Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdArtemisia(† 351 v.C.), zuster en tevens echtgenote van Maus(s)ol(l)os, die van 377 tot 353 satraap was van Karië. Deze had zijn gebied tamelijk zelfstandig weten te maken en de door hem gestichte residentie Halikarnassos (nu Bodrum) tot een welvarende stad gemaakt. Zijn overlijden in 353 dompelde Artemisia in diepe rouw. Ze mengde zijn as in een drank en nam aldus zijn overblijfselen tot zich. Uit alle windstreken liet zij kunstenaars komen om voor haar gemaal een grandioos grafmonument te bouwen en te decoreren: het Mausoleum, een van de Zeven Wereldwonderen. Gebroken door verdriet overleefde ze haar man slechts enkele jaren.
Vermoedelijk is reeds Mausolos enige jaren voor zijn dood met de bouw van het Mausoleum begonnen en was daar in de stadsplanning rekening mee gehouden. Architecten waren volgens Plinius Maior Pytheos en Satyros, kunstenaars Leochares, Bryaxis, Skopas en Timotheos. Het ca. 42 meter hoge monument is een van de eerste graven met realistische portretten van de overledenen. Deze beelden alsmede friezen en andere delen van het gebouw bevinden zich thans in het British Museum te Londen ten gevolge van de expeditie door Charles T. Newton in 1846-1858. Ter plaatse zijn door opgravingen in de laatste decennia nog resten van fundamenten en decoratie aan het licht gekomen. Het monument had in 1503-1509 de Johannieters als groeve voor bouwmateriaal voor fortificaties tegen de Turken gediend. Artemisia dankt haar bekendheid vooral aan Valerius Maximus, die haar opvoert als exemplum van weduwentrouw, en aan Cicero, die haar in zijn Tusculum-gesprekken noemt in een vertoog over troost en ontroostbaarheid. Hierover spreken ook Diodoros, Strabo en Gellius. Vanaf de 16e eeuw is het tafereel met het drinken van de as enkele tientallen malen in de schilderkunst voorgesteld, onder meer door Tintoretto ca. 1555, Guercino 1642, Subleyras rond 1730, Anwander ca. 1755 en Kremser Schmidt 1782. Deshayes exposeerde op de Salon van 1765 een doek met Artemisia bij het graf van Mausolos. In de Lage Landen kennen we doeken van Rubens ca. 1615-16 en Honthorst 1630-35: beide hebben zich naar alle waarschijnlijkheid bevonden in de collectie van Amalia van Solms, de weduwe van Frederik Hendrik. Een eerbetoon aan een andere vooraanstaande weduwe was de tekst van de hoveling Nicolas Houel 1562 over Artemisia, namelijk | |
[pagina 51]
| |
aan Catharina de Medicis, weduwe van Henri ii. De kartons die Caron 1562-75 op basis van deze tekst voor een serie wandtapijten ontwierp, werden aanvankelijk niet gebruikt. Alleen ‘La remise du livre et de l'épée’ werd als schilderij ca. 1575 uitgewerkt: het is een allegorie van de opvoeding in het goede bestuur van de latere koning Charles ix. Pas in de 17e eeuw werden in Vlaamse ateliers en in de koninklijke Manufacture des Gobelins Artemisia-tapijten naar Carons ontwerpen geweven, nu voor de vorstelijke weduwen Maria de Medicis en Anna van Oostenrijk. In het park te Versailles is zij, met een beeld van Lefèvre en Desjardins 1687-94, een van de weinige historische figuren in de overwegend mythologisch geïnspireerde parkdecoratie. De hier besproken Artemisia wordt wel eens verward met een andere, gelijknamige vorstin van Karië, over wie Herodotos met verwondering verhaalt dat zij met de door haar ingebrachte schepen de Perzische koning Xerxes bijstond in de zeeslag bij Salamis tegen de Grieken in 480 (»Themistokles). De Grieken zouden haar zeer hebben gevreesd en als vrouwelijke tegenstandster ook intens gehaat. Deze manhaftige vrouw wordt een enkele maal opgevoerd in decoratiecycli samen met een aantal andere geduchte vrouwen, bijvoorbeeld in de appartementen van de koningin in het paleis te Versailles (zie onder »Rhodogoune). Het is deze Artemisia ook, die hoofdpersoon is in een grote reeks opera's in de 17e en 18e eeuw, onder meer van Cavalli 1656, Hasse 1754 en Cimarosa 1797 en 1801. Ehrmann 1964 en 1986; Van Gelder 1950-51. Armand Lefèvre & Martin Desjardins, Artemisia drinkt de as van Mausolos, 1687-94, kalksteen, meer dan levensgroot. Tuin van het paleis te Versailles.
|
|