Nieuwsbrief
2 december 2020
Nieuws van de DBNL - december 2020
Literatuurgeschiedenis.org live met DBNL-verwijzingen
In het voorjaar van 2020 namen de KB en de Taalunie het initiatief om de technisch verouderde, maar nog veelgebruikte website literatuurgeschiedenis.nl te vernieuwen. Zo werden er onder andere verwijzingen naar de reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur en andere bronnen op DBNL toegevoegd. Het resultaat is een frisse, nieuwe website die gratis kennis, verdieping en inspiratie biedt voor docenten en leerlingen en toegankelijk is voor iedereen die interesse heeft in literatuurgeschiedenis. De aanpassingen zijn gemaakt in overleg met letterkundige neerlandici, vakdidactici, leraren en leerlingen uit Nederland en Vlaanderen. Bekijk het resultaat in dit korte filmpje of neem een kijkje op de site www.literatuurgeschiedenis.org.
Klanttevredenheidsonderzoek
We zijn heel benieuwd naar uw mening over de DBNL. Wat vindt u van het aanbod, van de gebruiksvriendelijkheid, van de geboden tekstvormen? Kent u alle mogelijkheden die de site biedt? En wat ziet u als onze verbeterpunten? We horen graag uw ervaringen en gebruiken uw antwoorden om onze site nog beter te maken. Uiteraard blijft u hierbij volledig anoniem. Wilt u meedoen? U kunt het onderzoek hier starten.
Nieuwe titels van december
Het toneelstuk Tobias is het eerste bijbelse drama uit de Nederlanden dat door een vrouw geschreven is, door dichteres Elisabet Hartloop (1655-1685). Elisabet Hartloop werd geboren in Delft, trouwde met een Leidenaar en stierf op jonge leeftijd in Amsterdam. Voor zover bekend was Tobias haar enige werk en dat werd dan ook nog eens nooit opgevoerd. Het toneelstuk werd drie jaar na haar dood gedrukt, waarschijnlijk op initiatief van haar echtgenoot, ter nagedachtenis aan zijn vrouw. In het stuk staat het huwelijk van Zara en Tobias centraal, de zoon van Tobit uit het gelijknamige deuterocanonieke bijbelboek. Hartloop ging met dit toneelstuk in tegen de klassieke, Amsterdamse richtlijnen van het genre in die tijd: eenheid van tijd en plaats negeerde ze bijvoorbeeld zoveel mogelijk. Tobias, voorzien van prachtige gravures, is nu te lezen in de DBNL.
Het katholiek-culturele tijdschrift Roeping wilde in 1963 na veertig jaar Raam genoemd worden en veranderde van koers: het werd een literair maandblad, met themanummers over onder anderen Gerard Walschap en Ivo Michiels, en ook een nummer met gedichten van bijvoorbeeld John Lennon. Een blad met het raam open, zoals de redactie het zelf verwoordde. Helaas liep het aantal abonnees terug in de jaren zestig en in oktober 1975 was het tijdschrift niet meer te redden: ‘Motieven van economische aard hebben de Uitgeverij Orion doen besluiten de uitgave stop te zetten, nadat eerder Bruna te Utrecht om dezelfde redenen de uitgave had gestaakt’, aldus de redactie. Het Vlaamse Poëziecentrum zag twee jaar geleden een groot deel van zijn papieren exemplaren van het tijdschrift verloren gaan door waterschade. Met de digitalisering van Raam hopen we onze collega’s enigszins te helpen.
Verder online deze maand: enkele jaargangen van literair tijdschrift Raster, De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw en nog veel meer.
Parels uit de DBNL
In 1616 nodigde de Vlaardingse rederijkerskamer Den Aeckerboom haar vakbroeders uit het gewest Holland uit om deel te nemen aan een rederijkerswedstrijd. Gedurende acht dagen werd gestreden om prijzen voor onder meer het beste zinnespel, het beste refrein, de beste voordracht en het beste ad hoc geschreven gedicht (kniedicht). In de uitnodiging in dichtvorm werden de spelregels uiteengezet. Zo luidde de opdracht voor het zinnespel:
Wilt tusschen zeven en acht hondert maten scheyden,
En antwoort daer in, tot welvaert van tGhemeen-beste,
Wat middel dat best dient genomen by der handt,
Die tGemeen, noodichst is, en vorderlickst voor 'tLandt.
(Vlaerdings redenrijck-bergh, b3r)
De vraag naar goede raad voor het welzijn van het land komt niet uit de lucht vallen. Hoewel de Republiek in 1609 een wapenstilstand met Spanje heeft getekend (Twaalfjarig Bestand), zijn het nog steeds roerige tijden. Het land is politiek verdeeld en ook op religieus gebied is er onenigheid wat betreft het vraagstuk van de predestinatieleer. De bijdragen van de vijftien deelnemende kamers werden in 1617 bijeengebracht in Vlaerdings redenrijck-bergh, waardoor wij vier eeuwen later de gegeven antwoorden nog kunnen raadplegen.
In de meeste zinnespelen staat het belang van eendracht centraal. De Delftse kamer De Rapenbloem (niet in de prijzen gevallen) sluit af met de woorden:
Godvruchtich leeft altijt. V Poorten wilt bewaren,
Dat Nijt en Twist daer niet onzichtich sluypen in.
Houdt d'Eendracht vast by u, en eertse als Godin,
Sy is u tot behoet van 'sHemels troon gegeven,
So sullen wy gerust in zoet vernoeging leven:
Want 'tnutste voor 'tGemeen, en 'tLandt het hoogste goet,
Godvruchte Eendracht is, vol Liefd' en Trouwe Zoet.
(Vlaerdings redenrijck-bergh, Z1v)
Een enkele kamer spreekt zich daarnaast wat sterker uit over de religieuze twisten of de onenigheid tussen Van Oldenbarnevelt (voorstander van het bestand) en prins Maurits (voorstander van voortzetting van de strijd).
De zinnespelen zijn niet alleen vanwege hun inhoud interessant. Variatie in vorm van de spelen laat zien hoe de verschillende kamers zich verhielden tot de rederijkerstraditie en tot invloeden van het literaire leven daarbuiten. Toneelaanwijzingen bieden zicht op de opvoeringspraktijk. Bovendien zijn ook de ingezonden refreinen en liederen, en de kniedichten die tijdens het festival werden geschreven in de bundel opgenomen. Vlaerdings redenrijck-bergh biedt de lezer zo een kijkje in de rederijkerscultuur aan het begin van de zeventiende eeuw en gunt ons een blik op de omgang met maatschappelijke kwesties.
Vlaerdings redenrijck-bergh. Kornelis Fransz., Amsterdam 1617