Oeuvres complètes. Tome VI. Correspondance 1666-1669
(1895)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 583]
| |
No 1109a.
| |
[pagina 584]
| |
de eneGa naar voetnoot10) die met van der HoogeGa naar voetnoot11) trouwt, en de andreGa naar voetnoot12) met den Engel CaeuwGa naar voetnoot13) van dese leste is SusieGa naar voetnoot14) speel juffrouw. gisteren waeren wij den Rouw beklaegen aen de vrouw van Gent over haer soon die noch tot voorleede sondach in groote miserie gelegen heeft. sij isser seer over bedroeft en niet sonder reeden want het was een Man die seer gepreesen wierdt van alle die hem kenden. men heeft hem geopent, en niet bedurven gevonden als de Long die was bijnae heel verswooren, en dat heeft hem die grouwelijcke pijn soo lang doen lijen, die somtijts soo groot was dat men hem op straet hoorde schreeuwen. ick geloof dat je wel gehoort hebt dat hij het eerste beginsel van dat Accident in de kaetsbaen gekreegen heeft van een Bal die soo hert aen quam in de sij dat hij kort daer nae mennigte van bloet spoog. en hadt hij het toen soo seer niet genegligeert daer hadt moogelijck noch wel apparentie geweest om hem te geneesen. het is mij lief om hooren mon Frere dat UE de Parijsche lugt soo wel gevalt. terwijl datter toch geen apparentie en is dat Papa noch ras weer sal konnen koomen. ick wordt somtijts soo verdrietich in deese lange ReijsGa naar voetnoot15), dat ick het niet seggen kan en evenwel kan't niet helpen. als UE de Eer hebt van juffrouw BooreelGa naar voetnoot16) te sien soo vergeet haer toch niet van mijnen 't weegen vrindelijck te bedancken van alle haere beleefde presentatien en segt haer weer soo wat soets van mijnent weegen, inderdaet ick wenschte met al mijn hert haer ergens dienst in te konnen doen. Aengaende de Beauté van de VijverkaeijGa naar voetnoot17) daer weet ick weijnich van te seggen als datter den Frater noch somtijts gaet en den Blom soet. die sien ieder oock veeltijts gelijck met hem. of die ook noch geintentionneert is weet ick niet. hoe magnifiecken Festijn BuseroijGa naar voetnoot18) gisteren gegeven heeft, dat sal BroerGa naar voetnoot19) UE beter kunnen vertellen als ick. want ick heb noch niemant gesprooken die van de Partij geweest is, maer datter Piramides van jonge kuijckenties geweest sijn, dat heb ick verstaen. | |
[pagina 585]
| |
Gelieft onser aller vrindelijcke gebiedenis aen Papa te doen, en Cheize vergeet die oock niet te salueren voor al van mijnent weegen, en segt hem dat sijn Plaisirige brieven ons seer verheugen kunnen, die hij aen Broer L. schrijft. Adieu Adieu. |
|