De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 269]
| |
Octavia.Titel van een tragedie uit de vroege Romeinse keizertijd, die ten onrechte is overgeleverd op naam van Seneca. Het gaat om het enige historisch drama uit de Latijnse letterkunde van de Oudheid dat is overgeleverd. Het stuk is genoemd naar de dochter van keizer Claudius, die door haar man Nero werd verstoten.
*van IJzeren (J.), De Octavia II, in: Herm. 31 (1959-1960), p. 24-32. - Metr. vert. van fragm., met bindteksten. Inl. op p. 3-7. | |
Aanvullende opmerkingG. van Nieuwelandt (1618) vertaalde fragm. | |
Oracula(‘Orakels’). Verzamelnaam voor uitspraken van goden die werden verwoord door ‘geïnspireerde’ priesters/priesteressen. Deze vorm van mantiek was in de Oudheid verbonden met welbepaalde plaatsen (Dodona, Delphi, Didyma enz.). Orakels worden in allerlei geschriften geciteerd. We vermelden hier alleen enkele vertalingen van grotere verzamelingen: | |
Oracula ChaldaicaNaam voor een theosofisch openbaringsboek, op het einde van de 2de eeuw n.C. in hexameters opgesteld. Het boek zelf en de commentaren erop (o.m. van Jamblichus, Porphyrius en Proclus) zijn verloren, maar via citaten en parafraseringen kan de ‘leer’, een mengsel van oosterse tradities en platonische elementen, in grote lijnen worden gereconstrueerd. *Mead/Brandt, Gnosis, VIII-X, 1911, p. 65-175. - Fragm. (uit het Engels) vertaald door Johanna Brandt. | |
Sortes AstrampsychiEen orakelboek dat in de late Oudheid (3de/4de eeuw n.C.) circuleerde op naam van een ‘Astrampsychus’, die ook de inleiding schreef. Het bestaat uit 2 delen: 92 vragen en een reeks antwoorden (10 mogelijke antwoorden per vraag). *De Sortes van Astrampsychus. Een orakelboek uit de oudheid bewerkt voor het middelbaar onderwijs door Francisca A.J. Hoogendijk-Willy Clarysse..., in: Kleio, N.R., 11 (1981), p. 53-99. - De Gr. tekst die wordt gegeven, is niet bedoeld als ‘wetenschappelijke editie’. | |
[pagina 270]
| |
Oribasius(4de eeuw n.C.). Grieks medicus. Oribasius stelde medische leerboeken samen, met excerpten van voorgangers. Hij is de belangrijkste medische ‘bloemlezer’ uit de Oudheid: dankzij o.m. zijn hoofdwerk, Collectiones medicae, een ‘Medisch compendium’, zijn talrijke fragmenten bewaard, die voor ons anders onbekend zouden zijn gebleven. Wij behandelen auteurs van wie Oribasius fragmenten opneemt en van wie er iets in het Nederlands is vertaald, op de passende alfabetische plaats. Hier volstaan we met één specifieke bijdrage en een ‘massa-vermelding’:
*Bakker (C.), Enkele fragmenten uit de werken van Oribasius..., in: Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, 74 (1930), p. 5385-5393. - O.m. vert. van Coll. med. 14, 1-7. *Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, passim. - Tientallen citaten en testimonia uit Oribasius, bij ca. 20 verschillende auteurs. | |
Origenes(ca. 185-ca. 254 n.C.). Grieks-christelijk schrijver. In zijn geboortestad Alexandrië doceerde hij aan de katechetenschool wijsbegeerte, theologie en bijbelexegese. Kort na 230 werd hij uit zijn leerambt ontzet. Hij week uit naar Caesarea in Palestina en stichtte daar een nieuwe school. Hij stierf als slachtoffer van de kerkvervolging van Decius, waarschijnlijk in Tyrus in 254. Origenes was de geleerdste en produktiefste van de Grieks-christelijke schrijvers. Zijn oeuvre van 2000 libri (papyrusrollen) bezorgde hem de bijnaam Adamantius = Man van staal. Maar veel is verloren gegaan, vooral ingevolge een kerkelijke veroordeling van het ‘origenisme’. Van zijn tientallen exegetische homilieën, commentaren en aantekeningen is een klein deel in het Grieks en ongeveer een derde in Latijnse vertalingen (van o.m. Hiëronymus en Rufinus Presbyter) bewaard. Contra Celsum (Tegen Celsus), in 8 boeken, is een uitvoerige weerlegging van de Ἀληθὴς λόγος van Celsus, wiens betoog doorlopend wordt aangehaald. De principiis (Grondbeginselen), in 4 boeken, is een poging het geheel van de christelijke doctrine voor te stellen, met gebruik van een platonisch-wijsgerig begrippenapparaat; kleine fragmenten bewaard in het Grieks, het geheel in de Latijnse bewerking van Rufinus. De oratione (Het gebed) biedt een algemene inleiding en een commentaar op het onzevader. Exhortatio ad martyrium (Aanmoediging tot het martelaarschap) werd ca. 235 gericht aan vrienden die van de vervolging te lijden hadden. Van zijn talrijke Epistulae (Brieven) zijn er slechts twee bewaard, aan Gregorius Thaumaturgus (1) en aan Africanus (2). Wij noemen hier de belangrijkste Nederlandse vertalingen uit het Grieks. Voor vertalingen van de Latijnse versies van Hiëronymus en Rufinus: zie onder deze auteurs. | |
(Uit) verschillende geschriften*Origenes VI... Bewerkt door H.U. Meyboom (Oud-Christelijke Geschriften..., 38), Leiden, Sijthoff, 1926. - Bevat integrale vert. van Orat., Exh. mart. en Epist. | |
[pagina 271]
| |
*Hamman/Beekman, Gebedsbron, 1957, p. 89-96 en 355-368. - Fragm. uit verschillende exegetische homilieën en Orat. *Origenes, door de Benedictinessen van Bonheiden, I-III (Kerkvaders, 8-10), Bonheiden, Priorij/Abdij Bethlehem, 1979-1980. - In deel I fragm. van epist. 2, in deel II fragm. van homilieën op Jeremia en van comm. op Mattheus en Johannes. | |
Bijbelverklaringen*Hamman, Praktische gids, 1971, p. 111-114. - Fragm. van Hom. 8 in Gen. vertaald. *Kerkvaders, 1985, p. 265-296. - Voorstelling en integrale vert. van Hom. 2 in Gen., door F. Ledegang. *Parmentier, Goddelijke wezens, 1989, p. 23-35. - Integrale vert. van De engastrimytho (Over de geestenoproepster) = homilie op 1 Reg. 28. *Origenes, Bruiloftslied van Jezus en de Kerk. Twee homilieën op het Hooglied, vertaald en ingeleid door Michel Coune, Brugge, Zevenkerken, 1991. | |
Contra Celsum*Verdeediging der waarheid van den christelyken godsdienst, door Origenes... Uit het Griekz vertaald door... J.L. Mosheim... Uit het Hoogduitz in 't Nederduitz vertaald door Andreas Millies, [Eerste deel], Amst., Eichhorn, 1777. - Hierin vert. van boeken 1-2. Herdr.: Grav., Plaat, 1783. *Verdeediging der waarheid van den christelyken godsdienst, door Origenes... Uit het Grieksch vertaald... door J.L. Mosheim... Uit het Hoogduitsch vertaald door... A. Millies..., Tweede deel, Grav., Plaat, 1783. - Vert. van boeken 3-4. *De apologeten IV-VII... Bewerkt door H.U. Meyboom, 4 dln. (Oud-Christelijke Geschriften..., 34-37), Leiden, Sijthoff, 1924-1925. - Integrale vert. *Vandermeersch (Patrick), Passie en beschouwing. De christelijke invloed op het westerse mensbeeld, Leuven, Peeters, 1988, p. 92-101. - Fragm. uit boeken 4, 5 en 8 vertaald. | |
De Oratione*Origenes, Het gebed. Vertaald en ingeleid door Pieter Steur (Levensbr.), Brugge-Utrecht, DDB, 1965. - Integrale vert. *Origenes, Het gebed. Uit het Grieks vertaald, ingeleid en geannoteerd door G.J.D. Aalders (Kerkvaderteksten met Commentaar, 8), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1991. - Met integrale vert. | |
Exhortatio Ad Martyrium*Origenes, Aanmoediging tot het martelaarschap. Uit het Grieks vertaald en ingeleid door de Benedictinessen van Bonheiden (Kerkvaderteksten met Commentaar, 1), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1980. - Integrale vert. | |
Orosius(Paulus Orosius; begin 5de eeuw n.C.). Latijns-christelijk schrijver. | |
[pagina 272]
| |
In Bracara (= Braga) geboren, week in 414 uit naar Noord-Afrika, waar hij op aansturen van Augustinus, en in de marge van diens De civitate Dei, 7 boeken Historiae adversum paganos (Geschiedenis tegen de heidenen) schreef, om aan te tonen dat de heidense era van de wereldgeschiedenis meer oorlog en ellende heeft gekend dan de christelijke. Als handboek van algemene geschiedenis, in vier ‘tijdperken’ ingedeeld, had zijn werk in de middeleeuwen veel bijval.
*Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, p. 239-247, passim. - 3 fragm. uit boek 7, 36-43 vertaald. | |
Orphica(Orphische teksten). Verzamelnaam voor: 1) hexametrische gedichten die in Griekse kringen van Orpheus-adepten zijn ontstaan en voorgesteld werden als het werk van de legendarische zanger; de eerste tekenen van een Orpheus-mythe dateren van de late 7de of vroege 6de eeuw v.C., maar de bewaarde teksten zijn afkomstig uit de eerste eeuwen n.C. en zijn ons vnl. dankzij neoplatonici overgeleverd; belangrijkst zijn ‘Hymnen’ (87 gedichten; samen 1200 verzen), Argonautica (De tocht van de Argonauten; 1376 hexameters), en Lithica (Gedicht over kostbare stenen; 774 hexameters); 2) een reeks van kleine fragmenten (363 in de uitgave van de Orphicorum fragmenta door Kern); beroemd zijn o.m. de inscripties op gouden plaatjes, teruggevonden in Zuid-Italië (Kern 32a-g). | |
Hymnen*de Jong (K.H.E.), De Grieksche mysteriën (Encyclopaedie in Monografieën, 12), Den Haag, Servire, 1943, p. 69-70. - Prozavert. van hymn. 54 (Silenus). *Warners (J.D.P.)-Rank (L.Ph.), Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen..., Deel II (Utrechtse Publikaties voor Algemene Literatuurwetenschap, 13), Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1971. - Op p. 18-62 tekst, prozavert. en comm. van 11 ‘Orphische hymnen’ (de ‘Hymne op Dionysos’ opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 214). | |
Fragmenten*Naaijkens (Bernard Alphons Marie), Platoon's leer over de ziel..., Tilburg, Bergmans, 1938, p. 109-115, passim. - Prozavert. van 5 ‘goudplaatjes’. *van Duinkerken (Anton), Undique carmina sonant..., Bussum, Kroonder, 1945, p. 5. - Vert. van ‘het plaatje van Petelia’ (= Kern 32a). | |
Orsiesius(of Horsiesius, en varianten; † ca. 380 n.C.). Volgde kort na 346 Pachomius op aan het hoofd van de Tabennisi-kloostergroep in de Thebais. Zijn Doctrina (Leerboek) voor de monnikenopleiding, oorspronkelijk waarschijnlijk Koptisch, is in een Latijnse vertaling van Hiëronymus (zie aldaar) bewaard. | |
[pagina 273]
| |
Ovidius(Publius Ovidius Naso; 43 v.C.-18 n.C.). Latijns dichter, afkomstig uit Sulmo; auteur van een omvangrijk oeuvre waarvan bewaard bleef (in volgorde van ontstaan): 1) eerste periode, erotische gedichten: Amores (Liefdesgedichten; 3 boeken); 21 Epistulae of Heroides (Heldinnebrieven), 14 als echt, 7 vaak als onecht beschouwd; Ars amatoria (Liefdeskunst; 3 boeken); Remedia amoris (Middelen tegen de liefde); 2) tweede periode, twee hoofdwerken: Metamorphoses (Gedaanteverwisselingen; 15 boeken); Fasti (De kalender; 6 boeken), onvoltooid; 3) derde periode, klachten van een balling: Tristia (Treurzangen; 5 boeken); Epistulae ex Ponto (Brieven van de Zwarte Zee; 4 boeken). Verder minder belangrijk werk, soms gedeeltelijk bewaard, soms van betwist auteurschap. | |
Alle werken*Al de werken van P. Ovidius Naso... Vertaalt door Abraham Valentyn, 3 dln., Leiden, van Gaasbeek, 1678. - Prozavert. Bevat o.m. ook enkele geschriften waarvan de authenticiteit betwist wordt of waarvan intussen is uitgemaakt dat ze niet van Ovidius' hand zijn. We vermelden: Epicedium Drusi (Treurdicht bij de dood van Drusus; opgenomen in het 3de deel), Epistula Sapphus (Brief van Sappho; = Ovidius, Heroides, 15; opgenomen in het 1ste deel) en Nux (De noteboom; opgenomen in het 1ste deel). Herdr.: Amst., Mortier, 1697 en 1700-1701. | |
Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen*Vóór 1924: J. Messchert van Vollenhoven (1809-1810: aanzienlijke fragm., in vv., uit Her. en Met.), A. Halberstadt (1917: prozavert. uit Met., Trist., Epist. ex Ponto en Fasti). *Schockaert (Rufin), Bloemlezing uit de gedichten van P. Ovidius, met/in berijmde vertaling, Leuven, Nova et Vetera, 1949. - Twee verschillende emissies, met en zonder de Lat. tekst. Uitgebr. selectie van veelal korte fragm. ‘die getuigen van de hoge cultuur en de diepe mensenkennis van Ovidius’ (p. 5). Eerder al had Schockaert dergelijke bladzijden gewijd aan Ovidius, o.m. in: Schockaert, Bloemlezing, 1942, p. 140-227. *Ovidius, Bloemlezing uit de werken van Publius Ovidius Naso, in nieuwe vertaling. Met inleidingen, verbindenden tekst en aantekeningen door Jan van Gelder en A.F. Ruitenberg-de Wit (Klass. Bibl., 10), Haarlem, Spaarnestad, 1955. - Hierin één stuk uit Meihuizens vert. van Ars am., en een metr. vert. uit de Met., door J.W. Kemper; de overige Met. door A.F. Ruitenberg-de Wit. De rest in prozavert. van J. van Gelder, nl.: uit Amor. (p. 21-48), Her. (p. 59-66), Rem. am. (p. 67-68), De medicamine faciei femineae (Gezichtsverzorging van de vrouw; p. 69-70), Trist. en Epist. ex Ponto (p. 211-237) en Fasti (p. 239-266). *In diverse publ. vertaalde M. d'Hane-Scheltema fragm. uit meerdere werken van Ovidius. We vermelden ze hier samen: | |
[pagina 274]
| |
- Latijnse dichters, 1987, p. 38-46, passim - Vert. van Amor. 1, 5 en van fragm. uit Met. 1. | |
Twee of meer werken door dezelfde vertaler*Vóór 1924 ook door: D. Havart (1692-1702: o.m. Trist. en Epist. ex Ponto). *Minne-Kvnst. Minne-Baet. Minne-Dichten... [door Joh. van Heemskerk], Amst., Gerritsz., 1626. - Eerste druk van Minne-Kunst (= Ars am.) in 1622. Minne-Baet (= Rem. am.) zeer bekort. Herdr.: Amst., Schelling, 1660. *Publius Ovidius Nazoos Herscheppinge. Vertaelt door J.V. Vondel, Amst., de Wees, 1671. - Met., in vv., en *Publius Ovidius Nasoos Heldinnebrieven, Vertaelt door J. vanden Vondel, Amst., onder de Linden, 1716. - Prozavert. van Her. Deze druk is doorlopend ‘verbeterd’ door D. van Hoogstraten. De versie van Vondels autograaf (1641/42) werd voor het eerst uitgegeven door J.H.W. Unger in: Vondel, De werken, IX, 1889. Beide vert. opgenomen in o.m.: Vondel, De werken, IV, VII en VIII, 1930, 1934 en 1935; de vert. in vv. in: Vondel, Volledige dichtwerken, 1937, p. 1295-1412. *Westerbaen, Gedichten, 1657. - Op p. 139-246 vert. van Her. 1-10 en 17-18, en *Avond-school voor Vryers en Vrysters... op onse tyden en Zeden gepast Door Jacob Westerbaen, Grav., Tongerloo, 1665. - Ars am. in vv. Herdr. tot: Amst., Rotterdam (sic), 1751, en *Nieuw Avond-school... op onse tyden en zeden gepast door Jacob Westerbaen, Grav., Tongerloo, 1666. - Rem. am. in vv. Herdr. tot: Amst., Rotterdam (sic), 1751. De drie vert. opgenomen in: Westerbaen, Gedichten, 1672. *Publii Ovidii Nasonis Brieven, Bestaande in Klaag-gedichten; Gesonden... van de Kust van Pontus... In Rijm gestelt door Salomon van Rusting..., Amst., ten Hoorn, 1701. - Op p. 1-126 vert. van Trist.; op p. 127-212 vert. van Epist. ex Ponto, beide integraal. Koddige omdichtingen, die nochtans vrij getrouw de oorspronkelijke tekst volgen. | |
[pagina 275]
| |
*P. Ovidius Naso, Het Boek der Liefdeszangen. [Nederlandsche bewerking J. Meihuizen], Amst., Strengholt, 1941. - Amor., en *P. Ovidius Naso, De Kunst der Vrijage. Twintig eeuwen oude, maar niet verouderde Liefdeswenken [Nederlandsche bewerking J. Meihuizen], Amst., Strengholt, 1941. - Ars am. Prozavert., ‘hier en daar beknot’. Herdr.: 1949. *Publius Ovidius Naso, De Minnekunst & Remedies tegen de liefde. Ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 1), Antw.-Amst., Stand., 1978. - Ars am. en Rem. am. in proza, en *Publius Ovidius Naso, Metamorfosen. Een representatieve bloemlezing ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 5), Antw.-Amst., Stand., 1979. - In proza. | |
Één werk: integraal, uitgebreide fragmenten, korte stukken (alfabetisch per werk)*Vóór 1924: anoniem (1643: Met. integraal), S. van Dort (1650: Met. integraal), J. Cabeljau (1657: Her.), L. Broomans (1659: Her.), J. van Meerbeecq (1727: Met. integraal), I. Verburg (1732: Met. integraal), L.J. Maccage (1814-1815: Trist.).
Amores (integraal) *Zie onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: Meihuizen.
Amores (fragmenten) *Zie onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: van Gelder, d'Hane-Scheltema. *Latijns nummer, 1986, p. 156-157. - Tekst en vert. van 2, 7 en 8, door D. den Hengst.
Ars amatoria (integraal; uitgebreide fragmenten) *Die Conste der Minnen... nv eerst in onser duytscher talen ouerghesedt..., Tot Doesborch By Cornelis vander Riuieren, m.d.lxjjjj. - Versvert. door Marius Laurier. Herdr. tot: Thantwerpen... by Jan van Ghelen de Jonghe..., m.d.lxxxi. *De arte amandi Oft De Conste der Minnen, In Latijn beschreuen, deur den vermaerden Poët Ouidius Naso. Alles tot een eerlick vermaeck der Jongher Minnaren wtghegeuen. Van nieus ouersien, verbetert, eñ met noch veel andere nieuwe Brieuen, Amoureusche raetselen, eñ ander verscheyden lieflickheden vermeerdert, ende vercieret, Tot Dordrecht, By my Pieter Verhaghen. Anno 1599. - Met prozavert. van de boeken 1 en 2, op basis van de hierboven genoemde. Bewerker zou Andries Nuts zijn. Zeer vele herdr., tot in de 20ste eeuw: Arte amandi [sic] of de Kunst der Minne... [bij deze uitgever: 8ste] verbeterde uitgave, Gent, Snoeck Dujacu, [1922]. *Zie ook onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: van Heemskerk, Westerbaen, Meihuizen, De Laet. | |
[pagina 276]
| |
Ars amatoria (korte stukken) *Zie onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: d'Hane-Scheltema.
Epistulae ex Ponto (integraal) *Zie onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: van Rusting.
Fasti (integraal; uitgebreide fragmenten) *P: Ovidius Nasoos Feestdagen, in Hollandts dicht vertaalt door Arnold Hoogvliet, Delft-Rott., Beman, 1719. - Herdr.: Rott., Beman, 1730. *Zie ook onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: van Gelder.
Fasti (korte stukken) *Van Riet (Marleen), De verkrachting van Lucretia, in: Didactica Classica Gandensia, 29-30 (1989-1990), p. 306-326. - Met vert. van Fasti 2, 751-828, bekort. *Zie ook onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: d'Hane-Scheltema.
Heroides (integraal; uitgebreide fragmenten) *Der Griecxser Princerssen ende Jonckvrouwen clachtige Sendtbrieuen Heroidum Epistolae ghenaemt... nu eerst in Duytsche duer Cornelis van Ghistele Rhetorijckelijck ouergesedt..., Geprint Thantwerpen by my Hans de Laet .m.d.liii. - Talr. herdr. tot: Rott., van Waesberghe, 1615 (met aanvullingen en correcties). Ook verschillende herdr. van 6 stukken hieruit, onder de titel Dboeck der amoureusheyt, van 1580 tot 1656. *Zie ook onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: Vondel, Westerbaen.
Heroides (korte stukken) *Zie onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: van Gelder, d'Hane-Scheltema (eigenlijk: den Hengst). *Medea-lectuur... Samengesteld door A. van den Heuvel, Emmeloord, Hermaion, 1989, p. 58-62. - Prozavert. van Her. 12 (Medea aan Jason), door Henk Brouwer.
Metamorphoses (integraal) *Metamorphosis dat is, Die Herscheppinghe oft veranderinghe, bescreuen int Latijn van... Ouidius: Eñ nu eerst ouerghesedt in onsen duytsche... [door Joannes Florianus], Gheprint Thantwerpen... by my Hans de Laet, int Jaer m.d. eñ lij. - Prozavert. Vele herdr. tot: Antw., Beelaert, 1650. *Zie ook onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: Vondel. *Ovidius' Gedaanteverwisselingen. In proza vertaald... door W.G. van der Weerd..., 2 dln. (Klass. Schr., 77-82), Amst., van Looy, 1904. - Herdr.: Zutphen, Thieme, s.a. [ca. 1925]. | |
[pagina 277]
| |
*P. Ovidius Naso, Metamorfosen, in de oorspronkelijke versmaat vertaald door H.J. Scheuer, Zalt-Bommel, Wink, 1923. - Titeluitgave: Zutphen, Thieme, s.a. [ca. 1925]. *Ovidius, Metamorfoses, naverteld door G.M.A. Pepermans (Prisma-Boeken, 1823), Utrecht-Antw., Spectrum, 1978. - Een ‘parafrazerende vertaling’.
Metamorphoses (uitgebreide fragmenten) *Proeve eener navolging van Ovidius Gedaantverwisselingen, door W. Bilderdijk, Amst., den Hengst, 1829. - Breekt af in boek 6, vers 145. - Herdr.: Amst. Kaal, 1835. Opgenomen in: Bilderdijk, Dichtwerken, III, 1857, p. 69-176. *Charivarius, Ruize-rijmen, Haarlem, Tjeenk Willink, 1922. - Bevat van 9 stukjes uit de Metamorphoses berijmde ‘herscheppingen’. Ze werden in 1926 tot 15 navertellingen uitgebreid en als Herscheppingen. Vrij naar Ovidius afzonderlijk uitgegeven. 5 stukjes zijn ook opgenomen in: Charivarius, Rid- en runders en andere verzen..., Amst., Sijthoff, 1986 (p. 145-154). *Ovidius, Tien Metamorphosen. Vertaald door H. Verbruggen... (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1951. - Prozavert. Herdr. tot: 19756. *Zie ook onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: De Laet en onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: van Gelder (eigenlijk: Ruitenberg-de Wit), d'Hane-Scheltema.
Metamorphoses (korte stukken) *Timmerman (Aegidius W.), Niobee, in: Herm., 13 (1940-1941), p. 25-30. - Met. 6, 146-312, en *Timmerman (Aeg. W.), Ceyx en Alcyonee, in: Herm., 14 (1941-1942), p. 164-168, 174-176. - Met. 11, 411-748. *van IJzeren (J.), Ovidius' verhaal van Erysichthon (Metam. VIII, 728-888), in: Herm. 15 (1942-1943), p. 49-52. - Metr. vert. van Met. 8, 738-878 [sic]. *Ovidius, Metamorphosen, nieuwe reeks. In het Nederlands vertaald door C. Tuin [= R.B.C. Huygens] (Klass. Vert., 14), Antw.-Amst., Stand., 1952. - Prozavert. van 6 ‘metamorfosen’. *Schwartz, Barnsteen, 1953, p. 188-199 (= Schwartz, Verhalen, 19835, p. 84-96). - 4 ‘metamorfosen’, in versvert. *J[anssens] (E.J.), De geschiedenis van koning Midas bij Ovidius, in: Vrijheid en Recht, 7 (1955-1956), 4, p. 42-50. - Met. 11, 67-193, met twee weglatingen, in proza vert. *Ovidius, De aanhef en de vier tijdperken - Daedalus en Icarus - Orpheus en Eurydike. Teksten vertaald door Michel Roggen, Lier, Van In, 1961. - Vert. van 1, 89-150; 8, 183-235; 10, 1-77. De ‘aanhef’ is níet vertaald. *Gorissen (P.), Omtrent Narcissus en het Narcissusverhaal in Ovidius' Metamorfosen, in: Kleio, N.R., 10 (1980), p. 49-82. - Met tekst en vert. van 3, 339-510. *Orpheus en Eurydice. Ovidius Metamorphosen X 1-77. Vertaling: Rik Deweerdt, in: Herm. 59 (1987), p. 309-311, en *Deweerdt (Rik), Callisto en Jupiter. Ovidius, Metamorphoses, II, 401-507, in: | |
[pagina 278]
| |
Kleio, N.R., 17 (1987-1988), p. 140-144, en *Deweerdt (Rik), De schepping. Vertaling van Ovidius, Metamorphoses, I 5-150, in: Dietsche Warande & Belfort, 134 (1989), p. 351-356. *Hijmans (Ben), Orpheus zingt: wie luistert?, in: Herm. 61 (1989), p. 86-95. - Met vert. fragm. uit 9, 759-10, 553. *Evenepoel (W.), Ovidius, Met. 7, 661-865: Cephalus en Procris, I. Inleiding, tekst en vertaling, in: Kleio, N.R., 19 (1990), p. 177-188. *Zie ook onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: d'Hane-Scheltema.
Remedia amoris (integraal; uitgebreide fragmenten) *Die Remedie der Liefden... Nv In onse Nederlansche tale Rhetorijckelijck ouergesedt [door J.B. Houwaert?], Tot Bruessele by Jan van Brecht..., 1583. *Zie ook onder ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: van Heemskerk, Westerbaen, De Laet.
Tristia (integraal; uitgebreide fragmenten) *Tristium, Ofte de Truer-dichten van Publ. Ovidius Nazo... Vertaeld duer M. Theodor. Schrevelium [= Schrevel]... Ende in Nederlandschen Dicht gesteld, dver Jacob vander Schuere, Haerlem, van Wesbusch, 1612. *Rouw-zangen en Brieven van... Publius Ovidius Naso, In Helden-Veersen door J. De Wolf, Gend, Fernand, 1780. - Vrije vert. van Trist. *Zie ook onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: van Gelder, en ‘Twee of meer werken door dezelfde vertaler’: van Rusting.
Tristia (korte stukken) *Ovidius, Tristia III, 12. Vertaling: Gerdien Boersma-Zuur, in: Herm., 40 (1968-1969), p. 211-212. *Zie ook onder ‘Uitgebreide fragmenten en bloemlezingen’: d'Hane-Scheltema. | |
Aanvullende opmerkingBijzonder talr. zijn de vert. van één of meer gedichten van Ovidius in vaktijdschriften en literaire periodieken. We vermelden dat volgende literatoren fragm. uit Ovidius vertaalden: P.C. Hooft (1614 +: uit Her. en Met.), R. Visscher (1614: uit Amor.), S. van Beaumont (1640: uit Met.), J. de Decker (1656: uit Her.), H. Bruno (1659: uit Met.), J. Blasius (1661 +: uit Amor.), J. van Paffenrode (1664: uit Met.), J. Beets (1668: uit Amor.), J. van den Vondel (1671: uit Amor.), P. Bernagie (1685: uit Her.), J. Antonides vander Goes (1685: uit Epist. ex Ponto), J. Vollenhove (1685: o.m. uit Met. en Her.), J. de Haes (1716: uit Her.), J. Macquet (1786: uit Trist.), W. Bilderdijk (1791 +: uit Her.), P. Boddaert (1795 +: uit Amor. en Her.), K.A. Vervier (1819: uit Trist.), M.C. van Hall (1820 +: uit Amor., Fasti en Met.), G. Outhuys (1820: uit Trist.), I. da Costa (1821: uit Met.), S.I. Wiselius (1824 +: uit Amor.), W. | |
[pagina 279]
| |
Hecker (1836: uit Amor.), P. van Duyse (1845 +: uit Amor., Met. en Trist.), E.B. Koster (1890: uit Met.), J.A. dèr Mouw (1951: bewerking van Amor. 2, 6), C. Verhoeven (1985: uit Met.). |
|