Alle de brieven. Deel 11: 1695-1696
(1983)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||
Korte inhoud:Over het bericht dat uit het oor van een vrouw een grote rups tevoorschijn kwam. L.'s twijfel hieraan en zijn aanbeveling om door zwavelen ongedierte uit de gehoorgang te verdrijven. L. kan geen mijten vinden in de gehoorgang. | ||
Opmerkingen:De brief is een gevolg van een verzoek van Rabus om commentaar op een brief uit Colmar (zie aant. 1) en is niet gedateerd. De hier afgedrukte tekst is die uit de Boekzaal. | ||
Letter No. 150
| ||
Published in:
| ||
Summary:About the report that a large caterpillar emerged from a woman's ear. L.'s doubts about this and his advice to expel vermin from the auditory canal by fumigation with sulphur. L. cannot find any mites in the auditory canal. | ||
Remarks:The letter is the result of a request by Rabus for comment on a letter from Colmar (see note 1) and is not dated. The text as here printed is that of the Boekzaal. | ||
Mijn Heer,
IK hebbe UE aangename van den 21 der voorleden maand, nevens den korten inhoud van een brief, geschreven uit KolmarGa naar voetnoot1), wel ontfangen, en moet zeggen, dat ik geen goede bevatting van zoodanige voorvallen kan krijgen. Ik kan my zelven wel inbeeldenGa naar voetnoot2), dat een vrouw, loopende in warm weder met de ooren bloot, en welkers ooren in lang niet gereinigd zijn, een Vlieg op, ofte in den ingang van haar ooren kan krijgen, die daar een of twee eyeren legt, waar uit Maden of wormenGa naar voetnoot3) voort komende, in 8 a 10 dagen haar volkomen wasdom kunnen krijgen, en dat uit weinig stoffeGa naar voetnoot4); om dat den Maden, die van eenigeGa naar voetnoot5) vliegen voortkomen, meest alle de spijs die zy gebruiken, tot grootmakinge van haare lichamen overgaat, en zy zeer weinig drek quijt worden. Maar 't is jammer, dat men de zoo genoemde Ruspen, die na alle aparentie Maden of wormen zijn geweest, niet in een doos geplaatst heeft, en haar met spijs, dat een stukje raauw vlees most geweest hebben, daagelijks heeft toegereyktGa naar voetnoot6), om die alzoo binnen weinige dagen tot haar volkome wasdom te brengen, die dan wisselijk in vliegende schepsels zouden verandert zijn: en als men zulks gedaan had, zoo en twijffel ik niet, of men zoude ontdekt hebben, wat vlieg, of zoo genaamde Ruspe, de eyeren op, of in het oor hadde gelegt. Wat de Rusp, of Rijp belangt, die 18 a 20 lijnen lang was, die kan onmogelijk, mijns bedunkens, uit eyeren van een Rusp voortgekomen zijn, om dat de Ruspen, of Rijpen, geen eyeren zijn leggende, maar dezelve in vliegende of loopende schepsels verandert zijnde, dan eerst bequaam zijn tot het leggen van eyeren, om haar geslagt voort te zettenGa naar voetnoot7). Voor my, ik kan niet begrijpen, hoe deze Rusp zoo lang in 't oor zig heeft konnen verbergen. Men zoude wel in gedagten konnen nemen, of de lijdster op dien dag, wanneer de laatste Rusp uit haar oor quam, niet weder in den tuin hadde wezen werken, en dat op dien dag de Rusp in haar oor was gekroopen, om dat men moet oordeelen dat zoodanig een groote Rusp zig niet kon in 't oor huisvesten, | ||
Dear Sir,
I duly received Your welcome letter of the 21st of last month as well as the short contents of a letter written from ColmarGa naar voetnoot1), and I am bound to say that I cannot understand these events properly. I can imagine indeed that a woman walking in hot weather with bare ears which have not been cleaned for a long time may get a Fly on, or in the entrance to, her ears, which fly lays there one or two eggs, from which come forth Maggots or worms, which may be fully grown in 8 to 10 days, and this out of small amounts of substance, because nearly all the food used by Maggots coming forth from some flies is used for the growth of their bodies and they void very small amounts of excrements. But it is a pity that the supposed Caterpillars, which to all appearance were Maggots or worms, have not been placed in a box and supplied daily with food, which should have been a bit of raw meat, in order that they might be brought to their full growth within a few days, upon which they would no doubt have changed into flying creatures. And if this had been done, I do not doubt that it would have been discovered what fly or supposed Caterpillar had laid the eggs on or in the ear. As to the Caterpillar, which had a length of 18 to 20 lines, in my opinion it cannot possible have come forth from a Caterpillar's eggs, because Caterpillars do not lay eggs, but it is not until they have changed into flying or walking creatures that they are able to lay eggs so as to propagate their kindGa naar voetnoot2). I, for one, cannot understand how this Caterpillar could hide so long in the ear. One might imagine that on the day when the latter Caterpillar came out of the patient's ear she had been working in the garden again, and that on that day the Caterpillar had crept into her ear, because one is bound to think that so large a | ||
zonder een groote beweginge in 't oor te maken, ja zoodanig, dat het onverdraaglijk waar geweestGa naar voetnoot8). Ik wil niemand beschuldigen, dog alleen tusschen ons zeggen, dat my drie zaaken zijn te vooren gekomen, namentlijk van twee vrouws persoonen, die, om datGa naar voetnoot9) men haar beklagen zoude, de wereld tragtten wijs te maken, dat ze met de steenGa naar voetnoot10) gequelt waren, en verscheide steenen loosde, die men my ter hand stelde, en ik bevond, dat valsche steenen warenGa naar voetnoot11), waar van de eene tot bekentenis quam, na dat ze alvoorens hardnekkig zwoer, de steenen geloost te hebben: en een derde hadde in haar juffrouws waterpot de zaatgens uit de aelbessen geworpen, om dezelve wijs te maken, dat ze met graveelGa naar voetnoot12) gequelt was. Voorts geve ik UE in gedagten, wanneer iemand vertrouwde eenig ongediert in 't oor te hebben, of het niet raadsaam zoude wezen, dat men een klein doosje nam, in welkers bodem men een rond gaatje quam te maken, daar men een stuk van een schaftGa naar voetnoot13), dat aan beide de einden open was, in stak, en welk eene einde van het schaftje, voor aan in 't oor was stekende, en het zelve dan omwindende met een doekje, en zoo het oor stoppende, om dus het oor geen andere opening te geven als door het schafje, als wanneer menGa naar voetnoot14) een klein stukje zwavel in 't doosje gelegt, en met vuer aan gesteken hebbende, het doosje aanstonts toesloot, om door zulk doen, de zwavelrook in 't oor in te stooten, op dat zoo doende het ongediert, dat in 't oor mogte wezen, zoude stervenGa naar voetnoot15). Ik hebbe al veel maal zedert twee maanden, de stoffe die 'k uit mijn oor nam, niet alleen beschouwtGa naar voetnoot16), om te zien of ik het dierke de Mijt, daar in niet zoude ontdekken, maar ik hebbe ook eenige stoffe uit mijn ooren, in een glaasje gedaan, ende dat voor mijn gezigt neder geplaatst, en veelmaal beschouwd, maar nooyt eenige Myt daar omtrent gezienGa naar voetnoot17). Dit is het geene ik voor dees tijd op UE: schrijvens weet te antwoordenGa naar voetnoot18). By aldienGa naar voetnoot19) UE: op enz. UE Dienstbereide A.v. Leeuwenhoek. | ||
Caterpillar could not settle in the ear without making a great stir in the ear, nay in such a way that it would have been unbearableGa naar voetnoot3). I do not wish to accuse anyone, but will only say between you and me that I have learned of three cases, viz. of two women who, in order to be pitied, tried to make the world believe that they were suffering from calculi and voided several calculi, which were handed to me and were found by me to be false calculiGa naar voetnoot4), one of which women made a confession after first having sworn stubbornly that she had voided the calculi; and a third one had thrown the seeds from the currants into the chamber pot of her mistress to make her believe she was suffering from calculi. I further suggest to You whether it would not be advisable, if someone believed he had some vermin in his ear, to take a small box, in the bottom of which one makes a round hole, into which one sticks a fragment of a quill open at both ends, one end of the quill being inserted in the front of the ear and then being wrapped in a piece of linen, the ear thus being stopped, so that the ear is given no other passage but through the quill, and, having then placed a small bit of sulfur in the box and set fire to it, to shut the box at once in order thus to blow the sulfur vapour into the ear so as to kill the vermin that should be in the earGa naar voetnoot5). For two months past I repeatedly not only observed the substance I removed from my earGa naar voetnoot6), to see if I could discover the little animal the Mite in it, but I also put some substance from my ears in a glass [tube] and placed it before my eyes and observed it many times, but I never saw any Mite in itGa naar voetnoot7). This is what I can answer to Your letter for the presentGa naar voetnoot8). Since on... You etc.
Yours faithfully A.v. Leeuwenhoek. |
|