L. Meijers Woordenschat(1669)–Lodewijk Meyer– AuteursrechtvrijIn drie deelen ghescheiden, van welke het I. Bastaardtwoorden, II. Konstwoorden, III. Verouderde woorden beghrijpt Inhoudsopgave Verantwoording digitale uitgave van L. Meijers Woordenschat, 5e druk, Amsterdam 1669 Extract uit de Privilegie. Den Neederduitschen Taallieveren gheluk en voorspoedt. ’t Eerste DEEL der Woordenschat,Waar in meest alle de Basterdtwoorden, In de Wanduitsche Schryvers voorkomende, Van H. L. Spiegel, D. V. Koornhart, P. C. Hooft, H. de Groot, C. Huighens, G. A. Brederode, S. Kóster, I. v. Vondel, en andere voortreffelijke Taalkundige, Naauwkeurighlijk, en met kraft vertaalt, verghadert zijn. II. DEEL der Woordenschat, beghrijpende KONSTWOORDEN, en der zelver Vertaalinge. ’t Tweede DEEL der Woordenschat, Waar in meest alle de Konstwoorden, uit de Wijsgheerte, Wiskunde, Ontleedkun de, Kruidtkunde, Gheneeskunde, Rechtsghe leerdheidt, en Ghódtgheleerdheidt; va S. Stevijn, de Kamer in Liefd’ bloeyende, H. de Ghroot, J. A. Ban, V. F. Plemp, de Vertaalers van Kekkerman, Ramus, en Molijn, A. L. Kók, T. Staffard, en andere Duitsche wijsghieren, Naauwkeurighlijk, en met kraft vertaaldt, verghaderdt zijn. III. DEEL der Woordenschat, beghrijpende Verouderde en onghewoone Woorden, met der zelver uytlegghinge. ’t Derde DEEL der Woordenschat, Waar in meest alle de Verouderde, en onghewoone Woorden, Zo in Oude Neederduitsche Schriften, Als by H. L. Spieghel, R. Visscher, D. V. Koornhart, P. C. Hoofdt, S. Kóster, J. Cats, C. Huighens, J. V. Vondel, J. de Dekker, en andere Taalkundighe Schrijvers ghebruikelijk, Verghaderdt zijn, en met bekender woorden, als meede somtijdts met korte uitlegghingen verklaardt worden.