Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3657. 1638 juli 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijn Heer, Twee van uE. brieven van den 18Ga naar voetnoot3 ende 21 JuniiGa naar voetnoot4 ontfang ick op eenen tijdt, ende van andere canten de tijdinge van het ongeluck in Vlaenderen, 't welck mij leedt is, soo om 't publyck, als om 't verlies van den jongen graef van NassauGa naar voetnoot5. Mijn huisvrouw sal aen de vrou moederGa naar voetnoot6 schrijven. Tusschen FelixGa naar voetnoot7 ende Cimons manGa naar voetnoot8 staen de saecken soo, dat het in Felix' macht sal sijn de saecke te raccommoderen, als het tijdt sal sijn ende Cimons volck haer beter sullen hebben bedacht. Ick bidde uE. nevens de saecke van RotterdamGa naar voetnoot9, waermede uE. groote moeite heeft, oock de andere dingen bij mijne laesteGa naar voetnoot10 vermelt te willen houden in goede gedachte. Van tijdingen sal ick wat liberaler sijn, wanneer ick een secrataris sal hebben, waeraen ick groot gebreck lijde. EuskerckenGa naar voetnoot11 is gisteren bij ons ten eeten geweest. Ick had hem oock voor desen genoot om geene aversie tegen den staet te toonen. Brieven uit Antwerpen accuseren seer de Hollanders, dat sij sonder noot, stercker sijnde van voetvolck als de vijant, in een quartier, daer de paerden ondienstigh waeren, seer schoone fortificatiën sonder reden hebben verlaeten. De brieven van Bruissel, dien ick gesien heb, maecken de schade seer groot. Dat het oorlogh nu nae Gelderlandt gaet, heeft apparentie, hoewel Vrancrijck liever sage in Vlaenderen. Ick hoop immers capitein Van den BoschGa naar voetnoot12 sal sijn gesalveert. Wij verlangen te hooren, dat de Hessische weder wacker werden, dat den | |
palsgraeffGa naar voetnoot1 wat meer tot sijne subsistentie uit Engelant moge becomen, dat te HamburgGa naar voetnoot2 iet goeds werde gehandelt. 't Is mij leedt, dat ick hoore d'Engelschen aen die van Duinkercken eene groote quantiteit buscruit hebben verkocht. Dieghene, die geloven, dat ThucydidesGa naar voetnoot3 ombrage heeft van Felix, bedriegen haer. Ick soude Uwe Ed. uit veele brieven het contrarie connen doen blijcken. Wat het gelt aengaet, daer moet men sijn best om doen ende bij wijlen wat patiëntie hebben. Alles recht sich mettertijdt, gelijck het nu gaet van S.t Omer, alwaer men tot noch toe besigh is geweest met de circumvallatie te maecken, seer verhindert door de macht van den vijant, soo nae sijnde, gebreck van groot geschut, ende een groote ommegang van ontrent vijf uiren. De saecke, hoopt men, sullen daer wel gaen. Hoewel den hertogh de la ForceGa naar voetnoot4 wat ongelucx heeft gehadt willende wedernemen met een al te heete aenval een fort buiten Ardres bij de Fransoisen gemaect, maer bij de vijanden becomen. 't Gelt ende secours voor den hertogh van WymarGa naar voetnoot5 gaet wat te langsaem voort 't sij door desseing, 't sij door versuim. Sijn Fürst. Genade heeft het water afgeleidt van een gracht, waermede den vijant besloten had een fort rondom een molen bij de stadt. Wij hoopen, dat hij 't selve fort nu sal hebben becomen ende oock iet geëffectueert tegen de brugge van Brisac. Terwijl den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot6 met Poligny ende andere plaetsen in de Franche Comté besigh is, heeft sich den hertogh van LotheringenGa naar voetnoot7 genaedert ende sijnde in sijne retranchementen bij den hertogh van Longueville geattaqueert, heeft sich wel geweert. Van beide sijde is volck gebleven. Den hertogh van Longueville sich de victorie toemetende door twee veldstucken in een redoulte op den vijant becomen, vind sich niet sterck genoech om andermael te slaen ende ontbiet den vicomte de TuraineGa naar voetnoot8 bij sich. Den marescal de BresséGa naar voetnoot9 was geseit, dat gaen soude om Charlemont te belegeren, maer de quade tijding van Calloo ende de apparentie van aenvang van des vijands macht ontrent S.t Omer sal hem misschien de voet geven van sich bij Chastillon ende La Force te vougen. Vercelles is versterckt met 1500 man, bij nacht nae den 20 Juny daer ingecomen door de rivier Sesia, niet sonder peryckel; oock sijn eenige wagens met broodt, die nae het Spaensche leger gingen, bij de Fransoisen becomen. 't Belegh blijft evenwel. Den adel ende gemeente van Savoie ende Piedmont crijgen meer ende meer onlust tegen het oorlogh. De questie met den pausGa naar voetnoot10 rust voor ses weecken. | |
Ondertusschen werden middelen gesocht om Vrancrijck offe die in Vrancrijck meest vermogen contentement te geven. RodericGa naar voetnoot1, prins van Wirtenberg met te clein geselschap uit Basel gaende is in handen gecomen van de vijanden. De Engelsche gesanten alhierGa naar voetnoot2 ontkennen niet toevoer van buspoeder ende andere nooddruft aen die van Duinkerken toe te laeten, meenen oock daerin te continueren, totdat haere geproiecteerde alliantie van de Hollanders sal sijn aengenomen. Mijne gebiedenisse, soo het uE. gelieft, aen de vrunden. Tot Parijs, den 3 Iuly 1638.
Men vint hier vremd de rigeur gehouden tegen den geëxecuteerde te MaestrichtGa naar voetnoot3, hem niet toelaetende te biechten, 't Sal veele Fransche catholycquen offenseren of scrupuleux maecken. Men seit ons, dat den hertogh van BouillonGa naar voetnoot4 door den geëxecuteerde ende gevangenenGa naar voetnoot5 diep in dit stuck werdt getrocken. Ick hoop immers, dat d'intentie van mijn heer SpierinckGa naar voetnoot6 geen retardement sal hebben gegeven aen mijne brieven aen mijn heer den rijcxcancellierGa naar voetnoot7. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 3 Iuly 1638. |
|