Dichtwerken. Deel 2(ca. 1880)–Bernard ter Haar– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Heb lief, zoo lang gij lieven kunt! O, lieb so lang du lieben kannst! Heb lief, zoo lang ge lieven kunt! Heb lief, zoo lang 't u blijft vergund! Het uur genaakt! het uur genaakt, Dat ge op een graf slechts treuren kunt! Blaas van de liefde elk vonksken aan! Heb lief, zoolang u de adem gaat, Zoo lang daar nog een teeder hart Met warmen klop voor 't uwe slaat! En wie zijn boezem u ontsluit, Sluit nooit hem d' uwen stug en stroef! Maak ieder uur door iets hem blij! Doe nooit wat hem een uur bedroev'! Bewaak vooral uw lippen wel! Het schampre woord ontvliedt zoo snel! - O God! 't was niet zoo boos gemeend! - Doch 't werd gehoord en 't wondde fel. [pagina 259] [p. 259] aant. Heb lief, zoo lang ge lieven kunt! Heb lief, zoo lang 't u blijft vergund! Het uur genaakt! het uur genaakt, Dat ge op een graf slechts treuren kunt. Dan knielt gij op de koude zerk, En buigt 't gelaat dáár schreiend neer In 't nat bedauwde en spichtig gras, Doch wien ge zoekt, vindt gij niet weer. Dan zucht ge: ‘O, zie nog eens mij aan, Hoe 't oog hier op uw grafsteen weent! Vergeef elk hard en bitter woord! - O God, 't was niet zoo boos gemeend!’ - Hij echter hoort u niet, noch ziet Uw' open arm, die hem omvang'; De mond, die vaak u kuste, zwijgt, En spreekt nooit weer: ‘'k Vergaf reeds lang!’ Toch deed hij 't; hij vergaf geheel, Schoon om het scherp gesproken woord Hem menig heete traan ontviel, Doch stil! nu slaapt hij ongestoord. Heb lief, zoo lang ge lieven kunt! Heb lief, zoo lang 't u blijft vergund! Het uur genaakt! het uur genaakt, Dat ge op een graf slechts treuren kunt! Naar het Hoogduitsch van FREILIGRATH. Vorige Volgende