Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater
(1993)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdMaleachi,in deze korte vorm: ‘mijn bode’, in de langere vorm Malachia: ‘bode van Jahwe’, is geen eigennaam, maar een verzamelnaam voor de auteur(s?) van een zestal profetische, wat aard en onderwerp betreft uiteenlopende, korte uiteenzettingen, die de kleine »profeten afsluiten (Mal. 1,1; »Zacharia). Meestal in dialoogvorm wordt gesproken over de verhouding van Jahwe tot zijn volk, over de priesters, het huwelijk, de Dag waarop Jahwe zal komen, en over de verplichtingen ten opzichte van de tempel. Het boek heeft een sterk eschatologisch karakter.
In de joods-christelijke traditie heeft het boek Maleachi, dat van kort voor het midden van de 5e eeuw v.C. tot zelfs in de tijd der Makkabeeën wordt gedateerd, op verschillende manieren een rol gespeeld. Het boek zelf refereert in 3,23 aan de terugkomst van »Elia. Jezus van Nazaret betrok Mal. 3,1 - in de tekst is ongetwijfeld de bode-profeet zelf bedoeld, maar dan in messiaans perspectief - op Johannes de Doper en Luc. 7,27 citeert Mal. 3,1. Joodse exegeten noemden vanaf de 2e eeuw n.C. »Ezra, met wiens restauratie- | |
[pagina 171]
| |
werkzaamheden de teneur van het boek overeenkomsten vertoont, als auteur, een identificatie die de christelijke bijbelgeleerde Hieronymus (4e-begin 5e eeuw) volgde. De uitspraak in het boek over het eeuwigdurende, reine en universele offer (1,11) heeft van de oudheid tot in de nieuwe tijd een belangrijke rol gespeeld in de theologie over de eucharistie en in de liturgie. De ‘profetie van Malachias’ - een falsificatie uit 1590, waarin in 112 korte, cryptische slagzinnen van alle pausen vanaf 1143 tot aan het einde van de wereld een karakteristiek wordt gegeven - heeft niets met deze profeet van doen, maar wel met de naam van een Ierse cisterciënzer-bisschop Malachias (Maol m'Aedog) van Armagh (12e eeuw), van wie Bernardus van Clairvaux (eerste helft 12e eeuw) beweerde dat hij een helderziende was en op wiens naam de profetie gezet is. Een enkele maal werden in de middeleeuwse iconografie wezenlijke elementen uit het boek Maleachi weergegeven. In de Bijbel van Roda (begin 11e eeuw) wijst de profeet Johannes de Doper aan (3,1) en richt hij zich tot de 12 stammen van Israël (1,1). Aan de façaden van de kathedraal te Amiens bevinden zich op de plinten drie reliëfs: een waarop de zijde van Jezus door een priester doorboord wordt, een waarop God een banvloek over de slechte priesters uitspreekt (2,2 en 9), beide aan de westfaçade, en een aan het zuiderportaal, waarop een engel de profeet, staande tussen Johannes de Doper en de evangelist Marcus, toespreekt. Niet zonder maatschappij-kritiek werd in dezelfde periode Maleachi's fulmineren tegen ondeugdelijke priesters in initialen en op miniaturen naast de tekst van het boek uitgebeeld (Gebhard-bijbel 12e eeuw; Zuidfranse bijbel 13e eeuw). Als heilige met nimbus had Maleachi zijn plaats onder meer op een miniatuur in het Menologion (gebedenboek) van Basilius ii einde 10e eeuw; op een fresco te Sant'Angelo in Formis 11e eeuw en op een reliëf aan de Pala'd'Oro 976 in de San Marco te Venetië. Fuchs schilderde in 1961/63 een Maleachi met in een scherp gemodelleerd gezicht met bizarre haar-, baard- en hoofdtooi een priemend oog en een geopende mond. Een houten beeld van de helderziende bisschop Malachias in de Lambertuskerk te Wouw werd gered uit de brand van 1944. De Fraine 1955. |
|