Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdThomas van Aquino,vierde zoon van de Lombardische graaf Landolfo van Aquino en de Napolitaanse Theodora, werd ca. 1225 op het kasteel Roccasecca bij Napels geboren. Na een jeugd als oblaat (ter opvoeding aan het klooster aangeboden knaap) in het nabije klooster van Montecassino (»Benedictus) en filosofiestudent te Napels werd hij tegen de zin van zijn verwanten ca. 1243 dominicaan (»Dominicus). Op weg naar Bologna werd hij overvallen door twee van zijn broers en twee jaar lang op het familiekasteel gevangen gehouden. Zijn leerling Thomas van Cantimpré vertelt, dat men hem daar door een hoer wilde laten verleiden en aldus tot andere gedachten wilde brengen. Met een brandend hout uit het haardvuur joeg de gevangene de verleidster de kamer uit en schroeide er een kruis mee in de deur, waarop | |
[pagina 305]
| |
een engel hem een hemelse gordel als bemoediging gaf. In 1245 liet men hem vrij. Hij studeerde eerst theologie te Parijs, waar medestudenten hem ‘stomme os’ gingen noemen, en daarna te Keulen bij de ordebroeder »Albertus de Grote, die het door de hele wereld te horen gebrul van deze os voorspelde. Door Albertus' bemiddeling verwierf hij in 1252 een positie als lector in de theologie in Parijs. In 1257 werd hij er met de franciscaan Bonaventura (»Franciscus), die hem eens bij een bezoek gewezen moet hebben op een beeld van de lijdende Jezus als bron voor zijn Godskennis, professor aan de universiteit. Van 1260 tot 1268 doceerde Thomas onder meer als pauselijk hoftheoloog te Orvieto en Viterbo en daarna tot 1272 weer te Parijs. Op weg vanuit Napels, waar hij een dominicaans studiecentrum opzette, naar het concilie van Lyon, stierf Thomas in 1274 in de cisterciënzerabdij van Fossanuova. Zijn graf is in de Saint-Étienne te Toulouse; zijn erenaam is ‘doctor communis’ of ‘doctor angelicus’ (universeel docent; engelachtige leraar); zijn meest voorkomende attributen zijn een ster of zon (met gezicht) op de borst (al dan niet aan een collier), een gordel, soms een os. Hij maakt vaak een gebaar, dat op de zoveelste distinctie in zijn betoog wijst: een vinger op de duim.
Thomas, coryfee van de scholastieke theologie, die een bibliotheek vol schreef met filosofische, theologische en mystieke werken (commentaren, monografieën, strijdschriften en vooral twee grote ‘Summae’, de Summa contra Gentiles en de Summa Theologica), bracht een ongeëvenaarde synthese tot stand tussen de antieke en Arabische filosofie, het bijbelse denken en de patristische en vroegmiddeleeuwse theologie, tussen geloven en weten. Met groten als Plato, Aristoteles, Descartes en Kant bepaalde hij het westerse denken. Ook nu nog kan geen enkele denker om de (ook fysiek!) reusachtige man heen. Zijn hymnen, zoals Lauda Sion Salvatorem (Loof Sion uw Verlosser), Tantum ergo Sacramentum (Zo'n groot [sacrament]; het slot van Pange lingua Gloriosi, Bezing, o tong, [het glorierijke mysterie]) en vooral Adoro Te Devote (U aanbid ik eerbiedig), hebben, door ontelbaar velen op laat-middeleeuws-gregoriaanse melodie gezongen, echter niet altijd verstaan en misschien nog minder begrepen, in de katholieke liturgie en paraliturgie eeuwenlang gefunctioneerd. Thomas' portret, teruggaande op de beschrijving van zijn eerste biograaf Willem van Tocco (na 1323) en een verloren gegaan fresco in de Santa Maria di Gradi te Viterbo, leefde voort in talrijke afbeeldingen: onder meer van Fra Angelico, fresco 1437-45 in het klooster San Marco te Florence, en Justus van Gent, paneel ca. 1470 voor de Biblioteca te Urbino, nu in het Louvre te Parijs (met vingergebaar). Op een schilderij ca. 1480 van Pedro Berruguete in de San Tomás te Ávila deed de schilder de historie geweld aan en beeldde Thomas af als bisschop met doceergebaar en boek. Veel cycli zijn er niet geweest: Thomas was daarvoor te weinig een volksheilige. Belangrijk is de serie gravures van Corijn (Quirinus) Boel naar Otto van Veen bij de Vita Divi Thomae Aquinatis (Antwerpen 1610), die als voorbeeld voor latere monumentale schilderingen werd gebruikt (Leuyx 1649-51 in de Thomaskapel in de Santa Maria Rotunda te Wenen). Van een twintigtal scènes die afgebeeld worden betreft tweederde gebeurtenissen uit zijn jeugd. Als afzonderlijke scènes waren vooral in trek de verleiding door de hoer (De Crayer, schilderij 1644 in de Sint Salvator te Brugge) en het bezoek bij Bonaventura (Zurbarán, schilderij 1629). De triomf van de heilige Thomas is afgebeeld door Francesco Traini, paneel 1344: bewonderd door een menigte en door Jezus gezegend: Thomas, voorgelicht door profeten en Plato en Aristoteles, met de slapende filosoof Averroës aan zijn voeten ten teken dat hij deze overtrof; en door Filippino Lippi, fresco 1493 in de Santa Maria sopra Minerva te Rome: dispuut met ketters. In deze allego- | |
[pagina 306]
| |
Francesco Traini, Verheerlijking van de heilige Thomas van Aquino, paneel, 1344, in de Santa Caterina te Pisa. In het midden troont Thomas met de tekst: ‘Mijn keel zal de waarheid overdenken, mijn lippen de bozen beschamen’ (vgl. Ps. 36/37, 30; 50/31, 17); daaronder zijn werken. Links en rechts Plato en Aristoteles die Thomas voorlichten; onder de Arabische filosoof Averroës die het tegen hem moet afleggen. Boven Thomas, rond een Jezus-Majestas de evangelisten en Petrus en Paulus met hun geschriften.
| |
[pagina 307]
| |
rie, waar rechtsonder de orde van de dominicanen verheerlijkt wordt, discuteren Dominicus, de heilige Petrus Martyr (in 1252 te Cavina door twee huurmoordenaars vermoord vanwege zijn optreden tegen de katharen) en Thomas van Aquino elk met drie groepen van soms identificeerbare ketters. De indrukwekkendste triomf is het fresco van Andrea (Bonaiuto) da Firenze ca. 1365 in de voormalige kapittelzaal der dominicanen bij de Santa Maria Novella te Florence: in deze ‘allegorie op de Kerk’ en een ‘triomf van de Heilige Thomas’ zijn als in een picturale Summa alle elementen van middeleeuws geloven en weten samengebracht rond Kerk, bedelorden en de theoloog Thomas, hier tronend als middelpunt van een ware ‘encyclopedie’ van oud- en nieuwtestamentische figuren, personages uit de geschiedenis en personificaties van theologische en kardinale deugden, van artes liberales en van wetenschappelijke disciplines. Een minder geslaagde triomf vormt de saaie, 19e-eeuwse gewelfschildering van Seitz in het Vaticaan te Rome. Een bronzen Thomasbeeld van Falise vond na omzwervingen vanaf 1923 tot 1988 een plaats naast de nieuwe aula van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Chenu 1960; Eckert 1965 en 1974; Lechner 1974. |
|