Dichtwerken. Deel 2(ca. 1880)–Bernard ter Haar– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 278] [p. 278] aant. Op Soestdijk. 24 Augustus 1878. Laat een wolk van vlaggen zwieren, Maak u op om feest te vieren Met verjongde vreugd, Soestdijk! Lustlot, in betoovring rijk! Neêrland dierbaar als de woning Van den ridderlijken Koning En Zijne onvergeetbre Gâ! Eerkrans voor de moedbetooning Van den Held van Quatre Bras! Laat nu Hosianna's klinken! Laat uw tin van lichtglans blinken! Span nu fier uw vleuglen uit, Nu de Vorstelijke Bruid, Telg van een der Heldenloten, Pruisen's Koningsstam ontsproten, Met Prins Hendrik d' Echtknoop sluit. Open wijd uw vleugeldeuren, Laat ze 't hoofd nog hooger beuren! Buig uw dorpels lager neêr, 't Nieuwverbonden Paar tot eer! Ga in al uw luister stralen, En ontrol uw rijkst tapeet, Waar, bij d' opgang naar uw zalen, Zacht de jonge Gade op treed'! Offer haar uw zoetste geuren Uit een schat van bloemenkleuren! Strooi uw bloesems op Haar kleed! Sneeuw' het loovers voor haar voeten, Waar gij 't Echtpaar moogt begroeten En luid juublend welkom heet! Heel het oord trilt van verlangen Om het Vorstlijk Paar te ontvangen. 't Slank en rijzig dennenwoud, Met zijn hooggetopte kuiven, [pagina 279] [p. 279] Gaat met al zijn waaiers wuiven, Als het straks Zijn intocht houdt; 't Statig eik- en beukenloover Buigt tot eerepoort zich over, Dat het mee zijn hulde biê; Waar de bosch-alleeën ruischen, Gaat het door de toppen suizen: ‘Wees gegroet, Prinses van Pruisen! Welkom hier, Vorstin Marie! 't Schalt Haar toe uit duizend monden: Leef met d'eedlen Prins verbonden, Van d' Oranjekrans omwonden, Zalig door de trouwste min! Neêrland haalt u juichend binnen: Harten, die den Vorst beminnen, Kloppen ook voor U, Vorstin! Wat U toestroomt op uw wegen Strekt van verre U de armen tegen, Heft ze biddend op ten zegen Voor Prins Hendriks gemalin!’ Schiet nu ras uw zilvren stralen Hoog in 't luchtruim, springfontein! Doe ze als diamanten dalen Op het mildbebloemde plein! Laat uw paarlen, in hun dans, Fonklen in den zonneglans! Zing den Vorst toe, in 't geklater Van uw lieflijk ruischend water: ‘Neêrlands Liefde en Huldeblijk!’ Roep Hem 't zoet gezang in de ooren, Dat Prinses Marie mocht hooren Van de jubelende koren, Bij haar aankomst op Soestdijk! Vorige Volgende