Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdGertrudis van Nijvelwas een dochter van Pepijn de Oudere (Pepijn van Landen) en de heilige Ida (Iduberga) en een zus van »Begga. Zij werd geboren in 626. Zij trad in in het door haar moeder gestichte klooster van Nijvel en werd er na haar moeders dood abdis. Leergierig als zij was liet zij boeken uit Rome en exegeten uit Ierland komen voor onderricht. Zij verzoende vijanden, wist raad zowel bij liefdesproblemen als bij muizenplagen en werd patrones van de pelgrims, voor wie zij een hospitaal gesticht had. Haar petekind, de heilige Gudula, dochter uit een vooraanstaande Brabantse familie, nam zij op in haar klooster. Over dit meisje, dat uitblonk in vroomheid, wordt een zelfde legende verteld als over »Genoveva van Parijs. Als zij 's nachts bij haar gebed een lantaren - bij Genoveva is het een kaars - wilde aansteken probeerde de duivel die met een blaasbalg uit te blazen. Een engel verhinderde dat. Gertrudis stierf ca. 659.
Op afbeeldingen gaat Gertrudis gekleed als abdis met staf; als attributen fungeren een boek, een kerk- of hospitaalmodel, muizen die tegen haar staf opklimmen, een beker of een pelgrim: bijvoorbeeld een miniatuur ca. 1340 in het Getijdenboek van Catharina van Kleef met ratten, muizen en muizevallen op de vloertegels en op de randminiatuur een slapende, door een duivel bestolen pelgrim; en een gewelfschildering ca. 1486 in de Lebuïnuskerk te Deventer. De beker als attribuut heeft te maken met een (geneeskrachtige) bron in haar crypte te Nijvel. Haar feest valt op 17 maart. De oudste scènische afbeelding, waarop Ida Gertrudis als novice in haar klooster opneemt door haar het haar kort te knippen, is een initiaal in het Passionale van Stuttgart (ca. 1130). Een cyclus bevindt zich aan haar reliekschrijn 1272-98 in de kerk te Nijvel. Van Scorel plaatste haar tussen »Sebastianus en »Christoffel op een altaarstuk 1525 in het Stedelijk Museum te Utrecht. Op een miniatuur uit het begin van de 16e eeuw in een Hortulus Animae (Zieletuintje; bepaald type gebedenboek) van Bening is zij als een begijn (»Begga) afgebeeld, biddend in haar kamer; op de randversiering gaat zij weldoende rond. Bij een minerale zoetwater(Gertrudis-)bron in de Schelde bij Bergen op Zoom, van welke stad en haar omstreken zij de patrones is, | |
[pagina 167]
| |
stond vanaf 1400 een kapel, aan haar gewijd. Een onlangs gebouwd kapelletje met haar beeld herinnert daaraan. Een bidprentje van Goethiers uit de tweede helft van de 17e eeuw getuigt van de populariteit van de bestrijdster der muizen: drie kruipen er omhoog langs haar staf, en een kroon ligt onder een tafeltje met kruisbeeld en boek, waarbij weer de door een heilige-Geestduif geïnspireerde abdis staat. Gudula, de patrones van Brussel, werd afgebeeld in een lang kleed met hoofddoek met lantaren of blaasbalg: triptiek 1520 met het sterfbed van Maria op een grisaille ca. 1550 van Van Cleve. Everart van Orley beeldde op een werk ca. 1550 in de Sint Jakobskerk te Antwerpen de nachtelijke scène met de duivel uit. Een 15e-eeuwse misericorde (steun aan de zetel in het koorgestoelte; bewaard in het Musée des Beaux-Arts te Troyes) heeft - zeer opeengedrongen - dezelfde episode. Borchgrave 1942; Madou 1975. |
|