De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
Gaius.Op naam van deze Romeinse jurist is een invloedrijk werk bewaard, dat doorgaans de titel Institutiones (Instituten) krijgt. Het gaat om een didactische voorstelling van het Romeinse privaatrecht. Het geschrift is wellicht ca. 160 n.C. tot stand gekomen. Delen ervan werden opgenomen in de Institutiones van Justinianus, en in de Digesta (zie onder Corpus iuris civilis). Nog andere geschriften worden aan Gaius toegeschreven.
*De Instituten van Gaius. Vertaling, tabellen en register van A.C. Oltmans, Haarlem, Tjeenk Willink, 1958. - Herdr. tot: 19673. - Tekst en vert. *De Instituten van Gaius, vertaald door J.E. Spruit en K. Bongenaar (Het Erfdeel van de Klassieke Romeinse Juristen, 1), Zutphen, Walburg Pers, 1982. - Tekst en vert. *Gaius en Paulus, vertaald door J.E. Spruit en K.E.M. Bongenaar (Het Erfdeel van de Klassieke Romeinse Juristen, 2), Zutphen, Walburg Pers, 1984. - Fragm. van een 5de-eeuwse parafrase van Gaius' Inst., afkomstig uit Autun (p. 12-43), en een (eveneens 5de-eeuwse?) Epitome Gai (Resumé van Gaius; p. 44-77). | |
Galenus(129-199 n.C.). De laatste grote Griekse medicus uit de Oudheid, afkomstig uit Pergamum en ook actief in Rome als keizerlijk lijfarts. Galenus schreef een reusachtig oeuvre bijeen, waarvan ca. 120 geschriften zijn bewaard. Behalve medische maken er ook filosofische, filologische en autobiografische werken deel van uit. In het medische domein bestrijken zijn werken vele deelgebieden en beperkt Galenus zich niet tot de opvattingen van één school, zodat we kunnen spreken van de laatste panoptische beschrijving van de geneeskunde uit de Oudheid. Galenus had vooral met zijn anatomisch-fysiologische opvattingen grote invloed op de medische ontwikkelingen in en na de middeleeuwen, o.m. via Arabische en Latijnse vertalingen. | |
Zelfstandige publikaties met vertalingen*Leerstellingen van den Griekschen arts Galenus over ligchaamsoefeningen. Uit de bronnen zamengesteld door B. Frank... In het Nederduitsch overgebragt door H. Eshuys..., Rott., Van Meurs-Stufkens, 1868. - Op p. 11-29 vert. van 2 fragm. uit De sanitate tuenda (Zorg voor de gezondheid). *Godderis (Jan), Galenos van Pergamon over psychische stoornissen. Een bijdrage tot de geschiedenis van de begripsontwikkeling in de psychiatrie, Leuven-Amersfoort, Acco, 1987. - Bevat vert. fragm. | |
[pagina 188]
| |
Fragmenten*Baumann (E.D.), Geschiedenis der geneeskunde..., Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1918, p. 113-116. - Vert. uit De locis affectis (Plaatselijke aandoeningen), 5, 8. *Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 381-408. - Reeks fragm. uit allerlei werken. *Straaten, Stoa, 1969, p. 65-66, 117-118. - 4 korte fragm. *Halbertsma (E.H.) - van Vels-van Dongen (J.A.), Galenus. Arts tussen droom en rede, in: Herm., 61 (1989), p. 170-201. - Bevat vert. fragm. *Hupperts, Olympische spelen, 1989, p. 172-176. - Vert. uit Protrepticus (Aansporing tot de geneeskunde) 9-14. | |
Gallus(Gaius Cornelius Gallus; ca. 69-26 v.C.). Latijns elegisch dichter van wie nagenoeg niets is bewaard. Gallus, die blijkens uitlatingen bij zijn ‘opvolgers’ Propertius, Tibullus, Ovidius én vooral zijn jeugdvriend Vergilius een gewaardeerd dichter is geweest, schreef 4 boeken elegieën waarin de geliefde Lycoris een belangrijke rol speelde. Het ooit aan hem toegedichte Lydia bella puella is een laat-middeleeuws maaksel.
*Hottentot (Wim), Fata libelli: over toeval, in: Optima, 6 (1988), p. 186-198. - Op p. 192 letterlijke vert. van recent ontdekte en aan Gallus toegeschreven vv. | |
Gargilius(Quintus Gargilius Martialis; midden 3de eeuw n.C.). Romeins auteur van een landbouwkundig werk met aandacht voor medische aspecten. Fragmenten zijn bewaard, waaronder een omvangrijk met de titel Medicinae ex oleribus et pomis (Geneesmiddelen uit groente en fruit).
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 341-343. - 4 fragm. | |
Gaudentius Donatista(begin 5de eeuw n.C.). Bisschop van de donatistische kerk van Thamugadi (Timgad) in Numidië. Uit zijn brieven worden citaten aangehaald in de Contra Gaudentium (418/9) van Augustinus.
*Arnold/Hooghe, Historie, 1701, p. 853-855. - Vert. van een aantal citaten. | |
Gellius(Aulus Gellius; 2de eeuw n.C.). Latijns auteur. Tijdens een eenjarig verblijf in Athene schreef hij Noctes Atticae (Attische nachten), dat grotendeels is bewaard. In dit geschrift gaat de auteur in op verscheidene filosofische, juridische, godsdienstige en tekstkritische problemen. Daarbij geeft hij vele citaten uit teksten die voor de rest verloren zijn, wat aan het werk een toegevoegde waarde geeft.
*Brakman, Opstellen, 1934, p. 63-68. - Vert. van 2, 23 (vergelijking Menander-Caecilius). | |
[pagina 189]
| |
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 338-341. - Vert. van 12, 1 (over zuigelingenvoeding), bekort. *Wijnen (J.), Uittreksels uit Aulus Gellius, in: Nova et Vetera, 38 (1960-1961), p. 447-452. - Praef.; 1, 19; 7, 14. Lat. tekst met vert. en verklaring van woorden. *Bartelink (G.J.M.), Androclus en de leeuw. De geschiedenis van een literair motief, in: Herm., 51 (1979), p. 2-13. - Vert. uit 5, 14. | |
Germinius(2de helft 4de eeuw n.C.). Ariaans gezinde bisschop (ca. 356) van Sirmium in Illyrië. Ging op 13 januari 366 een debat aan met de rechtgelovige leek Heraclianus. Zie Altercatio Heracliani cum Germinio. | |
Gerontius(† 485 n.C.). Priester en geestelijk bestuurder van het Melaniaklooster op de Olijfberg bij Jeruzalem. Aan hem wordt een historisch belangrijke Vita Melaniae Iunioris (Leven van Melania de Jongere) toegeschreven. Melania (ca. 383-438), Romeinse senatrix, was een volgelinge van Hiëronymus in Palestina en stichtte er het klooster op de Olijfberg. De Vita is overgeleverd in een Griekse en een Latijnse versie; de eerste zou de originele zijn volgens de uitgever Rampolla del Tindaro.
*Sancta Melania de Jongere... naar een uitgave van Mariano Rampolla de [sic] Tindaro vrij bewerkt door Teresia Pia Waszklewicz van Schilfgaarde, Leiden, van Leeuwen, 1911. - Buiten vele korte aanhalingen worden (p. 222-237) de cap. 60-70 volledig vertaald. *Gerontius, Leven van St. Melania de Jongere, vertaald door Maria Ruhe (Getuigen, II, 3), Amst., R.K. Boekcentrale, 1942. - Integrale vert. | |
Gorgias(ca. 480-380 v.C.). Succesrijk Grieks redenaar en retorica-leraar, afkomstig uit Leontini en als reizend spreker actief op het Griekse vasteland. Slechts 2 redevoeringen zijn bewaard: Helenae encomium (Lof van Helena) en Palamedis apologia (Verdedigingsrede voor Palamedes). Verder zijn dankzij Sextus Empiricus en Pseudo-Aristoteles 2 fragmenten overgeleverd uit een sceptisch-filosofisch werk, een polemiek tegen Parmenides: ‘Over het nietzijnde of over de natuur’. Andere redes en theoretische geschriften zijn verloren. We vermelden nog dat Gorgias optreedt in de gelijknamige dialoog van Plato en dat naar hem de ‘Gorgiaanse stijlfiguren’ zijn genoemd, figuren waarvan de ‘herhaling’ het voornaamste kenmerk is. | |
Helenae Encomium*Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 14-18. - 4 fragm. *Pinnoy (Maurits), Gorgias en de retoriek, in: Dietsche Warande en Belfort, 121 (1976), p. 294-297. - Bevat vert. van 8-14. *Angelet (Nathalie), Gorgias, ‘Lofrede op Helena’ §8-15a. Inhoudelijke en stilistische bespreking, in: Kleio, N.R., 15 (1985), p. 66-85. - Met Gr. tekst en vert. van 8-15a. | |
[pagina 190]
| |
*Croon (J.H.), De betovering van het woord, in: Westenbroek (J.J.M.) e.a., Verleidingskunsten der Muzen, Muiderberg, Coutinho, 1986, p. 25-38. - Op p. 27-29 vert. van 8-14. | |
Palamedis Apologia*Sicking, Antieke pleidooien, I, 1969, p. 14-26. - Inl. en vert. | |
‘Over het niet-zijnde of over de natuur’*Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 339-344. - Korte testimonia en vert. van een lang fragm. *Bakker, De mens, 1986, p. 39-57. - Vert. op p. 47-55. | |
Gregorius Nazianzenus(ca. 330-390 n.C.) of Gregorius de Theoloog. Grieks-christelijk schrijver en kerkleraar, geboren te Nazianzus in Cappadocië, een tijdlang patriarch van Constantinopel. Groot redenaar en produktief versifex. Van hem zijn bewaard: 45 Orationes (Redevoeringen), waaronder een apologie van zijn vlucht voor het priesterschap (or. 2), een lofrede op zijn broer Caesarius (or. 7) en een preek over de armenzorg (or. 14); 245 Epistulae (Brieven); meer dan 400 Carmina (Gedichten), leerstellig, didactisch, persoonlijk enz. Uit zijn Carmina komen ook de 254 grafschriften en epigrammen die boek 8 van de Anthologia Graeca (zie aldaar) uitmaken. | |
Orationes*Gregorius Nazianzenus Van de Mededeelzaamheidt, uit het Grieks in 't Nêerlands overgebragt. Door Petrus Francius, Amst., Wetsteen, 1699. - Vert. van or. 14, met lange Voorreden en uitvoerige Aanteekeningen. *Hugenholtz, Levenslicht, 1889, p. 354-363. - Fragm. uit or. 14-15, 17, 21 en 43. Herdr.: 1910 (p. 282-288). *Noppen (C.), Lofrede van Caesarius door S. Gregorius van Nazianze, in: Nova et Vetera, 16 (1934), p. 236-254 en 530-542. - Integrale vert. van or. 7, met comm. *Henning (Cornelius Josephus), De eerste schoolstrijd tussen Kerk en Staat..., Nijm., Berkhout, 1937, p. 118-125. - Vert. van fragm. uit or. 4 en 5 (tegen keizer Julianus). *Munsters (A.), Priesterlijke volmaaktheid; Geestelijke geneeskunde, in: Ons Geestelijk Leven, 22 (1945-1946), p. 245-249; 24 (1947-1948), p. 30-37. - Vert. van or. 2, 9-34. *Eyben, Jong zijn, 1979, p. 40-46. - Vert. van or. 43, 15-24. | |
Epistulae*Sailer/Steenwijk, Brieven, I, 1828, p. 151-167. - Vert. van/uit 8 epist. | |
Carmina*Bilderdijk, Dichtwerken, VI en XII-XIV, 1857-1859, passim. - 5 fragm. uit Carm. 2, 1. | |
[pagina 191]
| |
*X., Ode naar het Grieksch des H. Gregorius van Nazianzen, in: De Vlaamsche Wacht, 7 (1884-1885), p. 98. - Carm. 1, 1, 30 berijmd. *Davids (H.L.), De gnomologieën van Sint Gregorius van Nazianze, Nijm.-Utrecht, Dekker-Van de Vegt, 1940 (ook als diss. K.U. Nijm.). - Op p. 18-129 tekst, vert. en bespr. van Carm. 1, 2, 30-33. *Hamman/Beekman, Gebedsbron, 1957, p. 239-246. - 12 fragm. uit Carm. 1, 1. *O Gij, alles voorbij..., vertaling van Kees Waaijman en Jo Tigcheler, in: Speling, 24 (1972), I, p. 13-15. - Vert. van Carm. 1, 1, 29. *Spiegel, 1988, p. 217. - Fragm. uit Carm. 2, 1, 1, vert. Hans Warren en Mario Molegraaf. | |
Gregorius Nyssenus(ca. 335-394 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, jongere broer van Basilius Magnus. Werd in 371 bisschop van Nyssa in Cappadocië. Retorisch en wijsgerig geschoold, wilde hij in zijn geschriften, redevoeringen en brieven christelijk en neoplatonisch gedachtengoed verzoenen. Zijn oeuvre omvat: 1) een aantal leerstellige werken, w.o. de grote Oratio catechetica (Toespraak over de geloofsleer); 2) exegetische, vaak mystiek-allegorische verhandelingen en preken, o.m. De vita Mosis (Het leven van Mozes), 15 Homiliae in Canticum canticorum (Preken over het Hooglied), De engastrimytho (Over de geestenoproepster [van I Sam. 28]), 8 Orationes de beatitudinibus (Toespraken over de zaligheden), 5 Homiliae in orationem dominicam (Preken over het gebed des Heren); 3) redevoeringen en feestpreken; 4) ascetische geschriften, w.o. De vita Macrinae (Leven van Macrina) over zijn eigen zuster, en De instituto christiano (Het christelijke levensideaal); 5) een 3O-tal Epistulae (Brieven). | |
Oratio Catechetica*Gregorius van Nyssa, Oratio Catechetica, ingeleid en vertaald door W.C. van Unnik (Klass. Kerk, 1, [3]), Amst., Holland, 1949. - Integrale vert. | |
Exegetische geschripten en preken*Hugenholtz, Levenslicht, 1889, p. 363-366. - Fragm. uit Or. dom. 3 en Beat. 1. Herdr.: 1910 (p. 289-291). *Gregorius van Nyssa, Als je blijft zoeken... Vertaling Jo Tigcheler en Kees Waaijman, in: Speling, 26 (1974), 3, p. 83-85. - 2 fragm. uit V. Mos. 2. *Smit (Gabriël), Avondboek, Baarn, Ambo, 1978, p. 47. - Fragmentje uit Or. dom. 4. Herdr.: 1978. *Gregorius van Nyssa, Vijftien homilieën over het Lied der liederen; vertaling en inleiding Michel Coune, Brugge, Zevenkerken, 1991. - Integrale vert. van Hom. in Cant., naar een voorvertaling van Bertrand Couwenberg (1965). *Parmentier, Goddelijke wezens, 1989, p. 86-91. - Voorstelling en vert. van Engastr. *Gregorius van Nyssa, Over het leven van Mozes... Uit het Grieks vertaald, | |
[pagina 192]
| |
ingeleid en geannoteerd door de Benedictinessen van Bonheiden (Kerkvaderteksten met Commentaar, 9), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1992. - Integrale vert. | |
Feestpreken*Kerkvaders, 1984, p. 137-167. - Preek op Epifanie (= Bapt. Chr.), vert. en toelichting M.F.G. Parmentier. *Paasfeest, 1989, p. 60-62 en 64-69. - Twee preken over de verrijzenis, vert. C. Datema (Res. 4) en R.F. Regtuit (Res. 5). | |
Ascetische geschriften*Gregorius van Nyssa, Makrina. Een biografie... Ingeleid en vertaald door R. Leys (Klass. Gal., 132), Antw., DNB/Amst., Wereldbibl., 1958. - Integrale vert. *Gregorius van Nyssa, Het leven van de heilige Macrina. Vertaald en ingeleid door F. van der Meer en G. Bartelink, Utrecht-Antw., Spectrum, 1971. - Met integrale tekst en vert. *Pelgrim, 1976, p. 31-34. - Vert. van Inst. chr., door C. Wagenaar. | |
Gregorius Thaumaturgus(ca. 213-ca. 270 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, geboren te Neocaesarea in Pontus. Werd ca. 240 bisschop van zijn geboortestad. Later ‘de Wonderdoener’ geheten, vanwege de spectaculaire aan hem toegeschreven wonderen. Enkele authentieke geschriften van hem zijn bewaard, o.m. een Symbolum (Geloofsbelijdenis), aangehaald in de Vita Gregorii Thaumaturgi (Leven van Gregorius de Wonderdoener) van Gregorius Nyssenus.
*Gregorius van Nyssa, Het leven van de heilige Macrina, 1971 (zie onder Gregorius Nyssenus), p. 13-15. - Vert. van het Symb., door F. van der Meer en G. Bartelink. |
|