Resoort, Een schoone historie vander borchgravinne van Vergi. Onderzoek naar de intentie en gebruikssfeer van een zestiende-eeuwse prozaroman (1988) W.M.H. Hummelen, ‘[Recensie van] R.J. Resoort. Een schoone historie vander borchgravinne van Vergi’ in Tijdschift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 106 (1990), p. 320-327 P. Wackers, ‘Het belang van de vorm in de Nederlandse literatuur van de late middeleeuwen’ in Millennium 5 (1991), p. 58-74 M.B. Smits-Veldt, Het Nederlandse renaissance-toneel (1991), p. 45 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 1512-1516.
|