De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

[p. 792]

Op Breroaant.aant.^**

Hier herbercht 't lijf, wiens geest in schertsen munten wt,¹
En met veel boertery steeds swanger ging van herssen,²
Wien Charon willig voert om sunst in d'oude schuyt,³
Vermits de zieltjens droef noch lachten om zijn farcen.⁴

I.v.V.

* OP BRERO. - Van 1619. Afgedrukt naar Lijck-Dichten over 't afsterven des aardigen ende vermaarden Poeets Garbrant Adriaensz. Brederode achter zijn Stommen Ridder, t'Amsterdam, Voor Cornelis Lodewijcksz. vander Plassen 1619; blz. I, 3 achterkant.

* In de tietel: Brero, de bekende 17e eeuwse dichter Gerbrandt Adriaenszoon Brederode, die in 1618 gestorven is. Hij schreef o.a. verschillende blijspelen en kluchten, waarop Vondel hier zinspeelt. Hij woonde evenals Vondel in de Warmoesstraat.

1 herbercht 't lijf: verblijft 't lichaam; wiens...: van hem wiens; in schertsen munten wt: uitmuntte in grappen.

2 en altijd 't hoofd vol had met boerterij; swanger ging van herssen: vol van hoofd was; herssen: oud meerv., 't kan ook wel enkelv. zijn van herssenen: (hersens) in de 17e eeuw nog 'n enkele keer in gebruik.

3 Wien: die; Charon: de veerman in de onderwereld, die de zielen over 't moeras van de Styx voerde waar ze door de rechters of naar 't Elyseum, (Elysese velden) in de vreugde, of naar de Tártarus in de ellende verwezen werden. Een lijk werd 'n klein geldstuk in de mond gelegd, om de schimmen de overtocht te kunnen laten betalen; maar Brero mag ‘om sunst’ over; willig: bereidwillig; om sunst: voor niets; (sunst of sonst, zie blz. 737 op vs. 12).

4 Vermits: omdat de droeve zieltjes; farcen: grappen.

TEKSTKRITIEK: In de oude uitgave staat geen opschrift.