De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 327]
| |
Regula Magistri(Regel van de Meester; 6de eeuw n.C.). Uitvoerige Latijnse kloosterregel, in de vorm van vragen van leerlingen en antwoorden van de ‘Meester’, waarschijnlijk in Midden-Italië geschreven en nauw verwant aan de Regula van Benedictus. Vragen van interdependentie of gemeenschappelijke bron(nen) van beide regels zijn de laatste tijd aan de orde, maar niet beslecht. Wij kennen één integrale Nederlandse vertaling:
*De Regel van de Meester. Vertaald door Hedwig Vrensen, vanaf hoofdstuk II Nicolaas Boer, Bonheiden, Priorij Bethlehem, 1974. | |
Rhianus(3de eeuw v.C.). Grieks grammaticus, episch dichter en epigrammatist. Zie onder Anthologia Graeca. | |
Romanus Melodus(ca. 490-ca. 560 n.C.). Grieks-christelijk hymnendichter. Geboren te Emesa (Syrië), bijna heel zijn leven als ‘melodos’ (dichter-componist) verbonden aan de Theotokoskerk te Constantinopel. Van het duizendtal hymnen dat hij zou hebben gedicht, zijn er 89 bewaard (59 genuina, 30 dubia, volgens Maas-Trypanis). Het zijn ‘kontakia’ (voorzang + lange reeks strofen), waarin vaak een acrostichon is verwerkt. De beroemde Akathistos (rechtstaand gezongen hymne) ter ere van de Moeder Gods zou ook gedeeltelijk door hem gecomponeerd zijn. Wij vermelden de belangrijkste Nederlandse vertalingen uit de laatste decennia (tussen haakjes de nrs. van Maas-Trypanis).
*Theotokos-hymnen der Oosterse Kerk, ingeleid en uit het Grieks vertaald door Zr. M. Costanza [= Anna van der Hegge Zijnen] (GGG, 642), 's-Hertogen-bosch, GGG, 1949. - Op p. 9-25 en 35-52 integrale vert. van kersthymne (1), kruishymne (19) en Akathistos. *Akathistos-hymne... Vertaling: Religieuze Werkgemeenschap ‘Vita et Pax’ [= Oda Swagemakers], Brugge, Secretariaat van de Missiewerken...-Antw., Vita et Pax, 1954. - Integrale vert.; vaak herdr. en herwerkt, tot: Brugge, Zevenkerken, 1989. *Biezen-Schulte Nordholt, Hymnen, 1967, p. 72-79. - Tekst en vert. van voorzang tot kersthymne (1), paashymne (29) en Akathistos, door J.W. Schulte Nordholt. *Mensen als wij, 1967, p. 117-119. - Voorzang en 8 strofen van hymne over de wederkomst des Heren (34), door G.H. Blanken. Gedeeltelijk (6 strofen) opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 222-223. | |
[pagina 328]
| |
*van Sichem (Paul), Een opstandingskontakion van Romanos de Melode..., in: Ἀνάμνησις. Gedenkboek E.A. Leemans, Brugge, Tempel, 1970, p. 385-400. - Met integrale prozavert. (24). *Kondakion ter ere van de Geboorte... [Vertaling Vader Adriaan], Den Haag, Nederlands Orthodox Klooster van de Heilige Joannes de Voorloper, 1987. - Kersthymne (1), met muziek volgens Russische melodie. *Boek der akathistoshymnen, Brugge, Tabor, 1988, p. 133-144. - Met vert. van de grote Akathistos, door Archimandriet Adriaan. *Romanós de Melode, Vier Byzantijnse hymnen en de Akáthistoshymne. Vertaling Willem J. Aerts, Hero Hokwerda en Henk Schoonhoven (Obolos), Gron., Styx, 1990. - Vert. met toelichtingen van hymne op Noach (40: Hokwerda), kersthymne (1: Aerts), paashymne (27: Aerts), hymne bij rampen (54: Hokwerda) en Akathistos (Schoonhoven). Voorpubl. van de kersthymne en str. 1 van de Akathistos in: Spiegel, 1988, p. 223-230. | |
Rufinus Epigrammaticus(ca. 130 n.C.). Grieks epigrammendichter. Zie onder Anthologia Graeca. | |
Rufinus Presbyter(Tyrannius/Turranius Rufinus; ca. 345-410 n.C.). Latijns-christelijk schrijver en vertaler. Geboren in Concordia (nabij Aquileia), studeerde te Rome samen met Hiëronymus, met wie hij bevriend bleef totdat een heftig dispuut rond het ‘origenisme’ Hiëronymus tot zijn tegenstander maakte. Verbleef van ca. 372 tot 397 in Egypte en Palestina, keerde dan terug naar Italië (Rome-Aquileia) en stierf in Messina, waarheen hij was uitgeweken bij de inval van de Goten. Rufinus is vooral bekend als vertaler/bewerker van Grieks-christelijke geschriften: van Origenes' De principiis (van het Griekse origineel bezitten wij slechts kleine fragmenten) en exegetische homilieën (waarvan ook slechts een klein deel in het Grieks bewaard is), van Eusebius' Historia ecclesiastica, die hij tot het jaar 403 uitbreidde, van Adamantius' Dialogus, van de Clementina (zie aldaar), van de Historia monachorum (zie onder Vitae patrum) e.v.a. Zijn eigen dogmatisch-polemische geschriften zijn relatief minder belangrijk. Wij noemen alleen de Expositio symboli (Verklaring van de geloofsbelijdenis), waarin het oudste Latijnse Credo wordt aangehaald. | |
Bewerkingen/vertalingen van Origenes*Origenes I. Over de (hoofd)beginselen (der geloofsleer). Bewerkt door H.U. Meyboom (Oud-Christelijke Geschriften..., 31), Leiden, Sijthoff, 1921. - Het volledige geschrift van Origenes, dus grotendeels de bewerking van Rufinus, vertaald. *Origenes II-III, door de Benedictinessen van Bonheiden (Kerkvaders, 9-10), Bonheiden, Priorij/Abdij Bethlehem, 1979-1980. - In deel II, p. 85-144, en deel III, p. 100-153, worden homilieën van Origenes op Genesis, Exodus, Numeri en Jozua vertaald, volgens de Lat. versie van Rufinus. | |
[pagina 329]
| |
*Kerkvaders, 1984, p. 73-107. - Voorstelling en vert. van Princ., praef. en 4, 4, volgens de bewerking van Rufinus, door F. Ledegang. | |
Historia Ecclesiastica*Die Historie diemen heet Ecclesiastica... ghetranslateert wten Griexsche door den priester Ruffinum,... overghesedt in onser duytscher spraken, Gheprent int iaer 1534. Tantwerpê... by my Gouaert vander haghen. - Herdr., met gewijzigde spelling: Historia Ecclesiastica..., Tot Dordrecht, By my Peeter Verhaghen... Anno m.d.lxxxvjjj (en verder 1600 en 1613). | |
Expositio Symboli*Een hâtboecxken vâ devocien... Over ghestelt wten Latine in vlaemsche, vâ Boudewijn de smet..., Gheprent Thantwepen [sic] by mi Symon Cock [Int iaer ons Heeren .m.ccccc. eñ xlv. den .xxiiij. dach Aprilis]. - Op f. H8R-O3R integrale vert. van Exp. symb. Herdr.: Thandtwerpen... by Ameet Tavernier... 1568. *Over de maagdelijke geboorte; Over Gods lijden en dood; Over de vergeving der zonden, door Rufinus. Vertaling N. V[isser], in: Speculator, 8 (1959), p. 23-24, 71-72 en 95. - Vert. uit cap. 8-13, 16-17 en 39-40. | |
Rufus(einde 1ste eeuw n.C.). Grieks medicus, afkomstig uit Ephesus. Van zijn talrijke geschriften, o.m. te Rome geschreven, zijn er enkele bewaard, waaronder een uitgebreide anatomische studie en een soort handleiding voor de arts bij zijn contacten met patiënten.
*Baumann (E.D.), Over de hondsdolheid in de oudheid, in: Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, 68 (1924), 1, p. 458-481. - Met vert. van 2 fragm. *Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 34-35, 283-292. - Vert. van 6 fragm. *Eyben, Vrouwen, 1992, p. 51-53. - Vert. van fragm. over puberteit bij meisjes. | |
Rustic[i]us Helpidius(Flavius Rusticius Helpidius Domnulus?; 5de/6de eeuw n.C.). Latijns-christelijk dichter, wiens identiteit omstreden is (mogelijk ca. 500 in Ravenna, óf in Lyon). Auteur van een Carmen de Christi Iesu beneficiis (Lied van Christus Jezus' weldaden), in 149 hexameters, en van 24 Historiarum testamenti veteris et novi tristicha (Tristicha bij verhalen uit het O.T. en het N.T.), waarschijnlijk bedoeld als bijschriften bij bijbelse afbeeldingen.
*Groen (Didericus Hendericus), Rusticii Helpidii carmina, notis criticis, versione Batava commentarioque exegetico instructa, Gron., de Waal, 1942. - Op p. 17-35 integrale prozavert. van de 2 werkjes. | |
Rutilius Namatianus(Rutilius Claudius Namatianus; 1ste helft 5de eeuw n.C.). Romes ‘laatste profane dichter’, afkomstig uit Toulouse (?), auteur van | |
[pagina 330]
| |
het gedeeltelijk bewaarde reisgedicht De reditu suo (Mijn terugkeer; 712 + 39 vv. bewaard), ook wel Iter Gallicum (Gallische reis) genoemd. Daarin beschrijft hij zijn tocht van Rome, waar hij o.m. stadsprefect was geweest, naar zijn geboortestreek (herfst 417?). Talrijke uitweidingen doorspekken het reis-verhaal.
*Welkenhuysen (Andries), Regina mundi vale. Afscheid van Rome bij de laatste der Romeinen, in: Herm., 48 (1976), p. 239-249. - Bevat tekst en vert. van 4 korte fragm. die niet óók in het volgende worden vertaald, en *Rutilius' afscheid van Rome. Vertaling: A. Welkenhuysen, in: Herm. 48 (1976), p. 250-257. - Tekst en vert. van 1, 47-164. *Meijer (Louk C.), De plundering van Rome door Alaric (410). Enige contemporaine getuigenissen, in: Lampas 12 (1979), p. 193-207. - Bevat vert. van 1, 47-66 en 115-138. |
|