Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2659. 1636 juli 4. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.Mijn Heer, Al wederom heb ick van uE. geene brieven. De laeste waeren van de 4 MeyGa naar voetnoot7. Op 't stuck van SeldenusGa naar voetnoot8 heb ick uE. geantwoordtGa naar voetnoot9. Verwacht, wat daerop sal volgen ende hoe de saecke van CaesarGa naar voetnoot10 staet. De soon van PorsenaGa naar voetnoot11 | |
[pagina 243]
| |
Ga naar voetnoot11 is bij mij geweest met een ouden brief van sijn vader, | |
die alles goeds beloofde. Ick had den jongman garen bij mij te eeten gehadt, maer heb sulcx niet connen vercrijgen. Hij is wederom nae Orléans gegaen, hoewel ick hem sulcx ontried, omdat daer veel debauche is ende weinigh te leeren. Ick heb alle weeck aen uE. geschreven ende 't sommier van 't gunt ick verstont uit alle quartieren geadviseert. Sedert hebben wij, dat de Fransoisen met haere bondgenooten over de Tessin sijn gepasseert. Men voegt daerbij, dat sij tusschen de twee ende drie duisent van den vijant hebben geslagen ende dat den hertogh van SavoyeGa naar voetnoot1 daerbij is geweest, maer die tijding is noch niet seecker. Den hertogh van RohanGa naar voetnoot2 heeft in sijne laeste tocht niet groots connen uitrechten door gebreck van canon ende geit, waeruit oock wat meuterie was ontstaen, maer den beuit sal sulcx stillen. De Switsers hebben aen den coningGa naar voetnoot3 gesonden om de Franche Comté als onder haer protectie staende in rust te laeten ende aen den prins van CondéGa naar voetnoot4 om de stadt van Dolen te spaeren, die besig was om een mijne te doen springen ende dan te comen tot een assaut. Zavern is bestormt bij hertogh BernhardGa naar voetnoot5, die daer is gequetst aen de handt ende 200 heeft verloren. Van 't innemen wachten wij de tijdingGa naar voetnoot6. De Fransche vloot van Rochelle ende Brest is noch bij Belle Isle door contrarie winden off andere ordre. Den coning heeft oock een groote vloot in de Middellandsche Zee, maer de Spaensche is daer stercker. Evenwel is tot noch toe op de Fransche custen bij den vijant niet verovert. Men spreect hier van AlcaeusGa naar voetnoot7 te sluiten ende te doen duiren, totdat StesichorusGa naar voetnoot8 waer gevonden. Den graef van ArundelGa naar voetnoot9 is te Regenspurg. Verwacht daer de bijeencomste, die noch traegh voortgaet. Den hertogh van BeyerenGa naar voetnoot10 heeft aen den keiserGa naar voetnoot11 gesonden apparentelijck om verseeckert te sijn van te houden, dat hij heeft. Dat soude voor de Paltzische loopen op een recompense in andere landen. Hier vorderen d'Engelschen noch niet. Morgen vertreckt mijnheer HogendorpGa naar voetnoot12 nae Hollant. Is mijn sonderlinge vrundt, gouverneur van Mentz voor desen. Sal uE. behulpigh sijn om mijne saecke aen mijnheer SpierinckGa naar voetnoot13, daer hij een goed vrund van is, te recommanderen ende daernae ook bij mijnheer rijcxcancellierGa naar voetnoot14 goed rapport te doen ende mijn soonGa naar voetnoot15 | |
ten beste te raiden. De heer Hogendorp heeft mijn soon DidericGa naar voetnoot1 een compagnie gepresenteert. Ick verwacht met groot verlangen op alles uE. advysGa naar voetnoot2. Ick verwacht van mijn broeder de GrootGa naar voetnoot3 ende van mijnheer VossiusGa naar voetnoot4 bescheyt van de AnthologieGa naar voetnoot5 ende maeck vast andere dingen gereedt om altijdt het gemeene beste nae vermogen te vorderen. 4 July n. st. 1636.
Soo ick dit geschreven had, comt een afgesonden van den heer maerschalck CrequyGa naar voetnoot6. Verseeckert ons van de victorie over den Tessyn becomen. Crequy hebbende tien duisent te voet, duisent vijf hondert paerden heeft den vijant, die XVIm te voet, IIIm te paerd had, tot de bataille door een heraut geroepen, ses uiren gevochten; op 't leste is den hertogh van Savoye selff daerbij gecomen, die, soo hij van het beginsel daerbij hadde geweest, soo men meent, de bataille soude hebben belet. Van de Fransche zijde zijn duisent gebleven. Van de vijanden sijnde Spanguiaerden, Italianen, Duitschen, drie duisent. Acht hondert gevangen bij de Fransoisen becomen, elff stucken geschut, veele vaendelen, amunitie, vivres ende 't landt vol van oegst in haer macht. Zabern handelt. | |
Adres: Mijnheer Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant. In Den Hage.
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 4 Iuly 1636 wt Paris. |
|