Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Vrymoedige Aanmerkingen over de Theorie der schoone Kunsten en Weetenschappen, enz. Briefswyze voorgedragen, door D.E. Te Rotterdam by A. Vis en G. Manheer, 1779. In groot octavo 64 bladz.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779 | 1779 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Theorie der schoone Kunsten en Weetenschappen, grootendeels over genomen uit het Hoogduitsch van F.J. Riedel, en met byvoegselen, aantekeningen en eene inleiding vermeerderd, door Mr. H. van Alphen, Lid van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Eerste Deel. Te Utregt, by G.T.v. Paddenburg, de Wed J.v. Schoonhoven en G.v.d. Brink Jansz. 1778. Behalven de Inleiding van 96 bladz. nog 384 bladz. in groot octavo. Brief aan den Heer Mr. H.v. Alphen, by gelegenheid zyner Theorie, enz. Te Utrecht by J.v. Kasteel. In gr. actavo 112 bladz.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779 | 1779 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Theorie der schoone Kunsten en Weetenschappen, grootendeels overgenomen uit het Hoogduitsch van F.J. Riedel, en vermeerderd door Mr. H.v. Alphen, Lid. van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Tweede Deel. Benevens een Antwoord op den Brief van den Hoogwelgeb. Heer De Perponcher. Te Utrecht by G.T.v. Paddenburg, de Wed. J.v. Schoonhoven en G.v.d. Brink Jansz., 1780. Behalven het Voorwerk 312 bladz. in gr. octavo. Tweede Brief aan den Heer Mr. H.v. Alphen, by gelegenheid zyner Theorie. enz. Te Utrecht by de Wed. J.v. Schoonhoven, 1780. In gr. octavo 88 bladz.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781 | 1781 |
W.J.A. Jonckbloet | ‘IX. Zelfkennis en critiek.’ | In: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 5: De twee laatste eeuwen (1) | 1891 |
J. Wille | ‘Van Goens' invloed op Van Alphens bewerking van Riedels theorie’ | In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 90 | 1974 |
Ellen Krol | ‘Ellen Krol ‘Dat de dichter den toon van alle hartstogten uitvinde’, een verkenning van tonenretoriek’ | In: De Achttiende Eeuw. Jaargang 1993 | 1993 |