Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
Nicolaas (Nicolaos) van Myra,in het Oosten patroon van Rusland en van de schippers, en in Noord-Europa de kindervriend Sinterklaas, was in het begin van de 4e eeuw bisschop van de stad Myra aan de zuidkust van Klein-Azië. Meer is er over hem niet bekend. Alle verhalen en legenden gaan terug op ontleningen aan andere heiligen met dezelfde naam, vooral van de abt en bisschop Nicolaus van Pinara (eerste helft 6e eeuw), en op volksfantasie. De oudste verhalen zijn: de redding van drie ten onrechte gevangen gehouden officieren en van drie onschuldig veroordeelde jongens (hij werd daardoor patroon van de scholieren); het betalen van de bruidsschat voor drie arme, door de vader voor de prostitutie bestemde meisjes; en zijn hulp aan schippers in nood. Vanaf de 9e eeuw in Rome gevestigd, in de 10e eeuw door de Byzantijnse koningin Theophanu in het Noorden gepropageerd en in de 11e eeuw versterkt door de overbrenging van zijn gebeente naar Bari (aan de Adriatische Zee), verbreidden zich de cultus en populariteit van Nicolaas over heel Europa. Het latere verhaal van het wonder, waarmee hij drie als pekelvlees in stukken gesneden zoontjes van een arme waard uit de vleeskuip ten leven wekte, maakte hem definitief tot de kindervriend bij uitstek (Jan Steen ca. 1670, Rijksmuseum Amsterdam). Het verhaal van de bruidsschat, die hij heimelijk naar binnen wierp, maakte hem daarbij tot strooier van lekkers, en zijn patronage van de schippers tot patroon van de druk door schepen bezochte Hanzesteden en van Amsterdam. Handelsrelaties van deze stad met Spanje waren de oorzaak dat de volksheld en kindervriend geacht werd en wordt allen die naar zijn gunsten dingen vanuit dat land te bezoeken. Uiteraard werden zijn persoon en functies als weldoener beïnvloed en werd de assistentie van ‘Zwarte Pieten’ in het leven geroepenTaferelen uit het leven van Nicolaas van Myra, gewelfschilderingen, ca. 1240 in de Cappella dei Santi Eldrado e Nicola te Novalesa (Piemonte). Links weigert Nicolaas de moederborst; rechts wordt hij geroepen tot het priesterschap; onder strooit hij geld voor de bruidsschat binnen voor twee arme meisjes die door hun vader in een bordeel geplaatst dreigen te worden; boven in de afbeelding voeren twee consacrerende bisschoppen de pas gewijde bisschop Nicolaas naar zijn cathedra. In het midden het Lam Gods uit Apoc. 5 tegen een kosmisch kruis met de namen van de vier kompasstreken.
| |
[pagina 262]
| |
door oude midwintergebruiken en natuurmythen. Over zijn eigen jeugd wordt gemeld, dat hij als baby al rechtop in de badkuip kon staan, en al vroeg zo verstorven was dat hij op de kerkelijke vastendagen steevast de moederborst weigerde, waaraan de oude tweede nocturn van de metten van het oude brevier laconiek toevoegde, dat hij deze gewoonte de rest van zijn leven heeft volgehouden. Het bericht van de Byzantijnse kerkhistorici dat hij op het concilie van Nicea 325 uit woede om diens infame, de Heer Jezus beledigende leer de ketter Arius (»Athanasius) aan zijn goddeloze sikkebaard heeft getrokken, schijnt niet op historische gronden te berusten. In het Oosten vertelde men, dat Nicolaas drie onder de regering van Constantijn (»Helena & Constantijn) onschuldig veroordeelde generaals het leven zou hebben gered en dat hij te keer zou zijn gegaan tegen de heidense Artemis-cultus. De doorwerking van de Nicolaas-traditie is een zeer complexe geschiedenis. Legendarische elementen en zijn patronage van scholieren waren van invloed. Al in de 9e eeuw bestond het gebruik dat leerlingen het op 28 december, het feest van Onnozele Kinderen, gedurende die ene dag onder leiding van een zelf gekozen kinderbisschop op school voor het zeggen hadden (16e-eeuwse ingekleurde pentekening in de stadsbibliotheek te Bamberg). Vanaf de 13e eeuw gebeurde dit op 6 december.
Het verhaal dat Nicolaas de bruidsschat van de arme meisjes in hun huis naar binnen wierp, leidde tot het geven van geschenken op die dag. Onder invloed van de liturgische vigilieviering werd al op de avond van 5 december ‘gestrooid’. Door de mobiliteit van de feestelijkheden rond de kerstdatum werd de functie van de heilige Nicolaas als kindervriend en geschenkenbrenger lokaal verdeeld over aan elkaar verwante figuren als Sinterklaas, Père Noël en Santa Claus. Nicolaas werd in het Oosten, waar geen enkel schip vertrekt zonder een ikoon van de heilige aan boord, vanaf de 10e eeuw als grijze, ascetische bisschop (Russische ikoon 16e eeuw te Recklinghausen), in het Westen vanaf de 12e eeuw (12e-eeuws fresco in de Galleria Corsini te Rome) afgebeeld in bisschoppelijk gewaad (»clerici), waarbij als attributen dienen: drie goudklompjes (soms omgevormd tot broden of appels), herinnerend aan de binnengeworpen bruidsschat (Jan van der Asselt, altaarpaneel uit de tweede helft van de 14e eeuw in de Onze Lieve Vrouwekerk te Kortrijk), een tonnetje met drie jongetjes (15e-eeuwse sluitsteen in de kerk van Bursins in Zwitserland; 17e-eeuws altaarbeeld in de Sint-Niklaas te Gent), soms een anker of schip (19e-eeuws beeld in de Sint-Niklaaskerk te Westkapelle) en bijna altijd een boek. Op een fresco ca. 1375 in Holbaek in Denemarken beschermt hij vanaf de kust een door demonen aangevallen schip. Als patroon van de slagers staat hij fier te midden van vee met de tobbe met daarin de kinderen op een schilderij ca. 1815 van Van Amelsfoort in het stadhuis te 's-Hertogenbosch. Zijn dood werd geschilderd door Derick Baegert (ca. 1495; Landesmuseum te Münster). Nicolaas-cycli zijn er te over; om er enkele te noemen: 12e-eeuwse reliëfs in de Sint-Laurentiuskerk te Zedelgem; gewelfschildering ca. 1240 in de San Eldrado e Nicola te Novalesa (Piemonte) en ca. 1295 in de Sankt Maria Lyskirche te Keulen; 13e-eeuwse sculptuur aan het zuiderportaal te Chartres; fresco's ca. 1350 in de protestantse kerk te Waltensburg (Graubünden, Zwitserland); Gentile da Fabriano, polyptiek 1425 in de Vaticaanse Musea te Rome. In het Oosten komen cycli vaak als randafbeeldingen voor op de ikonen van Nicolaus (onder meer ikoon ca. 1510 in het Russisch Museum te Sint Petersburg met achttien randscènes). Het Sinterklaasfeest inspireerde de schilders in de 17e eeuw; men denke aan een werk uit de omgeving van Rembrandt, van de reeds genoemde Jan Steen en van Brakenburgh 1685, alle in het Rijksmuseum te Amsterdam. Zwarte Piet komt voor het eerst | |
[pagina 263]
| |
voor bij een beeld ca. 1600 in de Sint-Niklaasgang te Brussel. Een Russische legende vertelt over een ontmoeting tussen Nicolaas en de schoolmeester-martelaar »Cassianus op reis naar de hemel. Van der Meer vertelde die meesterlijk na. De traditie der middeleeuwse Nicolaas-spelen werd uiteraard voortgezet in het 17e/18e-eeuwse school- en jezuïetentoneel. Britten schreef in 1948 een koorwerk Saint Nicolas. Albrecht 1935; Anrich 1913-17; Boeckaert-Ghesquière 1989; Burgdorffer 1942; Ermini 1930; De Groot 1965; Holtz 1974; Jones 1978; Van der Linden 1972; Van der Meer 1962; Meisen 1931; Schumann 1942; Schuyt 1944; Sevcenko 1983. |
|