En het breijn dat geensins scheen
Brieven die vermelden plat
Tot so lang mijn Heer de Prins
Gommers syd' die boven hing,
Die so svvaer vvas van gevvicht,
20[regelnummer]
Dat al 't ander viel te licht.
En Armijn die kreech de Schop.
|
-
-
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 4, de tekst onder de prent heeft achter geleijt 'n komma.
-
voetnoot*
- Van 1618. Afgedrukt volgens de tekst onder de prent in folio, waarvan op de vorige bladzij de afbeelding staat.
De anonieme politieke spotprent uit het Revolutiejaar 1618 vertoont 'n open hal, waar de ‘bewijsgronden’ van de godsdiensttwistende partijen (Arminianen of Remonstranten aan de ene, en Gomaristen of Contraremonstranten aan de andere kant) worden gewogen voor en door de wereldlike overheid (te hoof)!
Tekenaar of dichter kiezen geen partij in die strijd, maar t'is van allebei 'n spotkiek van dat vooral voor 'n doopsgezinde zo onzinnige te hoof dingen om het recht geloof, van beide partijen. Tekenaar en dichter (je zou zeggen, ze hebben samengewerkt) geven in 'n paar trekken de juiste ontwikkeling van die dwaze geschiedenis.
Gomárus beriep zich op de onderrichtingen van Kalvijn en Beza (Inst. Calvíni), maar Arminius stapelt de wereldlike macht, die ook in 't ‘theologiese’ niet mis was, in de schaal; en nu komt Gomárus met zwaarder gewicht, 't zwaard van Maurits. Dat is 'n zinspeling hierop: Maurits, op 't gevest van z'n degen kloppend, had gezegd: ‘hiermee zal ik de religie verdedigen.’ Dat woord en dat gebaar hebben ze beide gekiekt met spottende humor. En de eerste werking van die diktatoriale zwaardmacht zien we door de geopende zijmuur, op de Neude (‘de Neu’), 't Utrechtse plein, waar Maurits de waardgelders (stedelike huursoldaten) afdankt.
-
voetnoot**
-
In de Tietel: Iongste Hollantsche Transformatie: de laatste omvorming, omzetting van de stedelike regeringen en de Staten in Holland (van Arminiaans tot Gomarist).
-
voetnoot1
-
Gommer: Franciscus Gom(m)arus (Frans Gommer 1564-1643); hoogleraar in de godgeleerdheid te Leiden van 1594-1611, nam als zodanig zijn ontslag, en was daarna van 1616-1643 te Groningen hoogleraar. Hij beleed en doceerde de Predestinatie-leer in de geest van Kalvijn's Institutio (zie op de ene weegschaal ‘Inst. Calvini’); deze strengere leer van de volstrekte predestinatie was de ‘gevestigde’ leer onder 't grootste deel van 't kalvinistiese volk.
Armijn: Jacobus Arminius (Jacob Harmensz, 1560-1609), eveneens hoogleraar in de godgeleerdheid te Leiden, van 1603-1609. Hij verdedigde een ‘gematigder’ leer dan die van Gomarus; de regeringen van de meeste Hollandse steden, dus ook de Staten van Holland steunden de Arminianen; sommige stedelike regeringen, bijv. van Amsterdam waren in meerderheid op de hand van de Gomaristen.
te Hoof: in 't hof, d.i. in 't Hof van Holland, 't gebouw op 't Haagse Binnenhof, waar de Staten van Holland vergaderden; dus: in de Hollandse Statenvergadering.
-
voetnoot2
-
Dongen: pleitten, streden (voor de rechtbank); het recht geloof: 't zuivere geloof (recht in deze betekenis 'n vertaling van 't Griekse orthodoxie langs 't Lat. fides recta).
-
voetnoot6
-
Haddet: had het; met den eersten: in 't eerst.
-
-
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 12, de tekst onder de prent heeft achter Ydel een komma. - vs. 20, achter licht staat onder de prent geen leesteken.
-
voetnoot8
-
Bezam (Lat. 4e n.v.): Beza (1519-1605) is de grote vriend van Calvijn, en zijn opvolger als hoofd van de Gereformeerde Kerk in Genève.
-
voetnoot9
-
Advocaet: Advokaat van Holland of Advokaat van den Lande, de bekende tietel van Oldenbarnevelt als voorzitter van de Staten van Holland.
-
voetnoot10
-
van den Raet: de leden van de Staten van Holland; Raet betekent hier de Raet (vergadering) van de Staten, elders zegt Vondel der Staten Raet (Sonnet op Wessel van Boetseler, 1622). Kussens en Rock als zinnebeelden van 't ambt en de macht.
-
voetnoot11-14
-
het breijn: 't verstand; scheen: bleek; Ydel van: leeg van, zonder; reên: redenering, bewijsgrond, dus: en 't verstand (of 't betoog) dat helemaal niet zonder gezonde bewijsgronden was, namelik 'n beroep op de papieren met de stedelike rechten.
-
voetnoot13-14
-
Brieven: papieren, die duidelik (plat) 't recht van iedere stad vermelden (volgens art. 13 der Unie) om in godsdienstzaken te beslissen; 'tHeylich recht: 't recht in 't heilige, in de godsdienstzaken; plat: vlakweg, duidelik.
-
voetnoot18
-
met sijn stale kling: zie de aant. boven.
-
voetnoot21
-
Doen: toen; Gommers pop: Gommers afgodsbeeld, afgod Gommer; voor pop = afgodsbeeld, vergelijk: Inwying van den Christen Tempel (1630) vs. 76 Molocks gruwelpop: de gruwelike afgod Moloch.
|