Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 6
(1967)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2147. 1635 juni 15. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot8.Mon frère, UE. claegt van geen brieven t'ontfangen aen mijn huisvrouw. Ick heb van weeck tot weeck geschreven ende de brieven bestelt, soo ick gemeent heb, best te | |
sijn. Off eenige in Brabant ofte elders sijn opgehouden, can ick niet seecker weten. Hoope, dat alle ter handen sullen sijn gecomen, ofte comen sullen. UE. brief van den 5enGa naar voetnoot1 is mij op gisteren behandicht inhoudende tijdingen, die versch genoeg sijn. Bedancke uE. van de moeite. Hier is een advys gecomen door den prins van EpinoiGa naar voetnoot2 gegeven, van een tweede victorie over de Spaenschen. Maer vinde daerin tot noch toe geen seeckerheit. Men spreect hier oock veel van de verstroying van de Spaensche vloot in de Middellandsche Zee. Dat drie schepen ontrent Capo Corso sijn te niet gegaen, werdt generalijck gelooft. Andere meten het uit tot dertien. De armade is van 33 galeyen, acht galeoenen ende, soo ick verstae, is nae de tempeest gesien bij Toulon, een plaets in Provence, op welck landt het desseing schijnt te sijn. Ick ben van dage geweest te Ruelle. Heb daer gesproocken aen BoutillierGa naar voetnoot3, secretaire d'estat, ende BulionGa naar voetnoot4, surintendant des finances. Den cardinaelGa naar voetnoot5 is niet soo wel als ick soude wenschen, den coning wel te pas, comt morgen, soo ick hoor, van Monceaux te St. Germain. 't Gunt uE. van den furst van LunenburgGa naar voetnoot6 schrijft, hebben wij hier mede verstaen. 't Exempel is quaedt. Ick hoope, mijnheer den rijcxcancellierGa naar voetnoot7 den cours sal steuiten. Monsieur de FeuquièresGa naar voetnoot8, die gegaen was tot hulp van den marescal de la ForceGa naar voetnoot9, is weder teruggen. Hij heeft bij hem ontrent ses duisent man. Het accoord met de Duitschen gemaect, sprack van twaelf duisent. Nu seggen sij hier, dat sij daer meer willen senden dan sij belooft hebben, tot 17m, 'twelck goedt sal sijn, alsoo 't schijnt den coning van HongrenGa naar voetnoot10 derrewaert comt, met hoop van den Rijn te passeren, 't welck in tijds dient belet. Den heer RijngraefGa naar voetnoot11, vice-directeur, heeft mij daervan geadviseert ende ick de heeren alhier, die beloven goede ordre daerin te stellen. Betfort blijft belegert bij den marescal de la Force. HefddGa naar voetnoot12 dese dagen bij mij sijnde dede groote clachten over EuripidesGa naar voetnoot13, dat die tot het leste toe desen handel met VindexGa naar voetnoot14 had getraverseert, daermede gespot, de veyling van de zee beletten, 't welvaeren van Mustafa BassaGa naar voetnoot15 benijden etc. ArnoutGa naar voetnoot16, die Philipsburg verloren heeft, is uit de handen van de keiserschen geraect, hier gecomen, hem seker gestelt in de Bastille, wil hem defenderen met de | |
Duitschen, die daerbinnen sijn geweest, van verraet te beschuldigen. Hoe het afloopen wil, sullen wij sien. Hiernevens gaet een manifest van de oorsaecken van 's conincx oorlogh tegen SpaignieGa naar voetnoot1. Ick recommandere uE. als voor desen 't oversenden van mijne boecken ende papieren nae Rouaen, bescheid van RotterdamGa naar voetnoot2 metten eerste ende daernae, soo 't uE. gelegen comt, uE. overcomste alhier. UE. dienstwillige
| |
Tot Parijs, den 15 Juni 1635. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot den XV Iuny 1635 tot Paris. Euripides Arnoult. |
|