Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692
(1967)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermd*Bellini, Lorenzo (1643-1704).Lorenzo Bellini is geboren op 3 september 1643 te Florence. Hij studeerde medicijnen te Pisa waar hij in 1662 promoveerde op het geschrift ‘Exercitatio de structura et usu venum’. In 1663 aanvaardde hij het hoogleraarschap in de filosofie en de theoretische geneeskunde aan de universiteit te Pisa, doch hij verwisselde nog hetzelfde jaar deze opdracht tegen die van hoogleraar in de anatomie. In 1693 ging hij met pensioen naar Florence en werd daar aangesteld tot lijfarts van Cosimo III. Hij overleed te Florence op 8 januari 1704. Bellini schreef enkele zeer bekende boeken en was bovenal een autoriteit omtrent het aderlaten. Lit.: Biogr. Lex. hervorr. Aerzte, Dl. 1, blz. 383. 1884. | |
Blaeu, Mr. Willem (1635-?).Mr. Willem Blaeu was de oudste kleinzoon van Willem Jansz Blaeu, ook Blau, Blaau of Blaauw, (1571-1638), die na assistent van Tycho Brahé geweest te zijn, zich in 1596 te Amsterdam vestigde als uitgever en kartograaf. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Dr. Joan Blaeu (1596-1673) en deze weer door zijn drie zoons Mr. Willem (1635-?), Mr. Pieter (1637-1706) en Mr. Joan (1650-1712). Alle drie broers waren bevriend met Magliabechi en kenden Italiaans. Mr. Willem Blaeu is geboren op 1 oktober 1635 te Amsterdam. In 1659 huwde hij Anna van Loon en in hetzelfde jaar vestigde hij zich als advocaat. Hij woonde op 't Water, de aangeplempte kade aan de westelijke oever van het Damrak, en was eigenaar van de hofstede ‘Het Hof’ te Hillegom. Hij vervulde verschillende openbare ambten, zo werd hij in 1667 tot schepen benoemd. Na 1680 trok hij zich terug uit de beroemde uitgevers- en drukkerszaak en verliet Amsterdam. Volgens oudere gegevens overleed hij in 1685, doch dit is onjuist, gezien ook de vertaling van de brief van Leeuwenhoek; in 1700 moet hij nog in leven geweest zijn. Lit.: Dr. I.H. van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel, Dl. 3, blz. 21, 1965; Nieuw Ned. Biogr. Woordenb. Dl. 10, kol. 68-78, 1937; Mr. M. van Rijnberk, De briefwisseling tusschen Leeuwenhoek en Magliabechi, Ned. Tijdschr. Geneesk., Dl. 81, blz. 3146-3157, 1937. | |
*Bellini, Lorenzo (1643-1704).Lorenzo Bellini was born on 3rd September, 1643 at Florence. He studied medicine at Pisa, where he graduated in 1662 on the thesis ‘Exercitatio de structura et usu venum’. In 1663 he assumed the professorship of philosophy and theoretical medicine at the University of Pisa, but in the same year he exchanged this assignment for that of professor of anatomy. In 1693 he was pensioned and went to Florence, where he was appointed personal physician to Cosimo III. He died in Florence on 8th January, 1704. Bellini wrote some wellknown books, and was especially an authority on blood-letting. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, Vol. I, p. 383, 1884. | |
Blaeu, LL.D., Willem (1635-?).Willem Blaeu, LL.D. was the eldest grandson of Willem. Jansz. Blaeu, otherwise Blau, Blaau or Blaauw (1571-1638) who, after having been assistant to Tycho Brahé, established himself at Amsterdam in 1596 as publisher and cartographer. He was succeeded by his son Dr. Joan Blaeu (1596-1673) who, in his turn, was succeeded by his three lawyer sons Willem (1635-?), Pieter (1637-1706) and Joan (1650-1712). All three brothers were friends of Magliabechi and knew Italian. Willem Blaeu, LL.D. was born in Amsterdam on 1st October, 1635. In 1659 he married Anna van Loon, and in the same year established himself as a lawyer. He lived ‘op 't Water’, the filled-in ditch on the west bank of the ‘Damrak’, and owned the homestead ‘Het Hof’ at Hillegom. He held various public offices; thus, he was appointed magistrate in 1667. In 1680 he retired from the famous publishing- and printing business and left Amsterdam. According to older data he died in 1685, but that is wrong, as is shown also by the translation of Leeuwenhoek's letter; he must still have been alive in 1700. Lit.: Dr. I.H. van Eeghen, De Amsterdamse Boekhandel, Vol. 3, p. 21, 1965; Nieuw Ned. Biogr. Woordenb., Vol. 10, col. 68-78, 1937; Mr. M. van Rijnberk, De briefwisseling tusschen Leeuwenhoek en Magliabechi, Ned. Tijdschr. Geneesk., Vol. 81, pp. 3146-3157, 1937. | |
*Kaempfer, Engelbert (1651-1716).Engelbert Kaempfer is geboren op 16 september 1651 te Lemgo in het vorstendom Lippe. Reeds vroeg openbaarde zich zijn zwerflust, Hij studeerde verschillende wetenschappen, vnl. medicijnen en natuurwetenschappen, aan een aantal Duitse universiteiten. In 1683 in Zweden vertoevende, verbond hij zich als secretaris aan een ambassade van het Zweedse hof naar de Koning van Perzië. De reis begon 26 maart 1683; eerst bezocht men Moskou en pas 29 maart 1684 bereikte men Ispahan, de toenmalige hoofdstad van Perzië. Daar had Kaempfer alle gelegenheid de omgeving te bestuderen, want eerst eind 1685 vertrokken de Zweden. Kaempfer verliet op 21 november Ispahan en trok naar Bender-Abassi. Na aldaar een ernstige ziekte te hebben doorgemaakt trad hij in juni 1688 in dienst van de V.O.C. als scheepsarts en bereisde in die functie de kusten van Arabië, Malabar en Bengalen, verder Ceylon, Sumatra en Java. In 1689 kwam hij te Batavia in contact met de gouverneur-generaal Johannes Camphuys, die de wetenschap sterk bevorderde. Door zijn invloed werd Kaempfer verbonden aan het jaarlijkse gezantschap van de V.O.C. naar Japan. In mei 1690 ging hij aan boord; hij bleef in Japan tot november 1692. Op al zijn reizen heeft Kaempfer aantekening gehouden van zijn indrukken en waarnemingen, vooral op botanisch gebied. Toen Kaempfer eind 1693 naar Europa terugkeerde, stelde Camphuys, die driemaal hoofd van de factorij op Decima, een Japans eilandje, was geweest, hem al zijn gegevens ter beschikking. Kaempfer promoveerde te Leiden in de medicijnen en werd in 1695 aangesteld als lijfarts van de vorst van Lippe. Nadien heeft hij zijn waarnemingen in verschillende geschriften verwerkt; vele handschriften zijn nog aanwezig in het Brits Museum. Kaempfer overleed op 2 november 1716 in zijn geboorteplaats. Van zijn hand verschenen o.a. Amoenitates exoticae in 1712 en The history of Japan in 1727. Lit.: Laségue, Musée botanique de M. Benjamin Delessert, blz. 408. 1845; Nieuw Nederl. Biogr. Woordenb., Dl. 8, kol. 939. 1930; Sirks, Indisch Natuuronderzoek, blz. 13, 1915. | |
*Kaempfer, Engelbert (1651-1716).Engelbert Kaempfer was born on 16th September, 1651 at Lemgo in the principality of Lippe. It was not long before his roving spirit manifested itself. He studied several sciences, chiefly medicine and natural science, at a number of German universities. In 1683, while staying in Sweden, he took a post as secretary to an embassy from the Swedish Court to the King of Persia. The journey started on 26th March, 1683; first Moscow was visited, and not until 29th March, 1684 did the party reach Isfahan, the then capital of Persia. There Kaempfer had ample opportunity to study the surroundings, for the Swedes did not return to Sweden until the end of 1685. Kaempfer left Isfahan on 21st November and went to Bender-Abassi. After having been through a serious illness there, he entered the service of the V.O.C. (United East Indies Company) as a ship's doctor in June 1688, and in that function travelled along the coasts of Arabia, Malabar and Bengal, as well as visiting Ceylon, Sumatra and Java. In 1689 he got into contact at Batavia with the Governor-General Johannes Camphuys, who was a great promoter of science. Through his influence Kaempfer joined the staff of the annual V.O.C. legation to Japan. He embarked in May 1690; he remained in Japan until November 1692. On all his journeys Kaempfer kept notes of his impressions and observations, especially in the field of botany. When Kaempfer returned to Europe at the end of 1693, Camphuys, who had been head of the trading-post at Decima, a Japanese islet, put all his documentary data at his disposal. Kaempfer took a medical degree at Leyden, and in 1695 was appointed personal physician to the Prince of Lippe. He subsequently incorporated his observations in various writings; many of his manuscripts are still to be found in the British Museum. Kaempfer died at his birthplace on 2nd November, 1716. From his hand appeared, inter alia, Amoenitates exoticae in 1712, and The history of Japan in 1727. Lit.: Laségue, Musée botanique de M. Benjamin Delessert, p. 408, 1845; Nieuw Nederl. Biogr. Woordenboek, Vol. 8, col. 939, 1930; Sirks, Indisch Natuuronderzoek, p. 13, 1915. | |
*Lieberkühn, Johann Nathanael (1711-1756).Johann Nathanael Lieberkühn werd geboren 5 september 1711 te Berlijn. Hoewel voor de geestelijke stand bestemd voelde hij zich in zijn studietijd te Halle en Jena al spoedig aangetrokken tot de natuurwetenschappen en medicijnen. Deze studie zette hij voort te Leiden, waar hij in 1739 promoveerde op een geschrift: De valvula coli et usu processus vermicularis. Hij bezat veel technisch talent en maakte alle benodigde instrumenten, ook mikroskopen, zelf en vervaardigde volmaakte vaatinjectiepreparaten, die hij in Londen voor de Royal Society vertoonde, waarna hij tot lid hiervan werd benoemd. In 1740 vestigde hij zich als arts in Berlijn. Hoewel zijn uitgebreide praktijk zijn wetenschappelijk werk belemmerde, verschenen van zijn hand toch verschillende geschriften, waarvan het belangrijkste is: De fabrica et actione villorum et intestinorum tenuium, Leiden, 1745, met voortreffelijke kopergravures van Lyonnet. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, Dl. 3, blz. 704, 1896; Handwörterb. Naturw., 2e dr., Dl. 6, blz. 433, 1932. | |
Maximiliaan II Emmanuel (1662-1726).Maximiliaan II Emmanuel, keurvorst van Beieren, uit het huis Wittelsbach, is geboren 11 juli 1662 te München. Door de vroege dood van zijn vader kwam hij reeds in 1679 aan de regering. Hij was zeer ambitieus, doch bezat als krijgsman en als staatsman ‘bijna te veel ijver, maar te weinig ernst’. Met zeer wisselend succes en met eveneens zeer wisselende sympathieën mengde hij zich in Europese politieke en militaire aangelegenheden. De welvaart, door zijn vader in Beieren gebracht, ging tijdens zijn bewind geheel verloren. Zijn zuster, Violante Beatrix, huwde in 1689 Ferdinand, de oudste zoon van Cosimo III van Toscane. Dit verklaart mogelijk het bezoek aan L., daar Magliabechi bibliothecaris van Cosimo III was. Lit.: Allgem. Deutsche Biogr., Dl. 21, blz. 22, 1885; Enciclop. Ital., Dl. 11, blz. 574, 1929; Encycl. Brit., 11e dr., Dl. 3, blz. 548, 1910. | |
*Musschenbroek, Johan van (1660-1707).Johan van Musschenbroek is geboren te Leiden 2 augustus 1660 en was een broer, leerling en opvolger van Samuel van Musschenbroek (1639-1681) als ‘Philosophische Instrumentmaker’. Hij was de vader van Jan (1687-1748) en Petrus (1692-1761) van Musschenbroek. Sedert 1694 woonde hij te Leiden op het Rapenburg, in de ‘Oostersche Lamp’. Als werkplaatsmerken gebruikte hij een Oosters olielampje en de gekruiste sleutels van het Leidse stadswapen. Hij maakte vooral luchtpompen en (enkelvoudige) mikroskopen. (R-m.). | |
*Lieberkühn, Johann Nathanael (1711-1756).Johann Nathanael Lieberkühn was born on 5th September, 1711 at Berlin. Although intended for the clergy, he very soon became attracted, during his college days at Halle and Jena, to natural science and medicine. He continued these studies at Leyden, where he graduated in 1739 on the thesis: De valvula coli et usu vermicularis. He had a considerable technical talent, and made all necessary instruments, including microscopes, himself, and produced perfect specimens of intra-vascular injection, which he demonstrated in London before the Royal Society, after which he was made a member. In 1740 he established himself in Berlin as a physician. Although his extensive practice hampered him in his scientific work, he nevertheless published several works, of which the most important is: De fabrica et actione villorum et intestinorum tenuium, Leiden 1745, with excellent copper engravings by Lyonnet. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, Vol. 3, p. 704; Handwörterb. Naturw., 2nd ed., Vol. 6, p. 433, 1932. | |
Maximillian II Emmanuel (1662-1726).Maximillian II Emmanuel, Elector Prince of Bavaria, of the House of Wittelsbach, was born on 11th July, 1662 at Munich. Owing to the early death of his father he became the country's ruler as early as 1679. He was very ambitious, but both as a warrior and as a statesman he possessed ‘almost too much zeal, but too little seriousness’. With very variable success and with equally variable sympathies he intervened in European political and military affairs. The prosperity which his father had brought to Bavaria was completely lost in the course of his rule. His sister, Violante Beatrix, in 1689 married Ferdinand, elder son of Cosimo III of Tuscany. This possibly explains the visit to L., as Magliabechi was librarian to Cosimo III. Lit.: Allgem. Deutsche Biogr., Vol. 21, p. 22, 1885; Enciclop. Ital., Vol. 11, p. 574, 1929; Encycl. Brit. 11th ed. Vol. 3, p. 548, 1910. | |
*Musschenbroek, Johan van (1660-1707).Johan van Musschenbroek was born in Leyden on 2nd August, 1660, and was brother, pupil and successor of Samuel van Musschenbroek (1639-1681) as ‘Philosophical Instrument Maker’. He was the father of Jan (1687-1748) and Petrus (1692-1761) van Musschenbroek. From 1694 onwards he lived in Leyden at the Rapenburg, in the ‘Oostersche Lamp’ (the ‘Oriental Lamp’). As trade-marks for the products from his workshop he used a little Oriental oil lamp and the crossed keys of the Leyden city arms. He chiefly made air-pumps and (simple) microscopes. [R-m.]. | |
Ramazzini, Bernardo (1633-1714).Bernardo Ramazzini is geboren 3 november 1633 in Carpi bij Modena. Na beëindiging van zijn medische studie te Parma in 1659 perfectioneerde hij zich enige jaren te Rome. Daarna was hij stadsgeneesheer in Canino en Marta in het hertogdom Castra, doch een zware malaria-aanval dwong hem zich terug te trekken in Carpi. In 1682 werd hij benoemd tot hoogleraar in de theoretische geneeskunde aan de universiteit te Modena, in 1700 tot hoogleraar in de praktische geneeskunde te Padua. Ondanks zijn optredende blindheid bleef hij deze laatste functie vervullen tot zijn overlijden op 5 november 1714 te Padua. Van zijn hand verschenen vele geschriften, ook op natuurwetenschappelijk gebied. Het beroemdste is: De morbis artificum diatroba, 1700, het eerste klassieke handboek over beroepsziekten. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3e uitg., Dl. 4, blz. 716, 1962; Enciclop. Ital., Dl. 28, blz. 798, 1949. | |
*Riolan, Jean (1580-1657).Jean Riolan is geboren op 20 februari 1580 te Parijs, waar hij medicijnen studeerde en in 1604 promoveerde. In 1613 werd hij benoemd tot hoogleraar in de anatomie en botanie te Parijs. Hij was lijfarts van Henri IV, Lodewijk XIII, en van de koninginmoeder Maria de Medicis. Riolan was een vooraanstaand anatoom, doch wegens zijn moeilijk karakter weinig geliefd; hij was een tegenstander van Harvey. Van zijn hand verschenen een aantal geschriften en strijdschriften. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3e uitg., Dl. 4, blz. 822. 1962. | |
*Schaak, Jeremias van.Jeremias van Schaak was graveur. Hij werd in 1695 opgenomen in het St. Lucasgilde te Delft als ‘Meester Plaatsnijder’. Zijn werk bestaat voornamelijk uit allegorische voorstellingen. Lit.: Allg. Lexic. bildenden Künstler, Dl. 29, blz. 535, 1935; Wurzbach, Niederl. Künstler-Lexic., Dl. 2, blz. 565. 1910. | |
Stanley, William (1647-1731).William Stanley is geboren te Hinckley (Engeland). In juli 1663 werd hij toegelaten tot het St. John's College te Cambridge en behaalde daar zijn B.A. graad. In 1669 gekozen tot fellow van het Corpus Christi College, Cambridge, behaalde hij daar zijn M.A. in 1670. Daarna vervulde hij verschillende geestelijke ambten. In 1685 werd hij aangewezen als hofprediker van Mary Stuart, de gemalin van Willem III, en verbleef als zodanig van 1685 tot 1689 in Holland. Voor zijn vertrek naar Holland verleende de aartsbisschop van Canterbury hem de graad van D.D. (Doctor of Divinity). In 1689 werd hij benoemd tot aartsdiaken van Londen, maar in 1693 verwisselde hij deze functie voor die van Master van het Corpus Christi College in Cambridge, waar hem in 1694 nog- | |
Ramazzini, Bernardo (1633-1714).Bernardo Ramazzini was born on 3rd November, 1633 at Carpi near Modena. After completing his medical studies at Parma in 1659 he enlarged his knowledge and skill during a few years in Rome. After this he was city physician in Canino and Marta in the Duchy of Castra, but a serious attack of malaria compelled him to retire to Carpi. In 1682 he was appointed professor of theoretical medicine in the university of Modena, and in 1700 he became professor of practical medicine at Padua. Despite incipient blindness he continued to discharge this function until his death on 5th November, 1714 at Padua. He published many works, also in the field of natural science. The most famous is: De morbis artificum diatroba, 1700, the first classic handbook dealing with occupational diseases. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3rd ed., Vol. 4, p. 716, 1962; Enciclop. Ital., Vol. 28, p. 798, 1949. | |
*Riolan, Jean (1580-1647).Jean Riolan was born on 20th February, 1580 in Paris, where he studied medicine and graduated in 1604. In 1613 he was appointed professor of anatomy and botany at Paris. He was personal physician to Henry IV of France, to Louis XIII and to the Queen-Mother Maria de Medici. Riolan was a prominent anatomist, but not much loved, because of his difficult character. He was an opponent of Harvey. He published a number of writings and polemical articles. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3rd ed., Vol. 4, p. 822, 1962. | |
*Schaak, Jeremias van.Jeremias van Schaak was an engraver. In 1695 he was admitted to the St. Lucas Guild at Delft as ‘Meester Plaatsnijder’ (‘Master Plate Engraver’). His work consisted mainly of allegorical representations. Lit.: Allg. Lexic. bildenden Künstler, Vol. 29, p. 335, 1935; Wurzbach, Niederl. Künstler-Lexic., Vol. 2, p. 565, 1910. | |
Stanley, William (1647-1731).William Stanley was born at Hinckley (England). In July 1663 he was admitted to St. John's College at Cambridge, where he took his B.A. degree. In 1669 he was elected Fellow of Corpus Christi College, Cambridge, where he got his M.A. degree in 1670. After this he filled several ecclesiastical functions. In 1685 he was appointed Court Chaplain to Mary Stuart, consort of William III of Orange, and as such he stayed in Holland from 1685 to 1689. Before his departure for Holland the Archbishop of Canterbury conferred the degree of D.D. (Doctor of Divinity) on him. In 1689 he was appointed Archdeacon of London, but in 1693 he changed his office to that of Master of Corpus Christi College at Cambridge, where, in 1694, the degree of D.D. was once | |
maals de graad van D.D. werd toegekend. In 1698 legde hij dit mastership neer; hij vervulde daarna nog een aantal geestelijke functies en overleed op 9 oktober 1731. Hij is begraven in de St. Pauls te Londen. Tijdens zijn verblijf in Holland zal hij zijn kennis van het Nederlands hebben verkregen en L. hebben bezocht (zie Brief 115); later, september 1691, heeft hij, namens de Royal Society L. geschreven, zie Brief 116 [68]. Lit.: Dict. Nat. Biogr. Dl. 17, blz. 971, 1921-22. | |
*Targioni-Tozzetti, Giovanni (1712-1783).Giovanni Targioni-Tozetti, een vooraanstaand arts en natuuronderzoeker, is geboren op 11 september 1712 te Florence. Hij promoveerde in 1734 te Pisa op een proefschrift: De praestantia et usu plantarum in medicina. In 1737 volgde hij zijn vriend en beschermheer Micheli op als hoofd van de botanische tuin en als hoogleraar in de botanie te Florence. Beide functies heeft hij in 1749 neergelegd om zich als prefect van de Biblioteca Magliabechiana te wijden aan de wetenschap, tevens werd hij lijfarts van groothertog Leopold. Verschillende vernieuwingen op sanitair gebied in Florence zijn aan hem te danken. Hij beoefende met succes ook verschillende takken van de natuurwetenschappen, natuurkunde, archeologie en landbouw en schreef verhandelingen op vele dezer gebieden Hij overleed 7 januari 1783 te Florence. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3e uitg., Dl. 5, blz. 517, 1962; Enciclop. Ital., Dl. 33, blz. 269, 1950. | |
Vallensis, Mr. Cornelis (1648-1692).Cornelis Vallensis is geboren 24 juni 1848 te Delft als zoon van Dr. Dirk Vallensis (1612-1673), burgemeester van Delft en curator van de Leidse Universiteit. Zijn grootvader, Dr. Jacob van den Dael of Vallensis (1570-1644) was lijfarts van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik. In maart 1666 werd hij als student ingeschreven te Leiden. In Delft werd hij veertigraad (lid van de vroedschap) in 1681, schepen in 1682, weesmeester in 1688, en in 1691 adjunct ter dagvaart (d.w.z. dat hij voor de stad deel uitmaakte van de Staten van Holland). Hij overleed, ongehuwd, op 27 juni 1692 en woonde toen aan de Oude Delft. [Gemeentearchief Delft] | |
*Voorstad, Andries (?-1730).Andries Voorstad was afkomstig uit Amsterdam en werd juli 1678 te Delft ingeschreven als lidmaat van de Nederduits Gereformeerde Gemeente. In 1680 huwde hij en woonde toen aan de Koornmarkt. In 1691 kocht hij het huis ‘De Zeven Starren’ aan de zuidzijde van de Markt. Dit pand stond (en staat) ter zijde van het stadhuis; blijkbaar was hij er reeds eerder gevestigd, waarschijnlijk als huurder. In de ondertrouwakte heet hij boekbinder, in de koop- | |
again conferred on him. In 1698 he resigned from this mastership, after that he filled a few more ecclesiastical offices and died on 9th October, 1731. He was interred in St. Paul's Cathedral, London. During his sojourn in Holland he will have acquired his knowledge of the Dutch language, and visited L., see Letter 115. Later, in September 1691, he wrote to L. on behalf of the Royal Society; see Letter 116 [68]. Lit.: Dict. Nat. Biogr. Vol. 17, p. 971, 1921-22. | |
*Targioni-Tozzetti, Giovanni (1712-1783).Giovanni Targioni-Tozzetti, a prominent physician and naturalist, was born on 11th September, 1712 at Florence. He graduated at Pisa in 1734 on the thesis: De praestantia et usu plantarum in medicina. In 1737 he succeeded his friend and patron Micheli as head of the botanical gardens and as professor of botany at Florence. He resigned both these positions in 1749 in order to devote himself, as prefect of the Biblioteca Magliabechiana, to science, in addition to which he became personal physician to Archduke Leopold. Various renovations in the sanitary field in Florence are due to his work. He also successfully studied different branches of natural science, physics, archeology and agriculture, and wrote treatises on many of these subjects. He died in Florence on 7th January, 1783. Lit.: Biogr. Lexic. hervorr. Aerzte, 3rd ed., Vol. 5, p. 517, 1962; Enciclop. Ital., Vol. 33, p. 269, 1950. | |
Vallensis, LL.D., Cornelis (1648-1692).Cornelis Vallensis was born in Delft on 24th June, 1648, as the son of Dr. Dirk Vallensis (1612-1673), Mayor of Delft and Curator of Leyden University. His grandfather, Dr. Jacob van den Dael, or Vallensis (1570-1640), was personal physician to the Princes Maurits and Frederik Hendrik of Orange. He matriculated in Leyden in March 1666. In Delft he became ‘Veertigraad’ (member of the town council) in 1681, magistrate in 1682, trustee of the orphanage in 1688, and in 1691 ‘Adjunct ter Dagvaart’ (i.e. that he represented the City of Delft in the States of Holland). He died unmarried, on 27th June, 1692; he had then been living on the Oude Delft. [Municipal Archives of Delft]. | |
*Voorstad, Andries (?-1730).Andries Voorstad hailed originally from Amsterdam, and was enrolled at Delft in July 1678 as a member of the Dutch Reformed parish. He married in 1680, and was then living at the Koornmarkt. In 1691 he bought the house ‘De Zeven Starren’ (‘The Seven Stars’) on the south side of the Markt. This house stood (and still stands) by the side of the town hall; apparently he had already occupied it earlier - probably as a tenant. In the banns before his marriage he is described as a bookbinder; in the title-deed of the house, and | |
akte en in zijn testament boekverkoper. Hij overleed in februari 1730 en woonde toen aan de Voldersgracht. Zijn zoon Adriaan, en later zijn kleinzoon Andries, zetten de drukkerij en boekhandel voort in ‘De Zeven Starren’. [Gemeentearchief Delft] | |
Waller, Richard (± 1650-1715).Richard Waller is geboren omstreeks het midden van de 17e eeuw. Van zijn jeugd is ons niets bekend. Hij moet echter een goede opleiding hebben genoten, daar hij een ruime kennis der natuurwetenschappen, speciaal zoölogie, bezat en bovendien een goed talenkenner en een begaafd kunstenaar was. Daarnevens was hij ook een goed zakenman. Blijkbaar deed hij zijn zaken en werk in Londen, waar hij een woning had in Broad Street. Zijn landhuis lag te Northaw in Hertfordshire. In 1681 werd Waller gekozen tot lid van de Royal Society, in 1687 tot tweede secretaris, waarbij hij in feite alle werk deed daar de eerste secretaris Dr. T. Gale zelden een zitting bijwoonde. Waller vervulde zijn taak met zeer veel toewijding, hij verbeterde de administratie, ook in financieel opzicht, aanmerkelijk. Hierbij had hij veel steun aan Dr (later Sir) Hans Sloane, die in 1694 Gale opvolgde als eerste secretaris. Nadien woonde Waller echter zelden meer een zitting bij. Een van de belangrijkste gebeurtenissen in Waller's tijd was de huisvesting van de Royal Society en haar collecties in een tweetal in 1710 aangekochte huizen in Crane Court, Fleet Street; voordien had de Royal Society gastvrijheid genoten in het Gresham College. Waller overleed in de eerste helft van januari 1715. Lit.: Sir Henry Lyons, Notes and records of the Royal Society, Dl. 3, blz. 92, 1940-41; dezelfde, The Royal Society 1660-1940, blz. 74, 104, 1944. | |
in his will, as a bookseller. He died in February 1730, when he was living at the Voldersgracht. His son Adriaan, and subsequently his grandson Andries, continued the printing business and the bookshop in ‘De Zeven Starren’. [Municipal Archives of Delft]. | |
Waller, Richard (± 1650-1715).Richard Waller was born around the middle of the 17th century. Nothing is known about his early years. But he must have been given a good education, because he possessed a wide knowledge of science, especially zoology, and was also a good linguist and a gifted artist. In addition to that he was also a good businessman. He evidently did his business and work in London, where he had a domicile in Broad Street. He had a country-house at Northaw, Hertfordshire. In 1681 Waller was elected Member of the Royal Society; in 1687 he was appointed second secretary, as which he in fact did all the work, since the first secretary, Dr. T. Gale, hardly ever attended a session. Waller fulfilled his function with great devotion; he considerably improved the administration, notably in its financial affairs. For this he obtained much support from Dr. (later Sir) Hans Sloane, who in 1694 succeeded Gale as first secretary. After that, however, Waller only rarely attended a meeting. One of the most important events in Waller's time was the housing of the Royal Society and its collections in two houses purchased in 1710, in Crane Court, Fleet Street; the Royal Society had previously enjoyed the hospitality of Gresham College. Waller died in the first half of January 1715. Lit.: Sir Henry Lyons, Notes and records of the Royal Society, Vol. 3, p. 92, 1940-'41; by the same author: The Royal Society 1660-1940, pp. 74, 104, 1944. |
|