Alle de brieven. Deel 12: 1696-1699
(1989)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||
Korte inhoud:Het spijt L. dat Van Velden door zijn verdediging van het copernicaanse wereldbeeld in moeilijkheden is gekomen. Ter ondersteuning van diens standpunt sluit L. een kopie in van een brief van een hoogleraar uit Brabant, die door L.'s argumenten in zijn copernicanisme is gestaafd. | ||
Opmerking:De hier afgedrukte tekst is die uit het Album der Natuur. De door Servaas van Rooijen aangebrachte aanvullingen zijn echter weggelaten. | ||
Letter No. 181
| ||
Published in:
| ||
Summary:L. regrets that Van Velden, owing to his defence of the Copernican world-picture, has got into difficulties. In support of Van Velden's standpoint, L. encloses a copy of a letter from a professor in Brabant, whose Copernicanism has been confirmed by L.'s arguments. | ||
Remark:The text as here printed is that from the Album der Natuur. The additions made by Servaas van Rooijen, however, have been omitted. | ||
In UEd. seer aangenamen van den 4e Febr.Ga naar voetnoot1) sie ik dat UEd. myn BoekjeGa naar voetnoot2) hebt ontvangen, ende daarnevens datGa naar voetnoot3) de zaken die daar in verhandelt werden een goet behagen hebt; dat my lief was te verstaan. Als mede hadde ik geen gedagte dat UEd. stellinge van des Aerdrijks bewegingeGa naar voetnoot4) soo groote opschuddinge hadde gemaakt als ik nu kome te sien. T'is my leet te sien dat UEd. sulks wedervaren is, dog wy moeten alle de tegenspreekers die wy komen te lydenGa naar voetnoot5) soo veel als het ons doenlyk is in de wint slaan, en vergeven het haar omdat ze niet verder sien, of geen meerder kennisse hebben. Wanneer laast seker Heer die veel gesag wil hebben, ende desselfs huysvrouw, my al harde partijen warenGa naar voetnoot6), soo verheugden ik my weder te meer als andere geleerde Heeren, myne stellinge hooger opheften, als ik verwagt hadden. Ik kan niet nalaten tot UEd. te seggen, dat ik ook myne laatste gedrukte brieven aan een voornaam en hooggeleerd Heer in BrabantGa naar voetnoot7) hebbe gesonden, by de welke ik van gedagte was, dat myne stellinge geen groote ingang zoude vinden dog ik bevond dat ik in myne meininge quam te dwalen, want dien Heer hefte myne stellinge hoog op en hebbeGa naar voetnoot8) om UEd. tegensprekers den mond te stoppen zooveel als in myn krankGa naar voetnoot9) vermogen doenlijk is, goet gedagt een uyttrekselGa naar voetnoot10) van die missive hier nevens te senden; UEd. sal (beeld ik my inGa naar voetnoot11)) myne stellinge omtrent de beweginge van den Aardkloot, aan desselfs partyenGa naar voetnoot12) ofte ook wel aan andere, vertoont hebben, en sulks synde zoo sal my sonderlinge dienst geschiedenGa naar voetnoot13), zoo my van UEd. hand mag toekomen, hetgeene ze daar op weten te seggen en ik sal onder des blyven Hooggeleerde Heer UEd. ootmoedige Dienaar. AntoniGa naar voetnoot14) van Leeuwenhoek. | ||
From Your very welcome letter of the 4th of FebruaryGa naar voetnoot1) I see that You have received my BookletGa naar voetnoot2) and further that you take pleasure in the matters dealt with therein, which I was pleased to learn. Furthermore I had not imagined that Your theory of the motion of the EarthGa naar voetnoot3) would have caused such a commotion as I now see. I am sorry to see that this has happened to You, but we must ignore all the adversaries we encounter as much as we can, and forgive them because they cannot see beyond the end of their noses or do not have more knowledge. When recently a certain Gentleman, who pretends to great authority, as well as his wife opposed me very vehementlyGa naar voetnoot4), I rejoiced all the more when other learned Gentlemen commended my theory more highly than I had expected. I cannot omit to tell You that I sent also my latest printed letters to a distinguished and highly learned Gentleman in BrabantGa naar voetnoot5), with whom I thought my theory would not find much acceptance, but I found I erred in this, for this Gentleman greatly commended my theory, and, in order to stop Your adversaries' mouths as well as was possible for my poor capacities, I have thought fit to enclose herewith an extractGa naar voetnoot6) from said letter. I imagine that you will have shown my theory on the motion of the Earth to your adversaries or perhaps also to others, and if this is so, I shall be extremely obliged to learn from You what they have to say to it, and meanwhile I will remain, Highly Learned Sir, Your humble Servant,
Antoni van Leeuwenhoek. | ||
Bijlage bij Brief 181.
UEd. aangename van den 30e October met een boek van nieuwe ondervindingeGa naar voetnoot1) my wel behandigt zynde den 3e deser, en konde ik niet onthoudenGa naar voetnoot2) van ter selver stond de bladwyser te doorsnuffelen, en vooraan vindende getekent de missive pag. 264 daar UEd. handelt van de dagelykse omroeringGa naar voetnoot3), des Aertkloot by my over 35 jaren vast gestelt (als den alderligsten en begrypelyksten middel om het geheele getuygGa naar voetnoot4) der planeten en des firmaments, niet als matelyk te doen dragen naer advenant de wyde van hunnen omloopGa naar voetnoot5)) heb ik met de aldermeeste genoegte gevonden het bewys van een zake daar ik nog noyt op en had gedogt, te weten waar om de wolken en alles wat uyt aarderenGa naar voetnoot6) op staat, sig soo hoog boven deselve verheft, welke ik meynde alleen te geschieden door de warmte der zonne ofte de onderaartze vierenGa naar voetnoot7), die ze uyt der aerden doen opstaan. Nu leert gy my dat de roeringe der aarde selfsGa naar voetnoot8) hun doet wegschuyven: en houdet daar byGa naar voetnoot9); en dat de sonne de locht verwarmende haer alleen bereyt maakt, om de selve wolken hooger te laten klimmen, dan zy doen wanneer de lugt seer kout is. | ||
Enclosure with Letter 181.
Your welcome letter of the 30th of October with a book of new observationsGa naar voetnoot1) having been duly handed to me on the 3rd inst., I could not refrain from looking through the index at once, and finding at the top noted the letterGa naar voetnoot2) on p. 264, in which You deal with the daily rotation of the Earth, which I assumed for certain 35 years ago (as the easiest and most comprehensible way in which the whole system of the planets and the firmament can move in perfect time in relation to the circumference of their orbit), I was highly satisfied to find the proof of a matter which I had never yet considered, to wit why the clouds and everything arising from the earth rises so high above it, which I thought to be due only to the heat of the sun or the subterranean fires which cause them to rise from the earth. Now you teach me that the rotation of the earth itself causes them to move away, and you confine yourself to thisGa naar voetnoot3), and that the sun heating the air only makes it suited to cause the clouds to reach a greater height than if the air is very cold. | ||
Wanneer ik int jaar 1661 te Parys was vond ik daar in ons Collegie alle de verscheyde wereltgestaltenissenGa naar voetnoot10) van Ptolemaeus, Tycho de Brahé en Copernicus, elckx op zyn wyse ommedraeyende zoo dat men op een halve ureGa naar voetnoot11) konde zien, die algemeyne draey van elkxGa naar voetnoot12), maar niet en stond my beter aan als het Halsey-CopernicusGa naar voetnoot13) daar de aarde int midde der schepselenGa naar voetnoot14) blyvende, daaglijks omdraeyde, als op haar spillenGa naar voetnoot15), de planeten voorts hunne loop doende, de maan in een maant, de sonne in een jaar, etc. Sonder dat behoefden allenGa naar voetnoot16) 24 uren, met een ongelooflijke snelheyt daaglyks te wenden van den Oosten in den Westen; nu ben ik met UEd. ondervinding daar meer in bevestigtGa naar voetnoot17), ziende het verder gemak dat zoodanige aertbeweging brengt. De Heer wil UEd. nog menige jaar behoeden, enz. | ||
When in 1661 I was in Paris, I there found in our College all the various world systemsGa naar voetnoot4) of Ptolemy, Tycho Brahe, and Copernicus, each rotating in its own way so that in half an hour one could see the general rotation of each of them; but none pleased me better than the Halsey-CopernicusGa naar voetnoot5) system, where the earth, remaining in the centre of the creationsGa naar voetnoot6), rotated daily as it were about its axis, the planets further moving in their orbits, the moon in a month, the sun in a year, etc. Otherwise they would all have to move daily in 24 hours at an incredible rate from East to West. Through Your observation I am now strengthened in my opinion, considering the further convenience which such a rotation of the earth provides. May the Lord protect You for many years to come, etc. |
|