Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdTheodorus de soldaat (Theodorus Tiro; tèroon = recruut)diende in het leger van Maximianus. Ca. 306 werd hij, na de tempel van Magna Mater in Amaseia (Pontus) te hebben verwoest, gegrepen, verhoord en als christen terechtgesteld. »Gregorius van Nyssa en de priester Chrysippus van Jeruzalem (tweede helft van de 5e eeuw) bezongen in een preek en in een lofdicht zijn roem. Strijd met een draak, wonderen en details over zijn marteling werden hem later toegedicht. Vanaf de 9e eeuw vereerde men hem te Euchaïta (bij Ameseia; in de 10e eeuw heette de plaats Theodoropolis; nu Avkhat) onder een andere naam: Stratèlatès (generaal). Hij zou een militair geweest zijn, te Herakleia onder Licinius gemarteld en te Euchaïta begraven. Vanaf de 12e eeuw heeft Stratèlatès, met zijn op een hogere rang duidende benaming, Tiro grotendeels verdrongen. Gevolg was, dat in verering en weergave het beeld van beide heilige militairen samensmolt. Met andere »soldatenheiligen werden zij te Byzantium en later - onder meer als helpers op het slagveld - in heel het Oosten zeer populair. De herinnering aan de Thracische ridder-god Men-Pharnakos kan daartoe hebben bijgedragen. Verspreiding van zijn roem en overbrenging van zijn relieken naar Rome en Venetië maakten hem vanaf de 6e eeuw in het Westen bekend. Afbeeldingen van Theodoras Tiro of Stratèlatès (feesten respectievelijk 17 februari en 2 juli) zijn, als een inscriptie met de naam ontbreekt, niet altijd licht van elkaar te onderscheiden. Ook worden de scènes verwisseld. Theodorus Tiro wordt zeer vaak op ikonen afgebeeld; soms staande, soms te paard, in rijke, militaire uitrusting (lans, zwaard of standaard; soms met een handkruis): zwart krulhaar, lange snor en spitse baard (ikoon 16e eeuw in Museum Zone te Novgorod; met een cyclus van veertien randscènes). Met andere soldatenheiligen, vaak in gezelschap van de hemelse strijder, de aartsengel Michaël, en andere stratelaten flankeert hij een majesteitelijke Christus of Maria: onder meer op een 6e-eeuws, Egyptisch weefsel uit Akhmin (fragmentarisch bewaard) en op een bronzen ikoon ca. 1075 in het British Museum te Londen. Met de martelaarskrans in de handen staat hij te Rome aan de zijkant van de absismozaïek 526-30 van de basiliek van »Cosmas en Damianus. Te Chartres komt hij aan de kathedraal driemaal voor; tweemaal aan het zuiderportaal (ca. 1225): als kruisridder met maliënkolder en tuniek, zwaard, lans en schild (vgl. een beeld ca. 1235 in de dom te Münster) met een martelscène op een van de sokkels en in een korte cyclus op een 13e-eeuws raam, dat voor een deel ook gewijd is aan »Vincentius van Zaragoza. Een fresco ca. 1500 in het klooster te Poganovo toont de beide soldaten: links Tiro en rechts Stratèlatès. Stratèlatès zelf vindt men onder meer op een 14e-eeuwse wandschildering in het klooster Zemen bij Berende (Bulgarije). De fraaiste afbeelding in het Westen is ongetwijfeld die van de fier opkijkende ridder met lans, aangegord zwaard en maliënkolder aan het zuiderportaal te Chartres ca. 1225. Delehaye 1909; Meinardus 1973. |
|