|
-
voetnoot*
- Van 1618; afgedrukt naar de tekst in IOVRNAL Ofte Beschryvinghe van de wonderlicke reyse/ghedaen door Willem Cornelisz Schouten van Hoorn, inde Iaren 1615. 1616. en 1617. 't Amsterdam, By Willem Jansz. op't water inde Sonnewyser/1618. 't Anagramma op blz. A 4 achterkant, onder de Voorreden; 't gedicht op de achterkant van de eerste prent, voór blz. 1.
Anagramma: letterverschikking; 't anagramma Hoorense.... is gevormd door verschikking van de naam Willem Korneliszoon Schouten (vergelijk blz. 476) en betekent: Horenaars, verwelkomt met spoed uw Zon (hem die de roem is van uw stad).
Willem Cornelisz. Schouten ging met Lemaire, eveneens van Hoorn, in 1615 'n ontdekkingstocht beginnen, om 't privilegie van de O.I. Compagnie te ontduiken en langs 'n nieuwe weg in de Grote Oceaan te komen. Schouten ging mee als de ervaren (welgheoeffenden) zeeman, Lemaire als de man die de tocht finansieel steunde, en de leiding in handen had. Naar deze laatste werd de Straat Lemaire tussen de Zuid-Oosthoek van Vuurland en 't Staten-eiland genoemd.
In de tietel: wonderlicke: wonderbare; Meyr-man: zeeman (meyr- met Antwerpse wije ee-uitspraak). Vondel speelt hier wel met meerman in de betekenis van de mannelike weergade van de meerminnen, de zeevrouwen van de Germaanse mythologie (zie blz. 427 op vs. 3), min of meer vermengd met de klassieke (Sirenen, Tritons, verg. blz. 510 op vs. 106).
-
voetnoot1
-
Als: toen; de faem: zie Pascha boven vs. 1805; gulden: goude. Let op de woord- en zinspeling Hooren-horen.
-
voetnoot2
-
d'aerden-kloot: de aardbol; op nieus....: opnieuw (met bijw. s) was om-(rond)gevaren.
-
voetnoot3
-
Niet als meer and're: niet zoals (meer) vele anderen gedaan hebben; Straet van Magellaen: 'n zee-engte aan de Zuidpunt van Zuid-Amerika, zo genoemd naar de Portugees Ferdinand Magellaen die deze weg in 1520 ontdekte.
-
voetnoot4
-
zoo niemand dee te voren: zoals niemand te voren gedaan heeft.
-
voetnoot5-vlgg.
- Vondel laat vroegere ontdekkingsreizigers, die nu al dood zijn, hun verbazing hierover uiten; Ferdinand: Ferdinand Magellaen.
-
voetnoot6
-
Draeck: Drake (zie blz. 436 vs. 209); vyer....: met zinspeling op z'n naam (de vuurspuwende draak); Thomas: Thomas Candish of Cavendish (zie blz. 436 op vs. 209).
-
voetnoot7
-
Versuft door wangeloof: verbaasd door ongeloof, in ongelovige verbazing (met zinspeling op de ongelovige Thomas, de apostel, die eerst niet aan de Verrijzenis van Kristus wou geloven); van Noord: Olivier van Noort (zie blz. 440 op vs. 286); wel beraen: goed bedacht.
-
voetnoot8
-
'Tis oly in het vier: t'is nodeloze moeite ('n min gebruikelike betekenis van deze uitdrukking, zoveel als: water naar zee dragen; woordspeling met Olivier van Noort; yet: iets; sporen: speuren, zoeken, om nog naar wat nieuws te zoeken, dit kan niet overtroffen worden (sporen en speuren zijn eigenlik 'tzelfde woord, maar 't gebruik is bij Vondel meest juist anders om, als bij ons).
-
voetnoot9
-
Speilberg: Joris van Spilbergen (zie ook blz. 442 op vs. 325); en nauweliks nog kwam 't gerucht (van Schouten z'n reis) Spilbergen verrassen.
-
voetnoot10
- Nu ligt al m'n werk in de as, nu zijn al m'n kansen te niet; leggen voor liggen zoals al in 't middeleeuws; spillen: weefspillen, weefklossen; ze werkten gewoonlik aan 't spinnewiel bij 't haardvuur; als de weefklossen waarop ze 't garen wonden, in de as vielen, was hun werk vernietigd (zie Warande der Dieren onder prent 115 vs. 16); spillen: zinspeling op Spilbergen; in der asschen: ouwe 3e n.v. vr: enkelv. achter in.
-
voetnoot11
- Blijkbaar zegt Spilbergen ook de volgende regels, hoewel ie z'n eigen naam ook nog noemt (vs. 12).
-
voetnoot13
-
heel: helemaal; Schout: de schout, 't hoofd van 't gerecht; zinspeling op Schouten; zijn rackers: z'n gerechtsdienaars, de polietie (racker oorspr. folteraar, beulsknecht, van racken: uitrekken, folteren); dus alsof ze kwajongens waren die voor de polietie op de loop gaan.
-
voetnoot14
-
op een zy: op zij, weg (letterl. op d'ene kant; nog met een, maar ook zonder een zoals al in 't middeleeuws).
|