Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1641. 1631 juni 2. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijnheer, 't Veroveren van MaegdenburgGa naar voetnoot3, daer uE. van vermelt, causeert hier droefheit ende sal apparentelijck verslagentheit veroorsaecken in Duitschlant. De protestanten hebben soo voor desen als nu laest te Leipsich te lang geleutert ende soo sij nu noch niet op en waecken, sijn verloren. Soo groot sijn de preparaten van den keiser ende Beieren. Van 't succes van Vlaenderen werdt verscheidentlijck gesproocken ende sullen daerin de particulariteiten vandaer verwachten. BaugyGa naar voetnoot4 heeft geen groote opinie van desen tocht. Hier is alles in eenen doen, 't welck wat heeft doen ophouden in 't schrijven, te meer omdat ick laestmael wat seer bedrogen ben geweest, maer met de principalen van Parijs, in de tijdinge van de escapade van de coninginne-moederGa naar voetnoot5. Dat men pro forma haere wachten heeft wechgenomen is meest geschiet uit ontsich van eene Spaenschen ambassadeur, die men verwachte ende nu te St Germain, daer het hoff is, is gearriveertGa naar voetnoot6. Men heeft hem de eer niet willen gunnen van oorsaeck geweest te sijn van des coninginnes vrijheit; men seit nu, sij is vrij, maer op drie mijlen rontom is alles beset met ruyters ende de naegelegen steden met sterck garnisoen. 's Conincx broederGa naar voetnoot7 blijft in Lorraine ende Elboeuf, Roannes, de MouretGa naar voetnoot8 blijven bij hem, meer om haere affectie ende gegeven woordt aen de coninginne-moeder dan om sijnentwil, die hem meer van de CoigneuxGa naar voetnoot9 laet gouverneren dan den coning van Richelieu. Men seit hij amoureux is van de suster van den hertogh van LorraineGa naar voetnoot10; dat soude 't gelag te duir betaelt sijn. Ick meen oock den hertogh van Lorraine sich daermede niet en sal verhaesten. Ick bidde om mijne gebiedenisse aen de vrunden. Den 2e Juny 1631.
Een edelmanGa naar voetnoot11 was van 's conings broeder gesonden met credentie aen het parlement. Maer den eersten presidentGa naar voetnoot12 dat wetende heeft middel gesocht om de Compaignie te scheiden. Den edelman geintimideert sijnde is vertrocken. | |
Adres: Mijn Heer, Mijn Heer Reigersberg, raedt van den Hoogen Raide in Hollant in 's Gravenhage. port. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot Den 2 Iun. 1631; Met vreemde hand toegevoegd: zaken van Vrankrijk. |
|