De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
Ibycus(midden 6de eeuw v.C.). Grieks dichter van koorliederen. Hij was afkomstig uit Regium in Zuid-Italië, maar bracht een periode van zijn leven door aan Griekse hoven op Samos en in Athene. Zijn gedichten zijn op enkele fragmenten na, waarvan er slechts drie langer zijn dan vijf verzen, verloren. Edities: Edmonds, Diehl.
*Binnendijk (D.A.M.), Mijn en dijn..., Amst., Meulenhoff, 1941, p. 27. - Vert. van E 2/D 7. *Janssens, Krijgszangen, 1953, p. 294-295. - Vert. van E 67/D 3. *Kuiper, Griekse varia, 1956, p. 55-56. - Inl. en vert. van E 1/D 6 en E 2/D 7, vroeger al in: Kuiper, Grieksche lyriek, 1923, p. 46-48. *Sissau, Bloemlezing, 1971, p. 161-162. - E 1/D 6 en E 2/D 7. *Laet, Griekse lyriek, 1978, p. 76. - E 1/D 6 en E 2/D 7. *Spiegel, 1988, p. 78. - Twee fragm. in eerder gepubliceerde vert. van Kuiper (E 1/D 6; cf. supra) en van Paul Claes (E 2/D 7; = Kleio, N.R., 4 (1974), p. 44). Dit laatste ook in: *Claes, De liefste, 1990, p. 6-7. - Getranscribeerde tekst en vert. van E 2/D 7. | |
Ignatius(† ca. 110 n.C.). Bisschop van Antiochia in Syrië. Tijdens de vervolging van Trajanus ter dood veroordeeld, werd hij voor executie naar Rome overgebracht. Onderweg schreef hij zeven brieven: aan de kerken van Ephesus, Magnesia, Tralles, Rome, Philadelphia, Smyrna, en aan bisschop Polycarpus. De brieven van Ignatius behoren tot de oudste christelijke geschriften (‘Apostolische Vaders’). Getuigend van een vurig geloof en hunker naar het martelaarschap, genoten ze grote verering in de Kerk. Ook in het Nederlands zijn ze vaak vertaald. Wij noemen drie integrale vertalingen uit de laatste decennia:
*Franses, Apostolische Vaders, 1941, p. 100-141. *Klijn, Apostolische Vaders, I, 1966, p. 14-115. - Met uitvoerige inl. *Ignatius van Antiochië, Zeven brieven... door de Benedictinessen van Bonheiden (Kerkvaderteksten met Commentaar, 2), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1981. - Vert. op p. 63-126. | |
Innocentius I(† 417 n.C.). Romeinse paus (402-417). Grote persoonlijkheid, die in Oost en West het gezag van de bisschop van Rome aanzienlijk versterkte. Hiervan getuigen zijn brieven, in het Latijn en het Grieks (Epist. pontif. 285-327), meestal over leerstellige kwesties. | |
[pagina 221]
| |
*De Boeken van de Roepinge aller Volkeren, 1700 (zie onder Prosper Aquitanus). - Hierin brief van Innocentius aan Augustinus (= Epist. pontif. 297 = Aug., Epist. 184) vertaald door Andreas Vander Schuur. *Sailer/Steenwijk, Brieven, II, 1828, p. 68-69. - Brief aan Johannes Chrysostomus (= Epist. pontif. 298) vertaald. | |
Inscriptiones Christianae(Christelijke opschriften). Onder deze rubriek rangschikken wij de Griekse en Latijnse opschriften die duidelijk een christelijke inhoud vertonen. ‘Christelijke’ inscripties worden nl. in afzonderlijke corpora verzameld en op zichzelf bestudeerd. Toch zijn ze niet altijd van de ‘profane’ gescheiden. Daarom moet ook verwezen worden naar de algemene rubrieken Inscriptiones Graecae en Inscriptiones Latinae. Bovendien is er de rubriek Carmina Latina epigraphica, die ook de christelijke versopschriften omvat. Dit betekent dat hier vertalingen vermeld worden van uitsluitend christelijke inscripties, in proza of in poëzie-en-proza. Onder deze opschriften nemen de graffiti en dipinti (ingekraste en gepenseelde teksten) van de catacomben een belangrijke plaats in. Wij geven een chronologisch geordend lijstje van publikaties waarin minstens 10 inscripties worden vertaald.
*Northcote (J. Spencer), Grafschriften der catacomben van Rome. Vertaald en voorzien met eene inleiding... door G.A. Hulsebos, Utrecht, Kemink, 1879. - Met passim tekst en vert. *Bakhuizen van den Brink (Jan Nicolaas), De oud-christelijke monumenten van Ephesus. Epigraphische studie, Den Haag, Ned. Boek- en Steendrukkerij, 1923. - Met tekst, vert. en comm. van 29 Gr. inscripties. *Hendrichs (F.), Het Christelijk getuigenis der Catacomben, 's Hertogenbosch, Mosmans, 1927. - Met verspreid een 100-tal vert. van/uit opschriften. *Bakhuizen van den Brink, Romeinsche catacomben, 1933. - Passim vert. van inscripties. *Meer, Christus' oudste gewaad, 1949. - Passim vert. van (meestal metr.) inscripties. *Hamman/Beekman, Gebedsbron, 1957, p. 138-152. - Vertaalt 45 ‘gebeden op stenen gegraveerd’, uit heel de vroege christenheid. *Meer-Mohrmann, Atlas, 1958. - Passim vert. van een 40-tal inscripties. *Mulder, Uit catacomben, 1961. - Passim ca. 30 inscripties vertaald. | |
Inscriptiones Graecae(Griekse opschriften). Verzamelnaam voor de opschriften in het Grieks. Ook de naam van de reeks volumes, sinds 1873 bezorgd door de Academie van Berlijn, waarin die opschriften worden verzameld. De Inscriptiones Graecae (afgekort IG) zijn echter onvolledig, deels omdat de inscripties van een aantal gebieden (nog) niet zijn gepubliceerd, deels omdat er voortdurend nieuw materiaal aan het licht komt. Ook andere verzamelingen bewijzen dus hun diensten. In deze rubriek vermelden wij publikaties waarin Nederlandse vertalingen | |
[pagina 222]
| |
voorkomen, hetzij van profane hetzij van profane én christelijke opschriften. Voor vertalingen van uitsluitend christelijke opschriften: zie onder Inscriptiones Christianae. Onder de vele verspreide publikaties waarin vertalingen van Griekse inscripties voorkomen, trachten wij de belangrijkste aan te wijzen, in chronologische volgorde.
*Vürtheim (J.), Antieke opschriften..., in: De Gids, 72 (1908), 1, p. 503-519. - Met passim vert. van Gr. inscripties. *Raskin (G.), Oudgriekse handelsreclame (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, 431), Antw. etc., Stand., 1953. - Biedt talr. inscripties (met referentie) in vert. *Pieters (J.Th.M.F.), De inscriptie van Troizen, in: Herm., 31 (1959-1960), p. 224-229. - Voorpubl. en vert. van inscriptie met ‘decreet van Themistocles’ uit 480 v.C. *Vries, Bronnen, 1962, passim. - Vert. van 13 Gr. inscripties. *den Boer (W.), Nieuw licht op de Perzische Oorlogen, in: De Gids, 126 (1963), 1, p. 126-143. - Met vert. van de inscriptie van Troizen. *Wallinga (H.T.), De inscriptie van Troizen, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 77 (1964), p. 25-38. - Met vert. *van Straten (F.T.), Gaven voor de goden, in: Lampas, 12 (1979), p. 50-94. - Met vert. van talr. Gr. wij-inscripties, en *van Straten (F.T.), Twee orakels in Epirus. Het orakel van Zeus in Dodona en het nekyomanteion aan de Acheron, in: Lampas, 15 (1982), p. 195-230. *Beliën, Geschiedenis, 1981, passim. - Een 15-tal Gr. opschriften, door verschillende vertalers. *de Waele (J.A.), Het scheepsarsenaal van Philon in Piraeus..., in: Noctes Noviomagenses J.C.F. Nuchelmans... oblatae, Weesp, Brand, 1985, p. 150-170. - IG II2, 1668, met vert. *Lanciers (E.), Het eredecreet voor Kallias van Sphettos..., in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 65 (1987), p. 52-86. - Met tekst en vert. *Cook (B.F.), Griekse inscripties. [Vertaling: Yolande Michon] (Fibula Schriftreeks), Houten, Fibula-Unieboek, 1990. - Met tekst en vert. (uit het Engels) van een 50-tal inscripties. | |
Aanvullende opmerkingZie ook de themanummers over epigrafiek van de tijdschriften Herm. (55 [1983], p. 137-251) en Lampas (23 [1990], p. 127-233), waarin heel wat vert. van Gr. inscripties voorkomen. | |
Inscriptiones Latinae(Latijnse opschriften). Verzamelnaam voor de opschriften in het Latijn. In deze rubriek vermelden we publikaties waarin Nederlandse vertalingen voorkomen van opschriften, hetzij in proza hetzij in vers én proza. Voor vertalingen van uitsluitend versopschriften: zie Carmina Latina epigraphica; voor vertalingen van uitsluitend christelijke opschriften: zie onder Inscriptiones Christianae. | |
[pagina 223]
| |
Zelfstandige publikaties met vertaling van talrijke opschriften*Vertaaling en korte uitlegging van de opschriften... binnen en omtrent Nijmegen uitgegraven..., Nijm., van Goor, 1787. - Passim tekst en vert. van 28 Lat. inscripties, door G.C. in de Betouw. *Pleyte (W.), Nederlandsche Oudheden van de vroegste tijden tot op Karel den Groote..., 2 dln., Leiden, Brill, [1877-1903] (verscheen in afleveringen). - Met tekst en vert. van Lat. inscripties uit Nederland. *van Schevichaven (H.D.J.), Epigraphie der Bataafsche krijgslieden in de Romeinsche legers..., Leiden, Sijthoff, 1881. - Met vert. van een 40-tal Lat. inscripties. | |
Enkele opschriften of één lang opschrift*Enk, Handboek, I, 1928, p. 184-196, 202-203. - Tekst, vert. en bespr. van 3 archaïsche inscripties. *Wagenvoort (H.), Nachtelijke geestverschijningen, in: Herm., 5 (1932-1933), p. 130-134. - Met tekst en vert. van CIL VI, 18817. *Corti (Egon Caesar), Pompeii en Herculaneum... Vertaald door A. Oosthoek, Utrecht, Oosthoek, 1943. - Op p. 66-72, passim, vert. van inscripties (CIL IV). Herdr. tot: 19574 (p. 72-78). *Vries, Bronnen, 1962, passim. - Vert. van 13 Lat. inscripties. *Zie onder Hadrianus, ‘Proza’: Jonkers. *Francissen (Frans P.M.), Numen inest in loco: de Romeinen en het sacrale in de natuur, in: Herm., 49 (1977), p. 247-275. - Bevat tekst en vert. van enkele opschriften. *Beliën, Geschiedenis, 1981, passim. - Vert. van een 12-tal Lat. opschriften, door verschillende vertalers. *Brouwer, Bona Dea, 1982, p. 1-107. - Tekst, vert. en comm. van 126 inscripties i.v.m. Cybele-cultus. | |
Aanvullende opmerkingen- B. Aafjes (1960) vertaalde een aantal Pompejaanse opschriften (CIL IV); J.P. Guépin (1989) vertaalde en commentarieerde CIL XIII, 2, 1, 7514. - Zie ook de themanummers over epigrafiek van de tijdschriften Herm. (55 [1983], p. 137-251) en Lampas (23 [1990], p. 127-233), waarin heel wat vert. van Lat. inscripties voorkomen. | |
Irenaeus(2de eeuw n.C.). Grieks-christelijk schrijver. Was van geboorte een Kleinaziaat (van Smyrna?), studeerde te Rome, werd presbyter en ca. 178 bisschop van Lyon. Zijn Adversus haereses (Tegen de ketterijen), in 5 boeken, wil een ‘ontmaskering en weerlegging van de pseudo-kennis’ (= de gnosis) zijn vanuit de apostolische overlevering. De originele Griekse tekst is fragmentair bewaard, maar er is een integrale vertaling in het Latijn. Van een ander geschrift van Irenaeus, ‘Ten bewijze van de apostolische prediking’, is alleen een Armeense versie bekend. Voorts zijn er nog fragmenten, o.m. van brieven. | |
[pagina 224]
| |
Heel het oeuvre*Irenaeüs I-V, bewerkt door H.U. Meyboom, 5 dln. (Oud-Christelijke Geschriften..., 26-30), Leiden, Sijthoff, 1918-1920. - Dln. I-IV vertalen de Adv. haer., deel V de rest van het oeuvre, mét de fragm. | |
Uit Adversus Haereses*Ireneüs van Lyon (Kerkvaders, 6), [Bonheiden, Priorij Bethlehem, 1977]. - Bevat een reeks fragm. in vert., door de Benedictinessen van Bonheiden. Herziene herdr.: (Kerkvaders, 2), 1991. *Stemberger/Thewissen, Bijbel en Christendom, I, 1978, p. 70, 116-117, 120-122 en 131. - Fragm. in vert. *Kerkvaders, 1984, p. 33-61. - Voorstelling en vert. van 1, 10 en 3, 1-4, door M.F.G. Parmentier. *Blommestijn (Hein), Menswording..., in: Speling, 41 (1989), 1, p. 86-93. - Met vert. van fragm. uit 4, 39; 5, 1; 5, 6; 5, 9. | |
Isaeus(1ste helft 4de eeuw v.C.). Grieks redenaar uit Chalcis, actief in Athene als logograaf en leraar (o.m. van Demosthenes?). Schijnt nagenoeg uitsluitend redevoeringen voor processen over erfeniskwesties te hebben geschreven. 12 van de 64 die op zijn naam stonden, zijn volledig bewaard. | |
De Cleonymi Hereditate (= or. 1)*Sicking, Antieke pleidooien, I, 1969, p. 86-101. - Inl. en vert. van ‘Over de nalatenschap van Kleonymos’. | |
Fragmenten*van Deventer (Ch.M.), De redenaar Isaeus, in: Tweemaandelijksch Tijdschrift voor Letteren..., 3 (1897), 1, p. 242-278. - Op p. 263-264 vert. van par. 1-10 van Or. 3: ‘Over de nalatenschap van Pyrrhus’. *Stock, Antieke welsprekendheid, 1945, p. 162-175. - Bevat fragm. in vert. | |
Isidorus Pelusiota(ca. 360-ca. 435 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, geboren in Alexandrië. Was priester en monnik (mogelijk ook abt) in een klooster nabij Pelusium in de Nijldelta. Op zijn naam staan 5 boeken Epistulae (Brieven), in totaal ca. 2000 stuks, over vragen van geloofsleer, bijbelverklaring en ascetisch leven. Hun authenticiteit wordt soms aangevochten.
*Sailer/Steenwijk, Brieven, II, 1828, p. 148-162 - Vert. van/uit 24 epist. | |
Isocrates(436-338 v.C.). Grieks logograaf, pedagoog en redenaar, actief te Athene en op Chios. 21 redevoeringen zijn integraal bewaard, waaronder de Antidosis (Vermogensruil; = or. 15), een autobiografie. Van zijn activiteiten als logograaf getuigen nog 6 (onvolledig) bewaarde redevoeringen (= or. 16-21). Van zijn redevoeringen, die voor lectuur bestemd waren en met grote | |
[pagina 225]
| |
zorg afgewerkt werden, vermelden we verder: 1) politiek-patriottische redes: Panegyricus (Feestrede voor het verzamelde volk; = or. 4), een pleidooi voor Griekse eenheid onder Atheens gezag; over hetzelfde thema Panathenaicus (Rede bij de pan-Atheense feesten; = or. 12); De pace (De vrede; = or. 8), een pleidooi voor tegemoetkoming tegenover de bondgenoten; Areopagiticus (Rede voor de Areopaag; = or. 7), een lofprijzing van het verleden en de rol van de Areopaag; 2) gerechtsredes; 3) parenetische redes, o.m. Ad Demonicum (Tot Demonicus; = or. 1), die echter wellicht niet van Isocrates' hand is; 4) pronkredes, o.m. Helena (= or. 10). Over de echtheid van de brieven die op naam van Isocrates zijn overgeleverd, lopen de meningen uiteen. Zijn invloed op latere Griekse en Latijnse proza-auteurs was groot. | |
Fragmenten*Scheurleer (H.A.), Isocrates, Grav., Cikot, 1920. - Fragm. uit Paneg. en 2 brieven Ad Philippum (Aan Philippus). *Stock, Antieke welsprekendheid, 1945, p. 38-40, 50-54, 87-89 en 176-203. - Bevat fragm., o.m. lange stukken uit Paneg. (= Helikoon, 1942, p. 248-254). *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 111-113. - Vert. van De pace 43-48 en 133-135, en van Areopag. 78-83 (exc.) en 16-28, door H.M. Beliën. | |
Ad Demonicum*Vóór 1924: M.A. Gillis (1564), A. Ravestein (1633). | |
In Euthynum (tegen Euthynus; or. 2l)*Redevoering... voor Nicias tegen Euthynus. Zonder getuigen, in: Vaderlandsch Magazijn, van Wetenschap, Kunst en Smaak... Vijfde deel, tweede stuk, Amst., Warnars, 1812, p. 831-840. | |
Helena*Isocrates, Lofrede op Helena. Helenae encomium 16-einde. Vertaling: F.J.P. Verbrugge-A.G. Verdenius, in: Herm., 41 (1969-1970), p. 108-120. - Inl. op p. 101-107. | |
Panegyricus*Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 54-55. - Vert. van 1-4. | |
Trapeziticus (over de bankier; or. 17)*Isocrates' Trapeziticus, vertaald en toegelicht... Proefschrift... door Joan Carel Antoon Marie Bongenaar, Utrecht-Nijm., Dekker & Van de Vegt en van Leeuwen, 1933. - Op p. 8-29 tekst en vert. *Sicking, Antieke pleidooien, I, 1969, p. 104-120. - Inl. en vert. | |
[pagina 226]
| |
Brieven*Zwikker (W.), Een strijd om Griekenlands toekomst. Isocrates - Aeschines - Demosthenes, Amst., Van Holkema & Warendorf, 1943, p. 220-222 - Vert. van brief 3 = Ad Philippum 2. |
|