Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5047. 1641 februari 4. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Ick apprehendere seer het peryckel daerin uEd. ons Barcelona representeert, want de Catalans sijnde gereduceert, sie ick niet hoe den nieuwen conynck in Portugael sal subsisteren, voornemelijck indien het heele rijck, dat qualijck als door een geestelijcke verbintenisse is te imagineren, geen eenen cours en stelt. Van prompt secours uyt dese quartieren can ick niet sien dat is te hopen. Dat Euskercke met een affgesonden van den conynck van VranckerijckGa naar voetnoot2 derrewaerts sal gaen, is geresolveert, maer die sal met hem niet nemen als persuasiën ende beloften. Veele meenen de Portugesen haer ooge hebben op secours van de morisques, doch sal den conynck van Spangiën met het volck dat hij in sijn lant heeft ende uyt Italiën promp[te]lijck crijgen kan, alle uytheemsch secours licht connen preveniëren ende een nieuwen conynck met nieuw volck, eer hij in postuyre is, in een open lant overrompelen. Anders, indien hij sijn rijck voor een tijt kan stabiliëren, connen onverwachte toevallen commen, daertoe dan met geïmposeerde ofte ware advisen hope wert gegeven, gelijck uEd. sal sien uyt een bijgaende extract,Ga naar voetnoot3 daervan den inhout niet ondienstych en is om desen staet tegens den aenstaenden somer met vigeur in 't velt te brengen, daer Vranckerijck seer toe arbeyt ende veele conferentiën tus- | |
schen sijne Hoocheyt ende den ambassadeur van den conynckGa naar voetnoot4 over werden gehouden. Men mompelt oock van nieuwe lichtynge ende het en is niet buyten apparentie dat veel verschilt van vijftych compangiën te casseren; dan soude het nieuwe volck buyten costen van het lant aengenomen werden. Het voornemen is de saecken van de zee ernstych bij de hant te nemen ende tot dien eynde tegens halff Maert een goede scheepsarmade voor Dunkercke te brengen om de havenen van Vlaenderen den somer beseth te houden, het eenyge middel, soo de ervarentste oordeelen, om de zee te veylen. Voor het scheyden van de vergaderynge, hetwelke is geweest Saterdachavont ten thyen uyren,Ga naar voetnoot5 is gearresteert ende de ordre beraemt op de nieuwe impositie van scepenen ende wagenen, groot ende cleyne elkx naer sijn taxt, de cleynste schuytjes tot een last 10 stuvers elcke drie maenden, van een last tot 10 lasten meerder, van thien tot twintych ende van twintych tot dertych ende soo voort, elckx naer advenant. Een carosse sal geven een daelder alle drie maenden, een speel overdeckte wagen een gulden, een voermans wagen gedeckt 15 stuvers, een boere- ofte opene wagen 10 stuvers. Ende maeckt men ramynge, dat daeruyt driehondertduysent guldens in 't jaer gevonden sullen werden, daer bij provisie op is ende wert genegotieert twee millioenen, soodat alle beswaerenissen allenskens in interesten werden geconsumeert, dat bij continuatie van oorloge de ingesetenen seer swaer sal moeten vallen, die, onder wat namen de middelen werden geheven, de betalynge uyt hare beursen moeten vinden. Wat hope nu is om met handelynge uyt den oorloge te geraecken, weet uEd. best. Hier seyt men dat den Beyervorst seer ernstelijck aen den conynck van Denemarcken heeft geschreven dat hij alle middelen ten dienste van het rijck daertoe soude willen aenwenden. Andere seggen een ambassadeur van den keyser, den graeff van Aurenberch,Ga naar voetnoot6 hoffraet ende mareschal, gedestineert naer desen landen, tot Ceulen is; die willen sij dat daer mede van soude connen spreecken. Want om restitutie te begeeren van de steden die onder het rijck horen, meenen sij, nu den generael Bann(ier geseyt) wert ontrent Amberg ende Regensburg te wesen, den tijt niet bequaem (en is). Maer het soude connen sijn om de clachten van den churfurst van Ce(ulen)Ga naar voetnoot7 te seconderen ofte yet anders. De ambassadeursGa naar voetnoot8 geven uyt Engelant, hoewel sij seggen alles noch heel onseecker is, seer goede hope van een geluckyge negotiatie. De eerste audiëntie in de grote sale, daer les testes couronnées gewen(t) sijn gehoort te werden, is niet alleen in presentie van conynck, coninginn(e) ende prinsGa naar voetnoot9 seer favorabel ende honorabel geweest, maer, hetwelcke een goet augurie geeft, in 't bijwesen van de outste princesse.Ga naar voetnoot10 Acht commissarissen, die men hout meest wel geaffectionneert, waren den 22 dese voorleden maent al gecommitteert, onder dewelcke mede is den grave van Northomberlant,Ga naar voetnoot11 schoonbroeder van den grave van Leyster. Het parlement gynck vast voort ende heeft men heel quade opinie van de saecke van den député van Ierlant ende den aersbiscop.Ga naar voetnoot12 | |
Den Cyper,Ga naar voetnoot13 die hier is, heeft voor desen wel soo goeden onthael bij de coninginneGa naar voetnoot14 gevonden als hij jegenwoordych doet, hoewel hij nevens andere hare M.teyts hoff hanteert ende oock den resident van EngelantGa naar voetnoot15 siet. Dat de canonesGa naar voetnoot16 sijn gecasseert ende alle geestelijcke ende wereltlijcke ontslagen bij arrest van het parlement de(sel)ve te gehoorsamen, wert mij niet alleen verseeckert, maer oock daerbij gezeyt dat perycke(l) hebben gelopen van te werden verbrant, indien de conynckx naem, die daerin wert gespelt, ende een cappitel ‘Wat de gemeente haren conynck schuldych is,’ daerin gecomplecteert, deselve canones niet hadde van het vier bewaert. Onder andere redenen van de cassatie werden gegeven, dat het parlement verstaet dat geen geestelijcke vergaderynge sonder authorisatie van het parlement nochte canones mach geven ofte veranderynge in de oude maecken. Van Carthagena mach uEd. wel geloven dat niet en is, gelijck mede dat het ophouden van het retour van de Spaense vlote die in September in Spangiën hadde behoren te arriveren, meer door storm, die de scepen soo hadde gedevaliseert dat sij alle behoufte uyt Spaengiën nodych hadde, als de equipagie van Houtebeen.Ga naar voetnoot17 Deselve vlote wert nu in Mey ofte Juny in Spaengiën verwacht, wanneer sij overbrengen sal uyt Nova Hispania een driedubbel ende uyt Terra Ferma ofte Mexico een dubbel retour sal medebrengen, waerop de coopluyden meenen dat de princen daerbij geïnteresseert met gemeene equipagie tegens die tijt ontrent de cust van Spange behoren te letten. Van den gouverneur van de Bahy hebben de participanten van de Compangie van Brasyl seer goede opinie, sijnde den conte van Massecarini,Ga naar voetnoot18 een Portugees ende naer verwant van de nieuwen conynck, die oock van den tijt van sijn aencomste, wanneer sij meenen van het dessein van de Portugesen kennisse heeft gehadt, seer civilijck met de Nederlanders heeft geleeft ende tegens het branden ende blaecken van de ingenios ordre gestelt. Van het eylant van Madera, gelijck mede van de Vlaemsche eylanden,Ga naar voetnoot19 daer de Portugesen meester sijn, verwacht men hier mede veranderynge. Dat die van Goa ende Malaccas al lange advysen van de onluste in Portugael hebben gehadt, sal uEd. sien uyt dit bijgaende extract.Ga naar voetnoot20 Maer de Compangie van Oost-Indiën sage liever die plaetsen in oorloge bleven. Graeff MauritsGa naar voetnoot21 schijnt het ernst te wesen uyt Brasilië thuys te commen ende de Compagnie, bij de Staten-Generael versocht sijn Ex.tie tot continuatie te bewegen, toont daer geen lust toe. Den hertoch van Longueville blijft noch met den contrari wint in Den Briel. Den stathouder van VrieslantGa naar voetnoot22 is in Den Hage, gaet dagelijckx te hove. Vanwegen Hollant is, gelijck Somersdijck voor sijn vertreck garen hadde gesien, aen de | |
provintie van Overijssel niet geschreven.Ga naar voetnoot23 Acht gedeputteerde uyt ZeelantGa naar voetnoot24 sijn gecommen om sijn Hocheyt te congratuleren [met] het aennemen van het gouvernement van Stat ende Landen ende het gehoopte huwelijck.Ga naar voetnoot25 Den Turcksen chauxGa naar voetnoot26 is noch niet vertrocken. Twee scepen uyt de Strate gecommen, rijckelijck geladen, wel vierhondertduysent guldens waerdych, sijn door faute van piloten in het incommen van het Texel vergaen. In de plaetse van de heeren Hasselaer ende Bicker sijn de burgemeesters Hasselaer ende Bicker [sic] gesuccedeert.Ga naar voetnoot27 Dit sijn onse niewe tijdyngen. Desen 4 Febr. 1641.
IovinianusGa naar voetnoot28 versocht sijnde, heeft tot noch toe Verus' man,Ga naar voetnoot29 die hier is, niet gesien. Hij en is daer oock niet begerych toe, 't en ware om te declineren achterdencken dat het om eenych dessein dat FelixGa naar voetnoot30 schadelijck soude mogen sijn, werde gelaten. | |
Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raet ende ambassadeur van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristlijckste conynck. Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14, cum antiquiore littera.Ga naar voetnoot31 En in dorso: 4 Febr. 1641 N. Reigersberg. |
|