De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
Jamblichus(ca. 250-325 n.C.). Grieks neoplatonisch filosoof uit Chalcis, leerling van Porphyrius. Hij schreef een aantal commentaren op werken van Plato en Aristoteles. Bewaard zijn daarnaast: een geschrift De mysteriis Aegyptiorum (De mysteriën van de Egyptenaren), waaruit Jamblichus' belangstelling voor het occulte blijkt; 5 boeken van de 10 die een inleiding op en een samenvatting van het pythagorisme vormden. Het eerste daarvan draagt de titel Vita Pythagorae (Biografie van Pythagoras), het tweede Adhortatio ad philosophiam (vaker: Protrepticus; Aansporing tot de filosofie). | |
De Mysteriis Aegyptiorum*Wytzes (J.), De schemering van het heidendom, in: Herm., 42 (1970-1971), p. 160-169. - Met passim citaten in vert. | |
Vita Pythagorae*Jamblichus/Porphyrius, Leven en leer van Pythagoras, ingeleid, vertaald en toegelicht door H.W.A. van Rooijen-Dijkman (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1987. - Op p. 15-104 ‘Jamblichus, Het leven van Pythagoras en de zijnen’. | |
Adhortatio*Gulden verzen, 1911, p. 61-63 en 64-94 (= 19793, p. 53-55 en 56-86). - Resp. ‘Pythagoreesche zinsneden uit de vermaningen van Yamblichus [sic]’ en ‘De symbolen van Pythagoras’, = vert. van Adhort. 2 en 21 (zonder de inl.), door Clara Streubel. *Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 389-396. - Lange passages uit Adhort., blijkbaar overgenomen van een anonieme sofist (Antiphon?) uit de 5de eeuw v.C. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 134-135. - Vert. uit Adhort. 21, door W.A. van Lakwijk. | |
Aanvullende opmerkingJoyce & Co (ps. voor Geerten Meijsing; 1982) vertaalde een aantal ‘akousmata’ uit de Vita Pyth. | |
Johannes Chrysostomus(ca. 345-407 n.C.). Grieks-christelijk schrijver en kerkleraar. Geboren in Antiochia (Syrië), retorisch geschoold bij Libanius, eerst priester en predikant in zijn geboortestad, in 398 bisschop en patriarch van Constantinopel. Groot, beginselvast kerkherder (stierf in ballingschap) en | |
[pagina 228]
| |
schitterend redenaar (kreeg daarom de bijnaam ‘Goudmond’). Zijn oeuvre omvat een paar tientallen traktaten, een corpus brieven en vele honderden preken. In het overzicht dat volgt vermelden wij alleen die werken waarvan Nederlandse vertalingen voorhanden zijn. 1) Exegetische preken (meer dan 600), waarin de bijbelteksten historisch en praktisch worden verklaard: van het O.T. vooral het boek Genesis en de Psalmen; van het N.T. de evangeliën van Mattheus, Lukas (7 preken In Lazarum [Over Lazarus]) en Johannes, de Handelingen van de Apostelen en alle brieven van Paulus. 2) Andere preken en redevoeringen: 21 toespraken De statuis (Over de standbeelden), n.a.v. het omverhalen van keizerlijke standbeelden bij een oproer in Antiochia, 2 redevoeringen In Eutropium (Over Eutropius), toen deze hoveling in ongenade viel, 2 toespraken Ante exilium (Vóór zijn verbanning), een rede Non esse ad gratiam concionandum (Men mag niet preken voor het succes); verscheidene feestpreken voor heiligen: 7 De laudibus Pauli (Verheerlijking van Paulus), een Panegyricus in Babylam (Lofrede op Babylas) en 3 Panegyrici in martyres (Lofredenen op de martelaren); dogmatisch-polemische redevoeringen: 12 Contra Anomoeos (Tegen de loochenaars van de wezensgelijkheid [van Christus]), 8 Adversus Iudaeos (Tegen de joden); over geloofsleer: 12 Catecheses (Toespraken tot dopelingen); over christelijk leven: 2 preken De precatione (Over het bidden), mogelijk onecht, 9 preken De paenitentia (Over de boete), een preek In kalendas (Op nieuwjaar), tegen uitspattingen bij dat feest; preken voor het kerkelijk jaar en over het leven van Jezus: In diem natalem Christi (Op de geboortedag van Christus), De baptismo Christi (De doop van Christus), De proditione Iudae (Het verraad van Judas) 1-3, De cruce (Het kruis) 1-2, De coemeterio (Het graf), De resurrectione Christi (De verrijzenis van Christus), De ascensione Domini (De hemelvaart van de Heer), De pentecoste (Het pinksterfeest) 1-2. 3) Traktaten: 6 boeken De sacerdotio (Het priesterschap), in de vorm van een gesprek over de waardigheid en de verantwoordelijkheid van het priester- en bisschopsambt; het kloosterleven wordt aangeprezen in 2 verhandelingen De compunctione (De boetvaardigheid), 3 boeken Adversus oppugnatores vitae monasticae (Tegen de bestrijders van het monnikenleven), een brief Ad Theodorum (Aan Theodorus), om zijn vriend Theodorus (Mopsvestenus) aan te zetten naar het klooster terug te keren; over de zin van lijden en beproeving handelen 3 troostschriften Ad Stagirium a daemone vexatum (Aan Stagirius, die door de duivel werd gekweld) en Quod nemo laedatur nisi a seipso (Niemand lijdt schade tenzij door zichzelf); 2 verweerschriften zijn mogelijk onecht: In Babylam martyrem contra Iulianum et gentes (Op de martelaar Babylas, tegen Julianus en de heidenen) en Contra Iudaeos et gentiles quod Christus sit Deus (Tegen joden en heidenen, ten bewijze van Christus' godheid). 4) Een corpus van 236 Epistulae (Brieven), alle uit de tijd van zijn verbanning (404-407). Het zijn meestal persoonlijke stukken, waaronder 17 aan de vrome weduwe Olympias; ook 2 brieven aan paus Innocentius 1. | |
[pagina 229]
| |
De ‘Liturgie van de H. Johannes Chrysostomus’, die tot in onze dagen in de Griekse Kerk gebruikelijk is, kan niet tot zijn authentieke geschriften gerekend worden. Vanaf de 16de eeuw werden vele preken en traktaten van Chrysostomus in het Nederlands vertaald. Vandaar een vrij lange lijst van titels, waarbij nogal wat toelichting nodig is om ze te ontsluiten. | |
(Uit) verschillende werken*Van die beweechnisse des herten, tot berouwe der sondê. Met meer ander gulden tractaetkês des alder heylichsten Johannis Chrysostomi. Overgheset wt dê Latine in duytsce, door... Anthonis van Hemert, Gheprent Thantwerpê... by mi Symon Cock... [Anno .m.d.xlvi. den .xviij. in Augusto]. - Integrale vert. van Compunct. 1-2, Ad Theod., Nemo laed. en Stat. 20. *Sinte Jan Chrysostom'... Overgheset wttê Latijne in duytsche bi Boudê de smit, [Thantwerpen By Jan Roelandts. Anno .m.ccccc. eñ Vijftich]. - Vertaalt fragm. van Hom. 52. 66. 77 in Mt. en Hom. 55 in Gen. *Een Sermoen van Sent Jan Chrysostomus, op twoordt van den Apostel Paulus... Metgaders noch een ander Sermoen van den zeluen Leeraer... nu eerst in onzer taelen overghestelt by Cornelis van Cuelen..., Te Ghendt... by Henrick van den keere... [1560]. - Integrale vert. van Stat. I en Nemo laed. *Een Sermoen van S. Jan Guldemôt, tractereñ Van heymelicker veeten... Met noch een ander sermoen van den zeluen leeraer... nu nieuwe in onzer talen overghestelt eñ met breeder woorden uutgheleyt ende ghedeclareert, duer Cornelis van Cuelê..., Te Ghendt... by Henrick van den keere... [1560]. - Integrale vert. van Stat. 20 en Hom. in Mt. 18: 23. *Vondel, Grotius Testament, 1645. - Een 12-tal korte citaten. *Doijer (Assuerus), Hulde aan Chrysostomus, 3 dln., Zwolle, van Stégeren, 1815; Doijer, 1819-1822. - In deel I een fragm. van Laz. 3 en Paenit. 5 integraal; in deel II: Serm. 4-5 in Gen., Hom. in Gal. 2: 11 en Eutrop. 1, alles integraal, plus een bloeml. uit allerlei werken; in deel III: grote stukken van Adv. Iud. 4-7 en Contra Iud.; Laud. Paul. integraal. Deel I herdrukt: Joannes Chrysostomus..., Amst., Bom, 1838. *des Amorie van der Hoeven (Abm), Joannes Chrysostomus, voornamelijk beschouwd als voorbeeld van ware Kansel-welsprekendheid, Delft, Allart, 1825. - Met vert. uit Eutrop. 2, Hom. 30 in Act. en Stat. 3. Herdr.: Leeuwarden, Suringar, 1852. *Redevoeringen des heiligen oudvaders Chrysostomus, uit het Grieksch overgebracht door Willem Bilderdijk, Breda, Sterk, 1832. - Hierin integrale vert. van Non ad grat., Contra Iud. en Eutrop. 1. *Joannes Chrysostomus, Lofredenen op den H. Apostel Paulus. Uit het Grieksch vertaald en uitgegeven door Anianus Secundus [= Jacobus Henricus van Buul], Utrecht, Altheer, 1834. - Bevat niet alleen de 7 Laud. Paul., maar ook een groot fragm. van Hom. 33 in Rom. en kleine stukken uit Paneg. Bab. en In Bab. | |
[pagina 230]
| |
*Ignatius en Chrysostomus, of Uittreksels uit de schriften dezer Kerkvaders... Uit het Hoogduitsch, Amst., Marjée, 1835. - Anonieme vrije vert. van Ante exil. I en een aantal fragm., vnl. uit Hom. 83-86 in Mt., Hom. 83 in Joh. en Cruc. 1-2. *van Cooth (A.M.C.)-Lans (M.J.A.), Handleiding bij het onderwijs in de gewijde welsprekendheid. Tweede... uitgave, Leiden, van Leeuwen, 1896. - Doorlopend geïllustreerd met vert. uit Chrysostomus. Herdr. tot: 19204. *Vandenberghe (Bruno H.), Chrysostomus herleeft. Keur van preeken, naar het Grieksch..., Antw., Geloofsverdediging, 1938. - Integrale vert. van Kal., Bapt., Paenit. 5, Prod. Iud. 2, Coem., Res. Chr., Ascens., Pent. 2, Anom. 7, Paneg. mart. 3, Eutrop. 1; fragm. van Nat. en Hom. 82 in Mt. *van Susante (J.), De zondagsmis naar den heiligen Joannes Chrysostomus, in: Ons Liturgisch Tijdschrift, 25 (1939-1940), p. 85-87 en 97-99. - Vert. van fragm. uit Bapt. en Pent. 1. *Cloin (G.), De H. Johannes Chrysostomus over de huiselijke opvoeding; De H. Joh. Chrysostomus over de verhouding van man en vrouw..., in: Nederlandsche Katholieke Stemmen, 41 (1941-1945), p. 104-109; 174-179. - Voorstelling en vert. van fragm. uit Hom. 20-21 in Eph., Hom. 10 in Col., Hom. in Tim. 5: 9 en Oppugn. 3, 5-7. *Zr. M. Costanza [= Anna van der Hegge Zijnen], De heilige Joannes Chrysostomus..., Haarlem-Antw., Gottmer, 1952. - Doorspekt met vertaalde citaten van en over Chrysostomus; zie Bronnen op p. 263-273. *S. Joannes Chrysostomos, uit het Commentaar op het Evangelie van Sint Jan. [Nederlandse vertaling: J. van Susante], Vaals, Abdij Sint-Benedictusberg, 1981. - Grote bloeml. uit Hom. in Joh.; bovendien, p. 400-401, fragm. uit Prod. Iud. 1. | |
Exegetische homilieën*Oud-Neêrlandsch Rijm en Onrijm, verzameld door J.M. Schrant, Leiden, van der Hoeck, 1851, p. 267-270. - Middelned. vert. van Hom. 11 in Heb. 3-4. *Een Oratie van S. Jan Chrisostomus op de woordê van den Prophete David... nu nieuwe in onzer taelen overghestelt... duer Cornelis van Cuelen, Te Ghendt... By Henrick van den Keere... [1560]. - Integrale vert. van Hom. in Ps. 145: 2. *[Vander Schuur (Andreas)], Berigt voor d'eenvoudigen, Wegens het lezen der kerkelijke gebeden... Met een Redenvoeringe van den H. Johan Guldemond... Antw., vander Sterre, 1691. - Op p. 26-41 vert. van Laz. 3, 1-3. *de Wyels (Franco), Waardige communie... (volgens den H. Joannes Chrysostomus), in: Liturgisch Tijdschrift, 2 (1911-1912), p. 207-213. - Met vert. van fragm. uit Hom. 3 in Eph. *Het Kruis mysterie van lijden en van glorie, door St. Joannes Chrysostomus. Vert. A. v.d. K[ar], in: Speculator, 4 (1955), p. 23-24. - Vert. van Hom. in Mt. 26: 39. *Smit (Gabriël), Avondboek, Baarn, Ambo, 1978, p. 57. - Fragmentje uit Hom. in Mt. 7: 14. Herdr.: 1978. | |
[pagina 231]
| |
Andere preken en redevoeringen*Twee seer schoone sermoenê wtghegheven by sinte Jan Guldemont... inhoudende den orboer, profijt, ende weerdicheit des ghebets..., [Thantwerpen... by my Anthonis vander Haghen], 1543. - Integrale vert. van Prec. 1-2. *De redevoering van Joannes Chrysostomus over Eutropius. Uit het Grieksch overgebragt door W. B[ilderdijk], in: Mnemosyne. Mengelingen voor Wetenschappen en Fraaije Letteren, 8 (1820), p. 229-244. - Vert. van Eutrop. 1. Enkele malen herdrukt, tot: Schokkende redevoeringen, 1990, p. 411-418. *Chrysostomus, Zeventiende redevoering, over de standbeelden... Met eene Inleiding, en eenige Aanmerkingen, in: Christelijk Maandschrift..., 5 (1826), p. 434-464. - Integrale vert. van Stat. 17, door P.J.L. Huet. *Schrant (J.M.), Het oproer te Antiochië en deszelfs afloop..., Gend, Snoeck-Ducaju, 1829. - Met verspreid vert. uit Stat. 3, 16-17 en 21. *Leerrede van den H. Joannes Chrysostomus, op het feest der geboorte des Zaligmakers, Utrecht, Altheer, 1833. - Nat.: inl., integrale vert., aantekeningen, door Jacobus Henricus van Buul. *Kerssemakers (J.W.), Eloquentia. Handboek voor de niet-gewijde welsprekendheid, Voorhout, Foreholte, 1947. - Op p. 216-224 integrale vert. van Eutrop. 1. *Moustier, Wijsheid, 1950, p. 169-171. - Fragm. uit Laud. Paul. 3, vert. Martinus Lambres. *Hermans, Kerkvaders, I, 1983, p. 224-235. - Integrale vert. van recent ontdekte Catechesis (Catech. 2 Stavr.), door Maria Theresia Hermans. *Paasfeest, 1989, p. 28-45. - Vert. van Cruc. 2., door R.F. Regtuit. | |
Traktaten*Van die voersichticheyt Goods in druck, lyden, oft quellinge des duyvels, dry troostelike boecxkens des heyligen bisscops Joannis Chrysostomi, nu nyeu over gheset wten Latinen in duytschen Door eenen gheesteliken Regulier [= Anthonis van Hemert], [Thantwerpê,] By mi Symon Cock, [Int iaer ons Heeren .m.ccccc. eñ .l. den xi. Septembris]. - Integrale vert. van Stag. 1-3. Herdr.: s.a. *Verhandeling van Chrysostomus, ten betooge Dat niemand hem kan schaden, die tegen zichzelven niet misdoet, in: Nieuw Christelijk Maandschrift..., I (1827), p. 429-491. - Integrale vert. van Nemo laed., door P.J.L. Huet. *A. M[unsters], Dezelfde volmaaktheid voor kloosterling en wereldling!, in: Ons Geestelijk Leven, 14 (1934-1935), p. 154-159. - Vert. van Oppugn. 3, 14. *Sint Joannes Chrysostomus, Over het priesterschap, vertaald door Frans Vermuyten, Tweede uitgave, Tongerloo, Sint Norbertus Boekhandel, 1941. - Integrale vert. van Sacerd. Grondig bewerkt en uitgebreid t.o.v. de 1ste druk: (Standaard-Bibliotheek), Brussel, Periodica, 1922. *Eyben (Emiel), Johannes Chrysostomus' tweestrijd tussen jeugdvriendschap, moederliefde en priesterschap (De sacerdotio, I, 1, 1-I, 3, 32, inleiding, vertaling en commentaar), in: Digo, 7 (1983-1984), p. 115-119. | |
[pagina 232]
| |
Brieven*Sailer/Steenwijk, Brieven, II, 1830, p. 45-68. - Vert. van 4 epist. *Thierry, Vrouwen, 1990, p. 104-120. - Vert. van/uit de brieven aan Olympias. | |
Johannes Diaconus(midden 6de eeuw n.C.). Diaken (of subdiaken) van de kerk van Rome. Zette de Apophthegmata-vertaling van Pelagius I (zie aldaar) voort. Het is mogelijk, maar niet bewezen, dat ‘Johannes Diaconus’ de latere paus Johannes III (561-574) is. Zijn vertaling werd opgenomen in de Vitae patrum (zie aldaar). Buiten die collectie vermelden wij nog één afzonderlijk stukje vertaling:
*Vaderspreuken, V, 1979 (zie onder Apophthegmata patrum), p. 236-238. - 6 korte fragm., vert. Christofoor Wagenaar. | |
Jordanes(midden 6de eeuw n.C.), soms ook Jornandes geheten. Latijns-christelijk schrijver van Gotische origine, mogelijk een geestelijke (bisschop van Croton?). Publiceerde in 551 twee historische werken: De origine actibusque Getarum (Oorsprong en daden van de Goten), belangrijk omdat het geschrift van Cassiodorus dat wordt geresumeerd, verloren is gegaan; gelijklopend daarmee De summa temporum vel origine actibusque gentis Romanorum (Overzicht der tijden, of Oorsprong en daden van het Romeinse volk), tot het jaar 551, grotendeels uit andermans geschriften gecompileerd, van geringe waarde. Ook literair stellen deze werken niet veel voor.
*Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 249-251. - Vertaalt Get. 39. *Pfister/Voogd-van Kleeff, Ondergang, 1942, p. 156-158. - Vertaalt 2 fragm. van Get. Herdr.: 1944 (p. 163-165). *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959. - Passim 3 fragm. (Rom. en Get.) vertaald. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 277-278. - 2 fragm. van Get., vert. P.C. van der Eerden. | |
Josephus(37/38-na 100 n.C.; vanaf zijn vrijlating in 69 n.C. Flavius Josephus genoemd). Joods historicus die afkomstig was uit Jeruzalem en in het Grieks schreef. Leidde in Galilea de Joodse opstand tegen de Romeinen, maar verwierf tijdens zijn daaropvolgende gevangenschap de gunst van Romes keizers Vespasianus, Titus en Domitianus. Wellicht is het hele oeuvre bewaard. De discussie welk aandeel Josephus zelf precies heeft in de volgende geschriften, is nog aan de gang. Het gaat om: 1) Bellum Iudaicum (De Joodse oorlog; 7 boeken), een schets van de voorgeschiedenis en het verloop van de Joodse opstand (66-70 n.C.). Het geschrift werd einde 4de eeuw in het Latijn bewerkt (zie Hegesippus); 2) Antiquitates Iudaicae (Joodse oudheden; 20 boeken), een Israëlitisch-Joodse geschiedenis die de periode vanaf de ‘genesis’ tot | |
[pagina 233]
| |
66 n.C. bestrijkt; 3) Contra Apionem (Tegen Apion), nog meer dan de vorige werken een apologie van het jodendom; 4) Vita Iosephi (Biografie van Josephus), militair-politieke memoires. Ten onrechte werd vroeger ook het ‘vierde boek der Maccabeeën’, een apocrief bijbelboek, aan Josephus toegeschreven. Josephus is dé bron voor de geschiedenis van het jodendom in de 1ste eeuw vóór en na Christus. | |
De 4 geschriften*Vóór 1924: E. Bommelius (1594; bevat ook het Maccabeeënboek en Hegesippus); anoniem (1780, uit het Engels; bevat ook het Maccabeeënboek en de Legatio ad Gaium van Philo Alexandrinus). *Flavii Josephi... Boecken;... Nu op nieuws uyt de Griecksche en Latijnsche sprake vertaelt, door L[ambert] v[an den] Bos..., Dordrecht, Savry, 1665. - Bevat ook het Maccabeeënboek en Hegesippus (door S. de Vries ‘uyt het Hoogduyts’ vertaald). Herdr. tot: Amst., Visser etc., 1698 (4 dln.). *Alle de Werken van Flavius Josephus... uyt de Overzetting van den Heer D'Andilly in 't Nederduytsch overgebragt door W. Séwel..., Amst., Mortier, 1704. - Bevat ook het Maccabeeënboek, de Legatio ad Gaium van Philo Alexandrinus en Hegesippus. Herdr. tot: Utrecht, Banier, 1974 (= anastatische herdr. van: Amst., Oosterwyk, 1722). In 1732 ‘naar het oorsprongkelyk Grieksch overzien... door Sigebert Haverkamp’ en uitgebreid met het geschrift Contra Flaccum van Philo Alexandrinus. Het geheel in 1783-1788 opnieuw bewerkt door J.F. Martinet. *Al de werken van Flavius Josephus. Bewerkt door W.A. Terwogt..., Dordrecht, Revers, [1867-]1873. | |
(Uit) Bellum Iudaicum*Vóór 1924: N. van Winghe (1552). *van Maerlant (Jacob), Die Wrake van Jherusalem = bekorte berijmde vert., voltooid in 1271, van Bell. Iud. Integraal gedrukt in: Rymbybel van Jacob van Maerlant... uitgegeven door J. David, Derde deel, Brussel, Hayez, 1859. *Flavius Josefus, De val van Jeruzalem (67-70). Uit ‘de Joodse Oorlog’. Ingeleid en vertaald onder toezicht van M.A. Beek (Meulenh. Pock., 11), Amst., Meulenhoff, 1958. - Vert. van 4, 3-7 en 11, met weglatingen. *Flavius Josephus, De Joodse Oorlog & Uit mijn leven, vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1992. - Met integrale vert. van Bell. Iud. | |
(Uit) Antiquitates Iudaicae*Vóór 1924: N. van Winghe (1553; met het Maccabeeënboek). *Flavius Josefus, Het leven van Herodes. Ingeleid en vertaald onder toezicht van M.A. Beek (Meulenh. Pock., 32), Amst., Meulenhoff, 1959. - Vert. van 14, 13-17, 8, met weglatingen. | |
[pagina 234]
| |
Vita Iosephi*Vóór 1924: N. van Winghe (1552). *De autobiografie van... Flavius Josephus. Vertaald, ingeleid en toegelicht door G. Mussies (Na de Schriften, 8), Kampen, Kok, 1991. - Integrale vert. *Flavius Josephus, De Joodse Oorlog & Uit mijn leven, vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1992. - Met integrale vert. van Vita Iosephi. | |
Fragmenten*Hospinianus/Oosterbeeck, Monickerije, 1609, p. 18-23. - Vert. uit Bell. Iud. 2, 119-161 (Essenen). *De Esseeërs..., in: Licht en Waarheid, 31 (1921), p. 281-330, passim. - Vert. uit Bell. Iud. 2 en Ant. Iud. 18, volgens Les Esséniens van Jean Racine, door ‘Filofotos’. *Waele, Antieke geschiedschrijving, 1946, p. 118-124. - 3 fragm. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, p. 134-138. - Bell. Iud. 6, 4, 3-8, bekort. *De Pseudepigrafen 2... Vertaald, ingeleid en toegelicht door M. de Goeij, Kampen, Kok, 1981. - Op p. 69-71 vert. van Bell. Iud. 6, 5, 3. | |
Aanvullende opmerkingJ. Cats (1620) vertaalde een fragm. (Ant. Iud. 2, 39-60). | |
Julianus Imperator(Flavius Claudius Julianus = Julianus Apostata; 331-363 n.C.; keizer vanaf 355). Julianus - bijgenaamd ‘apostata’ (= ‘de afvallige’) wegens zijn mislukte poging om de oude Grieks-Romeinse godsdienst nieuwe impulsen te geven tegen het christendom - was als sofistisch geschoold man ook literair actief. Hij schreef in het Grieks. Voornaamste bewaarde werken: 1) 8 Orationes (Redevoeringen); 2) een apologie Ad Athenienses (Aan de Atheners); 3) een collectie brieven; 4) de satirische geschriften Symposium sive Caesares (Banket of Keizers), waarin zijn voorgangers gehekeld worden, en Misopogon (Baardhater), een reactie op de spot om zijn ‘filosofenbaard’. Veel is verloren, o.m. het werk Contra Galilaeos (Tegen de christenen; 3 boeken), waarover we echter door de reactie van Cyrillus Alexandrinus (Contra Iulianum imperatorem = Tegen keizer Julianus) indirect goed zijn ingelicht. | |
Uit verschillende werken*Aalders (G.J.D.), Julianus de Afvallige..., Kampen, Kok, 1983. - Met vele kleine stukjes vert. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, p. 208-210 en 214. - Fragm. uit Ad Athenienses (270c-284d) en uit een ‘brief aan een priester’ (304c-305d). | |
[pagina 235]
| |
Caesares*Gekken Te Hoop... door Petrus Cunaeus. En De Keizers Van den Keizer Julianus, Door N.B.A. en A.B.N. [= Nicolaas Borremans Amstelodamensis en Antonius Borremans Nicolaaszoon], Rott., Naeranus, 1675. - Op p. 135-252 integrale vert. | |
Brieven*Lucassen (L.H.), Een merkwaardige brief van Julianus Apostata, in: Herm., 6 (1933-1934), p. 15-18. - Voorstelling en vert. van Epist. 79 Bidez. *Henning (Cornelius Josephus), De eerste schoolstrijd tussen Kerk en Staat onder Julianus den Afvallige. Academisch proefschrift..., Nijm., Berkhout, 1937. - Voornamelijk op p. 103-105: Epist. 61 Bidez, over christelijke leraren. *van Groningen (B.A.), Vier briefjes van keizer Julianus den Afvallige, in: De Gids, 123 (1960), 1, p. 380-386. - ‘Aan Euagrius’, ‘Aan Priscus’, ‘Aan Basilius’, ‘Aan Aristoxenus’ (= 4, 11, 32 en 78 Bidez). | |
Juridica anonyma(Anonieme juridische geschriften). Onder deze verzamelnaam vermelden wij naamloos overgeleverde geschriften over Romeins recht.
*Ulpianus, Papinianus en kleinere fragmenten, vertaald door J.E. Spruit en K.E.M. Bongenaar (Het Erfdeel van de Klassieke Romeinse Juristen, 3), Zutphen, Walburg Pers, 1986. - Tekst en vert. Van Ulpianus worden vnl. Tituli vertaald (p. 12-61). Ook korte fragm. van met naam bekende rechtsgeleerden. *Fragmenta Vaticana, Collatio, Consultatio, Scholia Sinaitica, Probus, vertaald door J.E. Spruit en K.E.M. Bongenaar (Het Erfdeel van de Klassieke Romeinse Juristen, 4), Zutphen, Walburg Pers, 1987. - Tekst en vert. Fragmenta Vaticana op p. 14-127. | |
Justinus Historicus(Marcus Junianus Justinus; 2de of 3de eeuw n.C.). Latijns geschiedschrijver die een samenvatting maakte van de niet bewaarde Historiae Philippicae (Philippische geschiedenissen; 44 boeken) van Pompeius Trogus, een algemene geschiedenis van het Middellandse-Zeegebied, die haar naam kreeg naar het centrale ‘Macedonische’ gedeelte. Het compendium, een reeks ongewijzigde fragmenten uit Trogus' geschrift, aaneengeregen door resumés van wat wegviel, verdrong zijn voorbeeld en was in de middeleeuwen een veelgebruikt schoolboek. Wij vermelden drie oude integrale vertalingen/bewerkingen:
*De Historien Ivstini... Getranslateert... Door Florens van Wee..., Arnhem, Janszen, 1610. *De Historien van Justinus uit Trogus Pompejus... Uit het Latijn vertaelt Door F[ransois] v[an] H[oogstraten], Dordrecht, van Hoogstraeten, [1682]. - Herdr. tot: Dordrecht, Goris, 1696. | |
[pagina 236]
| |
*De XLIV historise Boeken van Justinus. Ná de Vertalinge van J.v.G. In Néderduidse Helden-Vaarzen overgebragt door Hermanus van den Burg, Amst., van Egmont, 1753. - De ‘Vertalinge van J.v.G.’ werd (wsch. in handschrift) aan de berijmer ca. 1720 aangeboden. | |
Justinus Martyr(ca. 100-ca. 165 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, geboren te Flavia Neapolis (thans Nablus) in Palestina. Filosofisch geschoold, kwam hij via het platonisme tot het christendom. Trok als leraar rond en stichtte in Rome een school. Hij werd ca. 165 met enkele gezellen onthoofd. Van hem zijn drie authentieke geschriften over: twee Apologiae (Verdedigingsschriften), soms als één werk beschouwd (Apol. I stelt tegenover de heidense wijsheid de verlossende wijsheid van de ‘Logos’ christus; Apol. 2 weerlegt concrete aanvallen op de christelijke religie); de Dialogus cum Tryphone (Gesprek met Tryphon), een onvolledig bewaard dispuut met een joodse rabbi (Tarphon?), laat het ‘nationalistisch’ monotheïsme van het O.T. de plaats ruimen voor het christendom, dat ook voor heidenen openstaat. Op Justinus' naam staat ook een aantal dubia en spuria; het Fragmentum de Resurrectione (Fragment over de Verrijzenis) wordt soms nog als echt beschouwd. Wij noemen de belangrijkste vertalingen: | |
Apologiae*Justini en Tertulliani Verantwoording voor de Christenen..., Amst., Rieuwertsz.-Haerlem, Geldorp, 1684. - Integrale vert. van Apol. 1-2 door Petrus Langedult, met uitvoerige aantekeningen. *Cramer, Apologeten, 1908, p. 92-205. - Integrale vert. van Apol. 1-2. *Twee apologeten uit het vroege christendom, Justinus en Athenagoras. Vertaald, ingeleid en toegelicht door G.J.M. Bartelink (Na de schriften, I), Kampen, Kok, 1986. - Op p. 9-102 inl. en integrale vert. van Apol. 1-2. | |
Dialogus*Apologeten IV. Verweer tegen de Joden... Bewerkt door H.U. Meyboom (Oud-Christelijke Geschriften..., 25), Leiden, Sijthoff, 1917, p. 11-191. - Integrale vert. *De verdedigers van het geloof... Door de Benedictinessen van Bonheiden, Tweede herziene druk (Kerkvaders, I), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1984, p. 119-133. - Enkele fragm.: vert. en comm. *Kerkvaders, 1985, p. 229-262. - Fragm., met toelichting, door P.L. Wansink. | |
Dubia & Spuria*Justijn de Martelaar III-IV... Bewerkt door H.U. Meyboom, 2 dln. (Oud-Christelijke Geschriften..., 32-33), Leiden, Sijthoff, 1922-1923. - Vert. van alle dubia en spuria. In deel I, p. 71-87, het Fragm. de Res. *Thierry, Opstandingsgeloof, 1978, p. 172-174. - Vert. van Fragm. de Res. 6-7. | |
[pagina 237]
| |
Juvenalis(Decimus Junius Juvenalis; ca. 58-na 130 n.C.). Latijns satiricus uit Aquinum (Zuid-Latium); auteur van 16, soms lange, Satirae (Satiren). De laatste is onvolledig. | |
De zestien satiren*De Schimpdigten van D. Junius Juvenalis. en Aulus Persius Flaccus. In 't Neerduyts vertaeld Door Abraham Valentijn, Leyden, vander Linde, 1682. - Prozavert. Herdr.: 1703. *Alle de Schimpdichten van Decius [sic] Junius Juvenalis, en A. Persius Flaccus, door verscheide Dichteren in nederduitse vaarzen overgebracht, Haarlem, van Kessel, 1709. - Weinig homogene verzameling van in alexandrijnen gestelde en veelal voordien (in de periode 1653-1704) reeds in zelfst. publ. verschenen vert. van afzonderlijke satiren. Sommige satiren zijn twee of zelfs drie maal opgenomen. De vertalers (alfabetisch) en de door hen vert. satiren: L. Bake (10), F. van Bergen (2), A. Bógaert (8), J. de Decker (14), Delcourt [verder onbekend] (16), E. Elmeguidi [= wsch. Willem de Mey] (1, 3, 7), W. de Geest (5), P. van Haps (7), R. Lydius (3), M. vander Merwede (13), P. Nuyts (6, 8, 11, 13), C. Pierson (1, 4), L. Schermer (9, 15), W. Séwel (13), P. Vlaming (12, 16), J. Westerbaen (8, 10). *Juvenalis, De Satiren, vertaald door M. d'Hane-Scheltema (Baskerville Serie), Baarn, Ambo-Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1984. - Hierin zijn o.m. opgenomen, hier en daar gewijzigd: *Decimus Junius Juvenalis, De onverdraaglijkheid van Rome [in het Nederlands herdicht door M. d'Hane-Scheltema], Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1978 [= Sat. 3], en *Weg met de stad! Weg met het huwelijk! Satiren III en VI van Juvenalis. Vertaald door Marietje d'Hane-Scheltema (N.V., 2), Grav., Nijhoff, 1981. | |
Bloemlezing*Schockaert (Rufin), Bloemlezing uit de hekeldichten van D. Junius Juvenalis..., Leuven, Sint-Alfonsus Drukkerij, 1941. - Tekst en berijmde vert. van fragmentjes. Eerder verscheen al het minder uitgebreide: Enkele gedachten van Juvenalis, vrij naar het Latijn in het Nederlandsch gesteld door R. Schockaert, Leuven, Nova et Vetera, 1938. Herdr.: Leuven, De Vlaamse Drukkerij, 1949 (licht gewijzigd). | |
Afzonderlijke satirenSatire 1 *De eerste satire van Juvenalis, ingeleid, verklaard en met de samengaande derde satire vertaald door J. Cochez, Leuven, s.n., 1941.
Satire 3 *D.J. Juvenalis... Dérde Berispdicht. In Néderduitsche vaerzen toepasselyk uitgebreid... [door Jakob Zeeus], Amst., Lescaille, 1710. - Herdr.: 1712, en in: | |
[pagina 238]
| |
Gedichten van Jakob Zeeus, Delf, Boitet, 1721 (herdr.: Amst., Schoonenburg, 1737). Zeeus berijmde een voorvert. van IJ. Vincent. *Zie onder ‘Satire 1’.
Satire 4 *IJzeren, Latijnse varia, 1954, p. 366-370. - Vv. 34-154.
Satire 7 *Hartman (J.J.), Beatus ille..., Leiden, van Doesburgh, 1913, p. 226-234. - Prozavert.
Satire 10 *D.J. Juvenalis, Satyra x... in Néderduitsche Vaerzen vertaald... Nil Volentibus Arduum, Amst., Magnus, 1679. - Lat. en Ned. Herdr. tot: Amst., Gedrukt voor het Kunstgenootschap..., 17134 (vanaf 17002 ‘overzien, én van veele misslagen gezuivert’). Groepsvert. van het dichtgenootschap.
Satire 16 *van Hoven (J.), Leedige Uuren, Grav., vander Burg, 1720, p. 91-96. - Herdr.: Grav., Blommendal, 1728. | |
Aanvullende opmerkingVolgende literatoren vertaalden fragm. van Juvenalis: P.C. Hooft (ca. 1624?: 10, 1-113), W. Bilderdijk (1820: 13, gedeeltelijk en vrij vertaald), M.C. van Hall (1809 +: 8, 87-141; 10, 346-366; 15, 131-158), P. van Duyse (1884: fragm. uit 4; 6, 1-32; 10, 346-366; 8, 76-84). | |
Juvencus(Gaius Vettius Aquilinus Juvencus; 1ste helft 4de eeuw n.C.). Latijns-christelijk dichter, Spaans priester. Zette ca. 330 het evangelieverhaal (vnl. Mattheus) om in Vergiliaans aandoende hexameters: Evangelia (Evangeliën), 4 boeken. Slechts weinig hiervan werd in het Nederlands vertaald.
*Haar, Gedichten, 1876, p. 567-568. - Vert. van 2, 25-42. *Thierry (J.J.), Iuvencus en de parabel van de wijze en dwaze maagden, in: Herm., 53 (1981), p. 23-28. - Met prozavert. van 4, 197-226. *Mönnich, Koningsvanen, 1990, passim. - Vert. van 3 fragm., ca. 75 vv. |
|