De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 774]
| |
Pinxterzangaant.aant.aant.Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot**Na de wijse:
Van den C. Psalm. Davids. Ghy volckeren des aertrijcks al. Komt, komt, o drij-mael heyl'ghe Gheest!
Ghebenedijt ons Pincxter-feestGa naar voetnoot2
Komt Tortel-duyf van 'sHemels dackGa naar voetnoot3
En brengt ons den Olijven-tack.Ga naar voetnoot4
2
5[regelnummer]
Vertrooster brengt ons Christi vree
En neemt in onse herten steeGa naar voetnoot6
Gheest Godts maeckt onsen gheest ghewisGa naar voetnoot7
Dat God ons aller Vader is.
3
O vingher Gods! dit steenen hert
10[regelnummer]
Vermorselt dat het weecker wertGa naar voetnoot10
En Christi wet die eeuwich blijft
In ons ghemoet en sinnen schrijft.Ga naar voetnoot11-12
4
O die ghy onbegrijplijck zijt!Ga naar voetnoot13
Ons hert tot uwen Tempel wijt
15[regelnummer]
En ons inwendicheyt herschept
Die lust by ons te woonen hebt.Ga naar voetnoot16
5
Komt Hemel-dou en overstort
'Tghemoet onvruchtbaer en verdort
O stroom des levens! o Fonteyn!
| |
[pagina 775]
| |
20[regelnummer]
Bevochticht ons en wascht ons reyn.
6
Komt Godlijc Vyer en steeckt voortaen
Ons koude ziel met yver aenGa naar voetnoot22
Komt heylich vyer verteert verslint
Al wat in ons noch 'tvleesch bemint.
7
25[regelnummer]
Ghy wint des Heeren weest doch meeGa naar voetnoot25
Ons zielen schip in swerelts ZeeGa naar voetnoot26
Op dat wy vry van schipbreuck dan
Landen in't Hemels Canaan.Ga naar voetnoot28
|
|