De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
Hadrianus(Publius Aelius Hadrianus; 76-138 n.C.). Romeins keizer die ook als literair dilettant actief was. Van zijn prozageschriften is, behalve enkele fragmenten uit redevoeringen, nagenoeg niets bewaard; ook van zijn poëzie zijn slechts schaarse fragmenten overgeleverd. Aan de echtheid van een tiental epigrammen uit de Anthologia Graeca en de Anthologia Latina wordt bovendien getwijfeld. Vooral bekend zijn: het vinnige antwoord aan de dichter Florus (zie aldaar; 4 vv. = Carminum fragmenta, 1) en de 5 versjes waarin Hadrianus op zijn doodsbed zijn animula vaarwel zegt (Carminum fragmenta, 3). Onzeker is of het grafschrift voor zijn favoriete paard Borysthenes (CE 1522; 16 vv.) ook van zijn hand is. | |
Algemeen: Hadrianus' poëzie*Beylsmit (J.J.), Meer over Hadrianus' Levensafscheid en andere verzen, in: Herm., 38 (1966-1967), p. 205-208. - Citeert Engelse, Duitse en eigen Ned. vert. van Animula en geeft ‘verduidelijkende’ prozavert. van het Borysthenesgedicht. | |
Antwoord aan Florus*Brakman, Opstellen, 1934, p. 148-149. - Tekst en prozavert. | |
AnimulaDikwijls vertaald. Wij vermelden uit de laatste decennia: *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, p. 149. *Sanders, Bijdrage tot de studie der Latijnse metrische grafschriften, 1960 (zie onder Carmina Latina epigraphica), p. 238. *Rutgers van der Loeff (M.), Vier vertalingen van Hadrianus' Levensafscheid, in: Herm., 38 (1966-1967), p. 128-130. - Citeert een Franse, Engelse en Duitse vert., plus een Ned. door A. Rutgers van der Loeff. *Dekker (Alfred D.D.), Animula vagula blandula, in: Herm., 46 (1974-1975), p. 174-175. - Over nawerking; met vert. door A.B. van Gool. *van der Paardt (R.), Nogmaals Hadrianus' levensafscheid, in: Herm., 46 (1974-1975), p. 352-357. - Met een Engelse, een Schotse en twee Duitse vert.; geeft verder bespr., een eigen Ned. vert., een van F. van Dooren en een bewerking door Bilderdijk (1826). *Latijns nummer, 1986, p. 152. - Twee variaties, door Frans van Dooren. | |
[pagina 194]
| |
Proza*Nieuwe geïllustreerde wereldgeschiedenis..., IV, Amst., Seyffardt, 1930, p. 2183-2184. - Rescript aan Minucius Fundanus (Eusebius, Hist. eccl. 4, 9), vert. H.J. Smeding. *Jonkers (E.J.), Een uitzonderingsbepaling van Hadrianus op het Romeinse recht, in: Herm., 38 (1966-1967), p. 130-133. - Lat. tekst, vert. en bespr. van de inscriptie CIL III, 12283 = brief van Trajanus' weduwe Plotina en Hadrianus' antwoord. | |
Hanno(vóór 450 v.C.). Carthaags zeevaarder die de westkust van Afrika bevoer. Beschreef zijn Periplus (Rondvaart), die in een Griekse vertaling bewaard is.
*Casson (Lionel), Scheepvaart in de oudheid (Aula-Boeken, 146), Utrecht-Antw., Spectrum, 1964, p. 165-168 en 274-277. - Fragm., vert. K.J.A. Janson. *Pepermans (G.M.A.), Hanno de zeevaarder. Een hoofdstuk uit de antieke geografie, in: Herm., 51 (1979), p. 341-364. - Met Gr. tekst en vert. | |
Hegesippus(einde 4de eeuw n.C.). Onder de naam Hegesippi Historia (Geschiedenis van Hegesippus) gaat een Latijnse vertaling/bewerking, in 5 boeken, van het Bellum Iudaicum van Josephus. ‘Hegesippus’ is mogelijk slechts een vervorming van ‘Josephus’. Men heeft de auteur van deze Historia gezocht in de kringen rond Ambrosius of Hiëronymus, maar zonder sluitende uitkomst. De Hegesippi Historia is in het verleden steeds samen met het werk van Josephus of onder zijn naam uitgegeven en vertaald. Zie daarom onder Josephus. | |
Heliodorus Fabulator(wsch. 3de of 4de eeuw n.C.). Grieks auteur, uit Emesa in Syrië. In zijn roman Aethiopica (Ethiopische verhalen; 10 boeken) wordt de liefdesgeschiedenis tussen de Griek Theagenes en de Ethiopische prinses Chariclea beschreven. Het werk, wellicht de laatste van de antieke Griekse romans, bevat de traditionele verwikkelingen en de hereniging als happy end. We vermelden de 3 integrale vertalingen:
*De Beschrijvinghe Heliodori vande Moorenlandtsche gheschiedenissen... Eerst int Griecx beschreven: Ende nu wt het Francoysche int Nederlandts vertaelt door C. K[ina], Amst., Barentsz., 1610. - Herdr.: Haerlem, Roman, 1634. *De Wonderlyke Liefde-gevallen van Theagenes en Chariclea... In 't Grieksch beschreeven door Heliodorus en In zuyver Nederduytsch overgebragt door J. Gentil, Grav., vander Burg, 1726. - Herdr.: Leyden, vander Deyster, 1731. *Theagenes en Chariclea, Uit het Grieksch. Door J. Bruijn, 2 dln., Amst., Meyer Warnars, 1825. | |
Heliodorus Medicus(2de helft 1ste eeuw n.C.). Grieks heelkundige, van de | |
[pagina 195]
| |
‘pneumatische’ school, werkzaam te Rome. Van zijn Chirurgumena (Onderwerpen uit de chirurgie) werden fragmenten opgenomen in de geschriften van Oribasius.
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 235-241. - Vert. van 10 fragm. | |
Heraclianus(2de helft 4de eeuw n.C.). Een rechtgelovig lid van de kerk van Sirmium in Illyrië. Ging op 13 januari 366 een debat aan met de Ariaans gezinde bisschop Germinius. Zie Altercatio Heracliani cum Germinio. | |
Heraclitus(ca. 500 v.C.). Grieks natuurfilosoof uit Ephesus, bijgenaamd ‘de duistere’. Van zijn hoofdwerk in proza, later getiteld De Natura (De natuur), zijn meer dan 120 korte, veelal aforistische fragmenten bewaard. Wellicht bestond het volledige werk uit dergelijke spreukachtige, vaak paradoxale, stellingen.
*Vóór 1924: J. de Boer (1909). *Ηράκλειτος, Λείψανα. Herakleitos, Fragmenten. [Nederlandse vertaling door Everhard Hoek], Amst., Balkema, 1944. - Tekst en vert. *Flam, Levensideaal, 1951, p. 21-22. - 10 fragm. vert. *Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 131-149. - ‘Al de fragmenten van enige betekenis’; ook indirecte citaten en testimonia. *Heraclitus, Fragmenten, bezorgd, vertaald en toegelicht door J. Mansfeld, Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1979. - Tekst, vert., comm. Herdr.: (Baskerville Serie), 1987 (herzien). Dit boek is een herziene versie van het artikel: Heraclitus in usum delphini, in: Lampas, 8 (1975), p. 364-393. | |
Aanvullende opmerkingC. Verhoeven (1984 +) vertaalde diverse fragm. | |
Hermas(midden 1ste eeuw n.C.). Grieks-christelijk schrijver in Rome, traditioneel gerekend tot de ‘Apostolische Vaders’. Zijn Pastor (Herder), gedateerd ca. 145, is een ‘openbaringsgeschrift’: een engel, in de gedaante van een herder, deelt de schrijver 5 visioenen, 12 geboden en 10 gelijkenissen mee. De Griekse tekst is niet volledig bewaard, maar kan worden aangevuld door twee Latijnse versies. Het werk werd sedert de 16de eeuw herhaaldelijk in het Nederlands vertaald. Wij noemen vier (min of meer) recente omzettingen:
*Oud christelijke letterkunde..., bewerkt door A.C. Duker en W.C. van Manen, Eerste deel, Amst., Brinkman, 1871, p. 267-481. - Inl. en vert. Herdr.: Haarlem, Tjeenk Willink, 1882. *Bergh van Eysinga, Apostolische Vaders, III, 1916. - Voorstelling, vert., registers. *Franses, Apostolische Vaders, 1941, p. 164-272. - Inl. en vert. | |
[pagina 196]
| |
*Klijn, Apostolische Vaders, II, 1983, p. 125-232. - Inl., vert. en toelichtingen. | |
Hermesianax(3de eeuw v.C.). Grieks-hellenistisch dichter uit Colophon. Drie boeken elegieën worden aan hem toegeschreven, genoemd naar de geliefde Leontion. Daaruit is, behalve onbetekenende brokstukjes, slechts één langer fragment (98 vv.) bewaard, een ‘catalogus’ waarin Hermesianax de liefdes van vroegere dichters en filosofen aan de hand van hun geschriften ‘reconstrueert’.
*Kloos (Willem), Over de zgn. Alexandrijnsche periode der Grieksche literatuur, in: De Nieuwe Gids, 34 (1919), 2, p. 433-466. - Vert. van het grote fragm. op p. 462-465. Herdr.: Letterkundige inzichten, XIII, Grav., Luctor et Emergo, 1928, p. 60-62. *Orpheus, 1974, p. 7. - Een fragm. in prozavert., door Arnold Provoost en Ghislaine Scherpereel. | |
Hermeticum Corpus(2de en 3de eeuw n.C.). Verzameling van anonieme Griekse prozageschriften, verhandelingen en dialogen, voorgesteld als openbaringen van Hermes Trismegistus (Hermes de driemaal grootste; Griekse benaming voor de Egyptische god Toth). Ze leveren occulte wijsheden over op het vlak van religie, magie, astrologie enz., een produkt van het syncretisme van het Egyptische en Griekse religieuze denken. Het eerste traktaat kreeg de naam Poimandres (Mannenherder), de rest is titelloos.
*Vóór 1924: G.Pz. Schagen (?, 1607), A.W. van Beyerlandt (1643), W.H. Denier van der Gon (trakt. 13; 1918). *De Egyptische Oer-Gnosis en Haar Roep in het Eeuwige Nú, opnieuw verkondigd en verklaard aan de hand van... het Corpus Hermeticum... door J. van Rijckenborgh, 4 dln. (Renova-Bibliotheek, 3-6), Haarlem, Rozekruis-Pers, 1960-1965. - Met vert. van nagenoeg het gehele Corpus. Herdr. van dln. 1-3: 1960-1985. *Corpus Hermeticum. Ingeleid, vertaald en toegelicht door R. van den Broek en G. Quispel (Pimander, 2), Amst., In de Pelikaan, 1990. - Herdr. tot: 19913. | |
Poimandres*Lietaert Peerbolte (M.), Poimandres. Grieks-hermetisch geschrift in het Nederlands vertaald met een transpersonalistische beschouwing (Occident-Serie), Deventer, Ankh-Hermes, 1974. | |
Herodianus(1ste helft 3de eeuw n.C.). Grieks geschiedschrijver, die wellicht een groot deel van zijn leven in Rome doorbracht. Zijn werk Ab excessu divi Marci (Vanaf de dood van keizer Marcus [Aurelius]), in 8 boeken, omvat de periode die loopt van 180 n.C. tot de regering van Gordianus III (238) en schenkt veel aandacht aan de persoon van de keizers. De stijl is retorisch en de geschiedkundige waarde vrij gering. | |
[pagina 197]
| |
Integrale vertalingen*Herodianus... Wt het Latijn overghesedt door D.V. Coornhert. Arnhem, Janszoon, 1609. - Vert. uit het Lat. van Angelus Politianus. *Herodianus acht Boeken Der Roomsche Geschiedenissen. Uit het grieks verduitscht door Pieter Rabus..., Rott., Naeranus, 1683. *Herodianus, Crisis in Rome. Vertaling M.F.A. Brok (Fibula Klassieke Reeks, 9), Bussum, Fibula-van Dishoeck, 1973. | |
Fragmenten*van Norren (Jacob Jan), Plautianus..., Hilv., Schipper, 1953, p. 86-89 en 130-138. - Vert. uit 3, 10-13. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, passim. - 8 korte fragm. | |
Herodotus Historicus(ca. 485-425 v.C.). Grieks geschiedschrijver. Zijn werk Historiae (Historiën) werd later ingedeeld in 9 boeken, genoemd naar de negen muzen. Het stelt de geschiedenis van de verhouding Azië-Europa centraal, van de periode van de Trojaanse oorlog tot de tocht van de Pers Xerxes tegen Griekenland. Vanaf het vijfde boek komen de Perzische oorlogen doorlopend aan bod. Het geschiedkundige verhaal wordt vooral in de eerste boeken vaak onderbroken door etnografische uitweidingen en is doorspekt met talrijke min of meer zelfstandige vertellingen. Aan Herodotus werd ook een Vita Homeri (Leven van Homerus) toegeschreven. | |
Integraal*Herodoot van Halikarnassus Negen Boeken der Historien, Gezegt de Musen... Beneffens een Beschrijving van Homeers leven, door den zelven Herodoot. Uit het Grieks vertaelt door O[lfert] D[apper], Amst., Sweerts, 1665. *Herodotus. Muzen. Uit het Grieksch met inleiding en korte aanteekeningen door Ch.M. van Deventer, 2 dln. (Klass. Schr., 5-13), Amst., van Looy-Gerlings, 1893-1895. - Verscheen oorspr. in 9 afleveringen. Herdr.: Amst., Versluys, [ca. 1910], en: Zutphen, Thieme, 1924 (herzien door J.W. van Rooijen). *Hèrodotos' Historiën, vertaald en ingeleid door Onno Damsté..., Bussum, de Haan, 1968. - Met uitvoerig register, kaarten en aantekeningen bij de tekst. Talr. herdr., o.m. in de reeksen Fibula Klassieke Reeks (19785) en De Haan Klassieken (19878). De auteur publiceerde ook: Oude oosterse verhalen uit het geschiedwerk van Hèrodotos... (Prisma-Boeken, 461), Utrecht-Antw., Spectrum,1959 (= 19756). Deze verhalen vooral uit de boeken 1 t/m 4. | |
Bloemlezingen*Herodotos, Keurbladzijden uit Herodotos. Nederlandse vertaling van G. Timmermans (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1947. - Herdr. tot: 19705 (herzien). *Cuypers, Griekse geschiedschrijvers, 1951, p. 27-143. - Fragm. uit alle boeken. | |
[pagina 198]
| |
*Schwartz, Barnsteen, 1953, p. 63-95. - Fragm., het merendeel uit boek 1. Uitgebreider in: Schwartz, Verhalen, 19835, p. 162-207. *Herodotus, Navorsingen. Een bloemlezing ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra), Antw.-Amst., Stand., 1979. *Herodotus, Zeer korte verhalen, vertaald door Gerard Koolschijn (Baskerville Serie), Baarn, Ambo-Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1987. *Hupperts (Charles) e.a., Herodotos, literator en historicus. Inleiding op het werk, de werkwijze en de denkwereld van Herodotos, Leeuwarden, Eisma, 1989. - Passim vert. fragm. *Veenman (Simon) e.a., Drie tyrannen bij Herodotos: Polykrates, Periander, Kambyses, Leeuwarden, Eisma, 1989. | |
Volledige boeken*Vóór 1924: J. Bosscha (1822: 8 en 9), N.G. van Kampen (1823: 5 en 6). | |
Aanvullende opmerkingVolgende literatoren vertaalden fragm.: J. Glazemaker (1658: bekorte vert. van Vita Homeri), Charivarius (1942: 2, 121; vert. en sterk uitgebr. bewerking), P. Claes (1979: 2, 121), H. Berghuis (1989: 1, 94). | |
Herodotus Medicus(einde 1ste eeuw n.C.). Grieks arts, van de ‘pneumatische’ school. Fragmenten uit zijn geschriften bij Oribasius.
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 279-282. - Vert. van 4 fragm. | |
Herondas of Herodas(2de helft 3de eeuw v.C.). Grieks-hellenistisch dichter van Mimiambi (Mimen in een jambisch metrum), realistische spotgedichten in dialoogvorm, bestemd voor voordracht en handelend over onderwerpen uit het kleinburgerlijke leven van alledag. Negen gedichten, de laatste twee zeer onvolledig, zijn in 1890 op papyrus teruggevonden. Er zijn verder korte brokstukjes bewaard. | |
Alle bewaarde gedichten (of nagenoeg)*Singels (N.J.), De mimen van Herodas, in: De Gids, 60 (1896), 3, p. 196-223. - Met metr. vert. van 3, 4, 6 en 7, en *Singels (N.J.), De levenwekkende mummie, in: Onze Eeuw, 24 (1924), p. 120-137. - Met metr. vert. van 1, 2 en 5. *Heroondas' Mimiamben, uit het Grieksch vertaald door F.V. Toussaint van Boelaere..., Brussel, Kryn, 1935. - Prozavert. | |
Afzonderlijke gedichten*Vóór 1924: H. van Herwerden (1891: 3), P. Groeneboom (1919: 1), A. Sizoo (1921: 3). *M[eerwaldt] (J.D.), Herondas' mime ‘De schoolmeester’, in: Herm., 8 (1935- | |
[pagina 199]
| |
1936), p. 34-39. - Metr. vert. van 3, opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 180-182. *Putzeys (W.), Herondas: De vrouwen in het heiligdom van Asklepios, in: Nova et Vetera, 66 (1988-1989), p. 423-436. - Tekst, vert. en comm. van 4. | |
Hesiodus(ca. 700 v.C.). Grieks episch-didactisch dichter. Twee werken zijn volledig bewaard: 1) Theogonia (Theogonie; ca. 1000 vv.), een genealogie en ‘ordening’ van de Griekse godenwereld, van Gaea tot de Olympische goden. Die wordt gevolgd door een (fragmentarisch bewaarde) Catalogus van heroën-moeders, volgens velen een zelfstandig gedicht. 2) Opera et dies (Werken en dagen; 828 vv.), een leerdicht over de arbeid in de landbouw en de scheepvaart, waarin persoonlijke belevenissen van de dichter verwerkt zijn. In het eerste deel van het gedicht komen o.a. de Pandora-mythe voor en de beschrijving van de vijf mensengeslachten (van de gouden tot de ijzeren tijd, waarin Hesiodus naar eigen zeggen leeft). Aan Hesiodus wordt nog toegeschreven, nagenoeg zeker ten onrechte: Scutum Herculis (Het schild van Hercules; 480 vv.). Het Certamen Homeri et Hesiodi (De wedstrijd tussen Homerus en Hesiodus) is een prozaverhaal doorspekt met verzen van beide dichters, bewaard in een redactie uit de 2de eeuw n.C. | |
Theogonia*Depuydt (Wilfried), Symboliek van de Griekse mythologie. Hesiodos' boodschap aan onze tijd, Deventer, Ankh-Hermes, 1987. - Bevat prozavert. van Theog. 1-964. *Kassies (W.), Tweemaal Prometheus. Een vertaling van twee gedeelten uit het werk van Hesiodus, in: Herm., 59 (1987), p. 67-73. - O.m. Theog. 507-616. | |
Opera et Dies*De Werken en Dagen van Hesiodus naar het Grieksch in Nederduitsche verzen gevolgd door D.J. van Lennep, Amst., den Hengst, 1823. - Bewerking, met weglating van het slotdeel, de Dies. Herdr.: Amst., Meijer Warnars, 1834. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 63-66 en 118-120. - 3 lange en 3 korte fragm. in proza, door W.A. van Lakwijk. *Hesiodus, Werken en dagen, een leerdicht uit omstreeks 700 voor Christus, gevolgd door De Wedstrijd tussen Homerus en Hesiodus, een literaire legende uit de tweede eeuw na Christus, vertaald door W. Kassies, Leiden, Dimensie, 1989. - Tekst en vert. van Opera et dies, vert. van Certamen, inl. en aantekeningen. *Meijer, Schipper, 1990, p. 29-30. - Prozavert. van vv. 618-694. | |
Uit Theogonia en Opera et Dies*Sissau, Bloemlezing, 1971, p. 96-112. - Een aantal van deze fragm. werd opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 33-38 en 41-43. | |
[pagina 200]
| |
Scutum Herculis*Defreyne (Lieven), Het Schild van Achilles... en het Schild van Heracles, in: Kleio, N.R., 21 (1991-1992), p. 1-16. - Met op p. 7-15 integrale prozavert. van Scut. Herc. | |
Certamen Homeri et Hesiodi*Zie onder ‘Opera et dies’: Kassies. | |
Aanvullende opmerkingW. Bilderdijk gaf een zeer bekorte vert. (1820: Opera, 207-340). | |
Hesychius Hierosolymitanus(5de eeuw n.C.). Grieks-christelijk schrijver. Eerst monnik, dan (ca. 412) priester in Jeruzalem. Van hem zijn vooral bijbelcommentaren en preken bekend, soms van betwiste authenticiteit.
*Leven, getuigenissen, brieven van de heilige Antonius abt, 1981 (zie onder Antonius Abbas), p. 251-256. - Vert. van een preek over Antonius, door Christofoor Wagenaar. *Paasfeest, 1989, p. 72-75. - Vert. van een paashomilie, door J.M. Tevel. | |
Hierocles Platonicus(5de eeuw n.C.). Grieks neoplatonisch filosoof, die in Alexandrië leefde. Van zijn oeuvre is vooral bekend In aureum Pythagoreorum carmen commentarius (Commentaar bij de Gouden verzen van de Pythagoreeërs).
*Commentaren van Hierocles op de gulden verzen van Pythagoras, naar het Fransch van André Dacier in het Engelsch vertaald door N. Rowe en overgebracht in 't Nederlandsch door J.K. (Minerva Bibliotheek, 3), Weltevreden, Theosofische Boekhandel Minerva, s.a. - Daciers vert. verscheen in 1706, de Engelse bewerking door Rowe in 1707. Deze laatste werd gewijzigd herdrukt in 1906 en was de brontekst voor de Ned. publ. *Gulden verzen, 1911, p. 11-15 (= 19793, p. 7-14). - ‘Aanteekeningen op de Gulden Verzen van Pythagoras uit de commentaren van Hierocles’, vert. (uit het Engels) door Clara Streubel. | |
Hierocles Stoicus(1ste helft 2de eeuw n.C.). Grieks filosoof die zijn stoïsche inzichten populariseerde in Ἠθικὴ στοιχείωσις (Grondslagen van de ethiek). Een groot deel van het werk is bewaard. Van zijn andere geschriften over praktische moraal zijn losse fragmenten overgeleverd.
*Eyben (E.), De latere Stoa over het huwelijk: (III. Hierocles), in: Herm., 50 (1978), p. 337-359. - Met vert. van 5 fragm. (uit Stobaeus): 4 ‘uit zijn boek over het huwelijk’, 1 ‘uit zijn boek over de huishouding’, en *Eyben (E.), Kinderrijkdom in de Grieks-Romeinse oudheid, in: Kleio, N.R., 8 | |
[pagina 201]
| |
(1978), p. 114-144. - Op p. 124-125 vert. van een fragm. ‘uit zijn boek over het huwelijk’. | |
Hieronymus(Sophronius Eusebius Hieronymus; ca. 347-420 n.C.). Latijnschristelijk schrijver en kerkvader. Geboren in Stridon (Dalmatië), studeerde in Rome, verbleef enkele jaren in Syrië en Constantinopel, werd dan secretaris van paus Damasus en begon in diens opdracht aan de herziening van de Latijnse bijbelvertaling, zijn levenswerk. In Rome leidde hij ook een kring van vrome dames, maar in 385 reisde hij af naar Palestina, waar hij van 386 tot aan zijn dood leefde en werkte in een door hem gesticht klooster te Bethlehem. Hij vertaalde niet alleen de bijbel, maar ook vele geschriften van Griekse (en Koptische) kerkelijke schrijvers. Van Origenes, die hij een tijdlang zeer bewonderde, vertaalde hij o.m. 2 Homiliae in Canticum canticorum (Preken op het Hooglied) en 39 Homiliae in Lucam (Preken op Lukas); van Eusebius bewerkte hij het Chronicon, met voortzetting tot het jaar 378, en het Onomasticon, dit laatste onder de titel Nomina Hebraica (Hebreeuwse namen); verder nog de Regula van Pachomius, de Doctrina van Orsiësius enz. Van zijn eigen exegetische werken vermelden wij de Commentarii in Ezechielem prophetam (Commentaar op de profect Ezechiël) en de Tractatus (Verhandelingen) over allerlei bijbelse onderwerpen; van zijn dogmatisch-polemische geschriften de Contra Vigilantium (Tegen Vigilantius), over kwesties van eredienst en ascetisch leven, en de heftig aanvallende Contra Iohannem Hierosolymitanum (Tegen Johannes van Jeruzalem). Het boeiendste deel van zijn oeuvre is het corpus van 150 Epistulae (Brieven): ca. 125 authentieke stukken van Hiëronymus, de rest van zijn correspondenten, onder wie Augustinus. Deze brieven zijn gevarieerd van inhoud en levendig-persoonlijk van toon. In 3 brieven wordt een levensbeeld geschetst van vrome vrouwen uit zijn kring: Fabiola (epist. 77), Paula (epist. 108) en Marcella (epist. 127). Ze zijn later opgenomen in de Vitae patrum, evenals de levensbeschrijvingen van drie woestijnvaders: Vita Hilarii, Vita Malchi, Vita Pauli (Leven van Hilarius, Leven van Malchus, Leven van Paulus). | |
Vertalingen/bewerkingen door Hieronymus*Kanaän en d'omleggende landen..., 1717 (zie onder Eusebius, Onomasticon). - In het voorwerk, p. [12], wordt de voorrede van Hiëronymus vertaald, in het corpus worden de Nom. Hebr. volledig verwerkt. *Kerkelyke Geschiedenissen..., 1749 (zie onder Eusebius, Historia ecclesiastica). - Hierin, met eigen paginering, Hiëronymus' Chron. tot het jaar 327 vertaald door Abraham Arent van der Meersch. *Meer-Mohrmann, Atlas, 1958. - Passim citaatjes uit Chron. *Origenes, I-III, 1979-1980 (zie onder Origenes). - Hierin vert. van/uit Hiëronymus' versies van 3 Hom. in Luc. (deel I, p. 201-209; deel II, p. 165-171) en van Hom. in Cant. I (deel III, p. 168-193), door de Benedictinessen van Bonheiden. | |
[pagina 202]
| |
*Regels van de heilige Pachomius, uit het Latijn vertaald, ingeleid en van voetnoten en registers voorzien door Chr. Wagenaar. Het boek van Orsiesius, uit het Latijn vertaald door Pieter Jacob Berkhout, en ingeleid door Chr. Wagenaar (Monastieke Cahiers, 23), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1983. - Integrale vert. van Hiëronymus' Regula Pachomii en Orsiesii Doctrina. *Origenes, Twee homilieën over het Hooglied, vertaling verzorgd door Michel Coune; Roberte Van Hauwaert, Brugge, [Zevenkerken], 1985. - Integrale vert. van Hiëronymus' versie. | |
Exegetische werken*Hamman, Praktische gids, 1971, p. 258-260. - Vert. van een kersthomilie uit de Tract. *Kerkvaders, 1985, p. 329-360. - In Ezech. 1-28, vert. en toelichting door G.J.M. Bartelink. | |
Dogmatisch-polemische geschriften*De Brieven van den H. Hieronimus..., Ghendt, 1707 (zie onder Epistulae), p. 293-361. - Integrale vert. van C. Ioh. Hier., door Adrianus Van Loo. *Nijhoff (Geert), Vigilantius, Gron., Huber, 1897, p. 87-115. - Integrale vert. van C. Vigil. | |
EpistulaeVoor de ‘hagiografische’ epist. 77, 108 en 127: zie onder Vitae patrum. *De Boeken van de Roepinge aller Volkeren, 1700 (zie onder Prosper Aquitanus). - Hierin vert. van epist. 45 en 103, door Andreas Vander Schuur. *De Brieven van den H. Hieronimus, Uyt het Latyn vertaelt in 't Nederduyts door Adrianus Van Loo, 2 dln., Ghendt, van der Ween, 1707. - Na een inleidend ‘leven van Hieronymus’ worden 79 epist., in een ongewone volgorde, integraal vertaald. Verschillende herdr., tot: (Katholyke Propagande, V, 4- VI, 3), Gent, Vereecken, 1842-1843 (4 dln., aangepaste spelling). *Nijhoff, Vigilantius, 1897 (zie onder Dogmatisch-polemische geschriften), p. 61-70 en 74-81. - Integrale vert. van epist. 61 en 109. *De Keersmaeker (G.), Sint Hieronymus over Priesterlijke Volmaaktheid; Sint Hiëronymus over den dood van Nepotianus..., in: Pastor Bonus, 15 (1934), p. 176-184; 16 (1935), p. 17-24 en 180-187. - Tekst en vert. van epist. 52 (met weglatingen) en epist. 60, 9-14. *Brakman, Tertullianea, 1937, p. 170-237. - Vert. en tekst van epist. 43, 60 en 127. *Uit de Vrouwenbrieven van den H. Hieronymus. Ingeleid en vertaald door Elisabeth Antoni (GGG, 610), Den Bosch, GGG, 1941. - Vertaalt fragm. uit 9 epist. *Duinkerken, Wereldhistorie, 1946, p. 21-23. - Vert. van fragm. uit epist. 45, aan Asella. *Sizoo, Christenen, 1953, p. 133-149 en 173-181. - Vert. van/uit 4 brieven aan Augustinus en 2 andere epist. | |
[pagina 203]
| |
*Meer-Mohrmann, Atlas, 1958, p. 105-106 en 141. - Vert. van fragm. uit epist. 108 en 60. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, p. 236-239. - Vert. van fragm. uit epist. 77 en 60. *Verbruggen, Teksten, 1969, p. 264-265. - Vert. van epist. 102 (aan Augustinus). *Thierry, Vrouwen, 1990, p. 72-77 en 83-92. - Vert. uit epist. 38-39 en 77. | |
VitaeDe levens van Hilarius, Malchus en Paulus werden opgenomen in de Vitae patrum: zie aldaar. Buiten die collectie werden zij zelden in het Nederlands vertaald. Wij vermelden: *Stemberger/Thewissen, Bijbel en Christendom, I, 1978, p. 90-91. - Vert. van Vita Pauli 1-6. *Leven, getuigenissen, brieven van de heilige Antonius abt, 1981 (zie onder Antonius Abbas), p. 199-207. - Vert. van Vita Pauli 7-16 en van korte fragm. uit Vita Hilarii, door Christofoor Wagenaar. | |
Aanvullende opmerkingVan de klassieke literatoren vertaalden ook D.V. Coornhert (Aantekeningen, 1584) en Vondel (Grotius Testament, 1645) enkele korte fragm. uit diverse werken. | |
Hilarius Gallus(1ste helft 5de eeuw n.C.). Gallisch geestelijke (uit Marseille?), die kort na 430 een brief aan Augustinus richtte (Aug., Epist. 226) i.v.m. het pelagianisme in Zuid-Gallië.
*Bode, met twee Seyndt-Brieven, Prosperi eñ Hilarii, 1608 (zie onder Prosper Aquitanus). - Op f. 15R-23R integrale vert. van de brief van Hilarius, door Hadrianus Georgius Smout. | |
Hilarius Pictaviensis(ca. 315-367 n.C.). Latijns-christelijk schrijver. Werd ca. 350 bisschop van zijn geboortestad Poitiers. Belangrijk dogmaticus en bestrijder van het arianisme, o.m. in zijn 12 boeken De trinitate (De drieëenheid). Van zijn bijbelverklarende geschriften noemen wij de Tractatus in psalmos (Verhandelingen over de psalmen), onvolledig bewaard. Hilarius is ook de eerste hymnendichter van de Latijnse Kerk, maar van zijn drie (of vier) Hymni kennen wij geen Nederlandse vertaling. Ook van zijn overig werk is weinig vertaald.
*De zekerheid van het geloof der heiligen. Een bladzijde van Sint Hilarius. Vertaling H. D[iepen], in: Speculator, 4 (1955), p. 47-48. - Vert. van Trin. 6, 19-22. *Hamman/Beekman, Gebedsbron, 1957, p. 276-280. - 3 fragm. uit Trin. | |
[pagina 204]
| |
*Goffinet (Em.), Klassieke literaire theorie en Christendom..., in: Kleio, N.R., 2 (1972), p. 64-75. - Op p. 66-67 vert. van In psalm. 13, 1. | |
Hippias(einde 5de eeuw v.C.). Van Elis, Grieks sofist, een van de belangrijkste figuren van zijn tijd. Van zijn omvangrijke oeuvre zijn slechts schamele fragmenten overgeleverd. Is ons vooral bekend via de (vertekende) schildering in de aan Plato toegeschreven dialogen Hippias minor en Hippias maior. Zie onder Plato.
*Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 359-361. - 6 testimonia. *Bakker, De mens, 1986, p. 58-65. - Vnl. fragm. uit Plato. | |
Hippocrates Mathematicus(2de helft 5de eeuw v.C.). Grieks wiskundige en astronoom uit Chios. Slechts één fragment is bewaard van zijn leerboek waarin hij de bevindingen van de pythagorische geometrie samenvat. Dit boek zou Euclides' Elementa hebben beïnvloed.
*van der Waerden (B.L.), Ontwakende wetenschap... (Historische Bibliotheek voor de Exacte Wetenschappen, 7), Gron., Noordhoff, 1950, p. 146-149. | |
Hippocrates Medicus(ca. 460-370 v.C.). Grieks arts, werkzaam op het eiland Kos, waar hij a.h.w. een geneeskundige school stichtte, beschouwd als de grondlegger van de medische wetenschap. Van de massa geschriften die op zijn naam werden gesteld, wordt thans nagenoeg de helft als onecht afgewezen. De overblijvende (meer dan 60) titels vormen het Corpus Hippocraticum, dat kan gelden als de schriftelijke erfenis van zijn school. Achterhalen wat hiervan door Hippocrates zelf is geschreven, blijkt wel ondoenbaar te zijn. In het corpus komen uiteenlopende aspecten van de geneeskunst en het medische beroep aan bod, van ethisch-deontologische voorschriften (o.m. de beroemde Iusiurandum = Eed) tot gedetailleerde beschrijvingen van diverse aandoeningen en hun behandeling. | |
Meerdere geschriften en bloemlezingen*Hippocratis Coi Aphorismi... Vervaet in seven Boecken. Waer by gevoeght zijn noch drie boecken Prognosticorum of Voorsegginghen der Sieckten des selven Autheurs. Alles uyt den Grieckschen inden Neder-Duytschen Tale overgheset door Hendricum Coumans..., Amst., Pels, 1631. - Vert. van Aphorismi en Prognosticon. *Aphorismen, of Kort-bondige Spreuken van Hippocrates. Beneffens desselfs Wet en Vermaningen... Vertaalt door S. Blankaart, Amst., van Royen, 1680. - Vert. van Aphorismi, Lex en Praecepta. Herdr. tot: Gend, Colier, 1792. *van Gesscher (David), Heelkunde van Hippocrates, Eerste deel, Amst., Elwe, 1791. - Met vert. uit verschillende werken. *Ἱπποκράτους Προγνωστικὸν καὶ Προρρητικὸν. Hippocrates voorspellingen en | |
[pagina 205]
| |
voorzeggingen, 2 dln., Amst., Santbergen, 1835-1836. - Gr. tekst en Ned. vert. *Baumann (E.D.), Studiën over de Hippocratici, Grav., Naeff, 1926. - Met passim vert., o.m. Iusiurandum (p. 7-8) en fragm. uit De aere aquis locis (p. 70-81). *Stassen (Maria Joseph Wilhelmus), Medische ethiek in grijze oudheid, Maastricht, van Aelst, 1947. - Met tekst, vert. en comm. van talr. fragm. (p. 9-93), o.m. Lex en Iusiurandum. *Lindeboom (G.A.), Hippocrates, Antw., Kompas-Amst., Veen, 1948. - Met vert. van Iusiurandum (p. 34-35), Lex (p. 48-49) en een keuze uit Aphorismi (p. 41-47) en andere geschriften (p. 49-63). *Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 61-98. - Fragm. uit vele werken; bevat ook Iusiurandum en Lex (p. 86-88). *Helicon, 19624, p. 354-360. - 9 fragm., vert. G. Lurquin. Herdr. tot: 19727 (p. 356-362). *van der Hoeven (J.A.), Hippokrates. Arts en ethiek, Leiden, Stafleu, 1963. - Bloeml. in vert. uit 12 hippocratische geschriften, grotendeels naar de Duitse vert. van R. Kapferer. *Buma (J.T.), Hippokrates de Grote..., Doetinchem, Rapportage, 1979. - Biografie geïllustreerd met korte fragm. in vert. | |
Afzonderlijke geschriftenAphorismi (Bondige uitspraken) Vaak vertaald, volledig of in fragm. Buiten het reeds genoemde vermelden wij nog: *van Bevervviik (Johan), Lof der Genees-Konste..., Dordrecht, Braat, 1647. - Op p. 156-159: Eenige [= 22] Kort-bondige Spreucken van Hippocrates, VVt het Griecx in Nederlandts Rijm gestelt. *Hippocratis Aphorismi. De Aphorismen (Korte Stellingen) van Hippocrates. In het latijn en nederduitsch vertaald [door H.], Amst., Santbergen, 1835. - Herdr.: Amst., Willems & Werlemann, 1848, en: Thiel, van Loon, 1853. *Ἱπποκράτους Ἀφορισμοί. Hippocratis Aphorismi. De korte stellingen van Hippocrates. In het Grieksch, Latijn en Nederduitsch... [door J.B. Dompeling], Utrecht, van der Post, 1842.
Epistula ad Demagetum (Brief aan Demagetus) *Eenê brief van Hippocrates... aen Demagetum... vvt den Griecxschen tonge inden duytschen ouergeset... door... Adrianus Iunius Hornanus, op f. 78v-95v van: Misprysinghe ende miserie des hoefs ende der hoocheyt... Ghemaeckt door... Anthonis van Guenaer [sic]... T'Hantvverpen... by Gheeraert Smits, Ao 1573. - Herdr.: Delf, Gerritsz, 1613 (f. 83v-98v).
De fistulis (Pijpzweren) *De Verhandelingen van Hippocrates, C. Celsus en Paulus Aegineta, over de Pypzweeren... vertaald... door Petrus Camper, Amst., Yntema-Tieboel, 1778. - De fistulis op p. 9-27. | |
[pagina 206]
| |
De flatibus (Winden) *Baumann (E.D.), De heilige ziekte..., Rott., Nijgh-Van Ditmar, 1923, p. 80-89, passim. - Vertaalde fragm.
Iusiurandum Zeer vaak vertaald. Buiten het reeds genoemde vermelden wij nog, respectievelijk als curiosum en als gemakkelijk te bereiken versies: *De eed van Hippocrates. Poëtisch verdietst door Eug. Mattelaer, in: West-Vlaanderen, 9 (1960), p. 389. - Vrije berijming. *M[eijer] (P.A.), De Hippocratische eed, in: Herm., 53 (1981), p. 171. - Tekst en vert. Gewijzigd overgenomen uit: van Gool (A.B.), Hellas en Rome, Nijmegen, Dekker-Van de Vegt, 197613, p. 158. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 123. - Vert. A. Rijksbaron.
De vulneribus in capite (Hoofdwonden) *Hippocrates, van die vvonden int hooft. Nu eerst vvten Latijne int nederduytsch ouergheset. Door M. Peeter Hassardus [= Haschaert]..., Tantwerpen... by Willem Silvius... 1565. - Talr. herdr. Vanaf 1631 achter in: Handtboeck der Chirvrgyen... Door D. Carolvm Battvm [= K. Baten]..., Amst., Laurentsz., 1631, en herdr. tot: Amst., van Ravesteyn, 1662. | |
Aanvullende opmerkingen- Korte fragm. uit een aantal geschriften werden vertaald in bijdragen van Herm., 41 (1970), 5, gewijd aan ‘Hippocrates en de medische wetenschap van zijn tijd’. - Jacob Cats (1655) vertaalde enkele aforismen. | |
Hippolytus Romanus(ca. 170-235 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, priester in Rome. Van zijn vele geschriften noemen wij: de Refutatio omnium haeresium (Weerlegging van alle ketterijen), in 10 boeken, onvolledig bewaard, waarin de heidense filosofie en een reeks van ketterijen worden bestreden; de Traditio apostolica (Apostolische overlevering), met een beschrijving van de vroegste liturgie en allerlei kerkelijke instellingen in Rome (tekst gereconstrueerd uit diverse bronnen, o.m. uit een Latijnse vertaling); de Demonstratio adversus Iudaeos (Betoog tegen de joden), en de homilieën In pascha (Op het paasfeest), waarvan de toeschrijving onzeker is. Belangrijkste Nederlandse vertalingen:
*Hippolytus, Weerlegging van alle ketterijen, bewerkt door H.U. Meyboom, 2 dln. (Oud-Christelijke Geschriften..., 23-24), Leiden, Sijthoff, 1916-1917. - Integrale vert. *Apologeten IV, 1917 (zie onder Justinus Martyr), p. 192-197. - Vert. van Dem. adv. Iud., door H.U. Meyboom. *Apostolische overlevering (Apostolikè paradosis). Eerste proeve tot critische uit- | |
[pagina 207]
| |
gave door Gregory Dix... Nederlandse bewerking: Hyacinth Smit, Tilburg, Abdij O.L.Vr. van Koningshoeven, 1953. - Met Ned. vert. van de Trad. apost. en kritische aantekeningen. *Hamman/Beekman, Gebedsbron, 1957, p. 79-83. - Hymnische teksten uit In pascha. *Vromen, Hippolytus, 1984, p. 9-43. - Inl. en integrale vert. | |
Hipponax(2de helft 6de eeuw v.C.). Grieks dichter uit Ephesus, auteur van scherpe en realistische gedichten. Slechts fragmenten zijn bewaard, o.m. op papyrus. Het ‘Archilochus-fragment’ E 97a/D 79 wordt vaak aan hem toegeschreven. Zie onder Archilochus. | |
Hirtius(Aulus Hirtius; † 43 v.C.). Sedert 54 v.C. officier en vertrouwensman van Caesar. Voegde aan diens Commentarii de bello Gallico een achtste boek toe, over de jaren 51-50 v.C. Vaak ook beschouwd als auteur van het Bellum Alexandrinum. Zie onder Caesar. | |
Historia Apollonii(5de of 6de eeuw n.C.). Anonieme in het Latijn overgeleverde roman, waarin de wonderlijke avonturen van Apollonius van Tyrus en zijn geliefde, een prinses uit Cyrene, worden beschreven. Het verhaal had in de middeleeuwen en later (Shakespeare) een succesrijk Nachleben.
*die gesten of gheschienisse van romen... voleynt ter goude in hollât by my gheraert leeu Jnt iaer ons heren m.cccc ende lxxxi. opten laetsten dach van den april. - Op f. 181R-199R vert. van Hist. Apoll. Vier herdr. op het einde van de 15de en in het begin van de 16de eeuw, en in: Penon (Georg), Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. Eerste deeltje, Gron., Wolters, 1880, p. 79-188 (= kritische uitgave, met inl. en aantekeningen, van incunabel uit 1493). *De wonderbaarlijke geschiedenis van Apollonius, Koning van Tyrus. Vertaald door George Kortekaas (N.V., 4), Grav., Nijhoff, 1982. | |
Historia Augusta(wsch. einde 4de eeuw n.C.). Ook onder de naam Scriptores Historiae Augustae bekend. Een verzameling, misschien ook verzamelwerk, van 30 biografieën van keizers en troonpretendenten uit de periode 117-284 (van Hadrianus tot Numerianus), op enkele lacunes na volledig bewaard. Als auteurs worden door de overlevering zes namen genoemd, maar thans wordt meestal gedacht aan één anonieme maker. Opvallend is de antichristelijke tendens. Fantasie, vervalsing en historische waarheid lopen in het werk door elkaar, wat het bepalen van de geschiedkundige waarde moeilijk maakt.
*Pfister/Voogd-van Kleeff, Ondergang, 1942, passim. - Korte fragm. uit verschillende levens. | |
[pagina 208]
| |
*Waele, Antieke geschiedschrijving, 1946, p. 201-202. - Vert. van Elegabalus 28-29. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, passim. - Korte fragm. uit verschillende levens. | |
Historia monachorum in Aegypto(Geschiedenis van de monniken in Egypte; ca. 400 n.C.). Grieks-christelijk geschrift, dat vertelt van een bezoek aan de Egyptische woestijnvaders. Werd door Rufinus Presbyter in het Latijn vertaald.
*Pelgrim, 1976, p. 59-61. - Vert. van cap. 18, door C. Wagenaar. *Leven, getuigenissen, brieven van de heilige Antonius abt, 1981 (zie onder Antonius Abbas), p. 212-215. - Vert. van fragm. uit cap. 21-24, door Christofoor Wagenaar. | |
Homerus(8ste/7de eeuw v.C.). Eerste met naam bekende figuur uit de Griekse literatuur, aan wie de epen Ilias en Odyssea worden toegeschreven. De Ilias, ingedeeld in 24 zangen, behandelt de episode uit de Trojaanse oorlog die begint bij de wrok van Achilles tegen Agamemnon en duurt tot de dood van Hector; de Odyssea, eveneens ingedeeld in 24 zangen, beschrijft de moeizame terugkeer van de Griek Odysseus naar zijn vaderland Ithaca na de val van Troje. Reeds in de Oudheid rees de ‘Homerische kwestie’, die nog altijd voorwerp van onderzoek en discussie is. Belangrijkste vragen: zijn Ilias en Odyssea het werk van dezelfde auteur? Kwamen ze dankzij die auteur tot stand en zijn ze dus het begin van een traditie, of vormen ze eerder het eindprodukt van een lange orale vertelcultuur? Hiermee samenhangend: vormen beide epen een eenheid, of zijn ze gecomponeerd uit disparate delen, waarbij achter de naam ‘Homerus’ een aantal anonymi zouden schuilgaan? Nog andere gedichten worden aan Homerus toegeschreven. Zie onder Batrachomyomachia en Hymni Homerici. Voor het Certamen Homeri et Hesiodi: zie onder Hesiodus. | |
De twee epen integraal door dezelfde vertaler*Vóór 1924: J. van 's Gravenweert (Il. in 1818-1819 en Od. in 1823-1824), W.G. van der Weerd (Od. in 1901 [1902] en Il. in 1904). *De Odyssea van Homerus; De Ilias van Homerus. In Neêrduyts gerymt door... Koenraet Droste, 2 dln.; 2 dln., Rott., de Vries, 1719; 1721. - Deel I van De Ilias herdr. in 1722. *De Ilias van Homeros; De Odussee van Homeros. Vertaald door C. Vosmaer, Leiden, Sijthoff, [1878-]1880; [1889]. - Vert. in hexameters. Talr. herdr. tot resp.: ca. 19157; ca. 19155. Excerpta o.m. in: Homeros, De Ilias, bewerkt naar de vertaling van C. Vosmaer (Helios Reeks), Brugge-Brussel, Kinkhoren, 1944. - Herdr. tot: Brugge, DDB, 19704, en in: Homeros, De Odusseia. Bewerkt naar de vertaling van C. Vosmaer (Helios Reeks), Brugge-Brussel, Kinkhoren, 1944. | |
[pagina 209]
| |
*Homerus, Ilias. Metrische vertaling van Aegidius W. Timmerman, Amst., Paris, 1931. - Herziene herdr. tot: (Gmp, 164), Brussel-Amst., Manteau, 19788, en *Homerus, Odyssee. Metrische vertaling van Aegidius W. Timmerman, Amst., Paris, 1934. - Herdr. tot: (Gmp, 139), Brussel-Den Haag, Manteau, 19777. *Homerus, Ilias & Odyssee, vertaald door M.A. Schwartz (Baskerville Serie), Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1981. - Prozavert. Herdr. tot: 19894. Beide epen verschenen eerst afzonderlijk: Homerus, Odyssee; Ilias, vertaald door M.A. Schwartz, Haarlem, Tjeenk Willink, 1951; 1956 (beide afzonderlijk herdrukt tot 19724). Schwartz vertaalde ook 4 fragm. in jamben: Schwartz, Barnsteen, 1953, p. 20-43 (= Schwartz, Verhalen, 19835, p. 18-44). *Homeros, tekstgetrouwe weergave door Frans van Oldenburg Ermke, Retie, Kempische Boekhandel, 1959. - Prozaweergave. Beide epen verschenen eerst afzonderlijk: Homeros, Ilias; Odyssea... door Frans van Oldenburg Ermke, 1958. *De terugkeer van Odysseus. Homerus, Odyssee. Nederlands van Jan van Gelder (Ooievaar, 99-100), Den Haag, Bakker-Daamen, 1959. - Herdr. tot: Amst., Bakker, 19785, en *De Wil van Zeus. Homerus' Ilias. Nederlands van Jan van Gelder, Den Haag, Bakker-Daamen, 1962. - Herdr. tot: Amst., Bakker, 19776. | |
De Ilias integraal of grote gedeelten*Vóór 1924: G. Dorn Seiffen (1855: integraal). *De eerste 12. Boecken vande Ilyadas... Wt Griecks in Franschen Dicht vertaeld door Mr. Huges Salel... Ende nu uyt Francoyschen in Nederduydschen Dicht vertaeld. Door Karel van Mander..., Haerlem, Rooman, 1611 [1612]. - Vert. ca. 1598 voltooid, maar postuum uitgegeven. *De Iliaden van Homerus... Eerste deel. Nieuwelijks door J.H. Glazemaker vertaalt...; Tweede deel. Nieuwelijks vertaalt... Amst., Rieuwersz.; Amst., Fransz., 1658; 1654. - Prozavert. *Homeros, Ilias. Proza-bewerking door Karel v.d. Woestijne (Wereldbibl., 124-126), Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1910. - Bekort. Herdr. in: Woestijne, Verzameld werk, II, 1949, p. 499-734. *Boutens (P.C.), Veertien boeken van Homeros' Ilias, in: Boutens, Verzamelde werken, VII, 1953, p. 1-264. - Metr. vert. van boeken 1-14, ‘waarvan de eerste vier 1939-1941 in tijdschriften en de andere nooit ergens gedrukt zijn’ (p. 1). Ook afzonderlijk uitgebracht: Haarlem, Enschedé-Grav., Boucher, 1954. *Homerus, Ilias. De wrok van Achilles, ingeleid en vertaald in Nederlandse hexameters door H.J. de Roy van Zuydewijn, Grav., Nijhoff, 1980. | |
De Odyssea integraal of grote gedeelten*Vóór 1924: G.V.S. (= Gilles van Staveren?; 1651: integraal). *Deerste twaelf boecken Odysseae, dat is de dolinghe van Vlysse, bescreuê int Griecx | |
[pagina 210]
| |
door den Poeet Homerum vadere ende fonteyne alder Poeten, nv eerstmael wten Latijne in rijm verduytscht door Dierick Coornhert. Tot Haerlem, By Ian van Zuren. 1561. - Herdr. tot: Amst., Barentsz., 1607, en *De tweede XII. Boecken Odysseae: Dat is, De Dolinge van Vlysse... nu eerstmael uyt het Latijn in Rym verduytscht door D.V. Coornhert, ende B.D. [= Bernardus Dwinglo?], Amst., Barentsz., 1605 [1606]. - Herdr.: 1609 (‘oversien ende verbetert’). Het gedeelte dat door Coornhert is vertaald, werd opnieuw uitgegeven: De Dolinge van Ulysse. Homerus' Odysseia I-XVIII in Nederlandse verzen van Dierick Volckertsz. Coornhert [Uitgave bezorgd door Th. Weevers] (Bibliotheek der Nederlandse Letteren), Amst., Elsevier/Brussel, Stand., 1939. *Homeros, Odysseus' Dool (Zang V tot Zang XIII, vers 187 der Odyssee), uit het Grieksch vertaald en ingeleid door Nico van Suchtelen (Wereldbibl.), Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1930. - Prozavert. In de Inleiding wordt ook Od. I, 1-229 vertaald. *Homeros' Odyssee, in Nederlandsche hexameters overgebracht door P.C. Boutens, Haarlem, Bohn-Enschedé, 1937. - Herdr. o.m.: Boutens, Verzamelde werken, VI, 1951. *Odyssee, Alkinoosverhalen, in: Leopold, Verzameld werk, II, 1952, p. 110-198. - Metr. vert. van zangen 9-12. Nog aan te vullen met: *Meyers (Johanna J.M.), J.H. Leopold als Homerus-vertaler; een ongepubliceerd fragment (Od. XIII, 63-125), in: Herm., 60 (1988), p. 320-324. *Homeros, Odyssee, vertaald door Bertus Aafjes, Amst., Meulenhoff, 1965. - Vijfvoetige jamben, hier en daar bekort. Herdr. tot: (Meulenh. Ed., 187), 19834. *Homeros, Odysseia. De reizen van Odysseus. Vertaald door Imme Dros, Amst., Querido, 1991. - Vert. in hexameters. Herdr. tot: 19924. | |
Bloemlezingen uit het oeuvre*Homerus, Ilias en Odyssee. Een keuze van fragmenten, metrisch vertaald en van verbindenden tekst voorzien door W.E.J. Kuiper (Klass. Bibl., 1), Haarlem, Spaarnestad, 1949. *Homerus, Ilias. Een selectie van dramatische hoogtepunten... ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 11), Antw.-Amst., Stand., 1979. - Proza, en *Homerus, Odyssee. Een bloemlezing, ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 12), Antw.-Amst., Stand., 1980. - Proza. *Derksen (Marcel) e.a., Hektors noodlot..., Emmeloord, Hermaion, 1991, p. 20-105. - Prozavert. van fragm. uit 5 Ilias-zangen en zang 24 integraal. | |
Volledige zangen*Vóór 1924: F.E. Turr (1810: Il. 1 en 2), H.G. Oosterdijk (1813: Il. 6), J.P.A. Bourdeau (1819: Il. 20), F.A. Spyers (1830: Il. 1-3, 126), P.P. Roorda van Eysinga (1832: Il. 1), H.C. Muller (1888: Od. 6). | |
[pagina 211]
| |
*Proeve eener dichterlijke vertaling van de Ilias van Homerus, door Matthijs Siegenbeek, Amst., Allart, 1807. - Zangen 22 en 24, en *Ilias VI [door M. Siegenbeek], in: Euterpe... door Jacobus Kantelaar en Matthijs Siegenbeek, Eerste stuk, Amst., Allart, 1810, p. 11-44. *Ulysses Hellevaart. Het elfde boek van Homerus Odysséa; Ulysses t' Huisreis. Het vijfde boek van Homerus Odysséa, in: Najaarsbladen. Door Wm Bilderdijk, Eerste deel; Tweede deel, Grav., Immerzeel, 1808; 1809, p. 1-51; p. 17-46, en *Ilias, zesde zang, in: Affodillen van W. Bilderdijk, Tweede deel, Haarlem, Bohn, 1814, p. 29-56. Opgenomen in: Bilderdijk, Dichtwerken, II, 1856, p. 436-449. *Derde gezang [van de Ilias], in: Handelingen van het Ned. congres... Gent 1849, Gent, Hebbelynck, 1850, p. 136-148. - Vert. D. Cracco, en *Zesde Zang [van de Ilias], in: Het Taelverbond... Mengelingen, 1854, p. 145-161. - Vert. D. Cracco. *Reddingius (Joannes), Odysseus en Nausikaa..., in: Licht en Waarheid, 23 (1913), p. 172-304, passim. - Bevat prozavert. van Od. 6 en 7 (p. 238-272 en 282-288) en enkele omringende stukken. *Homeros, Ilias, I en VI; Zangen XXII [en] XXIV. In het Nederlandsch bewerkt door R. De Pauw, A. Clerckx en G. Timmermans... Tweede, verbeterde druk (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1946. - De eerste druk (1944, De Pauw en Clerckx) vertaalde zangen 1, 6 en 22 in één deeltje. Herdr. tot resp.: Antw.-Utrecht, Stand., 19728 (1 en 6); Antw.-Utrecht, Stand., 19685 (22 en 24). *Homeros, Odussea, Zangen I en III; Odusseia, Zangen V en VI, in het Nederlands vertaald door Adr. Roelofs (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1946; 1947. *Homerus Odyssee, boek VI: Nausikaä. Vertaling: H.J. de Roy van Zuydewijn, in: Maatstaf, 39 (1991), 1, p. 51-59, en *Homerus Odyssee - Boek IX: Bij de Kikonen, de Lotoseters en de Cycloop. Vertaald door: H.J. de Roy van Zuydewijn, in: Maatstaf, 39 (1991), 7, p. 61-75. - Voorpubl. van een volledige vert. | |
Aanvullende opmerkingFragm. vertaald door literatoren (buiten het reeds genoemde): W. Bilderdijk (1788: Il. 1, 1-196), H.A. Spandaw (1813: Il. 6, 359-502), D. Sleeckx (1842: Od. 12, 1-141), D. Cracco (1848: Il. 5, 711-909), I. da Costa (1855: Il. 6, 406-485 en 24, 762-775), G. Gezelle (1866: Il. 12, 195-229), P. van Duyse (1884: Il. 1, 1-21), J. Boon (1944: Il. 6, 441-496), J.H. Leopold (1952 +: Il. 18, 369-443), B. Aafjes (1965: fragmentjes uit Il.), M. Gijsen (1983: Il. 23, 773-781), H.J. de Roy van Zuydewijn (1983 +: Od. 5, 228-493 en 8, 266-369), J. Boonen (1988: Il. 10, 1-110). | |
Horatius(Quintus Horatius Flaccus; 65-8 v.C.). Latijns lyrisch dichter. Zijn omvangrijke oeuvre bestaat uit (in alfabetische volgorde): Carmina (Liederen/Oden) | |
[pagina 212]
| |
in 4 boeken, waarbij doorgaans het Carmen saeculare (Lied bij het Eeuwfeest) wordt gevoegd; Epistulae (Brieven) in 2 boeken, waaruit de laatste brief (= 2, 3) beter bekend is als Ars poetica (Dichtkunst), die we hier als een afzonderlijk werk beschouwen; Epodi of Iambi (Epoden of Jamben) in 1 boek; Satirae of Sermones (Satiren of Gesprekken) in 2 boeken. | |
Het integrale oeuvre (of nagenoeg)*Horatius' Satiren en Brieven; Oden en Epoden, in proza vertaald... door W.G. van der Weerd, 2 dln. (Klass. Schr.), Amst., Versluys, 1906-1907 [1908]. - Titeluitgave van Oden en Epoden: Zutphen, Thieme, (na 1920). Epod. 8 en 12 niet vertaald. *Q. Horatius Flaccus. Metrische Vertaling van Al zijne Werken, door W.B. Westermann, Maarssen, Westermann, 1936. - Verspreid in 100 exx. (gestencild). Bijna integraal: 13 epodi niet vertaald. *Alle Brieven van Q. Horatius Flaccus, in Nederlandsche verzen nagevolgd door A. Rutgers van der Loeff (De Tiende Muze), Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1949, en *Quintus Horatius Flaccus, Liederen; Jeugdwerk, nagevolgd en toegelicht door A. Rutgers van der Loeff (Klass. Gal., 83; 82), Antw., DNB/Amst.-Antw., Wereldbibl., 1952; 1954. - ‘Jeugdwerk’ = Sat. en Epod. Versvert. Een aantal vert. uit de 4 werken verscheen reeds vroeger in boekvorm: Horatius en zijn Brief over de dichtkunst, met twintig andere gedichten..., Den Haag, Boucher, 1939 (tekst en vert.). | |
Twee of meer volledige werken*Q. Horatius Flaccus Lierzangen En Dichtkunst. In het rijmeloos vertaelt Door J. v. Vondel, Amst., Spillebout, 1654. - Carm., Epodi en Ars. Opgenomen in: Vondel, De werken, XVI, 1891, p. 60-208, en Vondel, De werken, VII, 1934, p. 258-370. *Hekeldichten, Brieven en Dichtkunst van Q. Horatius Flaccus. In Nederduitsche vaarzen overgebragt door B. Huydecoper, Amst., Ratelband-Uitwerf, 1737. - In 1726 verscheen al (zonder de Ars): Hekeldichten en Brieven van Q. Horatius Flaccus... in Nederduitsch Ondicht overgebragt..., Amst., Barents (titeluitgave: Amst., de Broen, 1728). Beide publ. bevatten ook een versvert. van Sat. 1, 1. *Horatius, Oden en Epoden. Vertaald en ingeleid door L. Elaut (Helios Reeks), Brugge-Brussel, Kinkhoren, 1946. - Twee emissies, de ene met, de andere zonder de Lat. tekst. Prozavert. 28 nrs. niet vertaald, ‘uit welvoeglijkheid’. Herdr. (alleen de vert.): Brugge, DDB, 1954, en *Horatius, Satiren en Brieven. Vertaling van L. Elaut (Helios Reeks), Brugge-Amst., DDB, 1951. - Prozavert., bijna integraal. *Q. Horati Flacci Poemata. Ingeleid, vertaald en toegelicht door B.L. Meulenbroek, Carmina-Iambi, Leeuwarden, Eisma, 1984. - Tekst en prozavert. *Horatius, Oden en Epoden; Satiren en Brieven, ingeleid, vertaald en toegelicht | |
[pagina 213]
| |
door Louis van de Laar (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1987; 1988. - Versvert. Van de Laar vertaalde het hele oeuvre, behalve de Ars. Een aantal vert. (18 Carm. en 1 Epod.) verscheen reeds vroeger in boekvorm: Q. Horatii Flacci Carmina selecta, Antw., Heeffer, 1984. | |
Één ‘volledig’ werk of uitgebreide fragmenten uit één werk*Vóór 1924: P. van Winter (1804: Carm. en Epod., op enkele gedichten na volledig), P.H.A.J. Strick van & tot Linschoten (1808: 9 Carm. en Epod. 4), H.G. Oosterdijk (1819: Carm. en Epod., op enkele gedichten na volledig), M.S. Polak (1827: Epist., zonder de Ars), J.H.J. van Wageningen (1866: Ars).
Ars Poetica *Q. Horatius Flaccus Dichtkunst, Op onze tyden én zéden gepast... Door A. Péls, Amst., Bouman, 1677. - Versvert. Enkele herdr. tot: Amst., Gedrukt voor het Kunstgenootschap [Nil Volentibus Arduum], 17074. Nieuwste uitgave: Schenkeveld-van der Dussen (Maria A.), A. Pels, Q. Horatius Flaccus... (Van Gorcum's Literaire Bibliotheek, 23), Assen, Van Gorcum, 1973. *Horatius' brief... over de Dichtkunst, vertaald door Ae.W. Timmerman, in: De Nieuwe Gids, 52 (1937), 2, p. 422-439. - Vert. in hexameters. *Horatius, Over de dichtkunst, in het Nederlands vertaald door G. Timmermans (Klass. Vert., [25]), Antw. etc., Stand., 1946. - Herdr.: 1953. *Horatius, Ars Poetica, ingeleid, verantwoord, vertaald en voorzien van een nabeschouwing over Horatius' dichterlijk voortleven bij Bilderdijk door P.H. Schrijvers, Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980. - Herdr.: (Baskerville Serie), 1990.
Carmina *Horatius' Oden metrisch vertaald door J.-M. Dautzenberg, Brussel, Monnom, 1923. - Postume publ. Bevat boek 1: integraal; boek 2: 1-12 en begin van 13; boek 3: 8, 9, 11, 20 en 30; boek 4: 11. Enkele vert. verschenen eerder (1845-1851). *Burger (C.P. Jr.), ‘Aere perennius’..., Grav., Nijhoff, 1926. - 50 carm. besproken, met Lat. tekst en (bijna steeds) volledige prozavert. *Horatius, Zangen, vertaald door Jaap van Gelderen, Amst., Spieghel-Mechelen, Kompas, 1933. - Vroeger al verschenen in periodieken (1916-1932). 1, 1; 1, 5 en 1, 23 opgenomen in: Muziek, 1944, p. 174-179 (de laatste twee met de Lat. tekst). *Cochez (J.), Een krans van Oden uit Horatius vertaald (Phil. St., Teksten en Verhandelingen, II, 3), Leuven, Phil. St., 1947. - Tekst en vert. in blanke vv. van 12 carm. *Horatius, Veertig oden, in het Nederlands vertaald door R. Langie en R. De Pauw... ([Klass. Vert.], 21), Antw.-Amst., Stand., 1953. - Herdr. tot: 19725 (herzien). *Brevet (F.J.), Horatius, Oden (Syr. Vert., 4), Leuven, Acco, 1978. - Vert. in | |
[pagina 214]
| |
vv. van alle Carm. en Epist. 1, 13. Een aantal vert. werd in eerdere publ. opgenomen: Zestien Oden en een Epode [2] van Horatius en Mozaïek, Grav., Boekencentrum, 1958 en 1966.
Epistulae *Q. Horatius Flaccus, Vijftien brieven. In het Nederlands vertaald en bewerkt door R. Langie en R. De Pauw... (Klass. Vert., 4), Antw.-Amst., Stand., 1951. - Epist. 1, 1-13 en 19-20 in prozavert. Herziene herdr.: 1965.
Satirae *Satyrae oft Sermones... Nu eerst duer Cornelis van Ghistele in onser duytscher talen Rhetorijckelyck ouerghesedt..., Thantwerpen, By Ameet Tauernier... m.d.lxix. - Boek 1 van de Sat. Herdr.: Tot Leyden, By Christoffel Guyot... Uoor Jan Jansz. Orlers... 1599. *Horatius, Satiren, vertaald door H. Verbruggen, Tweede druk (Klass. Vert., 2), Antw. etc., Stand., 1959. - 9 satiren in prozavert. De eerste druk (1951) vertaalde er 6. Herdr. tot: 19746. | |
Bloemlezingen*Vóór 1924: J.J. Hartman (1913: 31 stukken uit het hele werk). *de Cort (Frans), Liederen en gedichten..., Brussel, Monnom, 1912, p. 657-691. - Postume publ. 14 gedichten uit de Carm. en de Epist., waarvan enkele reeds eerder verschenen (1861-1876). Carm. 2, 16 en 3, 9 opgenomen in: Muziek, 1944, p. 183-189 (met de Lat. tekst). *Schockaert (Rufin), Bloemlezing uit de gedichten van Q. Horatius, met berijmde vertaling, Leuven, Nova et Vetera, 1948. - Uitgebr. selectie (103 p.) van veelal korte fragm. ‘die blijk geven van de hoge cultuur en de dichterlijke ziel van Horatius’ (p. 6). Eerder al 64 dergelijke bladzijden gewijd aan Horatius in: Schockaert, Bloemlezing, 1942, p. 62-125. *Gelder, Latijnse lyriek, 1949, p. 83-181. - De vert. zijn meestal van A. Rutgers van der Loeff; ook enkele vert. door Van Gelder en door andere, vooral oudere vertalers. Deels vv., deels proza. *Horatius, Oden en Epoden & Eeuwzang; Satiren - Brieven, inclusief Ars Poetica. Een bloemlezing ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 3; 15), Antw.-Amst., Stand., 1979; 1980. - Prozavert. *Quintus Horatius Flaccus. Een bloemlezing... In het Nederlands omgezet door Jan Sissau, Brugge, Diocesane Inspectie Secundair Onderwijs, 1986. - Uitgebr. selectie uit het hele oeuvre. *Liederen uit mijn landhuis. Vijftig gedichten van Horatius. Vertaald door Anton van Wilderode..., Leuven, Davidsfonds, 1988. - Lat. tekst en vert., inl. en comm. De vert. grotendeels in vijfvoetige jamben. | |
Aanvullende opmerkingEen grote schare vertalers heeft één of meer (fragm. van) gedichten vertaald. | |
[pagina 215]
| |
Van de literatoren vermelden wij: D.V. Coornhert (1575?: Epod. 2), J. van Hout (1578: Carm. 2, 14), A. vander Myl (1593: Carm. 2, 10 en 18, Epod. 2), P.J. Schaghen (1610: Epod. 2), J. van Heemskerk (1622: 6 Carmina), J. van den Vondel (1655 +: Carm. 1, 15 en 4, 2, berijmd), J. de Decker (1656: 6 Carmina), C. Goddaeus (1656: Carm. 2, 10 en 3, 30), J. Westerbaen (1657: Epod. 2; Carm. 2, 16 en 3, 9), H. Bruno (1659 +: Epod. 2 en 16; Carm. 3, 9 en 2, 17), J. van Someren (1660: Epod. 2 en 5 Carmina), C. Questiers (1665: Carm. 1, 1), W. Sluiter (1668: Sat. 2, 6, 79-117), D. van Hoogstraten (1678 +: 14 Carmina en Epod. 13), P. Rabus (1678: Epod. 3 en 5 Carmina), J. Antonides vander Goes (1685: 14 Carmina en Epoden), E. Koolaart (1689: Carm. 4, 7), L. Schermer (1712: Carm. 1, 8; 1, 12 en 4, 14), J. Zeeus (1712: Carm. 3, 4), J. de Haes (1720: Carm. 3, 9), J. Pluimer (1723: Carm. 3, 1 en 1, 11), J. Mz. Elias (1731: 2 epist. en 7 carm.), W.E. de Perponcher (1783 +: Epod. 2 en Carm. 2, 3; 2, 10 en 16), R. Feith (1788: Epod. 2), W. Bilderdijk (1789 +: 10 volledige Carmina, 2 volledige Epist. en Epod. 2), P. Boddaert (1789: Carm. 3, 9), M.C. van Hall (1794 +: talr. fragm. uit het hele werk), G. Outhuys (1795: Carm. 1, 30; 3, 9 en 2, 4), J. Kinker (1820: Carm. 3, 1), L. D'Hulster (1821: Carm. 1, 4), J.F. Willems (1821: Carm. 3, 9), P. van Duyse (1834 +: 12 Carmina; Epod. 6 en 7; Sat. 1, 1, 1-65; Ars 1-105), W. Hecker (1836: 4 Carmina), J.J.L. ten Kate (1836 +: Carm. 1, 23; Carm. saec.), K.S. Adama van Scheltema (1838: Carm. 2, 14), A.W. Engelen (1839: Sat. 1, 1, 1-42), J.B. David (1841: Sat. 1, 6), G. Gezelle (1863: Carm. 1, 1; opgenomen in: Muziek, 1944, p. 173-174), L.A.J. Burgersdijk (1884: Carm. 1, 37 en 3, 9), C. Vosmaer (1887: Sat. 1, 1), E.B. Koster (1890 +: Epod. 2 en Carm. 3, 13), R. Verhulst (1905: Carm. saec.; Carm. 4, 7 en 2, 10; het laatste met Lat. tekst in: Muziek, 1944, p. 183), B. Verhagen (1913 +: Carm. 1, 35 en 2, 18; Ars, 220-250), G. Wijdeveld (1942: Carm. 1, 9), P. Verbruggen (1955: Carm. 1, 38), B. Aafjes (1962: uit Carm. 1, 9), P. Claes (1972 +: Carm. 1, 5; 1, 8 en 23), J.P. Guépin (1987: Carm. 4, 2 en 3, 25), P. Verstegen (1987: Carm. 1, 4; 1, 5; 1, 9 en 25). | |
Hymni Christiani Graeci(Christelijke Griekse hymnen). Lofzangen ter ere Gods komen van het begin af voor in de christelijke traditie, eerst in ritmisch proza, later meestal in vers- en strofenvorm. De Griekse hymnenpoëzie is meer dogmatisch, uitbundig en repeterend dan de Latijnse. Voor hymnen op naam van bekende auteurs als Clemens Alexandrinus, Gregorius Nazianzenus, Romanus Melodus e.a. verwijzen wij naar deze namen. Er zijn echter ook anonieme hymnen, sommige zeer oud, als het Φῶς ἱλαρόν. Van de door Christ-Paranikas (1871) als ‘vroege anonyma’ beschouwde liederen noemen wij de volgende vertalingen:
*Gezangen der Grieksche Kerk. Naar het Grieksch, door R. Bennink Janssonius, Amst., Brandt-Haarlem, Enschedé-Gron., Schierbeek-van Heyningen Bosch, 1866. - Op p. 1-5 vert. van Δόξα ἐν ὑψίστοις en Φῶς ἱλαρόν (Christ-Paranikas, p. 38-40). | |
[pagina 216]
| |
*van der Leeuw (G.), Beknopte Geschiedenis van het Kerklied..., Gron.-Batavia, Wolters, 1939, p. 35. - Metr. vert. van Φῶς ἱλαρόν. Herdr.: 1948. *[Vertaling van Φῶς ἱλαρόν], in: Kerkvaders, 4 (1975), p. 7*. - Vert. Benedictinessen van Bonheiden. | |
Hymni Christiani Latini(Christelijke Latijnse hymnen). Hilarius Pictaviensis blijkt de eerste hymnendichter te zijn geweest in de Latijns-christelijke traditie. Andere belangrijke namen zijn: Ambrosius, Prudentius, Sedulius en Ennodius. Daarnaast zijn er in de late Oudheid nog een 40-tal anonieme hymnen, overwegend in ‘Ambrosiaanse’ strofen, waarvan er vele werden opgenomen in de Latijnse liturgie. Voor vertalingen verwijzen wij vooreerst naar de geciteerde namen. Hier vermelden wij nog een keuze uit de (vele!) boekpublikaties waarin grote gehelen van kerkelijke hymnen worden vertaald. Daarin vindt men de ‘klassieke’ stukken van Ambrosius, Prudentius en Sedulius (vaak in afwijkende versies), benevens anonieme antieke en tientallen jongere kerkzangen. Voor de afzonderlijke anonieme hymnen verwijzen wij naar de nrs. van de editie Walpole. ‘Antiek’ noemen wij de hymnen waarvan het bestaan is geattesteerd in bronnen van ten laatste einde 6de eeuw.
*Lijdens-hymnen der Katholieke Kerk; Lofzangen der Kerk ter eere van Jezus, Maria en Joseph; Lofliederen der Kerk ter eere van Gods Engelen en Heiligen; Daggezangen der Katholieke Kerk, in Hollandsche versmaat overgebragt door T. Stokvis, 4 dln., 's Hertogenbosch, Stokvis, 1865; 1866; 1870; 1879. - Lat. tekst en berijmde vert. In het vierde deel, p. 131-138: Algemeene lijst van al de vertaalde Latijnsche hymnen, totaal 157 nrs., w.o. 20 antieke (8 anonieme). *Nuijen (C.), Kerkelijk hymne-boek, Haarlem, St. Jacobs-Godshuis, 1922. - Berijmde vert. van 169 hymnen, w.o. 19 antieke (7 anonieme). *De hymnen van het getij- en misboek, uit hunne oorspronkelijke en huidige lezing, met behoud hunner maat, overgedicht en toegelicht door Rombout Jan Jordens, Tweede - grondig verbeterde - uitgave..., Tongerloo, Sint Norbertus Boekhandel, 1935. - Berijmde vert. van 285 hymnen, w.o. 25 antieke (11 anonieme). Op p. 395-403: Naamlijst der Latijnsche dichters. *Stallaert (Th.), De Hymnen der Kerk van het Romeins Brevier. Latijn-Nederlands, met woord- en tekstverklaring, Grav., Pax, 1963. - Berijmde vert. van 154 hymnen, w.o. 19 antieke (7 anonieme). Met registers. *Hymnen en liederen. Een bloemlezing uit de Latijnse gezangen en gedichten van de Kerk der eeuwen, verzameld en vertaald door J.W. Schulte Nordholt, Hilv.-Antw., Brand-Amst., ten Have, 1964. - Tekst en berijmde vert. van 57 nrs., w.o. 11 antieke hymnen (5 anonieme), chronologisch gerangschikt. Op p. 205-225: Aantekeningen. *Biezen-Schulte Nordholt, Hymnen, 1967. - Hierin tekst en vert., door Schulte Nordholt, van 50 Lat. hymnen, w.o. 15 antieke (6 anonieme), chronologisch gerangschikt; op p. 246-315: Opmerkingen over de dichters en liederen. *Lofzangen der latijnse Kerk, vertaald door F. van der Meer, Utrecht-Antw., | |
[pagina 217]
| |
Spectrum, 1970. - Tekst en metr. vert. van 113 hymnen, w.o. 57 antieke (29 anonieme). Met korte inl. en registers. | |
Aanvullende opmerkingDichterlijke vertalingen van (fragm. van) anonieme antieke hymnen, buiten de reeds genoemde, maakten ook: G. Smit (1940: nr. 111 Walpole; zie bloeml. Smit, Glorie, 1940), W. Barnard (1965: nr. 109 Walpole; zie bloeml. Gezangen, 1965) en J. Wit (1973: nr. 61 Walpole; zie bloeml. Liedboek, 1973). | |
Hymni Homerici(Homerische hymnen; 7de tot 4de eeuw v.C.?). Verzameling van 33 zangen in hexameters, ter ere van de Olympische en andere goden, toegeschreven aan Homerus. Vele zijn wellicht gecomponeerd door zogenaamde ‘rapsoden’, voordragers van o.m. de Homerische epen bij feestelijke gelegenheden. Ze vertonen veel Homerische stijlkenmerken, vandaar de verzamelnaam én het onderscheid dat gemaakt wordt tussen deze groep en andere ‘hymni pagani’ (zie aldaar). | |
Meerdere hymnen*Homerische Hymnen, vertaald door Ae.W. Timmerman, in: De Nieuwe Gids, 39 (1924), 1, p. 570-578; 39 (1924), 2, p. 695-709; 40 (1925), 2, p. 728-744; 41 (1926), 2, p. 642-660. - Metr. vert. van resp. de Aphrodite-hymne (5) (opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 48-54), de Demeter-hymne (2), de Apollo-hymne (3) en de Hermes-hymne (4). | |
Integrale hymnen of belangrijke gedeelten (alfabetisch)Aphrodite-hymne (5) *Campanus (M.) [= Matthijs van Velden], Hym. Vene:, in: Amsterdamsche Pegasvs..., Amst., Blaeu-Laken, 1627, p. 13-14. - Metr. vert. *van der Ben (N.), De Homerische Aphrodite-hymne 2. Een interpretatie van het gedicht, in: Lampas, 14 (1981), p. 67-107. - Met prozavert. van vv. 36-291.
Apollo-hymne (3) *R[eddingius] (J[oannes]), Homerische hymne op Apollo van Delos, in: Licht en Waarheid, 20 (1910), p. 169-173. - Metr. vert.
Demeter-hymne (2) *Lofzang op Ceres, in: Gedichten van J. van Lennep, Amst., Meijer Warnars, 1827, p. 1-25. - Herdr. in: Mengelpoëzij door J. v. Lennep, Leiden, Sijthoff, 1891, p. 298-309. *Koster (Edward B.), Demeter bij Keleos, in: De Gids, 61 (1897), 3, p. 124-129. - Vert. van vv. 96-305. Herdr. o.m. in: Koster, Verzamelde gedichten, 1903, p. 361-367, en in: Gedichten, 1907, p. 197-202. Opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 43-48. | |
[pagina 218]
| |
*Hymne aan Demeter... metrisch vertaald en ingeleid door Leo Speet, Amst., R.K. Boekcentrale, 1915. *Stock (R.), Oudgriekse mysteriegodsdiensten. Het Eleunisme [sic] (Agora), Kapellen, DNB, 1976. - Passim talr. fragm. in prozavert., o.m. van deze hymne. *Oudermans (Hilda), Homerische hymne aan Demeter..., in: Herm., 63 (1991), p. 2-13. - Inl. en vert.
Dionysus-hymne (7) *Berghuis (Hans), Aan Dionysus, in: Etruskische gezangen, Amst., Querido, 1989, p. 32-33. - Prozavert.
Gaia-hymne (30) *Stock (R.), Mensen en goden in Griekenland (Agora), Kapellen, DNB, 1975, p. 22-23. - Prozavert.
Pan-hymne (19) *Verhagen (Balthazar), Hymne aan Paan, in: Onze Eeuw, 13 (1913), 1, p. 123-125. - Metr. vert. Herdr. in: Verhagen, Nachtwaken, 1913, p. 57-59. | |
Aanvullende opmerkingB. Aafjes (1965) vertaalde een fragm. (vv. 146-164) van de Apollo-hymne. | |
Hymni pagani(Heidense hymnen). Buiten de hymnen op naam van bekende dichters (Ariphron, Callimachus, Catullus e.v.a.) en de afzonderlijk vermelde liederengroepen (Carmina Saliaria, Hymni Homerici, Orphica e.a.) zijn er nog vele andere lofzangen op goden of gevierde dynasten overgeleverd. Wij vermelden de Griekse Hymnus Curetum (Hymne van de Kretenzische Zeuspriesters, ca. 300 v.C.), de lofzang van Hermocles op Demetrius Poliorcetes (291 v.C.?), de hellenistische Isis-hymnen (o.m. van Isidorus) en het Oudromeinse Carmen arvale (Lied van de ‘akkerbroeders’). Zie ook onder Carmina popularia (Dionysus-lied) en Paean Delphicus.
*van der Leeuw (G.), Antieke roep- en klaagliederen, in: Primitief denken en beelden..., 's Graveland, Driehoek, 1942, p. 35-75 (ook afzonderlijk uitgegeven). - Met vert. van Carmen arvale en fragm. uit Hymnus Curetum en uit Hermocles' lofzang. *Vandebeek (G.), De Interpretatio Graeca van de Isisfiguur (Studia Hellenistica, 4), Lovanii, Studia Hellenistica, 1946. - Met passim citaten uit Isis-hymnen. Ongeveer hetzelfde in: Vandebeek (G.), De Hellenistische Isis (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, 400), Antw. etc., Stand., 1948. *Het oudste Christendom en de antieke cultuur, 1, Haarlem, Tjeenk Willink, 1951, p. 77-78. - 2 fragm. van Hermocles' hymne, vert. W. den Boer. | |
[pagina 219]
| |
Hyperides(ca. 390-322 v.C.). Grieks redenaar uit Athene. Op zijn naam staan 77 politieke en privaatrechtelijke redevoeringen, waarvan er slechts 6 goeddeels zijn bewaard. Hyperides was medestander van Demosthenes in diens strijd tegen het Macedonische imperialisme. In 322 hield hij de Epitaphius (Lijkrede voor Leosthenes en de gevallenen in de Lamische oorlog. Kort daarop werd hij door de Macedonische generaal Antipater terechtgesteld. | |
Epitaphius*Stock, Antieke welsprekendheid, 1945, p. 263-267. - Belangrijkste fragm. Ook in: Helikoon, 1942, p. 282-286 (in latere edities van Helicon sterk ingekort). | |
Hypsicles(2de eeuw v.C.). Alexandrijns wis- en sterrenkundige. Voegde aan de Elementa van Euclides een traktaat (boek 14) over regelmatige veelvlakken toe. Zie onder Euclides. |
|