De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 150]
| |
Op het twaalfjarige bestandt der Vereenigde Nederlandenaant.aant.aant.Ga naar voetnoot*Den Heemel krijgens zadt, erbermt sich onser quaalen:
Kastiljen wort beweegt den Vreede ons aan te biên,
De Staaten leenen 't oor, dies wy verwondert, zien
Het vreedemaakend volk genaaken onze paalen.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Naar onderling gesprek, opschorssing en lang draalen,
Vergunt men haar 't Bestant voor jaaren twee en tien:Ga naar voetnoot6
Op hope oft met'er tijdt een Vreede-zon misschien
Den Nederlanden mocht geduuriglijk bestraalen.
Nassou ontwaapent zich om ruste te verwerven,
10[regelnummer]
Steekt op sijn dreigend staal, geschaart van't veel doorkerven,
En't Bondig Landt geniet de vruchten van sijn zweet,Ga naar voetnoot11
Van vreugde golven vyers ten heemel opwaart vaaren,Ga naar voetnoot12
Men offert lof en dank den Heere der Heirschaaren,
Die nu in loutre vreugt doet eyndigen ons leet.
I.v.V.
|
|