De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
Edictum Mediolanense(Edict van Milaan; 313 n.C.). Zo heet meestal het rescript van de keizers Constantinus Magnus en Licinius dat na hun ontmoeting in Milaan (313) aan de provinciegouverneurs van het Romeinse rijk werd gestuurd. Het betekende de officiële erkenning van de christelijke godsdienst in het imperium. Een Latijnse versie van het ‘edict’ vindt men bij Lactantius (Mort. pers. 48), een Griekse bij Eusebius (Hist. eccl. 10, 5). Zie onder deze auteurs. | |
Egeria(einde 4de eeuw n.C.). Latijns-christelijk schrijfster, waarschijnlijk uit Galicië. Deze vrome welgestelde dame (abdis?) maakte een pelgrimsreis naar de heilige plaatsen in en rond Palestina. Vanuit Constantinopel stuurde zij aan ‘haar zusters’ een verslag, dat Itinerarium Egeriae (Reisverhaal van Egeria) of, minder juist, Peregrinatio Aetheriae (Pelgrimsreis van Aetheria) wordt genoemd. De onvolledig bewaarde tekst geeft eerst het reisverslag vanaf de Sinaï en dan een uitvoerige beschrijving van de liturgie in Jeruzalem. Een topografisch, historisch en taalkundig belangrijk document.
*Huf (Oscar), Van Palm-Zondag tot Paschen..., Tweede druk, Nijm., Malmberg, 1912, p. 326-333. - Deels resumé, deels vert. van cap. 29-39. *Sizoo, Christenen, 1953, p. 90-93 en 185-202. - Vert. van cap. 1-6, 10-12 en 45-47. *Meer-Mohrmann, Atlas, 1958, p. 106-107. - Vert. uit cap. 2, 3 en 19. *Sizoo (A.), Reizen en trekken in de antieke wereld (Boeketreeks, 42), Kampen, Kok, 1962, p. 128-141. - Vert. uit cap. 1-23. *Gijsel (J.), De pelgrimstocht van Egeria naar de Sinai, in: Terra Sancta Contactblad, 24 (1988), p. 159-173. - Met vert. van cap. 1-5, 11. *Als pelgrim naar het Heilige Land. De pelgrimage van Egeria... Ingeleid, vertaald en toegelicht door F. Ledegang (Christelijke Bronnen, 4), Kampen, Kok, 1991. - Integrale vert. | |
Empedocles(ca. 494-434 v.C.). Grieks natuurfilosoof (en medicus) uit Agrigentum (Akragas) op Sicilië. Auteur van het kosmologische gedicht De natura (De natuur) en van Lustrationes (Louteringen), beide in epische vorm. Uitgebreide fragmenten zijn bewaard.
*Raedemaeker, Vóórsokratici, 1953, p. 213-233. - Haast alle fragm.; ook indirecte citaten en testimonia. | |
[pagina 170]
| |
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 53-55. - Prozavert. van ‘medisch’ fragm. *Empedokles, De natuur - De zuiveringen. Kalligrafie, monotypen en Nederlands van Saint-Rémy, Antw., Librairie des Arts, 1972. - Met vert. van 161 fragm. Bibliofiele publ. | |
Aanvullende opmerkingP. Nieuwland (1788) vertaalde drie korte fragm. uit ‘Louteringen’. J.A. dèr Mouw (1910) vertaalde fragm. 128; vert. opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 124. | |
Ennius(Quintus Ennius; 239-169 v.C.). Latijns dichter, afkomstig uit Rudiae (Calabrië), later actief in Romes hogere kringen. Het hoofdwerk van de ‘vader van de Latijnse poëzie’, de Annales (Kronieken), verhaalt de Romeinse geschiedenis vanaf Aeneas en is meteen het eerste Latijnse gedicht in de hexameter, een Grieks metrum dat de auteur in de Latijnse poëzie introduceerde. Ennius schreef daarnaast veelzijdig ander werk, waarin de Griekse invloed eveneens sterk voelbaar is (tragedies, komedies, vertalingen, kleinere gedichten). Uit het oeuvre zijn slechts korte fragmenten bewaard (in totaal ca. 1000 vv.).
*Brakman, Opstellen, 1934, p. 17-38. - Bevat tekst en prozavert. van talr. fragm. *Eykman, De fakkel, I, 1968, p. 161-162. - 2 fragm. *Gay (Ivo), Ennius, vader van het Romeinse epos, in: Latijnse dichters, 1987, p. 3-6. - Met tekst en prozavert. van enkele korte fragm. *Claes-Lesaffer, De dansende Faun, 1989, p. 14. - Vert. van 3 vv. in hexameters; in de ‘handleiding’ (p. 13) prozavert. van 4 vv., door P. Claes. | |
Ennodius(Magnus Felix Ennodius; 473-521 n.C.). Latijns-christelijk schrijver. Galliër van geboorte, in Noord-Italië opgevoed en werkzaam, werd in 513 bisschop van Pavia. Schreef heel wat hoogdravend, inhoudarm proza en dito poëzie, gebundeld in 2 boeken Carmina (Gedichten, waaronder 12 hymnen = Carm. I, 10-21), 5 boeken Epistulae (Brieven), 28 Dictiones (Redevoeringen) en 10 Opuscula miscella (Mengelwerken). Ook in de laatste drie bundels komen stukken poëzie voor. Zijn oeuvre heeft weinig vertalers aangesproken.
*Mönnich, Koningsvanen, 1990, p. 56-61, passim. - Prozavert. van fragm. uit Carm. I, 1 en Opusc. 6; integrale vert. van Carm. I, 10. | |
Epicedium Drusi(‘Treurdicht bij de dood van Drusus’; einde 1ste eeuw v.C.). Rouwklacht van een onbekend dichter waarin Livia, de vrouw van Augustus, wordt getroost voor de dood van haar zoon Drusus (9 v.C.). Ook Consolatio ad Liviam (Troostdicht voor Livia) genoemd. Het gedicht werd - vroeger | |
[pagina 171]
| |
toegeschreven aan Ovidius. Zie voor een oude vertaling onder Ovidius, ‘Alle werken’: Valentyn. Een recentere vertaling van een aantal fragmenten:
*Beukers, In transitu, I, 1957, p. 19-29. - Tekst en prozavert., in totaal 281 vv. | |
Epictetus(ca. 55-135 n.C.). Grieks stoïcijns filosoof en leraar, als slaaf afkomstig uit Hiërapolis in Frygië, werkzaam te Rome en, na zijn verdrijving door Domitianus, te Nicopolis (Epirus). Het accent ligt in zijn ethiek op het geloof in een voorzienigheid en op de plichten tegenover medemensen. Epictetus heeft zelf wellicht niets geschreven. Dankzij zijn leerling Arrianus, die twee geschriften publiceerde met materiaal dat gebaseerd is op de lessen en op persoonlijke contacten met Epictetus, zijn we vrij goed ingelicht over zijn ideeën. Vooral het Enchiridion (Handboekje), een samenvatting van Epictetus' populair-ethische leer, had een rijk Nachleben. Zie onder Arrianus. | |
Epicurus(342/1-271/0 v.C.). Grieks filosoof uit Samos, vanaf 306 actief te Athene. Van de grondlegger van het epicurisme is maar een klein deeltje uit een omvangrijk oeuvre bewaard. Het gaat om: 3 langere brieven, gericht tot zijn vrienden Herodotus, Menoeceus en Pythocles, en handelend over ethisch-godsdienstige en natuurkundige vragen; 40 Ratae sententiae (Hoofd-uitspraken), een beknopte samenvatting die Epicurus' belangrijkste stellingen bevat; 81 uitspraken in het zogenaamde Gnomologium Vaticanum Epicureum (Vaticaanse spreukenverzameling van Epicurus). Andere fragmenten, ook van leerlingen en navolgers, werden teruggevonden op papyri in Herculaneum. De 3 brieven worden weergegeven door Diogenes Laërtius, dankzij wie ook Epicurus' testament is bewaard (10, 16-22). Diezelfde Diogenes Laërtius (boek 10) is met de Latijnse dichter Lucretius de meest toegankelijke indirecte bron voor een kennismaking met Epicurus' leer. | |
Uit de bewaarde geschriften*Leopold, Uit den tuin, 1910, p. 1-32. - Bevat ‘Uit den Brief aan Herodotus’, de ‘Brief aan Menoeceus’, ‘Hoofduitspraken’, 70 ‘uitspraken’ uit het Gnomologium en het ‘Testament’. Sinds de tweede druk in 1920 zijn op p. 28 toegevoegd: ‘Brief aan een kind’ en ‘Brief op zijn sterfbed’. Herdr. tot: Nieuw-koop, Heureka, 1976. Ook opgenomen in: Leopold, Verzameld werk, II, 1952, p. 535-563. *Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 156-158. - Fragm. uit de ‘Brief aan Menoeceus’, 16 ‘uitspraken’. | |
Brieven*Van den Bossche (Chris), Vreugde is deugd, droefheid is zonde. Een inleiding op de filosofie van Epicurus, in: Didactica Classica Gandensia, 23 (1983), p. 61-108. - Bevat vert. van fragm. uit ‘Brief aan Menoeceus’. | |
[pagina 172]
| |
*Laarhoven, Wijsheid, 1986, p. 16-17. - Vert. van ‘brief aan zijn moeder’. *Hupperts (Ch.), Een practische levensles. De brief van Epicurus aan Menoikeus, in: Herm., 63 (1991), p. 170-182. - Integrale vert. op p. 171-174. | |
Epiphanius Scholasticus(midden 6de eeuw n.C.). Monnik van Vivarium, die in opdracht van Cassiodorus vertaalwerk uit het Grieks leverde. Zie onder Cassiodorus. | |
Epistula Abgari ad Christum/Epistula Christi ad Abgarum(Brief van Abgar aan Christus/Brief van Christus aan Abgar). In de Historia ecclesiastica (1, 13) van Eusebius wordt deze ‘briefwisseling’ tussen Christus en de Syrische vorst Abgar (= Abgar v Ukkâmâ, van Edessa, 4 v.C.-50 n.C.) uit het Syrisch in het Grieks vertaald. Abgar vraagt Jezus naar Edessa te komen om hem te genezen, Jezus antwoordt dat hij na zijn hemelvaart een van zijn leerlingen zal sturen. De twee brieven worden o.m. vertaald in:
*Ruts, Apocriefen, 1927, p. 136-140. *Apokriefen, I, 1984, p. 93-94. - Vert. M. de Goeij. *Laarhoven, Wijsheid, 1986, p. 30-31. | |
Epistula Sapphus(Brief van Sappho). Een van de brieven uit Ovidius' Heroides (nr. 15) waarvan - vroeger meer dan tegenwoordig - de authenticiteit betwist wordt. Zie onder Ovidius, ‘Alle werken’: Valentyn. | |
Erasistratus(midden 3de eeuw v.C.). Belangrijk Grieks-hellenistisch arts van Keos, actief in Alexandrië. Zijn voornaamste prestaties liggen in het domein van de anatomie en de fysiologie. Slechts fragmenten zijn bewaard.
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 191-194. - 5 fragm. en testimonia. | |
Eratosthenes(3de eeuw v.C.). Grieks filoloog, dichter, geleerde en wetenschapper, afkomstig van Cyrene. Deze ‘homo universalis’ was als hoofdbibliothecaris en opvoeder van de koning actief in Alexandrië. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de geografie en van de chronologie. Van zijn werk is zeer weinig (o.m. enkele poëziefragmenten) bewaard.
*Zie onder Cleomedes: Helicon, 19624. *[Swinnen (W.)], De mesolabos van Eratosthenes, in: Herm., 57 (1985), p. 156-158. - Een epigram over het probleem van de ‘kubusverdubbeling’, met prozavert. | |
OpmerkingH. Claus (1982) en P. Claes (1983) vertaalden hetzelfde epigram (Anth. Gr., 5, 242). | |
[pagina 173]
| |
Erinna(midden 4de eeuw v.C.). Griekse, jonggestorven dichteres van Telos. Schreef een hexametrisch gedicht ‘Het spinrokken’ waarvan resten bewaard zijn. Ook 3 epigrammen zijn overgeleverd.
*Zie onder Anthologia Graeca. *L.Th. Lehmann (1963; Anth. Gr. 7, 710), J.P. Guépin (1969; Anth. Gr. 7, 710; opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 143) en P. Claes (1989; Anth. Gr. 7, 712) vertaalden elk een grafschrift. | |
Esaias Abbas(4de/5de eeuw n.C.). Egyptisch of Palestijns asceet, van wie weinig met zekerheid bekend is; mogelijk abt van een klooster in Gaza. Van hem zijn in het Grieks Capitula de exercitatione spirituali (Hoofdstukken over geestelijke oefening) en één Oratio (Toespraak) bewaard.
*Filokalia. De waakzaamheid van het hart... Uit het Grieks vertaald door Chr. Wagenaar (Monastieke Cahiers, 22), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1982. - Op p. 9-26 voorstelling en vert. van 27 capit. | |
Eucherius(1ste helft 5de eeuw n.C.). Latijns-christelijk schrijver, bisschop van Lyon. Van hem zijn enkele exegetische en ascetische werken bewaard, alsook de legendarische Passio Acaunensium martyrum (Lijdensverhaal van de martelaren van Agaunum), over de marteldood van het ‘Thebaanse legioen’ (Mauritius en gezellen).
*Cave (William), Het eerste Christendom..., vertaalt door Salomon Bor, Utrecht, Halma, 1692, p. 596-603. - Integrale vert. van Pass. Acaun. Herdr. tot: Dordrecht, Blussé, 1778[6] (p. 714-721). | |
Euclides(ca. 300 v.C.). Belangrijk Grieks wiskundige, vooral actief te Alexandrië. Zijn belangrijkste (bewaarde) geschrift, Elementa (Elementen; 13 boeken), behandelt planimetrie, aritmetica, stereometrie enz. Het werk was eeuwenlang, o.m. via vertalingen en becommentarieerde uitgaven, een invloedrijk leerboek. De boeken 14 en 15 zijn niet van Euclides' hand; 14 werd door Hypsicles (zie aldaar) toegevoegd. Ook bewaard zijn o.m.: Data (Gegeven grootheden), een inleiding in de geometrische analyse; het astronomische werk Phaenomena (Hemelverschijnselen); Optica, waarin het perspectief en (land)meetmethoden centraal staan; Sectio canonis, over mathematische muziektheorie. Andere geschriften van Euclides zijn verloren. Vooral in de 17de en 18de eeuw verscheen een aantal vertalingen, nagenoeg uitsluitend van (delen van de) Elementa. Bij ons weten is de enige omvangrijke 20ste-eeuwse vertaling:
*Dijksterhuis (E.J.), De Elementen van Euclides, 2 dln. (Historische Bibliotheek voor de Exacte Wetenschappen, 1 en 3), Gron., Noordhoff, 1929-1930. - Bevat tekst en vert. van zeer vele fragm., vnl. definities en proposities. | |
[pagina 174]
| |
Volledige vertalingen van de Elementa (zonder de ‘bewijzen’)*De Vijfthien Boecken Evclides. Uyt den Latijnsche spraecke overgeset in nederduyts... Door C. V[an] N[ienrode]..., Uytrecht. Voor den Autheur, [ca. 1630]. *Euclidis Beginselen der Meetkonst, Vervaat in 15 Boeken... Door Claas Jansz. Vooght..., Amst., van Keulen, 1695. - Herdr.: 1717. | |
Vertalingen van de boeken 1-6 (met event. 11-12) van de ElementaJan Pieterszoon Dou (1606), Jacob Willemsz. Verroten (1633), Henrick Coets (1702), Pieter Warius (1704; met boeken 11 en 12), Pybo Steenstra (1763; met boeken 11 en 12, verkort), S.J. de Puyt (1784; met boeken 11 en 12). | |
Fragmenten, vnl. van ‘Proposities’*F. van Schooten (1617), Mattheus van Nispen (1662), Georg Mohr (1672), anoniem (1673), P.A. Nollet (1715), Lambertus Fockens (1737). *Bunt (L.N.H.), Van Ahmes tot Euclides..., Gron.-Djakarta, Wolters, 1954, p. 113-129. - Tekst en vert. Herdr. tot: 19603 (p. 117-130). | |
Sectio Canonis*van Deventer (Ch.M.), Paul Tannery over Euclides' Sectio Canonis, in: Euclides, 6 (1929-1930), p. 170-184. - Met vert. van inl., en tekst en vert. van prop. 18. | |
Euhemerus(ca. 300 v.C.). Grieks auteur, afkomstig uit Messene, van het werk Sacra historia (Heilig verslag), vormelijk een reisroman, inhoudelijk een staats-utopie. De term ‘euhemerisme’ is een aanduiding geworden voor een rationele verklaring van mythen, waarin goden als vergoddelijkte heersers en invloedrijke mensen uit een ver verleden worden beschouwd. Met het woord is soms ook een connotatie van ‘goddeloosheid’ verbonden. Van het geschrift zijn slechts enkele fragmenten bewaard, net zoals van de Latijnse vertaling die Ennius ervan maakte.
*van der Meer (Herman Franke), Euhemerus van Messene, Amst., van Soest, 1949. - Op p. 12-33 vert. van alle testimonia en fragm. | |
Eupolis(ca. 446-410 v.C.). Met Aristophanes en Cratinus de belangrijkste Griekse auteur van de Attische Oude Komedie. 14 stukken zijn bekend, slechts fragmenten bewaard.
*Witlox (Arn.), Ἀδολέσχαι, in: Herm., 22 (1950-1951), p. 141. - Fragm. 352; 5 vv. opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 141. | |
Euripides(ca. 480-406 v.C.). Laatste van de drie grote Griekse tragici, afkomstig uit Salamis. Van de 75 stukken (volgens anderen meer dan 90) die | |
[pagina 175]
| |
aan hem worden toegeschreven, zijn er 18 bewaard, waarvan 17 tragedies: (in volgorde van eerste opvoering) Alcestis, Medea, Hippolytus, Hecuba, Andromache, Heraclidae (De kinderen van Hercules), Supplices (De smekelingen), Hercules furens (De razende Hercules), Troades (De Trojaanse vrouwen), Electra, Helena, Iphigenia Taurica (Iphigenia in Tauris), Ion, Phoenissae (De Fenicische vrouwen), Orestes, Iphigenia Aulidensis (Iphigenia in Aulis), Bacchae (De Bacchanten). Eén satyrspel is overgeleverd: Cyclops (De Cycloop). Aan de echtheid van het ook overgeleverde Rhesus werd al in de Oudheid getwijfeld. Van de overige stukken kennen we een groot aantal fragmenten. | |
Twee of meer tragedies door dezelfde vertaler*J. v. Vondels Ifigenie in Tauren..., Amst., de Wees..., 1666. - Verschillende herdr. Opgenomen in: Vondel, De werken, XXVII, 1893, p. 139-221; Vondel, De werken, X, 1937, p. 227-306; Vondel, Volledige dichtwerken, 1937, p. 546-561, en *Euripides Feniciaensche of Gebroeders van Thebe... Verduitscht door J. v. Vondel..., Amst., de Wees..., 1668. - Verschillende herdr. Opgenomen in: Vondel, De werken, XXVIII, 1893, p. 85-176; Vondel, De werken, X, 1937, p. 458-544; Vondel, Volledige dichtwerken, 1937, p. 591-608. *Alcestis... vertaald door C. Deknatel, in: Onze Eeuw, 18 (1918), 4, p. 121-154, en *Medea. Treurspel van Euripides, in de vertaling van Chr. Deknatel [bewerkt en bezorgd door J.D. Meerwaldt], Amst., Paris, 1937, en *Iphigenia in Tauris [integrale vert. in typoscript, door Chr. Deknatel]; vv. 1089-1151 in: Muziek, 1944, p. 98-100; verschillende fragm. in: Parigger (F.H.), Momenten uit het tragische werk van Euripides, Amst., Salm, 1950, p. 31-38. *Euripides, Iphigeneia onder de Tauriërs; De Phoinikische Maagden (Phoinissai); Het treurspel Hippolutos, uit het Grieksch in Nederlandsche verzen overgebracht met inleiding en toelichtingen door K.H. de Raaf (Klass. Schr.), Zutphen, Thieme, 1939; 1939; 1940. *Euripides, Iphigeneia in Tauris. In het Nederlandsch vertaald met een korte inleiding door J. Humblé (Klass. Gal., I), Antw., DNB, 1941. - Prozavert. Herdr.: Amst., Strengholt, 1944, en: Antw., DNB/Amst.-Antw., Wereldbibl., 1947 (verbeterd), en *Euripides, Iphigeneia in Aulis. Vertaald en ingeleid door J. Humblé (Klass. Gal., 6), Antw., DNB, 1942. - Prozavert. Herdr.: 1950, en *Euripides, Elektra. Vertaald door J. Humblé (Klass. Gal., 35), Antw., DNB/ Amst.-Antw., Wereldbibl., 1948. *De Trojaansen, treurspel van Euripides, in Nederlandse verzen overgebracht door P. Brommer..., Amst., s.n., 1947. - Herdr.: Leiden, Brill, 1960, en *Euripides' Andromache, in Nederlandse rhythmische verzen overgebracht door P. Brommer, Leiden, Brill, 1951, en *Euripides, De Bacchen, in het oorspronkelijke ritme vertaald door P. Brommer, Leiden, Brill, 1971. | |
[pagina 176]
| |
*Euripides, Hippolutos; Medeia. Metrisch vertaald, ingeleid en toegelicht door E. De Waele (Klass. Gal., 44; 51), Antw., DNB/Amst.-Antw., Wereldbibl., 1948; 1949. - Herdr. Med.: 19763 (herzien), en *Euripides, Alcestis; Hecabe, ingeleid, vertaald en toegelicht door E. De Waele (Klass. Gal., 109; 155), Antw., DNB/Amst.-Antw., Wereldbibl., 1955; 1965, en *Euripides, Iphigenie in Taurië. Ingeleid en vertaald door E. De Waele (Klass. Gal., I), Antw., DNB, 1967 (ter vervanging van de vert. Humblé), en *Euripides, De Trojaanse vrouwen; Electra. Vertaling met inleiding en nota's door E. De Waele (Klass. Gal., 158; 35), Antw., DNB/Amst., Wereldbibl., 1967; 1970 (Electra ter vervanging van de vert. Humblé). *Euripides, Herakles. Iphigeneia in Aulis. Vertaling Evert Straat (Ooievaar, 109), Den Haag, Bakker-Daamen, 1959. - Eerste boekpubl. van Herc.: Euripides, Herakles..., 1955. *Euripides, Helena; Bakchanten, ingeleid, vertaald en toegelicht door R. van der Velde (Klass. Gal., 120; 127), Antw., DNB, 1956; 1957. *Euripides, Alcestis... Vertaling: L.J. Elferink (Maeanderboeken, 2), Scheveningen, Maeanderboeken, 1967, en *Euripides, Helena - Orestes, vertaald door L.J. Elferink (Maeanderboeken, 4), Amst., Buijten & Schipperheijn, 1982. *Adé (Georges), De grote boodschap, Antw., Pink Editions & Productions, 1977. - Op p. 121-158 vert. van Bacch. Herdr.: s.l., Akt Vertikaal, 1986, en *Euripides, Hippolutos, tragedie, vertaald door Georges Adé, Mechelen, G. Adé, 1989. *Euripides, Alkestis-Medea, vertaald door Gerard Koolschijn (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1989. - Eerste publ. van Alc.: Den Haag, Het Nationale Toneel, 1988; van Med.: Amst., International Theatre Bookshop-Haagse Comedie, 1985. Vert. van Med. ook opgenomen in: Medea-lectuur... Samengesteld door A. van den Heuvel, Emmeloord, Hermaion, 1989, p. 7-51. *Arche, VIII, 1987, p. 8-34. - Integrale vert. van Medea, door Charles Hupperts e.a., en *Hupperts (Charles)-van Lakwijk (Wim), Het masker van Dionysos (BulkBoek, Special), Amst., BulkBoek, 1989, p. 28-51. - Bacch. | |
Afzonderlijke stukken*Vóór 1924: G. Kempher (1737: Hel.), N.G. van Kampen (1811: Med.), J. ten Brink (1813: Med.), P. Camper (1823: Phoen.), S.J.E. Rau (1864: Alc.), A. Flament (1883: Med.), R. Kimpe (1912: Iphig. Aul., vrije bewerking), J. Berlage (1922: Alc.).
Alcestis *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Deknatel, De Waele, Elferink, Koolschijn. *Alkestis. Tooneelspel van Euripides, vertaald en ingeleid door Willem Kloos | |
[pagina 177]
| |
(Wereldbibl., 400), Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1920. - Metr. vert. *Euripides' Alkestis, in de oorspronkelijke versmaten vertaald door J.M. van Buytenen, Amst., Paris, 1943. *Alcestis, door Euripides... Vertaling door Eric van der Steen. Met een inleiding van J.C. Kamerbeek, Amst., de Boer, 1946.
Andromache *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Brommer.
Bacchae *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Brommer, van der Velde, Adé, Hupperts. *De Bacchanten... uit het Grieksch van Euripides, door Balthazar Verhagen, Amst., van Looy, 1924. - Eerste publ.: 1920. Vv. 677-774 opgenomen in: Muziek, 1944, p. 100-103. *Euripides, Bakchai, in: Drie Griekse tragedies... Vertaald en ingeleid door J.C.B. Eykman (Meulenh. Min. Pock., 13), Amst., Meulenhoff, 1961, p. 107-160. *Bacchanten '71. Een bewerking van ‘Bacchanten’ van Euripides door Inez van Dullemen en Erik Vos, Warmond, Nederlands Theater Projekt, 1971. - Ook verspreid als bijlage bij Herm., 42, 5 (1971). Vrije bewerking. *Bacchanten [van] Euripides. [Nederlandse tekst Watze Tiesema] (Toneelteksten, 4), Den Haag, Haagse Comedie, 1980. - Blanke vv.
Cyclops *De Cycloop, saterspel. Naar het Grieksch van Euripides, door Willem Bilderdijk, Amst., Ten Brink-De Vries, 1828. - Opgenomen in: Bilderdijk, Dichtwerken, IV, 1857, p. 206-236. *De Cycloop. Satyrspel uit het Grieksch van Euripides door Balthazar Verhagen, Amst., Van Munster, 1921. *Euripides, De Cycloop. Satyrspel vertaald door L.Th. Lehmann, in: De Gids, 120 (1957), 2, p. 173-187. *Euripides, De cycloop. Een saterspel. [Nederlands:] Stefaan Couvreur (Syr. Vert., 5), Leuven, Acco, 1982.
Electra *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Humblé, De Waele.
Hecuba *Hekuba... door W. Hecker, Gron., van Zweeden, 1841. *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: De Waele.
Helena *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: van der Velde, Elferink. | |
[pagina 178]
| |
Heraclidae *Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 30-31. - Vert. van vv. 500-534.
Hercules furens *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Straat.
Hippolytus *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: de Raaf, De Waele, Adé.
Ion *Euripides, Ion. Blij-eindend treurspel. Metrisch en Rithmisch vertaald door J. van IJzeren (Klass. Gal., 57), Antw., DNB, 1961. *Euripides, Ion..., Vertaling Ben Hijmans (Obolos), Gron., Styx, 1991. - Inl., tekst en vert.
Iphigenia Aulidensis *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Humblé, Straat. *Euripides, Iphigeneia in Aulis. Vertaling Michel Buijs, Amst., International Theatre & Film Books-Toneelgroep Europa, 1991.
Iphigenia Taurica *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Vondel, Deknatel, de Raaf, Humblé, De Waele. *Euripides, Ifigeneia in Taurië, vertaald door M. Nijhoff, Amst., Querido, 1951. - Herdr.: (De Boekvink), 1963. Eerste publ. in: De Harp, I (1946), p. 21-63. Opgenomen in: Nijhoff, Vertalingen, 1954, p. 173-243.
Medea *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Deknatel, De Waele, Koolschijn, Hupperts. *Medea. Euripides. [Nederlandse bewerking: Pé Hawinkels] (Publiekstheater, 17), Amst., Publiekstheater, 1977. - Ook in: Drie tragedies... Euripides, Medea, vertaald door Pé Hawinkels (Amboboeken), Baarn, Ambo, 1979 (= 19833), p. 145-197. *Euripides, Medea. [Vertaling] Johan Boonen (Syr. Vert., 12), Leuven-Amersfoort, Acco, 1989.
Orestes *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Elferink. *Claus (Hugo), Orestes, naar Euripides (BB Toneel), Amst., Bezige Bij, 1976. - Bewerking.
Phoenissae *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Vondel, de Raaf. | |
[pagina 179]
| |
Troades *Zie onder ‘Twee of meer tragedies’: Brommer, De Waele. *Euripides, De Vrouwen van Troje. Nederlandse bewerking door Judith Herzberg... (N.V., 12), Leiden, Nijhoff, 1984. - De ‘bewerking’ is gemaakt aan de hand van een intermediaire letterlijke vert. Ze werd opgenomen in: Herzberg (Judith), Teksten voor toneel en film. 1972-1988, Amst., International Theatre & Film Books-De Harmonie, 1991, p. 593-649. | |
Uit meerdere stukken*Diercks, Griekse treurspel, 1952, p. 253-354. - Samenvattingen van en lange fragm. uit diverse bestaande vert. van 6 tragedies, nl.: Alc., Bacch., Hipp., Iphig. Taur., Med., Phoen. *Leopold, Verzameld werk, II, 1952, p. 220-262. - Fragm. uit Hipp. (in totaal 386 vv.) en Med. (in totaal 416 vv.). | |
Fragmenten*Rau (S.J.E.), Dicht- en Zedekundige Studiën, Utrecht, Kemink, 1865. - Op p. 27-54 twee langere stukken uit Phaethon, benevens enkele andere fragm. *van Herwerden (H.), Over Archelaos..., in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, III, 1 (1884), p. 287-346. - Op p. 320-340 tekst en prozavert. van 35 fragm. uit Archelaos. *Van Looy (Herman), Zes verloren tragedies van Euripides... Studie met kritische uitgave en vertaling der fragmenten (Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Letteren, 51), Brussel, Paleis der Academiën, 1964. - Prozavert. van de fragm. uit 2 Alcmaeon-, 2 Phrixus- en 2 Melanippe-tragedies. | |
Aanvullende opmerkingVolgende literatoren vertaalden fragm. uit tragedies: J. Vollenhove (1685: o.m. Phoen. 991-1018), E.B. Koster (1889: Alc. 158-195), T. de Vries (1987: fragm. uit Bacch.). | |
Eusebius Caesariensis(ca. 263-339 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, in Palestina geboren. Was leerling van Pamphilus in Caesarea en werd (313?) bisschop van deze stad. Schreef verscheidene werken ter verdediging van het christendom en ter verklaring van de bijbelboeken. In Contra Hieroclem (Tegen Hiërocles) neemt hij de persoon en de leer van Apollonius van Tyana op de korrel. Zijn Onomasticon (Naamboek), een woordenboek van bijbelse plaatsnamen, werd door Hiëronymus in het Latijn bewerkt. Zijn roem dankt hij vooral aan zijn historische werken, in de eerste plaats aan de Historia ecclesiastica (Kerkgeschiedenis), in 10 boeken, gaande tot het jaar 324. Als bijlage bij boek 8 schreef hij De martyribus Palaestinae (De martelaren van Palestina [in de jaren 303-311]). Zijn De vita Constantini, (Leven van Constantinus), in 4 boeken, is meer panegyrisch dan historisch, al bevat het werk | |
[pagina 180]
| |
een aantal waarschijnlijk authentieke documenten. Van zijn Chronicon (Kroniek), een grotendeels tabellarisch overzicht van de wereldgeschiedenis, zijn slechts fragmenten bewaard; wij bezitten wél de Latijnse bewerking en voortzetting door Hiëronymus (zie aldaar). Rufinus Presbyter gaf een bewerkende vertaling van de Historia ecclesiastica. | |
Contra Hieroclem*Apollonius ontmaskerd. Eusebius van Caesarea over Apollonius van Tyana. Vertaling, inleiding en annotatie Thalien M. de Wit-Tak, Zoetermeer, Boekencentrum, 1991. - Integrale vert. | |
Historia Ecclesiastica/De Martyribus Palaestinae/Chronicon*Kerkelyke Geschiedenissen... In 't Grieksch beschreven door Eusebius Pamfilus... Nu vertaald en met vele Aantekeningen opgehelderd door Abraham Arent van der Meersch..., Amst., Houttuyn, [1748-]1749. - Vertaalt ook Mart. Pal. (p. 485-520) en Hiëronymus' bewerking van Chron. (afzonderlijk gepagineerd). *Kerkgeschiedenis van Eusebius Pamphyli, bewerkt door H.U. Meyboom, 3 dln. (Oud-Christelijke Geschriften..., 2-4), Leiden, Sijthoff, 1908. - In deel III, p. 415-452, ook Mart. Pal. *Eusebius' Kerkelijke geschiedenis, ingeleid en vertaald door Desiderius Franses (Bibliotheek van Geschiedwerken uit de Oude Kerk), Bussum, Brand, 1946. - Vertaalt niét Mart. Pal. | |
Onomasticon*Kanaän en d'omleggende landen, vertoont in een woordenboek uit de H. Schrift... Nauwkeurig uit het Latijn vertaalt door W.v.R. [= Willem van Ranouw?], Leeuwarden, Halma, 1717. - Vert. van de synoptische uitgave van Jacques Bonfrère (1613). In het voorwerk, p. [11], wordt de voorrede van Eusebius vertaald, in het corpus wordt heel zijn Onom. verwerkt. | |
De Vita Constantini*Stemberger/Thewissen, Bijbel en Christendom, I, 1978, p. 150-151 en 193-197. - Diverse fragm. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 272-273. - Vert. van I, 27-30, door H.J. Hekkert. | |
Eustathius Antiochenus(begin 4de eeuw n.C.). Grieks-christelijk schrijver, bisschop van Antiochia. Heftig bestrijder van het arianisme. Van zijn polemische en exegetische geschriften zijn meestal slechts fragmenten over. Volledig bezitten wij De engastrimytho (Over de geestenoproepster), een scherpe kritiek op Origenes' allegorische verklaring van I Sam. 28.
*Parmentier, Goddelijke wezens, 1989, p. 39-83. - Voorstelling en integrale vert. van Engastr. | |
[pagina 181]
| |
Eutropius(midden 4de eeuw n.C.). Latijns geschiedschrijver, auteur van een compendium van de Romeinse geschiedenis, Breviarium ab urbe condita (Kort overzicht vanaf de stichting van de stad; 10 korte boeken). Het werk werd in de middeleeuwen ‘aangevuld’ en was lang een populair schoolboek. | |
Integraal*Zie onder Florus: A. de Decker. | |
Fragmenten*Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, passim. - 5 fragm. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 259-260, 268. - 2 korte fragm., door D. den Hengst en P.C. van der Eerden. | |
Evagrius Antiochenus(2de helft 4de eeuw n.C.). Priester en (388) bisschop in Antiochia. Verbleef een tijdlang in Italië, waar hij (ca. 370) een Latijnse bewerking maakte van Athanasius' Vita Antonii, die in de Vitae patrum (zie aldaar) werd opgenomen. | |
Evagrius Ponticus(ca. 346-399 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, uit Pontus afkomstig. Was eerst prediker in Constantinopel, maar leefde vanaf 382 als kluizenaar in Egypte. Wegens een kerkelijke veroordeling zijn vele van zijn geschriften slechts in vertaling of onder andere namen overgeleverd. Vooral zijn ascetische en mystieke spreuken en adviezen hadden veel succes. In het Grieks zijn bewaard: Practicus (De ‘strijdende’ monnik), Rerum monachalium rationes (Richtlijnen voor het monniksleven), Sententiae ad monachos (Adviezen aan monniken), Sententiae ad virginem (Adviezen aan een maagd), De oratione (Het gebed), De octo vitiosis cogitationibus (De acht geesten van het kwaad) en één brief in de correspondentie van Basilius Magnus (Epist. 8).
*Evagrius van Pontus..., In geest en waarheid (Levensbr.), Brugge-Utrecht, DDB, 1965. - Op p. 27-59 integrale vert. van Orat. door H. van Cranenburgh. *Evagrius van Pontus, Geestelijke geschriften. Uit het Grieks vertaald en ingeleid door Christofoor Wagenaar, 2 dln. (Monastieke Cahiers, 34-35), Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1987. - Vert. van heel het ascetisch-mystieke oeuvre van Evagrius. | |
Evangelia apocrypha(Geheime evangeliën). Verzamelnaam voor vroeg-christelijke geschriften die zich als evangelische verhalen voordoen of ‘woorden van Jezus’ aanhalen, maar niet behoren tot de canon van het Nieuwe Testament. In het overzicht dat hier volgt, worden alleen de in het Grieks en/of het Latijn overgeleverde teksten vermeld die geheel of gedeeltelijk in het Nederlands werden vertaald. 1) Agrapha (Niet opgetekende woorden): de niet in het N.T. voorkomende Jezus-woorden door christelijke schrijvers aangehaald. | |
[pagina 182]
| |
2) Evangeliorum fragmenta in papyris reperta (Evangeliefragmenten uit papyrus-vondsten): kleinere fragmenten van apocriefe evangeliën in Griekse papyri. Hiertoe behoren de Logia Jesu Oxyrhynchia (Jezus-woorden van Oxyrhynchus; uit P. Oxy. 1, 654 en 655), midden 2de eeuw gedateerd, en de 4 fragmentaire perikopen van P. Egerton 2 (vóór 150 n.C.). 3) Joods-christelijke evangeliën, o.m. het Griekse Evangelium Ebionitum (Evangelie van de Ebionieten), dat door de sekte van de Ebionieten zou zijn gebruikt, en het Evangelium Hebraeorum (Evangelie van de Hebreeërs), dat in het begin van de 2de eeuw voor joods-christenen in Egypte zou zijn geschreven. Van beide bezitten we slechts fragmenten. 4) Het Evangelium Aegyptiorum (Evangelie van de Egyptenaren), in de 2de eeuw door ‘encratitische’ christenen in Egypte gebruikt (fragmenten). 5) Het Evangelium Petri (Evangelie van Petrus), een aanzienlijk fragment van een Grieks evangelie, mogelijk in Syrië in het midden van de 2de eeuw tot stand gekomen. 6) De zogenaamde kindsheidsevangeliën, waartoe men rekent het Griekse Protevangelium Jacobi (Voorevangelie van Jacobus), ca. 200 ontstaan, dat vooral over Maria verhaalt, en het Evangelium Thomae (Evangelie van Thomas), dat over allerlei wonderen van de knaap Jezus weet te berichten (einde 2de eeuw?). 7) Het Evangelium Nicodemi (Evangelie van Nicodemus; begin 5de eeuw), rond Christus' lijden, begrafenis, verrijzenis en hellevaart, vervalt in twee delen: de Gesta Pilati (Handelingen van Pilatus) en de Descensus Christi ad inferos (Nederdaling van Christus ter helle). | |
Gebundelde vertalingen*Evangeliën buiten het Nieuwe Testament, bewerkt door W.H. van de Sande Bakhuyzen (Oud-Christelijke Geschriften..., 1), Leiden, Sijthoff, 1907. - Hierin vert. van Ev. Hebr., Ev. Ebion., Ev. Aegypt., Ev. Petri en Logia Jesu. *Nieuwtestamentische apocriefen... Vertaald en met inleidingen en aanteekeningen voorzien door H. Bakels, 2 dln. (Wereldbibl., 439. 442), Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1922-1923. - Hierin worden alle vermelde geschriften vertaald (voor zover begin van deze eeuw bekend), soms tweedehands. *Ruts, Apocriefen, 1927. - Vertaalt Protev. Jacobi, Ev. Thomae, Ev. Petri, Agrapha en Logia Jesu, Ev. Nicod. *Apokriefen, I, 1984. - Hierin Agrapha, Ev. Ebion., Ev. Hebr., Ev. Aegypt., vert. A.F.J. Klijn; Ev. Petri, Protev. Jacobi, vert. M. de Goeij; Ev. Nicod., vert. J.H. Brouwer. | |
Agrapha*van der Horst (P.W.), Het ‘geheime Markusevangelie’..., in: Nederlands Theologisch Tijdschrift, 33 (1979), p. 27-51. - Op p. 37-40 vert. van een onlangs ontdekte brief van Clemens Alexandrinus (?), waarin woorden uit een on- | |
[pagina 183]
| |
bekend Markus-evangelie (gnostisch, 1ste helft 2de eeuw, Alexandrië?) worden aangehaald. Herdr.: van der Horst (Pieter Willem), De onbekende God... (Utrechtse Theologische Reeks, 2), Utrecht, Faculteit der Godgeleerdheid, 1988, p. 37-40. | |
Evangeliorum Fragmenta*Baljon (J.M.S.), Een nieuw evangelie-fragment, in: Theologische Studiën, 26 (1908), p. 210-219. - P. Oxy. 840: tekst, vert., comm. *van Groningen (B.A.), Fragmenten van een nieuw evangelie, in: Nieuwe Theologische Studiën, 18 (1935), p. 210-214. - Met vert. van de 4 fragm. uit P. Egerton 2. | |
Protevangelium Jacobi*Enige nieuwtestamentische apokriefe geschriften, vertaald door C.A. Tukker, Utrecht, Banier, 1984. - Op p. 11-25 integrale vert. *Het Voorevangelie van Jakobus..., vertaald en ingeleid door Michel Coune, Brugge, Zevenkerken, 1988. | |
Expositio totius mundi et gentium(Voorstelling van de hele wereld en de volkeren; 359/360 n.C.). Latijns geschrift van een onbekend auteur, gebaseerd op een Grieks voorbeeld. De bekende wereldgebieden en de volkeren die er wonen, worden behandeld.
*Bartelink (G.), De terugkeer naar het paradijs; paradijsverhalen uit de Oudheid, in: Herm., 62 (1990), p. 203-208. - Bevat op p. 205-206 vert. van cap. 4-7, ‘het land van de Gelukzaligen’. | |
Ezechiel Tragicus(3de of 2de eeuw v.C.). Hellenistische jood uit Alexandrië, auteur van tragedies. Van het drama Exagoge (Exodus), dat de uittocht van de Israëlieten uit Egypte behandelt, zijn 269 regels bewaard.
*Stein (E.), Een merkwaardige Grieksche tragedie, in: Herm., 9 (1936-1937), p. 17-23. - Met tekst en vert. van verschillende fragm. *van der Horst (P.W.), De joodse toneelschrijver Ezechiël, in: Nederlands Theologisch Tijdschrift, 36 (1982), p. 97-112. - Met vert. van 2 fragm. Het tweede (vv. 254-269) opgenomen in: Spiegel, 1988, p. 195-196. |
|