Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater
(1993)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdSefanjatrad als »profeet in Jeruzalem op in ie eerste jaren van koning Josia (ca. 637-30 v.C.). Zijn activiteiten vonden plaats nog voor het religieuze reveil dat de koning na de funeste beïnvloeding van Juda door het zich tot Egypte uitstrekkende Assyrische rijk inzette (»Koningen). De collectie van zijn stellig door een latere redacteur geordende profetieën begint met een genealogie, die hem plaatst in de koningsfamilie vanaf Hizkia (»Jesaja), maar die vanwege de symbolische namen van zijn voorvaderen eerder een ideologische dan een historische waarde heeft: Sefanja wil de oude, aangetaste Jahwe-cultus herstellen. Hij doet dat door in dreigende taal de misstanden onder zijn volk te hekelen, alle vreemde beïnvloeding aan de kaak te stellen, de ondergang van Assur en Nineve aan te kondigen en een groots messiaans perspectief voor Jeruzalem in het vooruitzicht te stellen. Tegenover hoogmoed en hebzucht, geweld en bedrog beveelt Sefanja, preluderend op de ideeën uit Jezus' bergrede, de ootmoed aan (2,3 en 3,12; Mat. 5-7).
De wereldwijde context waarin Sefanja de val van de vreemde volkeren en het herstel van het volk van Jahwe plaatst, komt zeker op rekening van profetische, oratorische overdrijving. Toch hebben ze, wellicht concreter opgevat dan bedoeld, bijgedragen aan de nieuwtestamentische en - later - theologische ontwikkelingen in de opvattingen over het drastische wereldeinde en het universele Laatste Oordeel (te vergelijken met de Dag van Jahwe bij »Maleachi [Mal. 3]). De naam van de profeet betekent ‘Jahwe verbergt (of: beschermt)’. De vroegste voorstellingen van Sefanja tonen hem in Byzantijnse omgeving als heilige met nimbus, herkenbaar als oude, grijze man met een tekstbanderol: miniatuur in het Menologion van Basilius ii eind 10e eeuw en fresco 10e/11e eeuw in de kerk van Panhagia | |
[pagina 222]
| |
Protathroni te Chalcis op Naxos. In het Westen werd Sefanja als profeet afgebeeld op miniaturen in de Bijbel van Roda ca. 1000, in een bijbel uit Padua en op een glasraam in de Sint-Jacobskerk te Rothenburg, beide ca. 1370-80. Uitbeeldingen van Sefanja's onheilspellende profetieën over de ondergang van Nineve en in het verlengde daarvan over het wereldeinde komen voor op miniaturen in de Bijbel van Wincester ca. 1175, die van Heisterbach uit Keulen ca. 1240 en van Boulogne ca. 1220. Het uitvoerigst zijn ze te vinden in de sculptuur aan de gordingen van het zuiderportaal en de vier reliëfs aan de westelijke façade van de kathedraal te Amiens 1220-36 en 1288: de ondergang van mens en dier, de inspectie door Jahwe van Jeruzalem (Sef. 1,12) en de desolate toestand van Nineve, nog slechts bevolkt door vogels en wilde dieren, hier voorgesteld door de egel (Sef. 2,13-15). Katzenellenbogen 1952. |
|