Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcapitalis quadrataEtym: Lat. capitalis = hoofdletter; quadrata = vierkant. Moderne benaming voor het Romeinse majuskelschrift dat in steen werd uitgehakt (epigraaf), ook wel bekend als de ‘triomfboogletter’. De oudste inscripties in deze schriftsoort, die zich kenmerkt door zijn vierkante uiterlijk, dateren uit de 3de eeuw v. Chr.; de grootste perfectie wordt bereikt in de 2de eeuw n. Chr. Hoewel er een drietal Vergilius-fragmenten in capitalis quadrata uit de 4de en 5de eeuw n. Chr. is gevonden, betwijfelt men of de letter vaak als boekschrift werd gebruikt. Een lossere, minder strakke variant was de capitalis rustica, die wél als boekschrift werd gebruikt. De capitalis quadrata handhaaft zich eeuwenlang voor speciale doeleinden als titels en opschriften. In de 8ste en 9de eeuw, tijdens de Karolingische renaissance, beleeft de capitalis quadrata een puristische bloeiperiode: men streeft een zuivere vorm na en noemt de letter ook wel de ‘littera Vergiliae’. Na een eeuwenlang sluimerend bestaan wordt de capitalis quadrata in de 15de eeuw ontdekt door de humanisten (humanisme, humanistisch schrift); hiermee wordt de schriftsoort de basis voor onze huidige hoofdletters (kapitaal, bovenkast).
Capitalis quadrata uit een Vergilius-handschrift (4de eeuw). [bron: K.F. Treebus, Tekstwijzer (19884), p. 23].
Lit: J.J. John, ‘Latin Paleography’ in J.M. Powell (red.), Medieval Studies. An Introduction (1976), p. 8-9 B. Engelhart & J.W. Klein, 50 eeuwen schrift (19882), p. 106-110.
|
|