| |
| |
| |
| |
Literatuur, naslagwerken en bronnenuitgaven
Aa, A.J. van der, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Amsterdam 1969. |
Abels, P.H.A.M. en A.P.F. Wouters, Nieuw en ongezien. Kerk en samenleving in de classis Delft en Delfland 1572-1621. Twee delen. Delft 1994. |
Agulhon, M., Le cercle dans la France bourgeoise 1810-1848. Étude d'une mutation de sociabilité. Parijs 1977. |
Alberdingh Thijm, J.A., Het patriciaat van Amsterdam. Amsterdam 1881. |
Album studiosorum Academiae Franekerensis (1585-1811). Franeker 1968. |
Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae, 1575-1875, etc. Den Haag 1875. |
Album studiosorum Academiae Rheno-Trajectinae. Utrecht 1886. |
Algemeen Nederlandsch Familieblad, 1883/4, 92-95. |
Allan, F., Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, van de vroegste tijden tot op onze dagen. Haarlem 1877. |
Allen, P.S. en H.M. Allen, Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami. IV. 1519-1521. Oxford 1922. |
Andries, J.C., Inventaris en beschrijving van de processtukken (dossiers) behorende tot de beroepen uit Holland berustende in het archief van de Grote Raad van Mechelen, Algemeen Rijksarchief te Brussel. III. Amsterdam 1965. |
Annegarn, A.F.J., Floris en Cornelis Schuyt: muziek in Leiden van de vijftiende tot het begin van de zeventiende eeuw. Utrecht 1973. |
Arnade, P., Realms of Ritual. Burgundian Ceremony and Civic Life in Late Medieval Ghent. Ithaca/ London 1996. |
Asch van Wijck, A.M.C. van, ‘Bescheiden betreffende het eerste tijdvak van de geschiedenis der hervorming in de stad en provincie Utrecht, 1524-1566’, Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht, IV, stuk 2. |
Asch van Wijck, A.M.C. van, Plegtige intrede van Keizer Karel den vijfden in Utrecht, in den jare 1540, voornamelijk volgens den Triumphus Caroli V Caesaris van Cornelius Valerius. Utrecht 1838. |
Asch van Wijck, A.M.C. van, Plegtige intreede van Philips II binnen de stad Utrecht in den jare 1549. Utrecht 1846. |
Audenaert, W., e.a., Prosopographia Iesuitica Belgica Antique. A biographical dictionary of the Jesuits in the Low Countries 1542-1773, 4 delen. Leuven-Heverlee 2000. |
Baltazar, H., W. Blockmans, e.a., De Gouden Delta der Lage Landen: Twintig eeuwen beschaving tussen Seine en Rijn. Antwerpen 1996. |
Bank, Th., e.a. (red.), Deugd boven geweld. Een geschiedenis van Haarlem, 1245-1995. Hilversum 1995. |
Barry, G. en C. Brooks (red.), The middling sort of people. Culture, society and politics in England, 1550-1800. Londen 1994. |
Batten, D., J. Caste, R. Thord (red.), Networks in Action. Communication, Economics and Human Knowledge. New York 1995, 25-48. |
Baumgart, P., ‘Humanistisches Bildungsreform an deutschen Universitäten des 16. Jahrhunderts’, in: Reinhard, Humanismus im Bildungswesen. |
Becker, B., Bronnen tot de kennis van het leven en de werken van D.V. Coornhert. RGP kleine serie, 25. Den Haag 1928. |
Beckmann, M.J., ‘Economic models of knowledge networks’, in: Batten, Caste, Thord, Networks in Action, 159-174. |
Bedjai, M., ‘Le docteur Fransiscus van den Enden, son cercle et l'alchimie dans les provinces-unies du xviieme siecle’, Nouvelles de la Republiques des Lettres, (1992) 2, 19-50, aldaar 33-34. |
Begheyn, P.J., ‘Biografische gegevens betreffende de Haarlemse schilder Cornelis Bega (ca 1632-1664) en zijn verwanten’, Jb Haerlem, 1981, 69-85. |
| |
| |
Beimers, J.C. ‘Een verhuisde gevelsteen’, De Wete, 15 (1986) 1, 20-23. |
Bemmel, A. van, Beschryving van de stad Amersfoort. Twee delen. Utrecht 1760. |
Bemmel., H.C. van, ‘Toneel in Arnhem van 1500 tot 1565’, in: Dibbets en Wackers, Wat duikers vent is dit!, 122-138. |
Bergen, E. van, Geschiedenis van Naaldwijk van de vroegste tijden tot begin 20e eeuw. Naaldwijk 1924. |
Bergsma, W., Tussen Gideonsbende en publieke kerk. Een studie over het gereformeerd protestantisme in Friesland 1580-1650. Hilversum/Leeuwarden 1999. |
Berkel, K. van, In het voetspoor van Stevin. Geschiedenis van de natuurwetenschap in Nederland 1580-1940. Meppel/Amsterdam 1985 |
Berkel, K. van, Isaac Beeckman (1588-1637) en de mechanisering van het wereldbeeld. Amsterdam 1983. |
Berkel, K. van, ‘Wetenschapsgeschiedenis en universiteitsgeschiedenis nieuwe stijl’, Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek, 5 (1982) 2, 89-95. |
Beyerman, J.J., ‘Het bezoek van prins Philips van Spanje aan Haarlem’, Jb Haerlem (1953), 46-55. |
Bierbach, C., ‘Todos maestros, todos discipulos: Spanische Akademien vor 1700’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung, 513-553. |
Biesboer, P., Collections of paintings in Haarlem, 1572-1745. Los Angeles 2001. |
Bietenholz, P.G. en T.B. Deutscher (red.), Contemporaries of Erasmus. A bibliographical register of the Renaissance and Reformation. Volume I, A-E. Toronto, Buffalo, Londen 1985. |
Bijl, M. van der, Idee en interest. Voorgeschiedenis, verloop en achtergronden van de politieke twisten in Zeeland en vooral in Middelburg tussen 1702 en 1715. Groningen 1982. |
Bijlo, J., Kroniek van Kapelle-Biezelinge en Eversdijk. Middelburg 1923. |
Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. Deel 2. Kampen 1983. |
Biographie Nationale de Belgique. Brussel 1866-1986. |
Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland. Utrecht 1907. |
Black, C.F., Italian Confraternities in the Sixteenth Century. Cambridge 1989. |
Blécourt, A.S. en E.M. Meijers, Memorialen van het Hof van Holland, Zeeland en Friesland, van den secretaris Jan Rosa. Haarlem 1929. |
Blickle, P., Deutsche Untertanen. Ein Widerspruch. München 1981. |
Blockmans, W.P. en E.K. Grootes, (red.) Literatuur als bron voor sociale geschiedenis. Speciaal nummer van het Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 10. Amsterdam 1984. |
Blockmans, W. en W. Prevenier, De Bourgondiërs. De Nederlanden op weg naar eenheid 1384-1530. Amsterdam/Leuven 1997. |
Blockmans, W. en W. Prevenier, The Burgunian Netherlands. Cambridge 1986. |
Blockmans, W., ‘Regionale Vielfalt im Zunftwesen in den Niederlanden vom 13. bis zum 16. Jahrhundert’, in: Schulz, Handwerk in Europa, 51-63. |
Blockmans, W., ‘Le dialogue imaginaire entre princes et sujets: les Joyeuses Entrees en Brabant en 1494 et en 1496’ in: Cauchies, Fêtes et cérémonies aux XIVe-XVIe siècles', 37-53. |
Blok, M.J., ‘Den boom der schriftueren ghespeelt tot Middelburch in Zeelant, den eersten augusto in tjaer 1539: een studie van de theologische elementen’, in: A. Wiggers e.a., Rond de kerk in Zeeland. Delft 1991, 94-106. |
Blom, P., ‘De zeldzaamheden op het Gemeente-huis voorhanden. Het stadhuis van Veere en zijn inrichting’, Archief Zeeland, (1994), 21-51. |
Bloys van Treslong Prins, P.C., Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zeeland. Utrecht 1919. |
Boheemen F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden, ‘“De verlossinghe van die stede”: rederijkers en feest-cultuur tijdens de Opstand’, in: M.B. Smits-Veldt, e.a. (red.), De Nederlandse Opstand in cultuurhistorisch perspectief, De Zeventiende Eeuw, 10 (1994), 207-217. |
Boheemen, F.C. van en Th. van der Heijden, ‘De rederijkers en Haarlem’, in: Grootes, Haarlems Helicon, 47-60. |
Boheemen, F.C. van en Th. van der Heijden, De Delftse rederijkers ‘Wy rapen gheneucht’. Serie-uitgave van het Genootschap Delfia Batavorum 9. Amsterdam 1982. |
| |
| |
Boheemen, F.C. van en Th. van der Heijden, De Westlandse rederijkerskamers in de 16e en 17e eeuw: met een tekstuitgave, inleiding en aantekeningen van het Spel van Sinne ‘De Wortel van Rethorijka’. Amsterdam 1985. |
Boheemen, F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden (red.), Retoricaal memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft 1999.
|
Boheemen, F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden, ‘Rederijkers en politiek in de regio Delfland (1675-1678)’, De Zeventiende eeuw, 16 (2000) 1, 42-54. |
Boheemen, F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden, ‘Merct doch dit gruwelijck speectakel van dit gespuis: De geschiedenis van de rederijkerskamer “De Hofbloemkens” uit De Lier’, in: K.F. van Dijk e.a., Uit het Liers Verleden. Werkgroep Oud-De Lier. Deel 2. De Lier 1981. |
Boheemen, F.C. van, en Th.C.J. van der Heijden, Met minnen versaemt. De Hollandse rederijkers vanaf de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Bronnen en bronnenstudies. Delft 1999.
|
Bok, M.J., ‘Art lovers and their paintings: Van Mander's Schilder-boeck as a source for the history of the art market in the Northern Netherlands’, in: G. Luijten, e.a. (red.), Dawn of the Golden Age: Northern Netherlands Art, 1580-1620. Zwolle 1993. |
Bol, L.J., ‘Een Middelburgse Brueghel-groep IX. Johannes Goedaert, schilder en entomoloog’, Oud-Holland, (1959), 1-19. |
Bonger, H.B., Leven en werken van D.V. Coornhert. Amsterdam 1978. |
Boone, M. en M. Prak, ‘Rulers, patricians and burghers: the great and the little traditions of urban revolt in the Low Countries’, in: K. Davids en J. Lucassen, A miracle mirrored. The Dutch Republic in European perspective. Cambridge 1994, 99-134. |
Boone, M., ‘La justice en spectacle. La justice urbaine en Flandre et la crise du pouvoir “bourguignon” (1477-1488)’ Revue Historique, 625 (2003), 43-66. |
Borst, H., ‘De loterijspelen van Coster en De Koning’, in: W. Abrahamse, e.a. (red.), Kort tijt-verdrijf. Opstellen over Nederlands toneel (vanaf ca 1550) aangeboden aan Mieke B. Smits-Veldt. Amsterdam 1996, 45-51. |
Bosch-Nord Thomson, N.H. van den, ‘Van handelsgilde tot gezelligheidsgilde; het Haarlemse schonenvaardersgilde’, Jaarboek Haerlem, 1967, 37-57. |
Bosman-Jelgersma, A., Pieter van Foreest: de Hollandsche Hippocrates, 1521-1597. Heiloo 1984. |
Bostoen, K., (red.), Het album J. Rotarii. Tekstuitgave van het werk van Johan Radermacher de Oude (1538-1617) in het Album Rotarii, Handschrift 2465 van de Centrale Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Gent. Hilversum 1999. |
Bostoen, K., ‘Medewerkers Nederduytschen Helicon’, in: K. Bostoen, R. Tempelaars en B. Thijs, Den Nederduytschen Helicon (1610), een monument van piëtiet. Geïntroduceerd en getranscribeerd door het Gezelschap van de 16e Eeuw. Manuscript, Leiden 1997, 9-24. |
Bostoen, K., ‘De Van Elstlands: een Haarlems poëtengeslacht’, in: Grootes, Haarlems Helicon, 123-139, aldaar 136-137. |
Bostoen, K., Dichterschap en koopmanschap in de zestiende eeuw: omtrent de dichters Guillaume de Poetou en Jan vander Noot. Deventer 1987. |
Bostoen, K., ‘Dingman Beens en de kamer van Vreugdendal’, Jaarboek Oranjeboom, 34 (1981), 134-163. |
Bostoen, K., ‘Dingman Beens en de kamer van Vreugdendal’, Jaarboek Oranjeboom, 34 (1981), 134-163. |
Bostoen, K., e.a., Bonis in bonum. Johan Radermacher de Oude (1538-1617) humanist en koopman. Hilversum 1998. |
Bostoen, K., Kaars en bril: de oudste Nederlandse grammatica. Z.p. 1985. |
Bot, P.N.M., Humanisme en onderwijs in Nederland. Utrecht 1955. |
Bots, H. en F. Wacquet, La République de Lettres, Parijs 1997. |
Bouman, J., Nederlandse gelegenheidsgedichten in de Koninklijke Bibliotheek. Den Haag 1982. |
Bourdieu, P., La distinction. Critique sociale du jugement. Parijs 1979. |
Bourdieu, P., Les règles de l'art. Parijs 1992. |
Braake, S. ter, ‘In dienst in Den Haag. Makelaardij bij het Hof van Holland aan het eind van de Middeleeuwen (1483-1506)’, Holland, 35 (2003) 1, 9-26. |
| |
| |
Brake, W. te, Shaping history. Ordinary people in European politics 1500-1700. Berkeley 1998. |
Branden, L. van den, Het streven naar verheerlijking, zuivering en opbouw van het Nederlands in de 16de eeuw. Gent 1956. |
Brandenburg, J.A., ‘Job Gommersz als vereerder van de heilige moeder Anna’, Kroniek van het land van de zeemeermin, 5 (1980), 45-71. |
Brandenburg, J.A., ‘Job Gommersz als vereerder van de heilige moeder Anna’, Kroniek van het land van de zeemeermin, 5 (1980), 45-71. |
Brands, G.A., Tspel van de Cristenkercke. Utrecht 1921. |
Bredius, A., ‘De gildeboeken van St. Lucasgilde te Middelburg’, Archief voor Nederlandsche kunstgeschiedenis, 6 (1884-1887), 106-264. |
Bredius, A., Johannes Torrentius: schilder, 1589-1644. Den Haag 1909. |
Bredius, A., Künstler-inventare: Urkunden zur Geschichte der holländischen Kunst des XVIten, XVIIten und XVIIIten Jahrhunderts. I-VIII. Den Haag 1915-1922. |
Brekelmans, F.A., ‘De rederijkerskamer te Zevenbergen’, Jaarboek De Ghulden Roos, 16 (1956), 101-106. |
Breuker, P.H., ‘De godstsjinstich-politike undergong fan de Ljouwerter rederikerskeamer yn 1619’, in: N.R. Arhammar, e.a. (red.), Miscellanea Frisica: in nije bondel Fryske studzjes. Assen 1984, 411-422. |
Breuker, P.H., ‘De Ljouwerter rederikerskeamer ut 1576’, Ut de smidte, 16 (1982) 4, 12. |
Breuker, P.H., ‘Skoal- en rederikerstoaniel te Boalsert (1572-1580)’, Ut de smidte, 20 (1986) 2, 14. |
Briels, J., Zuidnederlandse immigratie 1572-1630. Haarlem 1978. |
Briels, J.G.C.A., ‘Reyn genuecht: Zuidnederlandse kamers van rhetorica in Noordnederland 1585-1630’, Bijdragen en geschiedkundige bijzonderheden hertogdom Brabant, 57 (1974) 1/2, 3-89. |
Briggs, A. en P. Burke, A social history of the media. From Gutenberg to the internet. Cambridge/Oxford 2002. |
Brinkman, H., ‘De const ter perse. Publiceren bij de rederijkers voor de Reformatie’, H. Pleij & J. Reynaert (red.), Boekproductie, opdrachtgevers en publiek (voorlopige titel), verschijnt in 2004. Brinkman, H., Dichten uit liefde: literatuur in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen. Hilversum 1997. |
Brouwer, J.H., Jan Jansz Starter. Assen 1940. |
Brown, A., ‘Bruges and the Burgundian “theatre-state: Charles the Bold and our Lady of the Snow”, History, 84 (1999), 276, 573-589. |
Bruaene, A.L. van, ‘Abel in eenighe const. Claeys vander Meersch, meester-schilder, en de jonge Fonteine (1448-1476)’, Jaarboek de Fonteine, 41-42 (1999-2000), 77-94. |
Bruaene, A.L. van, ‘Printing plays. The publication of the Ghent Plays of 1539 and the Reaction of the Authorities’, Dutch Crossing, 24 (2000) 2, 265-284. |
Bruaene, A.L. van, Om beters wille. Rederijkerskamers en de stedelijke cultuur in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1650). Proefschrift Universiteit Gent 2004. |
Bruin, A. de, De schatten der Pellicanisten. Over de blazoenen, het glas- en zilverwerk, en de wandtapijten van de Haarlemse rederijkerskamer ‘Trou moet Blycken’. Haarlem 2001. |
Bruin, G. de, Geheimhouding en verraad. De geheimhouding van staatszaken ten tijde van de Republiek (1600-1750). Den Haag 1991. |
Bueren, T. van, Leven na de dood. Gedenken in de late Middeleeuwen. Catalogus van een tentoonstelling in het Catharijneconvent. Turnhout 1999. |
Bueren, T. van, Tot lof van Haarlem. Het beleid van de stad Haarlem ten aanzien van de kunstwerken uit de geconfisqueerde geestelijke instellingen. Hilversum 1993. |
Buma, J., ‘Het princezaaltje in Middelburg’, Mea Sponte, (1996). |
Bunge, W. van, From Stevin to Spinoza. An essay on philosophy in the seventeenth-century Dutch Republic. Leiden 2001. |
Burke, P., ‘Gutenberg bewältigen. Die Informationsexplosion im frühneuzeitlichen Europa’, Jahrbuch für Europäische Geschichte, 2 (2001), 237-248. |
Burke, P., ‘The jargon of schools’, in: P. Burke en R. Porter, Languages and Jargons. Contributions to a Social History of Language. Massachetts 1995, 1-41. |
| |
| |
Burke, P., A social history of knowledge. From Gutenberg to Diderot. Cambridge 2001. |
Burke, P., Stadscultuur in Italië tussen Renaissance en barok. Amsterdam 1988. |
Burke, P., The European Renaissance. Centres and Peripheries. Oxford 1998. |
Burke, P., Venetië en Amsterdam. Een onderzoek naar elites in de zeventiende eeuw. Amsterdam 1991. |
Caland, F., ‘Testament van Jonkvrouw Elisabeth van Egmond wed. van Jonkhr. Fred. v. Zevender 1592’, De Nederlandsche Leeuw, 8 (1890), 1-2. |
Canet, J.L., ‘L'Académie des “Noturnos” de Valencia (1592-1594) et l'imitation des académies italiennes dans la société valencienne des XVIe et XVIIe siècles’, in: D.O. Hurel en Gérard Laudin (red.), Académies et sociétés savantes en Europe (1650-1800). Parijs 2000, 68-75. |
Carlier, M. e.a., Hart en marge in de laat-middeleeuwse stedelijke maatschappij. Handelingen van het colloquium te Gent (22-23 augustus 1996). Gent 1996. |
Casti, J.L., ‘The theory of networks’, in: Batten, Caste, Thord, Networks in Action, 3-24. |
Cauchies, J.M. (red.), ‘Fêtes et cérémonies aux XIVe-XVIe siècles: Publication du centre Européen d'études Bourguignonnes (XIVe-XVIe s.). Rencontres de Lausanne (1993). Neuchâtel 1994. |
Cauchies, J.M., ‘La signification politique des entrées princières dans les Pays-Bas: Maximilien d'Autriche et Philippe le Beau’, in: idem, ‘Fêtes et cérémonies aux XIVe-XVIe siècles’, 19-35. |
Chambers, D.S. en F. Quiviger (red.), Italian academies of the sixteenth century. Londen 1995. |
Christiansen, H.C., ‘The guilds and the Meistersinger Schools: parallelism in educational patterns’, Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik, 3 (Amsterdam 1972), 201-218. |
Citroen, K., Dutch goldsmiths' and silversmitht's marks and names prior to 1812. Leiden 1993. |
Clark, P., British Clubs and Societies 1580-1800. The origins of an Associational World. Oxford 2000. |
Clercuzio, A. en S. de Renzi, ‘Medicine, Alchemy and Natural Philosophy in the Early Accademia dei Lincei’, in: Chambers en Quivinger, Italian Academies of the Sixteenth Century. Londen 1995, 175-194 |
Cochrane, E.W. Tradition and enlightenment in the Tuscan academies, 1690-1800. Chicago 1961. |
Coigneau, D., ‘Drie Rijnsburgse refreinen te Rotterdam 1561 en hun Franse bron’, Verhandelingen en Mededelingen Koninklijke Academie, (1977), 239-290. |
Coigneau, D., ‘Drama in druk, tot circia 1540’, in: B. Ramakers en H. van Dijk (red.), Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen. Amsterdam 2001, 201-214. |
Coigneau, D., ‘9 december 1448: Het Gentse stadsbestuur keurt de statuten van de rederijkerskamer De Fonteine goed. Literaire bedrijvigheid in stads- en gildeverband’, in: Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse literatuur, 103-10. |
Coigneau, D., Refreinen in het zotte bij de rederijkers. Drie delen. Gent, 1980-83. |
Colenbrander, S., ‘Haarlems stadsbestuur in textiel’, in: C. Lesger en L. Noordegraaf (red.), Ondernemers en bestuurders. Economie en politiek in de Noordelijke Nederlanden in de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Amsterdam 1999, 85-108. |
Cools, H., ‘Aristocraten in de polder: over de geleidelijke opkomst van een bovengewestelijke adelsgroep in Holland, ca. 1430-ca. 1530, Holland, 34 (2002) 3, 167-181. |
Craandijk, J., Nog een en ander betreffende de Assendelfts en aanverwante geslachten. 's-Gravenhage 1915. |
Cuperus, S., Kerkelijk leven der Hervormden in Friesland tijdens de Republiek. Twee delen. Leeuwarden 1916-1920. |
Damen, M., De staat van dienst. De gewestelijke ambtenaren van Holland en Zeeland in de Bourgondische periode (1425-1482). Hilversum 2000. |
Davids, K., ‘The bookkeeper's tale. Learning merchant skills in the Northern Netherlands in the sixteenth century’, in: Goudriaan, Van Moolenbroek en Tervoort, Education and learning in the Netherlands, 235-252. |
Davids, K., Zeewezen en wetenschap. De wetenschap en de ontwikkeling van de navigatietechniek in Nederland tussen 1585 en 1815. Amsterdam/Dieren 1985. |
Decavele, J., ‘Het culturele en intellectuele netwerk: middeleeuwen en 16de eeuw’, in: Het stedelijk netwerk in België in historisch perspectief (1350-1850). Een statistische en dynamische benadering. Handelingen van het 15de Internationaal Colloquium Spa, 4-6 sept. 1990. Brussel 1992, 365-384. |
| |
| |
Dekker, C., Een schamele landstede. Geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie in 1577. Goes 2002. |
Dekker, C., Het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Kapelle en de stichting van de parochie Biezelinge. Goes 1979. |
Delahaye, A., Vossemeer, land van 1000 heren. Vossemeer 1969. |
Deursen, A. Th. van, Mensen van klein vermogen. Het ‘kopergeld’ van de Gouden Eeuw. Amsterdam 1991. |
Deursen, A. Th. van, Bavianen en Slijkgeuzen: kerk en kerkvolk ten tijde van Maurits en Oldebarnevelt. Assen 1974. |
Dibbets, G. (red.), Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst (1584), Assen/Maastricht 1985. |
Dibbets, G., ‘Rederijkers en grammatica in de 16de eeuw’, in: M. Klein (red.), Nieuwe eskapades in de neerlandistiek. Groningen 1992, 47-69. |
Dibbets, G.R.W., ‘Een bruiloftsganger, een krans en politieke actualiteit’, in: G.R.W. Dibbets en P.W.M. Wackers (red.), ‘Wat duikers vent is dit!’ Opstellen voor W.M.H. Hummelen. Wijhe 1989, 165-183. |
Dieterich, D.H., ‘Confraternities and lay leadership in sixteenth-century Liège’, Renaissance and Reformation, 13 (1989), 15-34. |
Dijck, G.C.M. van, De Bossche Optimaten. Geschiedenis van de Illustere Lieve Vrouwebroederschap te 's-Hertogenbosch, 1318-1973. Tilburg 1973. |
Dijck, L.G. van, ‘Haarlemse Brabanders’, De Brabantse Leeuw, 15 (1966). |
Dijk, E. van, Abraham en Loth: een sinnespel van de rederijkerskamer de Fiolieren. Teksteditie. Ongepubliceerde scritpie. S.l. 1990. |
Dijk, H. van, en B. Ramakers e.a., Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen. Amsterdam 2001. |
Dijk, H. van, en D.J. Roorda, ‘Sociale mobiliteit onder regenten van de Republiek’, Tijdschrift voor Geschiedenis, 84(1971), 306-328. |
Dijk, N.G.M. van, Openbare feesten en volksvermaak in Middelburg ca. 1365-1574. Ongepubliceerde doctoraalscriptie VU Amsterdam 1989. |
Dijk, W.G. van, ‘Wij vaten genucht uyt rechter liefde; overzicht van het ontstaan en de geschiedenis van de Bredase rederijkers’, Jaarboek De Oranjeboom, 39 (1986), 55-99. |
Dirkse, P., ‘Pieter de Grebber: Haarlems schilder tussen begijnen, kloppen en pastoors’, Jb Haerlem (1978), 109-127. |
Dixhoorn, A. van, ‘Rederijkers in een Zeeuws dorp’, Zeeland 10 (2001) 2, 57-64. |
Dixhoorn, A. van, ‘Waar retorica regeert. Rederijkersregels rond taalgebruik en gedrag in de 16e en 17e eeuw’, Zeventiende Eeuw, 18 (2002), 17-30. |
Dixhoorn, A. van, ‘Writing poetry as intellectual training. Chambers of Rhetoric and the development of vernacular intellectual life in the Low Countries between 1480 and 1600’, in: Goudriaan, Van Moolenbroek en Tervoort, Education and Learning, 201-222. |
Dixhoorn, A. van, en B. Roberts, ‘Edifying youths. The boys of the chambers of rhetoric in the early seventeenth century’, Paedagogica Historica, 39 (2003) 3, 325-337. |
Dodt van Flensburg, J.J., Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen inzonderheid van Utrecht. Deel 3. Utrecht 1843. |
Dooley, B. en S.A. Baron (red.), The politics of information in Early Modern Europe. Londen/New York 2001. |
Dooley, B., ‘Introduction’, in: Dooley en Baron, The politics of information, 1-16. |
Doorman, G., Octrooien voor uitvindingen in de Nederlanden uit de 16e-18e eeuw. Den Haag 1940. Dorren, G., Eenheid en verscheidenheid. De burgers van Haarlem in de Gouden Eeuw. Amsterdam 2001. |
Dorsten, J.A. van, K. Schaap (red.), Jacob Cool en diens ‘Staet van London’. Leiden 1962. |
Drewes, B., ‘Bijdrage tot een woordenboek van de rederijkerstaal’, Tijdschrift Nederlandse taal- en letterkunde, 73 (1955) 1/2, 109-126. |
Drewes, J.B., ‘Spel van sinne (1561) van de Witte Acoleyen’, De nieuwe Taalgids, 70 (1977), 301-319. |
Driel, L. van, ‘Jezus en de overspelige vrouw: een 16e-eeuws processiespel van de Middelburgse chirurgijns’, Voortgang, 19 (2000), 43-85. |
Drijvers, J.W. en A.A. MacDonald (red.), Centres of learning. Learning and location in Pre-Modern Europe and the Near East. Leiden 1995. |
| |
| |
Drossaers, S.W.A., De archieven van de Delftsche Statenkloosters. 's-Gravenhage 1917. |
Dudok van Heel, S.A.C., ‘Het Amsterdamse patriciaat in de jaren 1564-1578 van de Opstand’, Bulletin Werkgroep Elites, 9 (1989), 5-22. |
Duits, H. en T. van Strien (red.), ‘De rhetorijcke in vele manieren’, speciaal nummer van: Spiegel der Letteren. Leuven 2001. |
Duits, H., ‘“De Vryheid, wiens waardy geen mensch te recht bevat.” Vrijheid op het Nederlands toneel tussen 1570 en 1700’, in: Haitsma Mulier en Velema, Vrijheid. Een geschiedenis, 99-131. |
Duits, H., e.a. (red.), Eer is het lof des deuchts. Amsterdam 1986. |
Duits, H., Van Bartholomeusnacht tot Bataafse opstand. Studies over de relatie tussen politiek en toneel in het midden van de zeventiende eeuw. Hilversum 1990. |
Duke, A., Reformation and Revolt in the Low Countries. Londen 1990. |
Duke, A.C. en C.A. Tamse, Too mighty to be free. Censhorship and the press in Britain and the Netherlands. Zutphen 1987. |
Duke, A.C., ‘Building heaven in hell's despite: the early history of the Reformation in the towns of the Low Countries’, in: A.C. Duke en C.A. Tamse, (red), Britain and the Netherlands. VI. Church and state since the Reformation. Den Haag 1981, 45-75. |
Dumolyn, J., ‘Investeren in sociaal kapitaal. Netwerken en sociale transacties van Bourgondische ambtenaren’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 28 (2002), 417-438. |
E.O.G. Haitsma Mulier en W.R.E. Velema (red.), Vrijheid. Een geschiedenis van de vijftiende tot de twintigste eeuw. Amsterdam 1999. |
Eeghen, I.H. van, Het dagboek van broeder Wouter Jacobsz, prior van Stein, Amsterdam, 1572-1578 en Montfoort 1578-1579. Groningen 1959/1960. |
Eemeren, G. van, H. Meeus, Genres in het ernstige renaissancetoneel der Nederlanden 1626-1650. Leuven 1988. |
Ekama, C., Catalogus van boeken, pamfletten etc. Haarlem 1874-1875. |
Elderling, P.M.N., ‘Middelburgs biologisch onderzoek in de 17e eeuw’, in: W. Frijhoff en F. van Lieburg (red.), Worstelende wetenschap. Aspecten van wetenschapsbeoefening in Zeeland van de zestiende tot in de negentiende eeuw. Z.p. 1986, 87-102. |
Elias, N., Het civilisatieproces. Sociogenetische en psychogenetische onderzoekingen. Deel 1 en 2. Utrecht/Antwerpen 1982. |
Elias, N., Involvement and Detachment. Oxford 1987, vertaling uit het Duits van 1983. |
Elslander, A. van ‘Letterkundig leven in de Bourgondische tijd: de rederijkers. Lijst van Nederlandse rederijkerskamers uit de XVde en XVIde eeuw’, Jaarboek de Fonteine, 18 (1968), 29-78. |
Elslander, A. Van, ‘De Instelbrief van de Rederijkerskamer “De Fonteine” te Gent (9 december 1448)’, Jaarboek de Fonteine, 6-7 (1948-49), 15-22. |
Elslander, A. van, Het refrein in de Nederlanden tot 1600. Gent 1953. |
Elte, S., ‘Sprekers, toneelvoorstellingen en rederijkerij in de 15e en 16e eeuw in Zwolle’, Verslagen en mededeelingen Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, (1934), 6-21. |
Enno van Gelder, H.A., Erasmus, schilders en rederijkers: De religieuze crisis der 16e eeuw weerspiegeld in toneel-en schilderkunst. Groningen 1959. |
Erenstein, R.L. (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam 1996. |
Ermerins, J., Eenige Zeeuwsche oudheden uit echte stukken opgehelderd en in het licht gebracht. Middelburg 1790. |
Evers, G.A., ‘Reyer Pauwels; de Utrechtse boekbinder en rederijker’, Het Boek, 9 (1920), 253-265. |
Evers, W., Informele openbaarheid. Een studie naar de massacommunicatieve betekenis van onderlinge gesprekken. Nijmegen 1999. |
Faulstich, W., Medien und Öffentlichkeiten im Mittelalter 800-1400. Göttingen 1996. |
Faulstich, W., Medien zwischen Herrschaft und Revolte. Die Medienkultur der frühen Neuzeit (1400-1700). Göttingen 1998 |
| |
| |
Faulstich, W., ‘Sternchen, Star, Superstar, Megastar, Gigastar. Vorüberlegungen zu einer Theorie des Stars als Herzstück populärer Weltkultur’, in: C.Y. Robertson en C. Winter (red), Kulturwandel und Globalisierung. Baden-Baden 2000, 293-306. |
Flecniakoska, J.L., ‘Spectacles religieux dans les pueblos à travers les dossiers de l'Inquisition de Ceunca (1526-1588)’, Bulletin hispanique, 77 (1975), 269-292. |
Fleurkens, A., ‘Schooltoneel tijdens de renaissance. Meer dan vrije expressie’, Literatuur, 5 (1988), 75-83. |
Fokker, A.A., ‘Losse bladen uit de geschiedenis van het chirurgijnsgilde te Middelburg’, Tijdschrift der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de geneeskunde, 2 (1877), 346-349. |
Fokker, G.A., Geschiedenis der Loterijen in de Nederlanden. Eene bijdrage tot de kennis van de zeden en gewoonten der Nederlanders in de 15e, 16e en 17e eeuwen. Amsterdam 1862. |
Fortgens, H.W., Meesters, scholieren en grammatica uit het middeleeuwse schoolleven. Zwolle 1956. |
Fredericq, P., ‘De inquisiteur Sonnius over de rederijkers (1551)’, Tijdschrift Nederlandse taal en letterkunde, 10 (1891), 32. |
Frijhoff, W. ‘Communication et vie quotidienne à la fin du moyen age et à l'époque moderne. Réflexions de théorie et de méthode’, in: Kommunikation und Alltag in Spätmittelalter und früher Neuzeit. Internationaler Kongress Krems an der Donau 9. bis 12. Oktober 1990. Wenen 1992, 9-37. |
Frijhoff, W., ‘Katholieke toekomstverwachting ten tijde van de Republiek: structuur en grondlijnen tot een interpretatie’, BMGN, 98 (1983), 430-459. |
Frijhoff, W., ‘Autodidaxies, XVIe-XIXe siècles: jalons pour la construction d'un objet historique’, in: idem (red.), Autodidaxies XVIe-XIXe siècles. Numéro spécial de la revue Histoire de l'Éducation. Parijs 1996, 5-28 |
Frijhoff, W., ‘Burgerlijk dichtplezier in 1650?’, in: Duits en Van Strien, ‘De rhetorijcke in vele manieren’, 248-265. |
Frijhoff, W., ‘Patterns’, in: H. de Ridder-Symoens (red.), A history of the University in Europe. II. Universities in Early Modern Europe (1500-1800), 43-110. |
Frijhoff, W., ‘Toe-eigening als vorm van culturele dynamiek’, Volkskunde, 104 (2003) 1, 3-17. |
Frijhoff, W., ‘Wetenschap, beroep en status ten tijde van de Republiek: de intellectueel’, Tijdschrift voor de geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek, 6 (1983), 18-30. |
Frijhoff, W., ‘Zeelands universiteit: hoe vaak het mislukte, en waarom’, in: Frijhoff en Van Lieburg, Worstelende wetenschap, 7-41. |
Frijhoff, W., Wegen van Evert Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf, 1607-1647. Nijmegen 1995. |
Frijhoff, W.T.M. en M. Spies, e.a., 1650: Bevochten eendracht. Den Haag 1999. |
Fruin, R., ‘De kroniek van Pieter Joossen, Altijt Recht Hout’, Archief Zeeland (1909), 65-96 |
Fruin, R., De rekeningen en andere stukken in 1607 uit de Hollandsche rekenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht. Het Bourgondisch-Oostenrijksche tijdvak. 1433-1584. Den Haag 1909. |
Fruin, R., Het recht der stad Reimerswaal, 's-Gravenhage 1905. |
Gachard, M., Collection des voyages des souverains des Pays Bas, II. Brussel 1882. |
Garber, K. en H. Wismann (red.), Europäische Sozietätsbewegung und demokratische Tradition. Die europäischen Akademien der Frühen Neuzeit zwischen Frührenaissance und Spätaufklärung. Tübingen 1996. |
Geertz, C., Negara: the theatre state in nineteenth-century Bali. Princeton 1980. |
Geertz, C., ‘Centers, Kings, and Charisma: Reflections on the symbolics of Power’, in: S. Wilentz (red.), Rites of power. Symbolism, ritual, and politics since the Middle Ages. Philadelphia 1985, 13-38. |
Gelder, H.E. van, 's-Gravenhage in zeven eeuwen. Amsterdam 1939. |
Gelder, H.E. van, Kunstgeschiedenis der Nederlanden: samenvattende kunstgeschiedenis van Nederland en Vlaanderen van begin tot heden. Utrecht 1935. |
Gelderblom, O., Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630). Hilversum 2000. |
Gelderen, M. van, The political thought of the Dutch Revolt 1555-1590. Cambridge 1992. |
| |
| |
Geluk, A., Beschrijving der stad Reimerswaal in haren bloei en ondergang. Middelburg 1877. |
Gent, M.J. van, ‘Pertijelike saken’. Hoeken en Kabeljauwen in het Bourgondisch-Oostenrijkse tijdperk. Oegstgeest 1994. |
Gielen, J.J., ‘Waarom werd de Nederduytsche Academie gesticht?’, De Gids, 39 (1935), 228-239. |
Glasbergen, J.B., Duizend jaar Rijnsburg. Leiden 1974. |
Gnirrep, K., ‘Relaties van Leeu met andere drukkers en met boekverkopers’, in: Goudriaan e.a., Een drukker zoekt publiek, 193-203. |
Goosens, M.E.W., Schilders en de markt, Haarlem 1605-1635. Leiden 2001. |
Goudriaan, K. e.a., De gilden in Gouda. Zwolle 1996. |
Goudriaan, K., ‘Holland in de tijd van Leeu’, in: Goudriaan e.a., Een drukker zoekt publiek, 3-60. |
Goudriaan, K., e.a. (red.), Een drukker zoekt publiek: Gheraert Leeu te Gouda 1477-1484. Delft 1993. |
Goudriaan, K., J. van Moolenbroek en A. Tervoort (red.), Education and learning in the Netherlands, 1400-1600. Essays in honour of Hilde de Ridder-Symoens. Leiden/Boston 2004. |
Gouw, J.L. van der, De Ring van Putten. Onderzoekingen over een hoogheemraadschap in het Deltagebied. 's-Gravenhage 1967. |
Graaf, J.J., ‘Jan Albert Ban’, Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, (1872), 29-70. |
Graaf, JJ, ‘Uit de levens der “Maechden van den Hoeck” te Haarlem’. Overdruk uit Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, 1895. |
Graaff, L.P.W. de, ‘De broederschappen op het platteland in de provincie Utrecht op het eind van de Middeleeuwen. Een inventarisatie’, in: E.S.C. Erkelens-Buttinger e.a. (red.), De kerk en de Nederlanden. Archieven, instellingen, samenleving. Hilversum 1997, 233-244. |
Gravezande, A. 's, Tweede eeuwgedachtenis der Middelburgsche vrijheid zoo in den godsdienst als burgerstaat of historische aaneenschakeling van gebeurtenissen der stad Middelburg in Zeeland ten tijde der Nederlandsche beroerten. Middelburg 1774. |
Grijp, L.P., ‘Spotliederen in de Gouden Eeuw’, Volkskundig Bulletin, 18 (1992), 340-359. |
Grijpink, P.M., Register op de parochiën, altaren, vicarieën en bedienaars, zoals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van den Utrechtschen Dom. Utrecht 1914, deel 5. |
Groenendijk, L., ‘De Nadere Reformatie en het toneel’, De Zeventiende Eeuw', 5 (1989) 1, 141-153. |
Groenhuis, G., De predikanten: de sociale positie van de gereformeerde predikanten in de Republiek der Verenigde Nederlanden voor ca. 1700. Groningen 1977. |
Groenveld, S., ‘The Mecca of Authors? States Assemblies and Censorship in the Seventeenth-century Dutch Republic’, in: Duke and Tamse, Too mighty to be free, 63-86. |
Grootes, E.K., E.J.C. Nieuweboer en H.B. van der Weel, ‘Letterkunde en muziek’, in: Bank, e.a. (red.), Deugd boven geweld, 235-263. |
Grootes, E.K., ‘Zeventiende-Eeuwse literatuur als bron van historische kennis’, De Zeventiende Eeuw, (1985), 3-11. |
Grootes, E.K., ‘Het liedboekje van “Haerlem Soetendal”, in: Grootes, Haarlems Helicon, 93-111. |
Grootes, E.K. (red.), Haarlems Helicon: literatuur en toneel te Haarlem voor 1800. Hilversum 1993. |
Grootes, E.K., ‘8 juli 1600: P.C. Hooft schrijft uit Florence een rijmbrief aan de Amsterdamse rederijkers. P.C. Hooft in zuidelijk licht’, in: Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse literatuur, 182-188. |
Grootes, E.K., ‘De ontwikkeling van de literaire organisatievormen tijdens de zeventiende eeuw in Noordnederland’, De zeventiende eeuw, 8 (1992), 53-65. |
Grootes, E.K., e.a., ‘Onderwijs, wetenschap en boekdrukkers’, in: Bank e.a. (red.), Deugd boven geweld, 221-234. |
Guthmüller, B., ‘Die Akademiebewegung im Cinquecento. Das Beispiel Vicenza’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung, 238-270. |
Haak, B., Hollandse schilders in de Gouden Eeuw. Amsterdam 1984. |
Haar, C. van de, ‘Het huis Grote Markt 21’, Jb Haerlem (1956), 31-36. |
Habermas, J., Strukturwandel der Öffentlichkeit. Untersuchungen zu einer Kategorie der bürgerlichen Gesellschaft. Frankfurt 1961. |
| |
| |
Hadfield, A., Literature, politics and national identity. Reformation to Renaissance. Cambridge 1994. |
Ham, J. van, ‘Over de speelmogelijkheden van een Middelburgs rederijkersspel’, Zeeuws Tijdschrift, 2 (1955), 58-64. |
Harline, C.E., Pamphlets, printing and political culture in the early Dutch Republic. Dordrecht 1987. |
Harms, W. en A. Messerli (red.), Wahrnehmungsgeschichte und Wissensdiskurs im illustrierten Flugblatt der Frühen Neuzeit (1450-1700). Basel 2002. |
Harmsen, T., ‘26 november 1669: Oprichtingsvergadering van “Nil volentibus arduum”. Het Fransclassicisme verovert de Schouwburg’, in: Schenkeveld-Van der Dussen, Nederlandse literatuur, 276-282. |
Hart, G. 't, Historische beschrijving der Vrije en Hoge heerlijkheid van Heenvliet. Met inventaris en regestenlijst van het huisarchief der Vrijheren van Heenvliet. Z.p. 1949. |
Hart, G. t', Inventaris van het Oud-archief der gemeente's-Gravenhage. Den Haag 1957. |
Hasselt, G. van, Arnhemsche oudheden. Deel 1. Arnhem 1803. |
Heeringa, K., Het archief van de Staten van Zeeland. Den Haag 1922. |
Heerkens Thijssen, H.F., ‘De geschiedenis van het Haarlemse St. Jacobsgilde’, Jaarboek CBG, 9 (1955), 82-158. |
Heers, J., Fêtes, jeux et joutes dans les sociétés d'occident à la fin du moyen age. Montreal/ Paris 1971. |
Heers, J., Parties and political life in the Medieval West. Europe in the Middle Ages. Amsterdam 1977. |
Hees, C.A. van, ‘Archivalia betreffende Frans Hals en de zijnen’, Oud-Holland (1959), 36-42. |
Heesakkers, C., ‘Lipsius, Dousa and Jan van Hout’, in: K. Enenkel en C. Heesakkers (red.), Lipsius in Leide. Studies in the Life and Works of a great Humanist on the occasion of his 450th anniversary. Voorthuizen 1997, 93-106. |
Heijden, Th.C.J. van der, ‘Aanzet tot een sociale stratificatie van de rederijkers in het gewest Holland’, Jaarboek De Fonteine, 51-52 (2001-2002), 203-221. |
Heinrich, N., ‘Arts et sciences à l'âge classique: professions et institutions culturelles’, Actes de la recherche en sciences sociales, 67/68 (1987), 47-78. |
Hoenselaars,: T. en W. Abrahamse, ‘Theodore Rodenburgh and English Studies’, in: Roding en Heerma van Voss, The North Sea and Culture, 324-339. |
Hoenselaars, A.J., ‘23 april 1586. Engelse toneelspelers voeren in Utrecht De werken van Hercules op. Beroepsacteurs en rederijkers’, in: Erenstein, Een theatergeschiedenis der Nederlanden, 142-147. |
Hof, W.J. op 't (red.), Adrianus Hofferus (1589-1644). Drie opstellen over Hofferus' ambtelijke loopbaan, godsdienstige positie en literaire betekenis. Amsterdam 1993. |
Hof, W.J. op 't, ‘De godsdienstige ligging van Adrianus Hofferus’, in: Op 't Hoff, Adrianus Hofferus, 19-46. |
Hollaar, J.M. en E.W.F. van den Elzen, ‘Toneelleven in Deventer in de 15e en 16e eeuw’, Nieuwe taalgids, 73 (1980), 412-425. |
Hollestelle, A., Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstreken. Middelburg 1897. |
Hollestelle, C., ‘Iets over oude gebruiken en de gilden te Tholen en omgeving’, Sinte Geertruydtsbronne, 1 (1924), 16-22. |
Hooij, A.P., De ontwikkeling van de Middelburgse rederijkerskamer. Ongepubliceerde scriptie. Middelburg 1986. |
Hoppenbrouwers, P.C.M., Een Middeleeuwse samenleving. Het land van Heusden (ca. 1360-ca. 1515). A.A.G. Bijdragen 32. Wageningen 1992. |
Horsthuis, J.G., ‘De rederijkers te Utrecht’, De Navorscher, 22 (1872), 246. |
Horsthuis, J.G., ‘Rederijkerskamer “de Vreugdenbloem” te Bergen-op-Zoom’, De Navorscher, 22 (1872), 285-286. |
Huisman, A. en J. Koppenol, Daer compt de lotery met trommels en trompetten!: loterijen in de Nederlanden tot 1726. Hilversum 1991. |
Huizinga, J., Herfsttij der Middeleeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden. Haarlem 1941. |
| |
| |
Hulshof, M., ‘De gilden’, in: K. Goudriaan e.a., De gilden in Gouda. Zwolle 1996, 87-148. |
Hummelen, W., ‘“Pause”’ en “selete” in de Bliscapen’, in: Van Dijk en Ramakers e.a., Spel en spektakel, 133-153. |
Hummelen, W.M.H., ‘1637. Jacob van Campen bouwt de Amsterdamse Schouwburg. Inrichting en gebruik van het toneel bij de rederijkers en in de Schouwburg’, in: Erenstein, Een theatergeschiedenis der Nederlanden., 192-203. |
Hummelen, W.M.H., De sinnekens in het rederijkersdrama. Groningen 1958. |
Hummelen, W.M.H., Repertorium van het rederijkersdrama 1500-ca. 1620. Assen 1968. |
Hüsken, W.N.M. e.a. (red.), Trou moet blijcken: bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘De pellicanisten’. Fascimile en transcriptie, 8 delen. Assen 1992-1998. |
Hüsken, W.N.M. en F.A.M. Schaars (red.), Sandrijn en Lanslot. Diplomatische uitgave van twee toneelrollen uit het voormalig archief van de Rederijkerskamer de Fiolieren te 's-Gravenpolder. Nijmegen 1985. |
Iansen, S.A.P.J.H., Verkenningen in Matthijs Casteleins Const van Rhetoriken. Assen 1971. |
Ingen, F. van, ‘Der Akademiegedanke in der niederländischen Republik bis zum Ausgang des 17. Jahrhunderts’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung, 837-852. |
Israel, J., Radical Enlightenment. Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750. Oxford 2001. |
James, M., ‘Ritual, drama and social body in the Late Medieval English town’, Past and Present, (1983), 3-29. |
Jaspers, G.J., ‘“Trou moet blycken” te Haarlem en haar oude drukken in de Stadsbibliotheek’, Boekenwereld Utrecht, 8 (1992), 154-169. |
Jeu, A. de, ‘'t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750). Hilversum 2000. |
Johnson, J., ‘Links, arrows and networks: fundamental metaphors in human thought’, in: D. Batten, J. Caste, R. Thord (red.), Networks in Action. Communication, Economics and Human Knowledge. New York 1995, 25-48. |
Jouhaud, C., ‘Histoire et histoire littéraire: naissance de l'écrivain (note critique)’, Annales. E.S.C., 43 (1988), 849-866. |
Kalff, G., Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde in de 16e eeuw. Twee delen. Leiden 1889. |
Kan, F.J.W. van, ‘Around Saint George: Integration and precedence during the meetings of the civic militia of The Hague’, in: W. Blockmans en A. Janse (red.), Showing status: representations of social positions in the Late Middle Ages. Turnhout 1999, 177-196. |
Karsemeijer, J., De dichter Jeremias de Decker. Amsterdam 1934. |
Keblusek, M., Boeken in de hojstad: Haagse boekcultuur in de Gouden Eeuw. Hilversum 1997. |
Keesman, W., ‘Jacob Bellaert en Haarlem’, in: Grootes, Haarlems Helicon, 27-48. |
Kendrick, L., The Game of Love. Troubadour Wordplay. Berkeley 1988, 90-94. |
Kesteloo, H.M., ‘De stadsrekeningen van Middelburg’, Archief Zeeland, 16 (1888), 257-462; 17 (1891), 1-182; 22 (1899), 41-122; 23 (1900), 1-98; 24 (1901), 83-134. |
Kesteloo, H.M., Domburg in woord en beeld. Middelburg 1913. |
Kesteloo, H.M., Geschiedenis en plaatsbeschrijving van Arnemuiden. Middelburg 1876. |
Keunen, A. en H. Roodenburg, ‘Inleiding’, Volkskundig Bulletin, 18 (1992), 289-294. |
Keussen, H. (red.), Die Matrikel der Universität Köln 1389-1559. Bonn 1892-1929. Reprint Düsseldorf 1979. |
Keyes, G.S., Cornelis Vroom: Marine and landscape artist. Utrecht 1975. |
Keyes, G.S., Esaias van den Velde 1587-1630. With a biographical chapter by J.G.C.A. Briels. Doornspijk 1984. |
King, W.F., Prosa novelística y academias literarias en el siglo XVII. Madrid 1963. |
Kleijntjes, J., ‘Verslag over den godsdienstigen toestand in Holland en Friesland’, Haarlemsche bijdragen, 59 (1940/1941), 52-101. |
Klein, J.W., ‘Uyt jonsten begrepen. Nieuwe gegevens over de Goudse rederijkers’, De Schatkamer, 13 (1999), 1-35. |
| |
| |
Klerk, F.H. de, ‘Zestiende eeuwse processies in Goes’, in: A. Wiggers, e.a. (red.), Rond de kerk in Zeeland. Delft 1991, 83-93. |
Klifman, H., Studies op het gebied van de vroegnieuw-nederlandse triviumtraditie (c. 1550-c. 1650). Geschiedenis van de Taalkunde 1. Dordrecht 1983. |
Kloos, J., Noordwijk in den loop der eeuwen. Noordwijk 1928. |
Kluiver, J.H., De souvereine en independente staat Zeeland. De politiek van de provincie Zeeland inzake vredesonderhandelingen met Spanje tijdens de tachtigjarige oorlog tegen de achtergrond van de positie van Zeeland in de Republiek. Middelburg 1998. |
Knevel, P., Burgers in het geweer. De schutterijen in Holland, 1550-1700. Hilversum 1994. |
Knod, G., Deutsche Studenten in Bologna 1289-1562. Biographischer index zu den Acta nationis Germanicae Universitatis Bononiensis. Straatsburg 1899. |
Knottnerus, O.S., ‘Vroegmoderne cultuurgebieden in Nederland en Noordwest-Duitsland: gedachten over behoudzucht en dynamiek’, De zeventiende eeuw, 16 (2000) 1, 14-28. |
Knuttel, W.P.C., Catalogus van de pamfletten-verzameling berustende in de KB. Utrecht 1978. |
Kölker, A.J., Alardus Aemstelredamus en Cornelius Crocus. Twee Amsterdamse priester-humanisten. Hun leven, werken en theologische opvattingen. Nijmegen 1963, 86-87; |
Kooijmans, L., Vriendschap en de kunst van het overleven in de zeventiende en achttiende eeuw. Amsterdam 1997. |
Koopmans, J., ‘Toneelgeschiedenis rond de grens. Drama in de Noord-Franse steden’, in: Van Dijk en Ramakers, Spel en spektakel, 83-97. |
Koopmans, J., e.a. (red.), Rhetoric, Rhétoriqueurs, Rederijkers. Proceedings of the colloquium, Amsterdam, 10-13 November 1993. Kon. Nederl. Akademie van Wetenschappen. Afd. Letterkunde 162. Amsterdam 1995. |
Koppenol, J. en G. Verhoeven, ‘Krakeel in het bloemperk: rederijkers, tulpen en vreemdelingenproblematiek in 1611’, Literatuur, 18 (2001) 5, 274-286. |
Koppenol, J., ‘“In mate volget mi”: Jan van Hout als voorman van de renaissance’, Spektator, 20 (1991), 55-85. |
Koppenol, J., ‘(Naasten-)Liefde es tFondament: de Leidse rederijkers en de loterij van 1596’, De zeventiende eeuw, 6 (1990), 27-33. |
Koppenol, J., ‘Pieter Cornelisz van der Mersch, alias Piero, de zot van Leiden’, Literatuur, 18 (2001) 4, 234-243. |
Koppenol, J., ‘Een wereld apart? Zuid-Nederlandse rederijkerskamers in Holland’, in: L. Lucassen (red.), Amsterdammer worden. Migranten, hun organisaties en inburgering, 1600-2000, 93-110. |
Koppenol, J., Leids heelal: het Loterijspel (1596) van Jan van Hout. Hilversum 1998. |
Koppenol, J., ‘Maatwerk: poëtiek, metriek en muziek bij Jan van Hout’, in: A.C.G. Fleurkens, L.G. Korpel, K. Meerhoff, Dans der muzen: de relatie tussen de kunsten gethematiseerd. Hilversum 1995, 57-72. |
Kort, J.C., ‘Repertorium op de grafelijke lenen in 's-Gravenhage 1281-1650’, in: Ons voorgeslacht, 40 (1985), 1-25. |
Kort, J.C., Het archief van de graven van Holland. Drie delen. 's-Gravenhage 1981. |
Koster, S., Komedie in Gelderland. Grote en kleine momenten uit driehonderd jaar theaterleven. Zutphen 1979. |
Koster, S., Van schavot tot schouwburg, vijfhonderd jaar toneel in Haarlem. Haarlem 1970. |
Krahn, C. (red.), The Mennonite Encyclopedia. Scottdale 1955-1959. |
Kristeller, P.O., ‘Rhetoric in Medieval and Renaissance Culture’, in: Murphy, Renaissance eloquence, 1-19. Kronijk van het Historisch Genootschap, zesde jaargang (1850), tweede serie. |
Kurtz, G.H., ‘De stamvader van een Haarlemsche regentenfamilie (Arend Meijndertsz Fabricius)’, Jb Haerlem (1938), 80-97. |
Kurtz, G.H., ‘Het huis dat Jacob van Campen bouwde’, Jaarboek Haerlem (1957), 50-60. |
Laan, N., van der (red.), Rederijkersspelen: naar een handschrift ter bibliotheek van het Leidsche gemeentearchief. 's-Gravenhage 1932. |
Laceulle-Van de Kerk, H.J., De Haarlemse drukkers en boekverkopers van 1540-1600. Den Haag 1951. |
| |
| |
Lambrechtsen van Ritthem, N.C., ‘Beknopte geschiedenis van de Middelburgsche rethorijkamer Het bloemken Jesse’, Verhandelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, eerste serie 3, 1 (1819) 119-175. |
Langereis, S., Geschiedenis als ambacht, oudheidkunde in de Gouden Eeuw; Arnoldus Buchelius en Petrus Scriverius. Hilversum 2001. |
Leerintveld, A. (red.), Constantijn Huygens. Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 1 en 2. Den Haag 2001. |
Lentzen, M., ‘Die humanistische Akademiebewegung des Quattrocento und die Accademia Platonica in Florenz’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung, 190-213. |
Leuker, M.T., ‘Schelmen, hoeren eerdieven en lastertongen. Smaad en belediging in zeventiende-eeuwse kluchten en blijspelen’, Volkskundig Bulletin, 18 (1992), 314-339. |
Linden, H. van de, Een esbatement van een crijschman die een buermans paert steelt. Ongepubliceerd werkstuk. Arkel 1984. |
Linden, H. van der, ‘De Roode Lelije: een zestiende eeuwse rederijkerskamer te Brouwershaven’, Kroniek van het land van de zeemeermin, 11 (1986), 75-90. |
Lourens, P. en J. Lucassen, ‘Gilden und Wanderung: Die Niederlande’, in: Schulz, Handwerk in Europa, 65-80. |
Lucassen, J. en P. Lourens, ‘Ambachtsgilden in Nederland, een beknopt overzicht’, in: Goudriaan e.a., De gilden in Gouda, 9-20. |
Luijk, M. van, ‘“Ter eeren ende love Goodes”. Religieuze lekenbroeder- en zusterschappen te Leiden, 1386-1572’, Jaarboek Dirk van Eck (1998), 23-58. |
Luijk, M. van, ‘Mors certa, hora incerta. De zorg voor de doden bij lekenbroeder- en zusterschappen in Leiden in de late Middeleeuwen’, Holland, 32 (2000) 5, 221-243. |
Lyna, F. en W. van Eeghem (red.), Jan van Stijevoorts refereinenbundel anno MDXXIV. Twee delen. Antwerpen 1929-30. |
M.E. Kronenberg, ‘Een onbekende Nederlandsche vertaling van Le Chevalier Délibéré, door Pieter Willemsz gemaakt’, Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 51 (1932), 178-196. |
Maczak, A. en E. Müller-Luckner (red.), Klientelsysteme im Europa der Frühen Neuzeit. München 1988. |
Mak, J.J., ‘De gereformeerden en het toneel’, Spiegel der Letteren, 3 (1959), 161-181. |
Mak, J.J., De rederijkers. Amsterdam 1944. |
Mak, J.J., Het toneel van de Rederijkers in de bloeitijd. s.l. 1948. |
Mak, J.J., ‘Iets over de Amsterdamse rederijker Egbert Meynertsz’, in: idem, Uyt ionsten versaemt. Zwolle 1957, 139-148. |
Mak, J.J., Rhetoricaal glossarium. Taalkundige bijdragen van Noord en Zuid 12. Assen 1959. |
Man, J.P. de, ‘Eenige genealogische en heraldische aanteekeningen betreffende de familie van Berendrecht’. Overdruk uit: De Nederlandsche Leeuw, 1915. |
Man, M.G.A. de, ‘De voormalige Middelburgsche rederijkerskamer het Bloemken Jesse onder de kenspreuk In minnen groeyende, en hare gildepenningen’, Jaarboek van het Kon. Ned. Genootschap voor Munt- en Penningkunde (1917), 1-40. |
Man, M.G.A. de, Een en ander over het Goud-en zilversmedengilde te Middelburg. Amsterdam 1914. |
Maris van Samdelingenambacht, J.C., ‘De Middelburgse Van de Putte's (II)’, De Nederlandsche Leeuw, 86 (1969), 288-306. |
Marnef, G., Antwerpen in de tijd van de Reformatie. Ondergronds protestantisme in een handelsmetropool, 1550-1577. Antwerpen/Amsterdam 1996. |
Martens van Sevenhoven, A.H., Archief van het kapittel van St. Maria op het Hof te 's-Gravenhage. 's-Gravenhage 1914. |
Maylender, M., Storia delle accademie d'Italia I-IV. Bologna 1926-1930. |
McGee, J.L., Cornelis Corneliszoon van Haarlem (1562-1638). Patrons, friends and Dutch humanists. Nieuwkoop 1991. |
Meertens, P.J., ‘Job Gommersz, een Zeeuws rederijker uit het midden van de zestiende eeuw’, Tijdschrift voor taal en letteren, (1926), 245-284. |
| |
| |
Meertens, P.J., Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw. Amsterdam 1943. |
Meijer Drees, M., ‘Een mannelijke discussiecultuur’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 29 (2003) 1, 21-27. |
Meijling, H., Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Groningen 1946. |
Meilink, P.A., Archieven van de Staten van Holland en de hen opgevolgde gewestelijke besturen I. Archieven van de Staten van Holland voor 1572. 's-Gravenhage 1929. |
Merten, K. ‘Öffentlichkeit in systemtheoretischer Perspektive’, in: Szyska, P. (red.), Öffentlichkeit. Diskurs zu einem Schlüsselbegriff der Organisationskommunikation. Opladen/Wiesbaden 1999, 49-66. Neidhardt, R., ‘Öffentlichkeit, öffentliche Meinung, soziale Bewegungen’, in: idem, Öffentlichkeit, 7-41. |
Merton, R., Social theory and social structure. Illinois 1959. |
Middel-Nederlandsch Woordenboek op cd-rom. |
Miedema, H. (red.), Karel van Mander. Den Grondt der edel vry schilder-const. Deel II. Utrecht 1973. |
Miedema, H. en M. Spies (red.), De kerck der deucht. Karel van Mander. Amsterdam 1977. |
Miedema, H., ‘Karel van Mander, Het leven van Hendrick Goltzius (1558-1617) met parafrase en commentaar’, Kunsthistorisch Jaarboek, 42-43 (1992-1993), 13-76. |
Miedema, H., De archiefbescheiden van het st. Lucasgilde te Haarlem 1497-1798. Twee delen. Alphen a/d Rijn 1980. |
Miedema, H., Karel van Mander (1548-1606), het bio-bibliografisch materiaal. Amsterdam 1972. |
Mijnhardt, W.W., ‘Die Etablierung eines gebildeten Publikums und sein Bündnis mit den kulturellen und politischen Bewegungen in den Niederlanden zur Zeit der Französischen Revolution’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung und demokratische Tradition, 895-928. |
Moens van Bloois, A., ‘De rederijkkamer te Veere’, Zeeuwsche volks-almanak, (1841), 70-73. |
Moltke, G.W., ‘Jan de Bray’, Jb Haerlem, 1937, 33-59. |
Moor, G. de, ‘Magister Jacob Ruysch. De Haagse mini-Granvelle (ca. 1440-1519), in: Okkema, Heidenen, papen, libertijnen en fijnen, 83-106. |
Mörke, O., ‘Stadtholder’ oder ‘Staetholder’? Die Funktion des Hauses Oranien und seines Hofes in der politischen Kultur der Republik der Vereinigten Niederlande im 17. Jahrhundert. Münster 1997. |
Moser, N., ‘Een lege plek om te blijven. Rederijkers in Zeeland en Holland voor 1500’, Jaarboek De Fonteine, 49-50 (1999-2000), 45-76. |
Moser, N., ‘Maria verklaard. Everaert als exegeet in Maria ghecompareirt byde claerheyt’, in: Van Dijk en Ramakers, e.a., Spel en spektakel, 246-262. |
Moser, N., De strijd voor rhetorica. Poetica en positie van rederijkers in Vlaanderen, Brabant, Zeeland en Holland tussen 1450 en 1620. Amsterdam 2001. |
Moser, N., ‘Naam en faam. De plaatsgebonden naamgeving van rederijkerskamers als uiting van lokaal chauvinisme’, De Zeventiende Eeuw 16 (2000) 1, 29-41 |
Moser, N., ‘Succes in de marge. Rederijkers in Kethel aan het begin van de 17e eeuw’, Holland, 29 (1997), 207-225. |
Mostert, M., ‘Lezen, schrijven en geletterdheid. Communicatie, verschriftelijking en de sociale geschiedenis van de Middeleeuwen’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 2 (2002), 203-221. |
Mostert, M., Oraliteit. Amsterdam 1998. |
Muchembled, R., De uitvinding van de moderne mens. Amsterdam 1990. |
Muller, S., ‘De oudste Rotterdamsche kronieken’, Rotterdamsch Jaarboekje, 1892, 1-64. |
Murhpy, J.J. (red.), Renaissance eloquence. Studies in the theory and practice of renaissance rhetoric. Berkeley/Londen 1983, 20-36. |
Murhpy, J.J., ‘One thousand neglected authors: the scope and importance of renaissance Rhetoric’, in: idem, Renaissance eloquence, 20-36. |
Nagtglas, F., De algemene kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg van 1574-1860 met eene inleiding en aantekeningen. Middelburg 1860. |
Nagtglas, F., Levensberichten van Zeeuwen. 4 delen. Middelburg 1890-1893. |
| |
| |
Neidhardt, F., (red.), Öffentlichkeit, öffentliche Meinung, soziale Bewegungen. Sonderheft Kölner Zeitschrift für Soziologie und Sozialpsychologie, 34 (1994). |
Neidhardt, F., ‘Öffentlichkeit, öffentliche Meinung, soziale Bewegungen’, in: F. Neidhardt (red.), Öffentlichkeit, öffentliche Meinung, soziale Bewegungen. Sonderheft Kölner Zeitschrift für Soziologie und Sozialpsychologie, 34 (1994), 7-41. |
Neuteboom-Dieleman, M.P. (red.), Reymerswale. Burgemeesters en schepenen 1513-1631. Uitgave prae1600club. |
Neuteboom-Dieleman, M.P. (red.), Stadsrekening Reimerswaal van 1573. Uitgave prae1600club, 1990. |
Nichols, L.W., ‘Hendrick Goltzius. Documents and printed literature concerning his life’, Kunsthistorisch Jaarboek, 42-43 (1992-1993), 77-120. |
Nierop, H. van, ‘Censorship, illicit printing and the Revolt of the Netherlands’, in: Duke and Tamse, Too mighty to be free, 29-44. |
Nierop, H. van, Het verraad van het Noorderkwartier. Oorlog, terreur en recht in de Nederlandse opstand. Amsterdam 1999. |
Nierop, H. van, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. Amsterdam 1990. |
Nieuw Nederlands Biografisch woordenboek. |
Nieuwkoop, J. van, Haarlemse orgelkunst van 1400 tot heden. Orgels, organisten en orgelgebruik in de Grote of St-Bavokerk te Haarlem. Utrecht 1988. |
Nijhoff, M., (red.), Bibliographische Adversaria. Den Haag 1874-1875. |
Nijsten, G., Het hof van Gelre. Cultuur ten tijde van de hertogen uit het Gulikse en Egmondse huis (1371-1473). Kampen 1992. |
Nijsten, G., ‘Openbare feesten, toneel en “volksvermaak” in Arnhem ca 1430-ca 1500’, Bijdragen en Mededelingen Gelre, 79 (1988), 229-47. |
Nijsten, G., ‘Toneel in de stad. Op zoek naar culturele uitingsvormen van stedelijk bewustzijn in de Noordelijke Nederlanden’, in: Carlier, Hart en marge in de laat-middeleeuwse stedelijke maatschappij, 105-129. |
Okkema, J.C., e.a. (red.), Heidenen, papen, libertijnen en fijnen. Artikelen over de kerkgeschiedenis van het zuidwestelijk gedeelte van Zuid-Holland van de voorchristelijke tijd tot heden. Delft 1994. |
Olson, G., Literature as Recreation in the Later Middle Ages. Londen 1982. |
Oosterman, J., ‘Spelen, goede moraliteiten en eerbare esbattementen. Anthonis de Roovere en het toneel in Brugge’, in: Van Dijk en Ramakers, Spel en spektakel, 154-177. |
Oosterman, J.B., ‘Anthonis de Roovere. Het werk: overlevering, toeschrijving en plaatsbepaling’, Jaarboek de Fonteine, 39-40 (1997-1998), 9-25. |
Oosterzee, H.C.M. van, ‘Naschrift’, Zeeuwsche volks-almanak, (1844), 20-23. |
Oranje, W., Samuel Bollaert, een Middelburgse rederijker en zijn ‘Schriftmatige bekentenisse der 12 articulen des waren christelicken geloofs’. Ongepubliceerde scriptie. Goes 1979. |
Orchard, G.E. (red.), A short history of the Beginnings and origins of these present wars in Moscow under the reign of various sovereigns down to the year 1610, by Isaac Massa. Toronto 1982. |
Ornstein, M., The role of scientific societies in the seventeenth century. New York 1975, herdruk van 1928. |
Otto, K.F., Die Sprachgesellschaften des 17. Jahrhunderts. Stuttgart 1972. |
Pabon, N.J., De hofboeken van 's-Gravenhage 1458-1561. Den Haag 1937. |
Pascal, R., German literature in the sixteenth and seventeenth centuries. Westport 1979. |
Peeters, L., ‘De trappen der geletterdheid in de zestiende-eeuwse taalkunde en taalkunst’, in: C. Hamans, e.a., Adieu adieu sweet bahnhof. Amsterdam 1984, 53-58. |
Peeters, L., Taalopbouw als renaissance ideaal. Amsterdam 1989. |
Peters, U., Literatur in der Stadt. Studien zu den sozialen Voraussetzungen und kulturellen Organisationsformen städtischer Literatur im 13. und 14. Jahrhundert. Tübingen 1983. |
Piccardt, R.A.S., Bijzonderheden uit de geschiedenis der stad Goes. Goes 1846. |
Pikhaus, P., ‘1577. Jan Baptist Houwaert laat twee tafelspelen opvoeren voor Willem van Oranje en de
|
| |
| |
leden van de Staten-Generaal te Brussel. Het genre van het tafelspel: soorten, thematiek, opvoeringswijzen’, in: Erenstein, Een theatergeschiedenis der Nederlanden, 134-141. |
Pikhaus, P., Het tafelspel bij de rederijkers. Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, reeks 6. 2 delen. Gent 1988-89. |
Pleij, H, ‘The despisers of rhetoric: origins and significance of attacks on the art of the rhetoricians (rederijkers) in the sixteenth century’, in: Koopmans, Rhetoric, Rhétoriqueurs, Rederijkers, 157-174. |
Pleij, H., ‘De laatmiddeleeuwse rederijkersliteratuur als vroeg-humanistische overtuigingskunst’, Jaarboek de Fonteine, 34 (1984), 65-96. |
Pleij, H., ‘Reactie’, BMGN, 106 (1991) 3, 443-447. |
Pleij, H., ‘Spectaculair kluchtwerk. De strijd om de broek als theater’, in: Van Dijk en Ramakers, Spel en spektakel, 263-281. |
Pleij, H., De sneeuwpoppen van 1511. Literatuur en stadscultuur tussen middeleeuwen en moderne tijd. Amsterdam 1988. |
Pleij, H., e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen. Amsterdam 1991. |
Pleij, H., ‘Geladen vermaak: rederijkerstoneel als politiek instrument van een elite-cultuur’, Jaarboek de Fonteine, 25 (1975), 75-103. |
Pleij, H., Het gilde van de Blauwe Schuit. Volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen. Amsterdam 1983. |
Po-Chia Hsia, R., Social discipline in the reformation. Central Europe 1550-1750. Londen/New York 1989. |
Poldermans, D.A., ‘Een en ander over de kamer van Ste Barbara’, Archief Zeeland, 52 (1930), 89-118. |
Poortinga, Y., ‘It toaniel yn Fryslan yn 'e 17e ieu’, De Vrije Fries, 42 (1955), 107-117. |
Post, R.R., Scholen en onderwijs in Nederland gedurende de Middeleeuwen. Utrecht/Antwerpen 1954. |
Potter, F. de, en J. Broeckaert, Geschiedenis der stad Aalst, 2. Gent 1875, 142. |
Prak, M., ‘Civil disturbances and urban middle class in the Dutch Republic’, in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, 15 (1989) 2, 165-173. |
Prak, M., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad, Leiden 1700-1780. Den Haag 1985. |
Prak, M., Republikeinse veelheid, democratisch enkelvoud. Sociale verandering in het Revolutietijdvak, 's-Hertogenbosch 1770-1820. Nijmegen 1999. |
Prims, F., ‘De “Boom der Schriftuur” te Antwerpen, 1542’, Antwerpiensia, 13 (1939), 84-91. |
Prins, I., Het faillissement der Hollandsche steden: Amsterdam, Dordrecht, Leiden en Haarlem in het jaar 1494. Amsterdam 1922. |
Ramakers, B., ‘De Const getoond. De beeldtaal van de Haarlemse rederijkers-wedstrijd van 1606’, in: Falkenburg, R., ea. (red.), Hof-, staats-, en stadsceremonies. Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek (1998) 49, 129-183. |
Ramakers, B., ‘Between Aea and Golgotha’, in: Goudriaan, Van Moolenbroek en Tervoort, Education and Learning, 179-200. |
Ramakers, B., ‘De mythe van de grote vertraging’, Queeste, 5 (1998), 58-63. |
Ramakers, B., ‘Tonen en betogen. De dramaturgie van de Rotterdamse spelen van 1561’, in: Duits en Van Strien, ‘De Rhetorijcke in vele manieren’, 176-204. |
Ramakers, B., Spelen en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en Moderne Tijd. Amsterdam 1996. |
Rang, B., ‘Letters across the North Sea: a Dutch source of John Locke's letters concerning education’, in: Roding en Heerma van Voss, The North Sea and culture, 378-396. |
Raupp, J., ‘Zwischen Akteur und System. Akteure, Rollen und Strukturen von Öffentlichkeit’, in: Szyska, P. (red)., Öffentlichkeit. Diskurs zu einem Schlüsselbegriff der Organisationskommunikation. Opladen/Wiesbaden 1999. |
Regtdoorzee-Roldanus, S.C., Geschiedenis der Haarlemmer bleekerijen. Den Haag 1936. |
Rehorst, A.J., Torrentius. Rotterdam 1939. |
Reinhard, W. (red.), Humanismus im Bildungswesen im 15. und 16. Jahrhundert. Weinheim 1984. |
Reinhard, W., ‘Oligarchische Verflechtung und Konfession in oberdeutschen Städten’, in: A. Maczak
|
| |
| |
en E. Müller-Luckner (red.), Klientelsysteme im Europa der Frühen Neuzeit. München 1988, 47-62. |
Reitsma, J. en S.D. van Veen, Acta der Provinciale en particuliere synoden, gehouden in de Noordelijke Nederlanden gedurende de jaren 1572-1620. Groningen 1894. |
Rembry-Barth, Histoire de Menin, 4. Brugge 1881. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Beschavingsoffensief of verraad van de middenklassen?’, BMGN, 106 (1991) 3, 426-443. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Education and literacy in the Burgundian-Habsburg Netherlands’, Canadian Journal of Netherlandic Studies, 16 (1995) 1, 6-21. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Formation et professionalisation’, in: W. Reinhard, Les élites du pourvoir et la construction de l'état en Europe. n.p. 1996, 203-235. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Prosopografie en middeleeuwse geschiedenis: een onmogelijke mogelijkheid?’, Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 45 (1991), 95-117. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Prosopographical research in the Low Countries concerning the Middle Ages and the Sixteenth Century, Medieval Prosopography, 14 (1993) 2, 27-120. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘Stad en kennis’, in: M. Carlier e.a., Hart en marge, 131-151. |
Ridder-Symoens, H. de, ‘The Changing Face of Centres of Learning 1400-1700, in: M. Gosman (red.), Knowledge, Learning and Cultural Change. Akten van het congres Groningen, 14-16 November 2001, verschijnt 2004. |
Ridder-Symoens, H. de, D. Illmer en C. Ridderikhoff, Premier livre des procurateurs de la nation germanique de l'ancienne université d'Orléans 1444-1546. Seconde partie. Biographies des étudiants. Leiden 1978. |
Riemer, J. de, Beschryving van 's Graven Hage. Delft 1730-1739. |
Robbins, J., Love poetry of the literary academies in the reigns of Philip IV and Charles II. Londen 1997. |
Roberts, B., ‘On not becoming a delinquent. Raising adolescent boys in the Dutch Republic, 1600-1750’, in: P. Cox en H. Shore (red.), Becoming delinquent: British and European youth, 1650-1950. Aldershot 2002, 41-56. |
Roberts, B., ‘Jacob Cats (1577-1660) en de adviesboeken voor de Nederlandse jeugd in de Gouden Eeuw’ in: Nehalennia, 134 (2001), 19-24. |
Roding, J. en L. Heerma van Voss (red.), The North Sea and Culture (1550-1800). Proceedings of the International Conference held at Leiden 21-22 April 1995. Hilversum 1996. |
Roest, C.B., ‘(van) War(ren)’, De Nederlandsche Leeuw, 65 (1948), 144. |
Rombouts, Ph. en Th. van Lerius (red.), De liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde onder zinspreuk: ‘Wt ionsten versaemt’; afschreven en bewerkt. Amsterdam 1961. |
Rooijen, A.J.S. van, Jaarboek die Haghe. Haagsch Jaarboekje voor 1897. Deel 9. Den Haag 1897. |
Rooker, C., ‘Cornelis Ketel, het album Radermacher en een levensteken van De Eglentier’, De nieuwe Taalgids, 86 (1993), 516-541. |
Roorda, D.J., ‘Prosopografie, een onmogelijke mogelijkheid?’, in: idem, Rond prins en patriciaat: verspreide opstellen. Weesp 1984, 42-52. |
Roorda, D.J., Partij en factie. De oproeren van 1672 in de steden van Holland en Zeeland, een krachtmeting tussen partijen en facties. Groningen 1978. |
Roos, M. de, ‘De sneeuwpoppen van Smeken en de sneeuwpoppen van Pleij’, in het discussiedossier over De Sneeuwpoppen in: BMGN, 106 (1991) 3, 434-442. |
Roos, M. de, ‘A la recherche du théatre perdu: théatre et spectacles aux anciens Pays-Bas bourguignons (XIVe-XVIe siecles)’, in: J.M. Cauchies (red.), Rencontres de Middelbourg/Bergen op Zoom (27 au 30 septembre 1990): ‘Les sources litteraires et leurs publics dans l'espace bourguignon (XIVe-XVIe s.)’. Neuchatel 1991, 27-36. |
Rootselaar, W.F.N., Amersfoort 777-1580. Twee delen. Amersfoort 1878. |
Rootselaer, W.F.N. van, ‘Sinte Hieronymus broederschap te Amersfoort’, Archief voor de geschiedenis van het aarstbisdom Utrecht, 13 (1885), 219-221. |
Rooze-Stouthamer, C., Hervorming in Zeeland (ca. 1520-1572). Goes 1996. |
Rue, P. de la, Geletterd Zeeland. Middelburg 1741. |
| |
| |
Ruiter, J., 's-Gravenpolder, dorp van de graaf. Goes 1998. |
Samuels, R., ‘Benedetto Varchi, the Accademia degli Infiammati, and the Origins of the Italian Academic Movement’, Renaissance Quarterly, 29 (1976), 599-634. |
Santing, C., Geneeskunde en humanisme. Een intellectuele biografie van Theodericus Ulsenius (c. 1460-1508). Rotterdam 1992. |
Santing, C., ‘“Liberation from the trivial Yoke”: Dutch renaissance educators and their cultural and socio-political objectives’, in: Drijvers en MacDonald, Centres of learning, 315-327. |
Sasse van Ysselt, A.F.O. van, Beschrijving van het H. Kerstmisgilde te Haarlem. 's-Gravenhage 1905. |
Schama, S., Overvloed en onbehagen. De Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw. Amsterdam 1989. |
Schenkeveld-van der Dussen, M.A. (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993. |
Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De toneelbestrijding door kerk en staat’, in: A. Pels, Gebruik en misbruik des toneels. Culemborg 1978, 11-16. |
Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘Bestudering en waardering van de rederijkers in de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw’, De nieuwe taalgids, 65 (1972), 460-470. |
Schepper, H. de, ‘Belgium Nostrum’ 1500-1650. Over integratie en desintegratie van het Nederland. Antwerpen 1987. |
Schepper, M. de, en C.L. Heesakkers, (red.), Bibliographie de l'humanisme des anciens Pays-Bas avec un répertoire bibliographique des humanistes et poètes neo-latins, supplément 1970-1985. Brussel 1988. |
Scherft, P., ‘De namen van de Veerse rederijkerskamers’, Zeeland, 1 (1992), 111-112. |
Scheurleer, D.F. (red.), Ecclesiasticus, oft de wijse sproken iesu des soons syrach: nu eerstmael deurdeelt ende ghestelt in liedekens, op bequame en ghemeyne voisen naer uutwijsen der musijck-noten daer by ghevoecht, deur ian fruytiers. Op nieuw uitgegeven en van eene inleiding en een register voorzien. Amsterdam 1898. |
Schillings, A., E. Reusens, J. Wils, Matricule de l'Université de Louvain. Brussel 1903-1967. |
Schmidt, C., Om de eer van de familie. Het geslacht Teding van Berkhout 1500-1950. Een sociologische benadering. Amsterdam 1986. |
Schotel, G.D.J. (red.), De legende van den Geusen troubele over Zeelant in den jare 1572 ende 1573 door een Roomsch Catholyk tijdgenoot. Leiden 1872. |
Schotel, G.D.J. (red.), Den Boom der schriftueren van vi personagien, ghespeelt tot Middelburch in Zeelant, den eersten augusto in 't jaer 1539. Utrecht 1870. |
Schotel, G.D.J., Geschiedenis der rederijkers in Nederland. 2 delen. Rotterdam 1871. |
Schotel, G.D.J., Geschiedenis der rederijkers in Nederland. Twee delen, Rotterdam 1871. |
Schoute, D., Schets van het Middelburgsche Chirurgijns-gilde. Middelburg 1940. |
Schulz, K. (red.) Handwerk in Europa. Vom Spätmittelalter bis zur Frühen Neuzeit. München 1999, 51-63. |
Schuren, C., ‘Tot stadts vereeringe’. Rederijkers in Leiden 1561-1590. Ongepubliceerde doctoraalscriptie geschiedenis. Vrije Universiteit Amsterdam 2004. |
Scribner, R.W., ‘Flugblatt und Analphabetentum. Wie kam der gemeine Mann zu reformatorischen Ideen?’, in: H.J. Koehler, Flugschriften als Massenmedium der Reformationszeit. Beiträge zum Tübinger Symposion. Stuttgart 1981, 65-76. |
Sernee, J.M. en S.W.A. Drossaers, ‘Het oud-archief van het sint-Nicolaasgasthuis te 's-Gravenhage’, in: Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, 41 (1918) 1, 159-275. |
Sernee, J.M., S.W.A. Drossaers en W.G. Feith, De archieven van kloosters en andere stichtingen in Delfland. 's-Gravenhage 1920. |
Serrure, C.P., ‘De rhetorijkkamers van Zeeland’, Vaderlandsch Museum, 2 (1858), 287. |
Sieperda-Staab, E.M., ‘“Is geresolveerd van Ja”. Het ontstaan van het Haarlemse Collegium Medico-pharmaceuticum’, Holland, 30 (1998), 142-161. |
Simoni, A.E.C., ‘Haarlem's modest muse: Anagrams, their solution, and the truth about a Haarlem worthy’, Quaerendo, 7 (1977), 153-172. |
Smeur, A.J.E.M., De zestiende eeuwse Nederlandse rekenboeken. Den Haag 1960. |
Smidt, J.R.H. en J.Th. de, ‘Het Haarlems oproer van 22 juli 1482. Dossier van een Hollandse appèlzaak voor de Grote Raad’, Verslagen en mededeelingen vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, XII (1960), 218-279. |
| |
| |
Smit, J., ‘De kerkinvertaris van de voormalige Hofkapel in Den Haag’, in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem, 41 (1923), 1-57. |
Smit, J., ‘Een vroeg-zestiende-eeuwsch orgel in de Haagsche Hofkapel’. Overdruk uit: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, (ca. 1925), 105-109. |
Smit, J.G., Vorst en onderdaan. Studies over Holland en Zeeland in de late middeleeuwen. Leuven 1995. |
Smits- Veldt, M.B., Samuel Coster, ethicus-didacticus. Een onderzoek naar dramatische opzet en morele instructie van Ithys, Polyxena en Iphigenia. Groningen 1986. |
Smits-Veldt, ‘“Het vaderland” bij Hollandse rederijkers, circa 1580-1625: grondgebied en identiteit’, in: N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999, 83-107. |
Smits-Veldt, M.B. en W. Abrahamse, ‘Een Nederlands polyglot: Theodore Rodenburgh (1574-1644)’, De zeventiende eeuw, 8 (1992), 232-245. |
Smits-Veldt, M.B., ‘“Waer in ons daden, boven de Romeynsche zijn te prijsen”: rederijkers dragen bij aan het Hollands zelfbewustzijn, Rotterdam 1598’, Spektator 21 (1992), 83-100. |
Smits-Veldt, M.B., ‘Hollandse rederijkers in hun strijd om een plaats op de Parnassus’, in: Duits en Van Strien, ‘De Rhetorijcke in vele manieren’, 234-247. |
Smits-Veldt, M.B., ‘24 september 1617. Inwijding van de Nederduytsche Academie. De opbloei van het renaissance-toneel in Amsterdam’, in: Schenkeveld-Van der Dussen, Nederlandse literatuur, 196-201. |
Smits-Veldt, M.B., ‘De opening van de “Neerlandtsche Academia De Byekorf”. Melpomene presenteert: Gysbrecht van Hogendorps “Orangien-tragedie”’, Spectator, 12 (1982), 199-214. |
Smits-Veldt, M.B., ‘Die Kanzel des Bürgers: Theater und Schauspiel im Amsterdam des 17. Jahrhunderts’, in: B. Wilczek (red.), Amsterdam 1585-1672: Morgenröte des bürgerlichen Kapitalismus. Bühl-Moos 1993, 136-152. |
Smits-Veldt, M.B., ‘The First Dutch Academy of Dr. Samuel Coster. Humanist Ideals in Dutch Attire (1617-1622)’, in: Garber en Wismann, Europäische Sozietätsbewegung und demokratische Tradition, 853-878. |
Snoep, D.P., Praal en propaganda. Triumfalia in de Noordelijke Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw. Alphen aan den Rijn 1975. |
Snow, C.P., Two cultures, and: a second look: an expanded version of the two cultures and the scientific revolution. Londen 1974. |
Soly, H., ‘Plechtige intochten in de steden van de Zuidelijke Nederlanden tijdens de overgang van Middeleeuwen naar Nieuwe Tijd: communicatie, propaganda, spektakel’, Tijdschrift voor Geschiedenis, 97 (1984), 341-361. |
Sorgen, W.G.F.A. van, De tooneelspeelkunst in Utrecht en de Utrechtsche Schouwburg. Den Haag 1885. |
Spaans, J., ‘Politieke verandering en bestuurlijke cultuur in Haarlem, 1572-1578, 1618’, Bulletin Werkgroep Elites, 9 (1989), 38-51. |
Spaans, J., Armenzorg in Friesland 1500-1800: publieke zorg en particuliere liefdadigheid in zes Friese steden: Leeuwarden, Bolsward, Franeker, Sneek, Dokkum en Harlingen. Hilversum 1997. |
Spaans, J., Haarlem na de Reformatie. Stedelijke cultuur en kerkelijk leven, 1577-1620. 's-Gravenhage 1989. |
Speakman Sutch, S., en A. Lake Prescott, ‘Translation as transformation: Olivier de la Marche's Le Chevalier délibéré and its Hapsburg and Elizabethan Permutations’, Comparative Literature Studies, 25 (1988) 4, 281-317. |
Spies, M., ‘“Op de questye...”: Over de structuur van 16e-eeuwse zinnespelen’, De nieuwe taalgids, 83 (1990), 139-150. |
Spies, M., ‘1 juli 1584: De Amsterdamse kamer “De eglentier” draagt de “Twespraack vande Nederduitsche letterkunst” op aan het Amsterdamse stadsbestuur. Nieuwe opvattingen over de literatuur’, in: Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse literatuur, 177-181. |
Spies, M., ‘The Amsterdam chamber De Eglentier and the ideals of Erasmian humanism’, in: Th. Hermans en R. Salverda, From revolt to riches: culture and history of the Low Countries 1500-1700: international and interdisciplinary perspectives. Londen 1993, 109-118. |
| |
| |
Spies, M., ‘“Astronomia die haer constich geneert inden loop des hemels”: sterrenkunde op het Antwerps landjuweel’, in: H. van Dijk, M.H. Schenkeveld- van der Dussen, J.M.J. Sicking (red.), In de zevende hemel: opstellen voor P.E.L. Verkuyl over literatuur en kosmos. Groningen 1993, 52-56. |
Spies, M., ‘“Vrijheid, vrijheid”: poëzie als propaganda, 1565-1665’, in: Haitsma Mulier en Velema, Vrijheid. Een geschiedenis, 71-98. |
Spies, M., ‘Rederijkers in beroering: religie en politiek bij de Hollandse rederijkers in de eerste decennia van de zeventiende eeuw’, in: F. de Bree, M. Spies en R. Zemel (red.), ‘Teeckenrijcke woorden’ voor Henk Duits: opstellen over literatuur, toneel, kunst en religie, meest uit de zestiende en zeventiende eeuw. Amsterdam/Münster 2002, 59-76. |
Spies, M., ‘Verbeeldingen van vrijheid; David en Mozes, Burgerhart en Bato, Brutus en Cato’, De Zeventiende Eeuw, 10 (1994), 141-158. |
Spies, M., ‘19 augustus 1594. Stadhouder Maurits wordt in Amsterdam verwelkomd met een tableau vivant dat Davids overwinning op Goliath uitbeeldt. De functie van tableaux vivants bij openbare festiviteiten’, in: Erenstein, Een theatergeschiedenis der Nederlanden, 148-155. |
Spies, M., ‘Between ornament and argumentation: developments in 16th-century Dutch poetics’, Koopmans, Rhetoric, Rhétoriqueurs, Rederijkers, 117-122. |
Spies, M., ‘Developments in sixteenth-century Dutch poetics; from “rhetoric” to “renaissance”, in: H.F. Plett (red.), Renaissance-Rhetorik; Renaissance rhetoric. Berlijn 1993, 72-91. |
Spies, M., ‘Lastige Amsterdammers: de rederijkerskamer De Eglentier in de tweede helft van de 16de eeuw’, Voortgang. Jaarboek voor de Neerlandistiek, 14 (1993/4), 1-14. |
Spies, M., ‘Rederijkers en Reformatie in de tweede helft van de zestiende eeuw in Amsterdam’, De zeventiende eeuw, 8 (1992), 66-74. |
Spoelder, J., Prijsboeken op de Latijnse school. Een studie naar het verschijnsel prijsuitreiking en prijsboek op de Latijnse scholen in de Noordelijke Nederlanden, ca. 1585-1876. Amsterdam/Maarssen 2000. |
Spruyt, B.J., ‘De Delfts-Haagse kring (ca. 1520-ca. 1525). Evangelisch humanisme in het vroeg zestiende-eeuwse Delft en Den Haag’, in: Okkema, Heidenen, papen, libertijnen en fijnen. Delft 1994, 107-119. |
Stabel, P., De kleine stad in Vlaanderen. Bevolkingsdynamiek en economische functies van de kleine en secundaire stedelijke centra in het Gentse kwartier (14de-16de eeuw). Brussel 1995 |
Stabel, P., Dwarfs among giants. The Flemish urban network in the late middle ages. Leuven 1997. |
Stegemann, S., Patronage en dienstverlening. Het netwerk van Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712) in de Republiek der Letteren. Nijmegen 1996. |
Sterck, J.F.M., ‘Onder Amsterdamsche humanisten’, Het Boek, 9 (1920) 5, 161-174. |
Sterck-Proot, J.M., ‘De buitenplaats Ipenrode’, JB Haerlem (1943), 33-47. |
Stone, L., ‘Prosopography’, in: F. Gilbert en S.R. Graubard, Historical Studies Today. New York 1972, 107-140. |
Stoppelaar, J.H. de, J.L. Heerebout, Middelburg: alfabetische lijst van namen uit het oud archief der stad Middelburg gedurende de jaren 1217-1581. Goes 1989. |
Strengholt, L., ‘Een gans onder de zwanen? De dichter Adrianus Hofferus’, in: Op 't Hoff, Adrianus Hofferus. |
Strengholt, L., ‘Bredero over de dichters. Parallellen tussen Apolloos Aanspraack totte Nederlandtsche Jonckheyt en Hoofts Reden vande waerdicheit der poesie’, in: Duits, Eer is het lof des deuchts, 112-118. |
Strong, R., Art and power: renaissance Festivals 1450-1650. Berkeley 1984. |
Stuiveling, G., Memoriaal van Bredero. Documentaire van een dichterleven. Culemborg 1970. |
Swalue, E.B, De daden der Zeeuwen gedurende den opstand tegen Spanje. Amsterdam 1846. |
Szyska, P. (red.), Öffentlichkeit. Diskurs zu einem Schlüsselbegriff der Organisationskommunikation. Opladen/Wiesbaden 1999. |
Taverne, E.R.M., In 't land van belofte: in de nieue stadt. Maarssen 1978. |
Temminck, J.J. (red.), Memoriaelbouck: dagboek van gebeurtenissen te Haarlem van 1572-1581 door Willem Janszoon Verwer. Haarlem 1973. |
| |
| |
Tervoort, A.L., Schoolmeesters in Holland. Schoolmeesters en schoolmeestersambt in vier Hollandse steden, 1300-1573. Ongepubliceerde doctoraalscriptie. VU Amsterdam 1992. |
Tervoort, A.L., The ‘iter italicum’ and the Northern Netherlands. Dutch students at Italian universities and their role in the Netherland's Society (1426-1575). Proefschrift EUI Florence 2000. |
Tex, J. den, Nederlandse studenten in de rechten te Padua, 1545-1700. Den Haag 1959. |
Thierry de Bye Dolleman, M. en C.C. van Valkenburg, ‘Twee oude Haarlemse geslachten, Van Loo en Loo’, Jb CBG, 33 (1979), 86-117. |
Thierry de Bye Dolleman, M. en O. Schutte, ‘Het Haarlemse geslacht Van der Laen’, De Nederlandsche Leeuw, 86 (1969), 311-345. |
Thierry de Bye Dolleman, M., ‘Aelbrecht Adriaenszoon, de stamvader van het geslacht Van Adrichem van Dorp, en zijn naaste familieleden’, Jaarboek CBG, 16 (1962), 147-168. |
Thierry de Bye Dolleman, M., ‘De geslachten Lakeman te Haarlem, 1500-1730’, De Nederlandsche Leeuw, 75 (1958), 46-66. |
Thierry de Bye Dolleman, M., ‘Genealogie Van Ruyven’, Jb CBG, 20 (1966), 149-173. |
Thierry de Bye Dolleman, M., ‘Nieuwe gegevens betreffende Anneke Harmansdr., de eerste echtgenote van Frans Hals’, Jb Haerlem, (1974), 249-257. |
Thijs, B., De hoefslag van Pegasus: een cultuurhistorisch onderzoek naar Den Nederduytschen Helicon (1610). Hilversum 2004. |
Tolli, H.A., Berigt nopens de rederijkkamer der stad Vere. Vere 1791. |
Tracy, J., Holland under Habsburg Rule. The Reformation of a Body Politic. Berkeley 1990. |
Trio, P., ‘A medieval Students Confratenity at Ypres: the Notre Dame Confraternity of Paris Students’, History of Universities, V (1985), 15-53. |
Trio, P., ‘Statuten van laatmiddeleeuwse broederschappen. Enkele Gentse voorbeelden’, in: Handelingen van de koninklijke commissie voor geschiedenis. Brussel 1989, 279-308. |
Trio, P., Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving: de broederschappen te Gent in de late Middeleeuwen. Leuven 1993. |
Tuynman, P., ‘Petrus Scriverius. 12 January 1576-30 April 1660’, Quaerendo 7, (1977) 1, 5-45. |
Unger, J.H.W. en W. Bezemer (red.), ‘A.J. Kort verhaal van den Jonker Fransenoorlog 1489 à 1490’, in: idem, De oudste kronieken en beschrijvingen van Rotterdam en Schieland. Rotterdam 1895, 29-41. |
Unger, J.H.W. en W. Bezemer, Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam. Derde deel. Rotterdam 1899. |
Unger, W.S., en J.J. Westendorp Boerma, ‘De steden van Zeeland’, Archief (1954), 1-87. |
Unger, W.S., ‘Het inschrijvingsregister van de kamer Zeeland der Verenigde Oost-Indische Compagnie’, Economisch Historisch Jaarboek, 24, (1950), 1-33. |
Unger, W.S., Archief der gemeente Middelburg. De archieven der gilden en beurzen. Middelburg 1930. |
Unger, W.S., Archief der gemeente Middelburg. Inventaris der doop-, trouw-, en begraafboeken 1574-1810. Middelburg 1924. |
Unger, W.S., Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd. Drie delen. 's-Gravenhage 1923-1931. |
Ursem, N., Continuïteit of verandering? Het stedelijk bestuur van Haarlem in de periode van 1550-1590. Ongepubliceerde doctoraalscriptie, Rijksuniversiteit Leiden, 1995. |
Usher Chrisman, M., Lay culture, Learned culture. Books and social change in Strasbourg, 1480-1599. New Haven/ Londen 1982. |
Utrecht Dresselhuis, J. ab, ‘De redenrijkers te Goes, eene nalezing’, Zeeland, (1855), 137-166. |
Uytven, R. van, ‘Showing off One's Rank in the Middle Ages’, in: W. Blockmans en A. Janse, Showing status: representations of Social Positions in the Late Middle Ages. Turnhout 1999, 19-34. |
Vaeck, M. van, ‘Konst baert roem; het uitgeversbedrijf van de Van de Vennes te Middelburg (1618-1625)’, Zeeland, 1 (1992), 85-90. |
Valkenburg, C.C. van, ‘De Bloemendaalsche kerkramen, in het bijzonder dat der stichters’, Jb Haerlem (1942), 107. |
Valkenburg, C.C. van, ‘De Haarlemse schutterstukken’, Jb Haerlem, (1959), 58-68; 118-128. |
Valkenburg, C.C. van, ‘De Haarlemse schutterstukken’, Jb Haerlem, (1961), 46-77, 116-125. |
| |
| |
Valkenburg, C.C. van, ‘De Haarlemse schutterstukken’, Jb Haerlem, (1962), 47-76. |
Van der Horst, J.J., ‘Kerkelijk Veere’, Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, 26 (1901), 161-199; 341-369. |
Vandecasteele, M., ‘De Haagse rederijkerskamer “Met Ghenuchten” in 1494’, Jaarboek de Fonteine, 35-36, (1985-86), 125-148. |
Vandecasteele, M., ‘Het Antwerpse rederijkersfeest van 1496: een onderzoek van bronnen’, Jaarboek de Fonteine, 36-37 (1985-86), 149-176. |
Vandevelde, L., De kamers van Rhetorica in de Lage Landen: een inventarisatie. Brussel 1994. |
Vatebender, G.C.C., Mengelwerken der kamer van Rethorica. Gouda 1786. |
Veldman, I.M., Maarten van Heemskerck and Dutch humanism in the sixteenth century. Amsterdam 1977. |
Venne, H.P.M. van de, Cornelius Schonaeus Goudanus (1540-1611). Leven en werk van de christelijke Terentius. Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van de Latijnse scholen va Gouda, 's-Gravenhage en Haarlem. Voorthuizen 2001. |
Verheus, S.L., Naarstig en vroom. Doopsgezinden in Haarlem 1530-1930. Haarlem 1993. |
Vermeer, M., ‘Den Nederduytschen Helicon’, in: Grootes, Haarlems Helicon, 77-93. |
Vermeeren, P.H.J., ‘Een manuscript met rederijkerspoëzie uit de boekerij van Constantijn Huygens’, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 79 (1963), 271-287. |
Vermij, R., ‘Nieuwe wijn in oude zakken? Iets over plaats en functie van genootschappen in de maatschappij van het ancien regime’, Tijdschrift voor Geschiedenis, 112 (1999), 24-46. |
Viala, A., Naissance de l'écrivain. Sociologie de la littérature à l'âge classique. Parijs 1985. |
Visser, P., Broeders in de geest. De doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw. Deventer 1988. |
Visser, P., ‘De artes als zinnebeeld: over doopsgezinden en hun relatie tot kunst en wetenschap’, De zeventiende eeuw, 5 (1989) 1, 92-102. |
Visvliet, M.H., Inventaris der rechterlijke archieven van Middelburg. Middelburg 1906. |
Vlist, E. van der, ‘Bespreking van “Leids heelal. Het loterijspel (1596) van Jan van Hout”, Jaarboek Dirk van Eck (1998), 194-197. |
Vloten, J. van, ‘Herinneringen uit het jaar 1566 e.v.’, in: N.C. Kist en W. Moll (red.), Kerkhistorisch Archief, I. Amsterdam 1859, 257-260. |
Voet, E., Haarlemsche goud- en zilversmeden en hunne merken. Haarlem 1928. |
Vogler, J.G. ‘De leerlingen van het Middelburgsch gymnasium van 1629-1905’, in: Archief Zeeland (1906), 1-82. |
Vooys, C.G.N. De, ‘Onbekende zestiende-eeuwse esbattementen van een onbekende Rederijkerskamer’, Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde, 55 (1936), 3-4, 211-224. |
Vooys, C.G.N. de, ‘Rederijkersspelen in het archief van “Trou moet blijcken”’, Tijdschrift Nederlandse taal en letterkunde, 45 (1926), 265; 47 (1928), 160; 49 (1930), 1. |
Vooys, C.G.N., de, ‘Het abele spel van Lanseloet, door Zeeuwse rederijkers ten tonele gebracht?’, Tijdschrift Nederlandse Letterkunde, 54 (1935), 297. |
Vos, P.D. de, ‘Rederijkerskamers op Schouwen en Duiveland’, Zierikzeesche Nieuwsbode, (19 oktober 1923). |
Vovelle, M., ‘Culturele tussenpersonen’, in: idem, Mentaliteitsgeschiedenis. Essays over leef- en beeldwereld. Nijmegen 1985, 126-141. |
Vries, J. de, A. van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei. Amsterdam 1995. |
Vries, M. de, Beschaven. Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800. Nijmegen 2001. |
Vries, W.B. de, Wandeling en verhandeling: de ontwikkeling van het Nederlandse hofdicht in de zeventiende eeuw (1613-1710). Hilversum 1998. |
Vrijland, C.W.D., ‘Vaart-en-duin’, Jb Haerlem, (1959). |
Vroomen, J.R. de, Toneel op school. Een historisch en theoretisch onderzoek naar opvattingen over en gebruik van drama in educatie. Nijmegen 1994. |
| |
| |
Waardt, C. de (red.), I. Beeckman, Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 a 1634, publie avec une introduction et des notes par C. de Waardt. Vier delen. 's-Gravenhage 1939-1953. |
Waardt, C. de, De Archieven, berustende onder het bestuur der godshuizen te Middelburg. Inventaris van de oude archieven 1343-1812. Middelburg 1907. |
Waite, G., Reformers on stage. Popular drama and religious propaganda in the Low Countries of Charles V, 1515-1556. Toronto 2000. |
Walrave, J., ‘Rederijkerskamer “De Fiolieren”’, De Spuije, 33 (1995), 5-10. |
Walrave, J., ‘Rederijkerskamer de Fiolieren’, Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noordbeveland, (1994), 33-64. |
Was, J., ‘Mededeling’, Nehelennia, (1850), 235. |
Water, J.W. te, ‘Brief over de Rhetorijkamer te Vosmeer’, Konst en letterberichten, (1805), 10. |
Waterschoot, W. ‘Lucas d'Heere en Den Hof en Boomgaerd der Poësien (1565)’, Jaarboek de Fonteine, 14-15 (1964-65), 47-119. |
Weststrate, Th., ‘By Symon Moulert, Drucker Ordinaris der Heeren Staten van Zeelandt’. Het bedrijf van Symon Moulert en zijn erfgenamen als drukkers-ordinaris van de Staten van Zeeland en als zelfstandige drukkers-boekverkopers 1597-1646. Twee delen. Ongepubliceerde doctoraalscriptie UvA 2000. |
Widerkehr, L., ‘Le graveur Jacob Matham et les chambres de rhétorique à Haarlem’, Histoire de l'art (Arts graphiques), 24 (1993), 39-51. |
Wielema, M., The march of the libertines. Spinozists and the Dutch Reformed Church (1660-1750). Hilversum 2004. |
Wiersum, E., ‘Een Zeeuwsche kalender uit de 16de eeuw’, Archief Zeeland, (1908), 47-63. |
Wille, J., ‘De gereformeerden en het tooneel tot omstreeks 1620’, in: idem, Literair-historische opstellen. Zwolle 1963, 59-142. |
Willems, J.F. (red.), ‘Oorkonden van rederykkamers. II. Instelbrief van de Rederijkerskamer te Hasselt. 17 augustus 1482’, Belgisch Museum, 4 (1840), 418-423. |
Willigen, A. van der, Les artistes de Harlem: notices historiques avec un précis sur la gilde de St. Luc. Haarlem 1870. |
Wils, M.P.A., ‘Het retorijka gilde te Kapelle’, Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem, 47 (1931), 275-278. |
Winkelman, H.P., Geschiedkundige plaatsbeschrijving van Vlissingen. Vlissingen 1873. |
Winter, P.J. van, ‘De Hollandse tuin’, Nederlands kunsthistorisch jaarboek, 8 (1957), 29-121. |
Wohlfeil, R., ‘Reformatorische Öffentlichkeit’, in: L. Grenzmann en K. Stackmann, Literatur und Laienbildung im Spätmittelalter und in der Reformationszeit. Stuttgart 1984, 41-52. |
Woolf, D., ‘News, history and the construction of the present in early modern England’, in: Dooley en Baron, The politics of information, 80-118. |
Worp, J.A., Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland. Twee delen. Groningen 1904-1908. |
Woude, A.M. van der, ‘Het gebruik van de familienaam in Holland in de 17e eeuw’, Holland, 5, 1973, 117-119. |
Woude, J. van der, ‘Het beleg van Goes, 1572’, Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland, 7 (1981), 121-150. |
Woude, J. van der, ‘Het retorica-gilde “De Wijngaertdrancke”’, Historisch jaarboek Zuid- Noord-Beveland, 3 (1977), 25-45. |
Wyckoff, E.A., Innovation and popularization: printmaking and print publishing in Haarlem during the 1620s. Ongepubliceerde dissertatie, Columbia University 1998. |
Yates, F.A., The French academies of the sixteenth century. Londen 1947. |
Yates, F.A., ‘The Italian Academies’, in: idem, Renaissance and reform: the Italian contribution. Collected essays 2. Londen 1983, 6-29. |
Ysselsteyn, G.T. van, ‘Het Haarlemse smalweversgilde’, Jaarverslag Stichting Textielgeschiedenis (1957), 28-46. |
Zanden, J.L. van, Arbeid tijdens het handelskapitalisme. Opkomst en neergang van de Hollandse economie 1350-1850. Bergen 1991. |
| |
| |
Zijlmans, J., Vriendenkringen in de zeventiende eeuw. Verenigingsvormen van het informele culturele leven te Rotterdam. Amsterdam 1999. |
Zijlstra, S., Om de ware gemeente en de oude gronden. Geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden 1531-1675. Hilversum/Leeuwarden 2000. |
Zuidervaart, H.J., ‘Het natuurbeeld van Johannes de Mey (1617-1678), hoogleraar filosofie aan de Illustere School te Middelburg’, Archief Zeeland, 2001, 1-40. |
Zwaan, F.L. (red.), Nederduydsche spellinge door Jacob van der Schuere. Groningen 1957. |
|
|