Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

apostrofe

Etym: Gr. apo-strophè = het zich af-wenden.

Stijlfiguur uit de retorica, nl. één van de mogelijkheden binnen de aversio: het zich afwenden van het publiek door de vertellende instantie (aversio ab auditoribus) of van de aanvankelijk aangesproken persoon door het personage om zich te richten tot een niet aanwezig persoon (bijv. een overledene) of tot een als personificatie gedacht begrip of collectivum, vaak de goden of de Muzen, of tot levenloze dingen. Wanneer de nadruk wordt gelegd op het toespreken van het publiek of een (afwezig) personage dan spreekt men ook van aanspraak (Lat. allocutio). Ze wordt vaak ingeleid door een vocatief. De oratorische poëzie doet meermaals een beroep op de apostrofe om het ethos of pathos van de spreker te onderstrepen. Zie ook muze(n).

Een paar voorbeelden aan het slot van J. van den Vondels Gysbreght van Aemstel (1637) zijn vs. 1865 waar broer Peter uitroept: ‘Zijt ghy dat Rafaël?’ en vs. 1895 waar Badeloch zich tot Amsterdam richt met de woorden: ‘Verdelghde stad, wy gaen, en komen nimmer weer’.

Lit: E. Brunius-Nilsson, Daimonie: an inquiry into a mode of apostrophe in old Greek literature (diss., 1955) • G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 830-836 • E. van Alphen, 'De grenzen van poëzie, ofwel Faverey's poëtische dood' in Forum der Letteren 35 (1994), p. 295-300.

apostelspel apotheose
thematisch veld:

Retorische procedés en stijlfiguren: de klassieke traditie
Gedachtefiguren: betrokkenheid

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken