Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdRhodogouneis de dochter van de Parthische koning Mithridates i. In 140 v.C. werd zij de vrouw van een krijgsgevangene van haar vader, Demetrios ii Nikator. Deze vorst had voortdurend oorlog gevoerd met Egypte en met de Joden en was vervolgens ten strijde getrokken tegen de Parthen: officieel om zijn Griekse bondgenoten te helpen, in werkelijkheid om roem te verwerven. Hij werd onder het mom van vredesbesprekingen in Parthische gevangenschap gelokt, waaruit hij verscheidene malen trachtte te vluchten. Niettemin steeg hij na aanvankelijke vernederingen in de gunst van koning Mithridates. De echtverbintenis met 's konings dochter Rhodogoune bezegelde deze verhouding. Demetrios was echter al gehuwd, en wel met de Egyptische prinses Kleopatra die nu de zijde van de vijanden koos om wraak te kunnen nemen. In deze oorlog stonden Demetrios en Rhodogoune tegenover Kleopatra en haar nieuwe man, Hiochos Sidetes, een broer van Demetrios. Na een nederlaag in 132 deed Demetrios een vergeefse poging om zich met zijn vroegere vrouw te verzoenen, waarna hij een einde aan zijn leven maakte. De twee vrouwen zouden zich in de krijgshandelingen als leeuwen hebben geweerd. Rhodogoune wordt in teksten van Appianos, Iustinus en in de Boeken der Makkabeeën, die handelen over de genoemde Joodse oorlogen, om haar heldhaftigheid geprezen. Zij wordt als een toegewijde echtgenote tegenover haar rivale Kleopatra geplaatst. Voor Dio Chrysostomos is zij, in diens rond 100 n.C. geschreven dialoog over de schoonheid, slechts een synoniem voor uiterlijke schoonheid. Dankzij haar heldhaftig gedrag op het slagveld past zij uitstekend in reeksen van manmoedige vrouwen. Zo werd zij in het paleis van Versailles, in de zogeheten Antichambre de la Reine die ooit diende als verblijf voor de lijfwacht van de koningin, in 1673 door Vignon geschilderd in een reeks afbeeldingen (de overige van de hand van Paillet) van zulke vrouwen: »Artemisia die als vlootaanvoerster Xerxes bijstaat, »Zenobia in de veldslag met Aurelianus, Hypsikrateia aan de zijde van »Mithridates en »Cloelia te paard. Pierre Corneille weefde in 1644 rond Rhodogoune een uiterst gecompliceerde tragedie van liefde en trouw. |
|