Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdVeertig martelaren van Sebastewerden al vermeld door »Basilius de Grote, »Gregorius van Nyssa, »Ephrem de Syriër, verder in een legendarische Passio en in een, volgens sommigen ten dele authentiek Testament (van de martelaren). Veertig christen-militairen uit de ‘Legio fulminata’ zouden, volgens Ephrem onder Licinius (ca. 315), een overigens tolerante, pas veel later tot vervolger gemaakte medekeizer van Constantijn (»Helena & Constantijn), te Sebaste in Armenië gemarteld zijn. Zij werden in de winterkou naakt op het ijs geworpen of - volgens een andere versie - in het ijskoude water van een vijver gedreven. Toen een van hen verzaakte en naar een warm badhuis uitweek, nam een soldaat van de wacht, onder de indruk van de moed van de anderen, vrijwillig de opengevallen plaats in. De verstarde lichamen werden buiten de stad verbrand. Volgens weer een andere lezing zou een licht uit de hemel het ijs hebben doen smelten en het water hebben verwarmd, waarna een onthoofding volgde. Men noemt de namen van alle veertig. Gregorius van Tours meldt in zijn De gloria martyrum 594 hun verering in het Westen. Hun feest is op 9 en 10 maart.
Vaak zijn de ‘Hagioi Tessarakonta’ (heilige veertig) in het Oosten afgebeeld, op ikonen, miniaturen en fresco's. Toch is de oudste afbeelding te vinden in Rome, in een in 1901 ontdekt, aan hen gewijd heiligdom ca. 700 bij de Santa Maria Antiqua. De mannen, meestal van onderscheiden leeftijd, met lendenschorten gekleed, staan altijd opeengedrongen op het ijs of in ijskoud water. Rechts is vaak het badhuis, met soms de renegaat; enkelen verwelkomen de nieuweling. Boven de kleumende groep zweeft op een troon de majesteitelijke Christus met acclamerende engelen. De mooiste ikoon is een 10e-eeuws, Constantinopolitaans ivoor uit de Macedonische renaissance (Staatliche Museen te Berlijn), waarvoor de snijder zich enigszins liet inspireren door klassieke figuren uit de gigantomachie. Een sterk erop gelijkend middendeel van een ivoor uit Leningrad doet vermoeden dat het ook hier om een deel van een triptiek gaat. De martelaren zijn ook afgebeeld op een 10e-eeuws fresco in Tokali Kilisse te Göreme (Turkije) en op een 13e-eeuwse miniatuur uit een Syrisch handschrift in de Vaticaanse Bibliotheek te Rome (hun bustes met overwinningskruisen in een geometrisch patroon). Op Griekse ikonen ca. 1500 (verblijfplaats niet bekend) en ca. 1600 (Recklinghausen; zonder Majestas) zweven de martelaars- | |
[pagina 317]
| |
De veertig martelaren van Sebaste, ivoren ikoon uit een atelier te Constantinopel, 10e eeuw. Staatliche Museen, Berlijn. Onder: de kleumende martelaren op het ijs; rechts het badhuis, waarheen een van hen vluchtte.
Boven: een door engelen met een klassiek gebaar uit het Byzantijnse hofceremonieel aanbeden majesteitelijke Christus. In het midden de inscriptie: ‘hagioi tessarakonta’ (de heilige veertig). De kunstenaar ontleende gezichten en houdingen aan antieke mythologische voorstellingen. kronen al boven de heiligen. Een ikoon van onbekende ouderdom in het Catharina-klooster op de Sinaï heeft de voorstelling met de martelaren in het koude water. De afbeelding van de marteling op een fresco in het klooster te Ochrid (Servië) heeft als pendant een weergave van de onthoofding. Een 19e-eeuwse ikoon in het Sinaïklooster vertoont alle elementen: de Majestas, de neerdalende kronen, het ijs met de martelaren, het badhuis, de renegaat en de aankomende vervanger en de verbranding van de lichamen aan de kant. In het Westen zijn afbeeldingen zeldzaam: vroeg-12e-eeuws mozaïek in de kathedraal te Torcello; miniatuur ca. 1130 in het Passionale van Stuttgart, en fresco ca. 1525 van Pontormo in het Palazzo Pitti te Florence; de martelaren worden op het ijs gejaagd. Demus 1960. |
|