Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdLucius Quinctius Cincinnatus(eerste helft 5e eeuw v.C.) was de onverzettelijke steunpilaar van de patriciërs in een tijd waarin de plebejers en de tribunen een steeds heftiger strijd voerden voor een hen beschermende codificatie van de rechtsregels. Soms had dat geleid tot een lamleggen van Rome tegenover de vijanden van buiten. Tijdens een consulaat wist hij het gezag van de Senaat tegenover de plebs enigszins te herstellen. Hij weigerde een opvolgend consulaat, dat immers in strijd zou zijn met de principes van de Romeinse staatsinrichting, volgens welke magistraten niet direct herkiesbaar zijn. Bij een ernstige bedreiging door de Sabijnen en de Aequii ten tijde van nieuwe interne twisten besluit de Senaat Cincinnatus tot dictator te benoemen. Livius stelt hem nu voor als eigenhandig bewerker van een bescheiden stukje land aan de Tiber, waar hij door de deputatie wordt aangetroffen bij het spitten of ploegen. Hij hult zich in de senatoriale toga, hoort de beslissing van de Senaat, aanvaardt zonder vreugde de benoeming (Dionysios van Halikarnassos laat hem zelfs jammeren dat zijn akker zal verkommeren) en begeeft zich naar de stad, waar hij snel orde op zaken stelt. Vervolgens organiseert hij met succes de tegenaanval op de tot de muren van de stad opgerukte vijanden. De veldheer Lucius Minucius, die zich heeft laten insluiten, mag niet delen in de krijgsbuit en wordt gedegradeerd. De dictator laat verder een voorman van de plebejische partij, Volscius, berechten die in het verleden in een proces tegen Cincinnatus' zoon Kaeso meinedig is geweest en er aldus toe had bijgedragen dat deze zoon zich in ballingschap had moeten begeven. Al na zestien dagen kan hij zijn bevoegdheid van dictator, eigenlijk zes maanden geldig, neerleggen. Livius meldt nog een tweede dictatorschap van Cincinnatus, in 439. Rome werd geplaagd door hongersnood en voortdurende sociale spanningen. De rijke Spurius Maelius kocht in Etrurië graan en maakte zich met de uitdeling daarvan populair bij de lagere klassen, welke populariteit alarmerend werd toen in Maelius' huis partijen wapens werden gevonden en het gerucht ging dat hij streefde naar het koningschap. Ditmaal aanvaardde de oude Cincinnatus het verzoek slechts onder zware druk, maar herstelde hij met niet minder succes de orde. Toen zijn rechterhand Servilius Ahala in opdracht van de dictator Maelius had gesommeerd om bij Cincinnatus te verschijnen, zonk deze de moed in de schoenen en weigerde hij. Daarop werd hij voor de ogen van het volk gedood door Servilius, die door Cincinnatus om deze daad werd geprezen.
Livius accentueert de eenvoudige levenswandel van de op zijn eigen akker werkzame Cincinnatus om daaruit op te maken dat waardigheid en bekwaamheid niet gebonden zijn aan rijkdom. Deze les wordt ook getrokken door Valerius Maximus die hem bovendien in het hoofdstuk ‘de moderatione’ opvoert vanwege zijn weigering een tweede consulaat te aanvaarden. Hij memoreert Cincinnatus' optreden jegens Minucius in het hoofdstuk over de ‘disciplina militaris’. In later tijd komt Cincinnatus in de literatuur weinig voor, al blijft hij bekend genoeg om te dienen als naamgever van het in 1783 gestichte Cincinnati. Machiavelli betoogt aan de hand van Cincinnatus' leefwijze en krachtige politiek, dat een staatsgemeenschap in armoede sterker kan zijn dan in rijkdom. Is de figuur van Cincinnatus afwezig in de kunst van de oudheid, vanaf de vroege renaissance vinden we hem in cycli van viri illustres. Zo | |
[pagina 86]
| |
moet hij aanwezig zijn geweest in de verloren gegane 14e-eeuwse cyclus te Padua, geïnspireerd door Petrarca's biografie in De viris illustribus. Perugino schildert de sobere Cincinnatus ca. 1500 in de Cambio te Perugia in combinatie met »Perikles en »Scipio Maior, twee mannen die ten opzichte van geneugten zelfbeheersing aan de dag legden. In de Villa Giusti-Giacomini in Magnadola di Cessalto bracht een onbekende schilder in de 16e eeuw een ‘dubbelportret’ van Cincinnatus als krijger en als boer aan. Ricci schilderde een afbeelding van de wegroeping 1706-07 in het Palazzo Marucelli-Fenzi te Florence in een zaal die, met doeken van de continentia van Scipio Maior en »Fabricius' afwijzing van de geschenken van Pyrrhos, in het teken staat van soberheid en zelfbeheersing. Pietro da Cortona schilderde hem in de Villa Sacchetti-Chigi in Castelfusano 1626-29 in combinatie met onder meer Scipio Maior. In 1788 combineert Tischbein hem met een andere in soberheid levende Romein, »Curius Dentatus. Tot de reeks beelden van beroemde Romeinen in park Schönbrunn te Wenen ca. 1775 van Beyer behoort ook een Cincinnatus. In de Cincinnatus-schilderijen van Rosa ca. 1640-45 (met als pendant Alexandros en »Diogenes), Tiepolo 1725-30 (onderdeel van een reeks voor het Palazzo Dolfin te Venetië bestemde doeken), Brenet 1779 en Desmarnes 1796 gaat het meestal om de wegroeping van Cincinnatus, afgebeeld in zijn sobere woning of achter de ploeg. Spurius Maelius behoort met Spurius Cassius en Manlius Capitolinus (»Camillus) tot de drie bedreigers van de republiek die dikwijls te zamen worden genoemd, onder meer door Cicero in De republica. Hun executies (Maelius en Cassius door het zwaard, terwijl Manlius van het Capitool wordt geworpen) worden door Beccafumi geschilderd in de van een uiterste gestrengheid getuigende cyclus in het Palazzo Pubblico te Siena 1529-35. Opmerkelijk is dat Giovanni da Pordenone in de koepel van de Santa Maria di Campagna te Piacenza 1530-35 Spurius Maelius schildert als graanuitdeler. Het kan een weerklank zijn van het betoog van Augustinus dat de Romeinen korte metten plachten te maken met weldoeners van het volk als Spurius Maelius. Biscontin 1980. |
|