Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5306. 1641 augustus 3. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Den 27 Iulii is Aire overgegaen. Vijftienhondert man is daer uitgetrocken nae St. Venant, alwaer het leger was van den cardinael-infant. LamboiGa naar voetnoot2 om vivres te soecken heeft sich geretireert bij Namen. Dit heeft occasie gegeven aen de mareschaux van Bressé ende CastillonGa naar voetnoot3 om Donchéry weder te becomen. Den coning ende cardinael zijn ontrent Mézières, schijnen hoope te hebben van de geünieerde princen te houden aen d'overzijde van de Mase ende alzoo de vivres af te snijden. Men weet wel dat eenige goede provisie is in het casteel om het garnisoen te onderhouden, niet om de burgerie middel te geven om te leven. Deselve burgerie is ontwa- | |
pent als suspect zijnde van meer Fransch te zijn als Spaensch. Tegen de memorie van den grave van Soissons werdt geprocedeert bij het parlement door expresse last van den coning.Ga naar voetnoot4 In Tarragona is, gelijck ick voor desenGa naar voetnoot5 heb geadviseert, geduirende het gevecht ter zee - waerdoor de Fransoisen zeggen twaelff Spaensche galeien geruïneert te hebben - een goede quantiteit van vivres ingevoert. Ende in Italië hebben de Fransoisen gemist Alexandrië te nemen off, soo eenige zeggen, oock Vercelles ende Sontia; sijn nu in het marquisaet van het Montferrat ende daerontrent. 't Schijnt zij Nizza de la PailleGa naar voetnoot6 willen aentasten ende de prince Thomas dezelve defenderen. De meeste advysen alhier zijn dat de vloten uit West-Indië soo van Terra Ferma als van Nueva Spaignia in Spaignië zijn aengekomen. In Switserlant is den boerencrijgh afgeloopen met een generael pardon zonder straffe van iemant ende werdt op de bailiuwen niet alleen ter plaetse daer de moeite is geweest, maer overal beter ordre gestelt. De roomschgesinde Switsers door ingeven van den keiser ende Spaegnië zoecken de neutraliteit voor het graefschap van Bourgogne den coninck af te perssen met dreigement van andersins haer volck thuis te roepen, waertoe de protestantsche cantons met reden niet en willen verstaen, maer wel helpen remonstrantiën doen aen den coning. Den ambassadeur van VrancrijckGa naar voetnoot7 helpt dit stuck slependen houden, eischt van GullerGa naar voetnoot8 wederom het gelt dat hem gegeven was om lichtinge te doen voor Vrancrijck, alsoo 't volck bij de Grisons niet toegelaeten werdt uit het lant te gaen. De acht Droictures, zoo men die noemt bij de Grisons, hebben een schriftGa naar voetnoot9 laeten uitgaen om te toonen haere exemtie van het huis van Oostenrijck, hetzelve huis nochtans toestaende zeeckere gerechticheden die niet clein en zijn. Wij verstaen uit Constantinople dat daer een brandt is geweest onder de galeien in Pera; dat den Grooten HeerGa naar voetnoot10 blijft buiten hoope van kinderen ende dat Tauris, een voorname stadt in Persië, is geruïneert door de aerdbeving. De coninginne van Engellant heeft willen gaen nae Spae, maer den ambassadeur van Vrancrijck,Ga naar voetnoot11 die sulcx niet en wenscht, heeft bij het parlement gearbeit om zulcx te beletten ende tot noch toe opgehouden. Voor de coninginne-moederGa naar voetnoot12 heeft den coning van Engellant een logys doen prepareren tot Colen. 't Belegh van Conis is opgebroocken, doordien de Spaegnaerden renfort van volck daerin hebben gebracht. Een convoi gaende van Dorlans nae Atrecht is bij de Spaegnaerden onderschept, alwaer de Fransoisen eenige schade hebben geleden. Veele die den naem van den grave van Soissons hadden gevolgt, comen weder onder pasport van den coning. Den hertogh van Guise werdt van Bruissel te Sedan verwacht met vierduisent man. 3 Augusti 1641. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Aug. 1641 uyt Paris. |
|