Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 6
(1967)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2334. 1635 november 1. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.De heer HeraldGa naar voetnoot7, raad van Trimouille, en de heer JustelGa naar voetnoot8 van 't huis van Bouillon, zijn elk bij mij geweest. Zij vinden de stijfhoofdigheit van de predikanten alhier zeer ongerijmt en prijzen mij zeer over mijne genegentheit tot de eenigheit der protestanten. Ik meene, dat zij zelve zich bij alle verstandigen in 't ongelijk | |
gestelt hebben. De hertog van SullyGa naar voetnoot1, de mareschal de ChastillonGa naar voetnoot2 en alle de raadsheeren van de religie oordeelen alzoo. |
|