Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdThomas Becket van Canterburywerd ca. 1118 te Londen als zoon van Normandische immigranten geboren. Zijn vader Gilbert Becket was een koopman. Een legende spreekt over zijn moeder als over een Saraceense prinses, met wie zijn vader getrouwd was. Na zijn studie in Parijs zond aartsbisschop Theobald van Canterbury Thomas naar Bologna en Auxerre voor de studie van het kerkelijk recht. In 1154 werd hij aartsdiaken van Canterbury en een jaar later kanselier van koning Hendrik ii, met wie hij bevriend raakte en die hij in zijn verdediging van de rechten van de kroon tegen de aanspraken van de Kerk steunde. Tot 1162, toen hij tot opvolger van Theobald aangewezen en gekozen werd, leidde Thomas een leven als een hoveling. Als aartsbisschop deed hij afstand van het kanselierschap, stelde zich voortaan geheel in dienst van zijn bisdom en de Kerk en leefde als een monnik. Weldra was hij verwikkeld in een escalerend conflict met de koning, dit naar aanleiding van de jurisdictie over de clerus en van andere kerkelijke aangelegenheden (onder meer de politieke fricties tussen de koning en paus Alexander iii). In 1164 moest hij, misschien toen al door de koning in het nauw gebracht, smadelijk uitwijken naar Pontigny en Sens. Een verzoening in 1170 hield niet lang stand. De houding van Thomas in een kwestie rond geëxcommuniceerde bisschoppen wekte opnieuw de woede van de vorst. Na mislukte onderhandelingen werden in 1170 door een viertal ridders wellicht bedreigende uitingen van de kant van de koning in de richting van de aartsbisschop misverstaan, hetgeen leidde tot hun daad: de ‘moord in de kathedraal’ tijdens de vespers. Men vereerde Thomas al spoedig als martelaar. Al in 1173 volgde de canonisatie. De koning kwam tot inkeer en deed in 1174 in het openbaar bij zijn graf boete.
Canterbury werd Engelands belangrijkste bedevaartsoord (men denke aan The Canterbury Tales 1478 van Geoffrey Chaucer), in betekenis te vergelijken met Santiago de Compostela, en bleef dit tot 1538, toen Hendrik viii er een einde aan maakte door het graf te verwoesten. Pelgrimstekens (met Beckets portretbuste), een kleine afbeelding van zijn reliekschrijn of souvenirampullen herinneren eraan. De verering verspreidde zich over heel Europa: van Sicilië tot IJsland. Thomas' feest is op 29 december. Thomas Becket werd vanaf het einde van de 11e eeuw op velerlei plaatsen afgebeeld | |
[pagina 308]
| |
met kazuifel, pallium, mijter, staf en boek: miniatuur ca. 1095 in Alan van Tewksbury's handschrift met brieven van Thomas; mozaïek van vóór 1182 in de dom te Monreale; email aan reliekschrijn ca. 1195 uit de abdij van Petersborough (plaats onbekend); beeld eind 12e eeuw in de kathedraal te Sens; 13e-eeuws fresco in de kathedraal te Norwich; 14e-eeuws raam te Credenhill (Herefordshire; met de bisschop-heilige Thomas Cantilupe van Hereford, Lord Chancellor ca. 1275) en een zilveren altaar 1492 in de Residenz te München. Thomas heeft met zijn naamgenoten de apostel en »Thomas van Aquino zijn plaats op een 14e-eeuws altaarretabel in de Sankt Jürgen te Weimar. De afbeelding van de moord in een groot aantal cycli gaat in de kern terug op enkele scènes in een tweetal initialen in de reeds genoemde eind-11e-eeuwse collectie van zijn brieven: onderhandelingen en de moord en Thomas' graf. Op de afbeelding van de moord wordt meestal door een ridder uit een groep de top van Thomas' schedel afgeslagen; meestal staat hij voor een altaar (emaille reliekkast ca. 1235 in de kerk te Trönö, Hälsingland, Zweden), een enkele maal knielt hij (miniatuur ca. 1300 in het East Anglian Psalter). De ramen van Sens (ca. 1190) en Chartres (ca. 1206), maar vooral de miniaturen 1230-50 van het Queen Mary Psalter (dertig scènes) en de 15e-eeuwse cyclus van Michael Pacher (Museum Johanneum te Graz) omvatten respectabele cycli met scènes uit Thomas' jeugd, verwantenkring, carrière en strijd, de moord, zijn dood en een apotheose. Van de vele, meestal kortere cycli op 12e- en 13e-eeuwse muurschilderingen verdient die van Tarrassa (Catalonië; ca. 1200) in een aan Thomas gewijde absis in de Santa Maria aandacht: dood, apotheose (als een klassieke middeleeuwse opname van zijn zielepop door engelen vanaf zijn doodsbed) en de bisschop en zijn diaken acclamerend voor een majesteitelijke Christus (vgl. fresco's in de San Giovanni e Paolo te Spoleto, genoemd reliekkastje in Trönö en reliëfs aan de doop-
De moord op Thomas van Canterbury, Engels borduurwerk (zijde op linnen) op een bisschopsmijter, begin 13e eeuw, uit de abdij van Seligental bij Landshut. Bischöfliches Museum, Augsburg.
| |
[pagina 309]
| |
vont in de dorpskerk te Lyngsjö in Schonen). In de 19e eeuw schilderde Von Rayski 1836 de moord en Packer hetzelfde thema en een uitvaart van Thomas. In de literatuur bleef de herinnering aan Thomas Becket aanvankelijk eerder bewaard door legendarische werken zoals La vie de Saint Thomas le Martyre 1174 van Garnier de Pont Saint-Maxence, dan door de Vitae van zijn vrienden William Ftzstephen 1171-72 en Edward Grim 1174-77. In de loop van de 17e eeuw schonk men in het jezuïetendrama aandacht aan de moedige martelaar. Bancroft betrok in zijn drama Henry the Second 1692-93 voor het eerst de bisschop bij de affaire van koning Hendrik ii met zijn geliefde ‘Fair Rosamond’, een situatie die hem de vijandschap van koningin Eleanor opleverde. In de 18e eeuw zag men Thomas als een eerzuchtig tegenstander van de nobele koning, die partij koos voor koningin Eleanor zoals door Ireland in Henry II 1799. Na de romantische benaderingen van het gegeven in de 19e eeuw, onder meer in het drama 1876 van Grindroth, trachtte De Vere in hetzelfde jaar op basis van historisch materiaal de figuur van een echte heilige op het toneel te zetten. In de novelle van Meyer, Der Heilige 1879 (in Duitsland voor toneel bewerkt onder meer door Linz 1935) is Thomas juist geen heilige maar een hater van de koning, die Rosamond, nu de dochter van Thomas, bemint. Bij Tennyson 1884 (Duitse toneelbewerking onder meer door Irving 1893) stond Thomas' beproefde vriendschap met Henry die in de intriges rond Eleanor en Rosamond verloren ging, op de voorgrond; bij Eliot, Murder in the Cathedral 1935 treft men als in een mysteriespel weer de ware heilige aan in wie de betekenis en de waarde van het martelaarschap getoond willen worden; en bij Anouilh, Becket ou l'honneur de Dieu 1959 de botsing tussen religie en staat. Pizzetti ging voor zijn opera Assassinio nella Cattedrale 1958 uit van de tekst van Eliots drama. Barlow 1988; Borenius 1932 en 1933; Foreville 1956; Püchsel 1963; Waddams 1971. |
|