Repertorium van rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden 1400-1650
(2004)–Arjan van Dixhoorn–De Rapenbloembasisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Rapenbloem
spelwijze in bron(nen):
De Rapenbloem/De rapenbloemkens [1556]
varianten:
zinspreuk:
Wij Rapen Gheneucht [1565]
gebruikte code:
DEL1
patroonheilige:
De zoete naam Jezus [1487?]
vroegste bronvermelding:
1487
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Delft
(stad/dorp/vrijheid): district:
gewest:
Holland
korte geschiedenis
1487 volgens de kroniek van de st. Ursulaaskerk werd in 1487 in die kerk een 'schoon nyeu bruederscap ende ghilde van den zueten name Jhesus' opgericht 'ende dat hadden begrepen in 't eerste die ghesellen van den rhetorijcke'. Hun diensten begonnen ze op het st. Jorisaltaar dat ze overnamen van van de voetboogschutters en dat in 1493 werd omgezet in een altaar ter ere van Jezus. Maar door toeloop van leden ontstonden problemen en besloot de wet, na vijf of zes jaar, het bestuur van de broederschap in handen van de zevengetijdenmeesters van de Ursulaaskerk te leggen.
1492/93 stelt de wet dus een nieuw bestuur aan 1527 'den retrosiens der stede van Delft' betaald door de stad Leiden 1529 de bode van het Hof van Holland is gezonden aan de steden Brielle, Delft, Schiedam, Rotterdam en den Haag met de eis dat ze 'van nu voertan nyet gedogen eenige spelen gespelt te worden mentie maeckende van de heylige stoffen' 1531 in verband met uitgaven 'in de voorsz. saecke Lutherianen' zond het Hof enkele boden om Adriaen Pietersz, keizer van de 'rethoryckers van Delft' gevangen te nemen, die echter in den Haag bleek te zijn. De schout van Delft vond in diens huis een 'zeecker bouck, daer een rinck an hinck' dat verdacht was 1530 een rijmprent van het Zoete Naam Jezus-gilde 1533 een bode van het Hof van Holland naar de baljuws van Rotterdam en Naaldwijk in verband met spelen te Delft en Naaldwijk gespeeld 1539 besluit om de rederijkers te Delft 'ende generalicke overal Hollandt' voor een bepaalde tijd het spelen geheel te verbieden omdat ze zich van de richtlijnen niets aantrekken 1540 keizerlijke ordonnantie tegen de rederijkers 1546 Rapenbloem is op een wedstrijd te Gouda 1547 blazoen uit 1547 in GA Leiden 1554/5 de rederijkers krijgen de zolder boven de waag tot hun beschikking 1561 te Rotterdam De rederijkers ontvangen geregeld subsidie voor de vastenavond (in 1563 speelden ze twee spelen) 1564 te Gouda 1567 opnieuw twee kannen wijn 1567 een refrein op de Delftse minderbroeders na de beeldenstorm 1575 acties van de kerkenraad tegen Pieter Sterlincx en de rederijkers van Delft, in hetzelfde jaar schrijft Jean Taffin uit Dordrecht een brief aan zijn Delftse collega Arent Cornelisz. De rederijkers ontvangen een vergoeding voor hen optreden bij de inkomst van de prins Terwijl de kerkenraad rederijkers probeert te overtuigen van het spelen af te zien, subsidieert de overheid de kamer geregeld 1581 wedstrijd te Delft 1605 schijnt de kerkenraad gedaan te hebben gekregen dat de Staten de rederijkerspelen in Delft hebben doen ophouden 1613 besluit van de wet om de kamer opnieuw op te richten en te laten spelen in het prinsenhof mits het intreegeld ten goede komt aan de kamer van charitate 1614 enkele magistraatsleden zijn toezichthouders 'der schole ofte camere der rhetoryckers', de rederijkers worden aangeduid als 'scholieren ofte cameristen' Vanaf de heroprichting bemoeit de overheid zich nauwgezet met de kamer 1616 te Vlaardingen 1616 blijkt er een nieuwe kamer te zijn 1618 veiling van rederijkersgoederen 1620 laatste inkomsten uit rederijkersspelen voor de Camer van Charitate de samenwerking met de rederijkers werd blijkbaar beeindigd (het ontfangboek loopt tot 1625) 1629 publicatie van een victorielied 1641 te Vlissingen 1677 heroprichting en nieuwe tegenwerking van de kerkenraad 1705 wedstrijd te Delft 1706 wedstrijd te Delft 1724 wedstrijd te Delft 1725 wedstrijd te Delft, twee maal 1726 wedstrijd te Delft, laatste vermelding documenten
reglementen:
ledenlijsten:
Misschien dat het 'Ontfang van ' boeck van den soeten naem Jhesus, anno 1561' een naamregister dat sinds 1987 in GA Delft berust, inv. Verhoofstad, 617, een naamregister van de rederijkers is.
rekeningen:
Rekeningen van de Camer van Charitate.
inventarissen:
Boedelinventarissen in 1618.
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Zie Van Boheemen en Van der Heijden.
'Gesellekens van der Rapenbloemen' in: Veelderhande Liedekens, gemaeckt uut den ouden ende nieuwen testamente, etc. 1556. historische nota's:
andere nota's:
Thesauriersrekeningen en kerkenraadsnotulen.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Retoricaal Memoriaal.
naar bibliografie |
|