Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdDiogenes(ca. 414-323), afkomstig uit Sinope, leerling van Antisthenes, de stichter van de zogenaamde Cynische school, een filosofische richting die een leven voorstond waarin men vrij was van behoeften: de mens moet zich aan alle conventies en traditionele waarden onttrekken. Over Diogenes' leven is weinig met zekerheid te melden, behalve dat hij enige tijd verbleef in Athene totdat hij op hoge leeftijd vertrok naar Korinthe, waar Pausanias zijn graf, gesierd met een hond, nog heeft waargenomen. De vele anekdoten die in de loop van de eeuwen over Diogenes de ronde zijn gaan doen, zijn voor het merendeel te vinden bij Diogenes Laërtios, een historicus van de filosofie uit de 3e eeuw n.C. Een aantal van de verhalen komt al voor in oudere literatuur. Volgens deze anekdoten stond zijn leven in het teken van de strijd tegen alle maatschappelijke conventies. Hij trok zich echter, anders dan een andere legendarische mensenverachter, »Timon, niet uit het maatschappelijk verkeer terug en koos voor een provocerende opstelling. Hij propageerde en praktizeerde een honds (hond is ‘kuoon’, vandaar ‘cynisch’) bestaan. In een vergaande ascese zag hij af van een vaste woning, seksueel verkeer, kleding en behoorlijk voedsel. Zo zou hij hebben gehuisd in een ton, in het openbaar hebben gemasturbeerd en, ter illustratie van zijn scepsis omtrent de medemens, op klaarlichte dag met een lantaarn onder zijn medeburgers hebben gezocht naar ‘echte’ mensen. Toen hij een jongen uit de kom van de hand zag drinken wierp hij zijn, naar hij nu inzag overbodige, drinkbeker weg. De bekendste gebeurtenis, te lezen bij onder meer Valerius Maximus, Curtius, in de Alexandros-biografie van Ploutarchos en in Tusculanae Disputationes van Cicero, is zijn ontmoeting met de machtige »Alexandros. Toen deze uit respect een bezoek bracht aan de filosoof, verzocht hij de vorst op diens vraag naar mogelijke wensen opzij te gaan om hem niet het zonlicht te benemen. Loukianos' ‘dodengesprek’ tussen Diogenes en Alexandros gaat niet over deze confrontatie: in deze dialoog drijft Diogenes de spot met Alexandros' verlangen naar erkenning van zijn goddelijke afkomst. In een gesprek met de schim van Mausolos hoont hij deze vanwege diens trots op het door »Artemisia gebouwde, pronkerige grafmonument.
De talrijke antieke bronnen zijn reeds grotendeels genoemd. In een 82-96 geschreven dialoog van Dio Chrysostomos is Diogenes spreekbuis tegen tirannie; men kan het stuk lezen als protest tegen keizer Domitianus door wie de auteur in die tijd was verbannen. Antieke portretten van Diogenes kennen we in de vorm van Romeinse beelden die teruggaan op originelen uit de 2e eeuw v.C. Zij tonen hem op realistische wijze: lelijk, onverzorgd, met wilde baard en vaak vergezeld van een hond. Op een mozaïek in Keulen uit de 3e eeuw zit hij in een ton. Ook een reliëf in de Villa Albani te Rome uit de tijd van Tiberius en Romeinse gemmen tonen hem in een ton, al dan niet met een hond ernaast. Hij wordt door Rafaël in de Stanza della Segnatura van het Vaticaan 1508-12 afgebeeld te midden van de grote Griekse filosofen, en wel, anders dan dezen, in een ontspannen, liggende houding. In de schilderkunst en de plastiek van de nieuwe tijd domineert de confrontatie met Alexandros die hem het zonlicht beneemt. Het tafereel is geschilderd door onder meer Ricci 1608, Jor- | |
[pagina 109]
| |
Filosofenmozaïek, 3e eeuw n.C., 700 × 680 cm. Römisch-Germanisches Museum, Keulen. Het mozaïek stamt uit de salon of eetzaal van een rijk woonhuis in Keulen. De nogal willekeurig gecombineerde figuren uit literatuur en filosofie zijn door bijschriften in het Grieks herkenbaar. In het midden Diogenes in zijn ton (het enige portret met inscriptie van deze figuur), daaromheen te beginnen links van Diogenes, met de klok mee - Sokrates, Plato, Chilon van Sparta, Aristoteles, Sophokles, Kleoboulos van Lindos. De Plato en Aristoteles zijn in 1857 aangevuld naar het voorbeeld van de ‘Filosofenschool’ van Rafaël in de Stanza della Segnatura van het Vaticaan. Ook na 1945 zijn ingrijpende restauraties uitgevoerd, zodat geen van de figuren compleet origineel is.
| |
[pagina 110]
| |
daens ca. 1644, De Crayer 1625-30, Breenbergh 1639, Rosa ca. 1640-45 (met als pendant de sobere »Cincinnatus), Anwander 1755 en Zick 1794; in reliëf werd het afgebeeld door Platzer 1780. Een reliëf van Puget, in 1693 voltooid, arriveerde niet te bestemder plaatse, het paleis te Versailles, waarschijnlijk omdat het te oneerbiedig werd geacht jegens Louis xiv. In het park is hij met de lantaarn voorgesteld in een beeld van Lespagnandelle 1685-88. Rosa 1651 en Poussin 1648 schilderen het wegwerpen van de drinkbeker - de laatste lokaliseert het tafereel in een landschap. Ribera ‘portretteert’ in 1639 Diogenes tweemaal met de lantaarn. Verhalender zijn de doeken van Van Campen 1628 (Centraal Museum Utrecht) en Castiglione ca. 1645. Naar schetsen van Le Brun ca. 1650 werden in de 18e eeuw enkele tapijtreeksen met Diogenes-scènes gerealiseerd. Curieus is het schilderij van Van Everdingen 1652 (Mauritshuis Den Haag), die Diogenes met de lantaarn afbeeldt op een onmiskenbaar Hollands, door een grote kerk gedomineerd plein, waar de filosoof omringd is door personen die geïdentificeerd kunnen worden als leden van een calvinistische familie: het is uitdrukking van de gedachte dat, naar het woord van Vondel, Diogenes ook hier weinig ware mensen zou vinden. In deze traditie staat wellicht de op volkskunst uit de 17e en 18e eeuw voorkomende voorstelling van Diogenes en Alexandros, bijvoorbeeld op Amelander en Enkhuizer kasten en tafels. Daumier nam Alexandros en Diogenes op in de serie Histoire ancienne 1842. In de literatuur en de taal is hij, getuige de beeldspraak van de ‘hond’ en het cynisme, toonbeeld van onbehouwenheid èn eerlijkheid. In de middeleeuwen leeft vrijwel uitsluitend het verhaal van zijn ontmoeting met Alexandros voort, bijvoorbeeld in de Gesta Romanorum. In de barok geldt hij als toonbeeld van prijzenswaardige onthouding van aardse zaken en scepsis ten aanzien van de op aardse zaken jagende medemens. Dit spreekt uit de vele Diogenes-emblemen, die overwegend betrekking hebben op het leven in de ton, het zoeken met de lantaarn en het wegwerpen van de drinkbeker. Over het zoeken met de lantaarn handelt de opera van Guglielmi/Liprandi 1794. Van Duinkerken beschrijft de ontmoeting met Alexandros in Twee vierkante meter 1938. Kossoff 1979. |
|