Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdEphrem de Syriërwerd ca. 306 in het Syrische Nisibis (in het noorden van Mesopotamië, dat toen nog tot het Romeinse Rijk hoorde) geboren, door »asceten opgevoed en door bisschoppen van die stad gevormd. Vanaf 338 was hij diaken en raadgever van zijn bisschop. Toen de Perzen in 363 de stad innamen vluchtte hij naar Edessa, de hoofdstad van het oude koninkrijk Osrhoëne en van de provincie Syrië. De kerk daar had al een lange geschiedenis achter zich met veel herinneringen en belangrijke namen, zoals de legendarische Addai de verketterde Bardainsan, Tatianus en de wijze Afraätes, maar vooral een bijzondere traditie met eigen, soms rigoristische opvattingen over christelijk denken en handelen, waar men in ‘het Westen’ (en dat begon voor de Osrhoëniërs al in Asia Minor, het tegenwoordige Turkije, en Griekenland!) huiverig voor was. Belangrijke Syrische auteurs hield men in dat Westen zelfs voor ketters, onder meer Tatianus, wiens evangeliecompilatie overigens ten grondslag ligt aan het middeleeuwse Van den levene ons Heren (13e eeuw). Ephrem stichtte in Edessa een theologenschool naar het voorbeeld van die van Nisibis, waaraan hij gewerkt had. Zijn leven lang bleef hij diaken (»clerici). Van zijn werk dat voor een groot deel uit metrische, voor het onderricht bedoelde hymnen bestaat, is veel door latere auteurs van inlassingen voorzien.
Velen schreven ook onder Ephrems naam. Aan betrouwbare edities werkt men nog steeds. Zijn hymnen zijn soms episch, soms strofisch, nu eens dramatisch dan weer lyrisch, en werden spoedig in het Grieks en Latijn en in bijna alle oosterse talen vertaald en gebruikt bij liturgische lezingen. Nog Vincentius van Beauvais citeerde in de 13e eeuw met bewondering het vraag- en antwoordspel in de hymne over het Laatste Oordeel, die ook Dante gekend moet hebben. | |
[pagina 134]
| |
Ephrem komt vaak voor op ikonen en op muurschilderingen in kloosters in het Oosten, soms in gezelschap van andere kerkleraren, soms in dat van grote asceten of monniken. In beide gevallen is zijn kleding aan de groep aangepast. Het is altijd een lange grijze man met een korte baard, een boek of boekrol in de linkerhand; de opgeheven rechterhand maakt het spreekgebaar (ikoon 11e eeuw Sinaïklooster in de Negev: samen met »Johannes van Damascus; fresco's in de kerken en eetzalen in kloosters op de berg Athos: een uit ca. 1310 in het Protaton- en een uit 1633/54 in het Xenophon-klooster). Zijn oudste afbeelding komt voor op een ikoon (Sinaï 945) waarop deze grote Syrische theoloog verbonden wordt met de legendarische oorsprong van de Syrische Kerk. Deze ikoon bevat de uitbeelding van de Abgarlegende, door Addai meegedeeld en later zoals zoveel legenden verder aangevuld. Volgens deze legende zou de zieke koning Abgar van Osrhoëne (4 v.C.-50 n.C.) een gezant naar Jezus, over wiens kracht als genezer hij gehoord had, hebben gezonden met de vraag om hem te komen genezen. Per eigenhandig geschreven brief, waarvan exemplaren in Syrië bleven circuleren, liet deze weten een leerling te zenden om de genezing en de evangelisering van zijn rijk te bewerken. Een latere toevoeging is, dat de brief vergezeld ging van een geschilderd portret van Jezus. In het Westen ziet men zelden een afbeelding van Ephrem (Pietro di Sano, polyptiek 1444). Wel is waarschijnlijk onder invloed van het Westen de laatste scène uit het leven van Ephrem, zijn begrafenis, onderwerp voor ikonen geworden. Het thema op een werk ca. 1400 uit de school van Lorenzo Monaco werd overgenomen bijvoorbeeld op een 16e-eeuwse ikoon van de hand van een Griekse schilder (Vaticaanse Musea). Beck 1949, 1951; 1953 en 1956; Martin 1951. |
|